Skip to main content

13 - Aagje Wesselingh: Als Witte Zuster van Zoeterwoude naar Oeganda

 
 
  
Oeganda wordt meestal in één adem genoemd met het schrikbewind van Idi Amin. Onder zijn dictatuur verloren honderdduizenden Oegandezen het leven. In de loop van de negentiende eeuw waren islamitische Arabische handelaren en Britse ontdekkingsreizigers naar het gebied getrokken. De Britten gingen op zoek naar de bronnen van de Nijl. John Hanning Speke vond er in 1858 een groot meer en vernoemde het naar zijn vorstin, koningin Victoria.
   Oeganda ligt ten noorden van het Victoriameer. Het land is zeven keer zo groot als Nederland en heeft nu ongeveer 30 miljoen inwoners.
 
 
 

Toen Oeganda Brits gebied geworden was konden er steeds meer zendelingen en missionarissen heentrekken om het christendom te verbreiden. De Witte Paters van mgr. Lavigerie waren er actief. Aan het einde van de negentiende eeuw werd de Franse Witte Pater Henri Streicher (1863-1952) als bisschop verantwoordelijk voor de missieactiviteiteten bij het Victoriameer. Hij was de stichter van de missiepost Villa Maria, ten zuidwesten van Kampala. Streicher staat bekend als een groot organisator. Hij was energiek, intelligent en autoritair. Hij slaagde erin het aantal katholieken te vermeerderen van 30.000 tot 300.000. De Fransman zette alles in om zijn doel te bereiken. Europese mannen maar ook vrouwen. Europeanen en Afrikanen. Toen hij in 1933 aftrad als bisschop had hij de beschikking over 46 ‘inlandse’ priesters en 280 ‘zwarte’ zusters.
 

 
Boerendochter Aagje wil naar de negers
  
 

Aagje Wesselingh (geboren in 1892) groeide als boerendochter op in het gebied ten oosten van Leiden. Laanlust bij het buurtschap Groenendijk was de naam van de boerderij van de familie Wesselingh. Haar peettante Cato was als zuster Mechtilde al in 1897 naar de Afrikaanse missie vertrokken.
   Toen Aagje nog geen tien jaar oud was ontving ze een ansichtkaart van haar tante. “Wil je niet eens overkomen, dan kun je met de zwartjes spelen? Het is wel ver maar als je in de kist kruipt die je moeder aan het inpakken is, kom je in vier weken tijd in Mombasa aan en neem ik je mee naar mijn nikkertjes. Je hoeft nergens bang voor te zijn”.
   Op de dag van haar eerste heilige communie, in 1903, beloofde Aagje aan Jezus dat ze, als hij dat wilde, later Witte Zuster zou worden.
 
Vader Wesselingh stuurde zijn dochter twee jaar lang naar de zusters Franciscanessen in Bodegraven, totdat bleek dat ze thuis op de boerderij niet gemist kon worden. Aagje bleef echter volhouden dat ze net als haar tante naar Afrika wilde. Toen ze achttien jaar oud was, in 1910, reisde ze met haar vader per trein naar Esch bij Den Bosch om kennis te maken met de Witte Zusters. In 1912 vertrok ze uit het ouderlijk huis.
 
 
 

Aagje als 19 jarige
 
 
Op naar Villa Maria in Oeganda
 

In 1920 maakte Aagje de lange reis naar Oeganda. Op 24 juli arriveerde ze in Mombasa op de oostkust van Afrika. Na aankomst in Villa Maria schreef ze aan haar familie in Nederland: “De trein bracht mij van Mombasa over Nairobi naar Kisumu. Hijgend en krakend vertrok de trein die op hout rijdt. Honderden zwartjes juichten en schreeuwden dat het een lust was. Onderweg hadden wij gelegenheid om de schone natuur te bewonderen. Nu eens liep de trein door eindeloze hoogvlakten, dan weer slingerde hij rond bosrijke bergen. Wij vertoefden in een trein met een restauratiewagen waar Indische bediendes met witte sokken aan hun voeten, witte mutsen op het hoofd en een paarse sjerp om het middel ons Engels voedsel serveerden”.
   Het laatste stuk van de reis was minder luxueus: Bij Kisubu slechts een karretje door vier negers voortgeduwd en de benenwagen. “Heuvel op, heuvel af ging het. Uit alle macht zingend vertelden onze mannekes aan wie maar horen wilde dat zij een nieuwelinge begeleidden”.
 
In een tropische regenbui bereikte Aagje haar eindbestemming. “De regen had de zusters belet ons met de kinderen tegemoet te komen en zo deed ik in alle stilte en eenvoud mijn intocht in Villa Maria. Van alle kanten kwamen vrouwen en kinderen aandraven. Ze begeleidden ons naar de kerk met het grote plein waaraan ook het zusterhuis ligt. Een oogwenk later was ik in de armen van onze goede mère Mechtilde [tante Cato] en thuis”.
 
 
 
Werken in de missie
 
 
 
 

Aagje, ‘soeur Marie François de Borgia’ zoals ze nu officieel heette, werd voor alles en nog wat ingezet. Bisschop Streicher had besloten een nieuwe missiepost te (laten) bouwen, op een heuvel 25 minuten lopen verwijderd van het moederhuis Villa Maria. Aagje deed mee met de bouw en de verhuizing, terwijl de gewone activiteiten in Villa Maria gewoon doorgingen.
   “We moeten alles zelf maken: stenen van de in zon gebakken klei, het pleisterwerk waarmee de gebouwen worden afgestreken, de roze pannen waarmee ze worden bedekt. Zelfs de planken, latten, binten, deuren en ramen moeten ter plekke worden gemaakt. Een Afrikaanse verhuizing betekent alles op het hoofd van de ene heuvel naar de andere dragen. Voorwaar geen kleinigheid. Daar hebben we wel vier weken voor nodig”, schreef ze aan haar familie hoewel ze daar in die tijd maar weinig puf voor had.
   “Mijn benen zijn moe van het dalen en klimmen. Het smalle, kronkelige weggetje tegen de helling is onze laan. Vanaf de zijkant van ons nieuwe huis is nog een schim van het oude in Villa Maria te zien. Ik heb van het sjouwen stevige armen en kuiten gekregen”.
 
 
 
Brieven in het boek van Joke Linders
 

Joke Linders (geboren in 1943) is een nichtje van Aagje Wesselingh. Ze heeft onlangs een interessant boek gepubliceerd over het leven van haar tante (en de familie Wesselingh), waarin tal van fragmenten uit de levendige missiebrieven uit Oeganda zijn opgenomen. Het boek heet Witte zuster in donker Afrika. Portret van een boerenfamilie (Amsterdam 2008).
 
De auteur stelde mij een brief ter beschikking die niet in het boek is opgenomen. Rond de jaarwisseling
1924/25 liet Aagje aan haar familie in Zoeterwoude weten dat ze het overzicht over de correspondentie kwijt was. “Ik heb de tijd niet er op te letten hoe lang het geleden is sinds ik schreef of schrijven kreeg”. In Nederland waren het de donkere dagen tussen kerstmis en nieuwjaar.
   “Hier hebben wij het kerstfeest op onze manier weer heel mooi gevierd: gezongen middernachtmis, ditmaal bijzonder goed geslaagd wat de zang betreft, een tweede H. Mis met liedjes en de plechtige pontificale hoogmis in de parochiekerk. Zelfs het weer was in kerststemming, grauwe lucht en regen, iets ongewoons voor de tijd van het jaar”.

 

frangment van brief van Aagje uit de missie
 

Bisschop Streicher had weer nieuwe ideeën voor de missie in Oeganda. “Voor ons zal het nieuwe jaar ook nieuws brengen. Het plan is aangenomen om een soort kostschool op te richten, waar degelijke jonge meisjes onderricht zullen ontvangen in lezen, schrijven, handwerk, godsdienst en huishoudwerk. Wij hebben hoop dat er uit die meisjes enkele goede zusters zullen groeien, en dat de andere flinke, brave huisvrouwen zullen zijn.
   De ontwikkeling der vrouw is zeer ten achter hier, zij leren spitten, koken, houthakken, en daarmee is het zowat af. Ook zijn er maar weinig moeders in staat aan de kinderen ondericht in godsdienst of lezen te geven. En zelfs onze zwarte zusters zijn niet genoeg onderricht om klas te kunnen doen. Dat alles zal niet beteren als wanneer de meisjes in haar jeugd wat beter onderricht ontvangen.
   Reeds hebben wij een twintigtal leerlingen maar het getal zal wel verdubbelen als de lokalen er zullen zijn. Dat zal dus meer werk en nieuwe zorgen brengen. Maar het is voor Gods meerdere eer en glorie, dus vooruit! Helpt ons maar goed door uwe gebeden, als Gods zegen op het werk rust gaat alles wel en valt alles licht. En ik, die nu geheel en al schooljuffer speel, ik zal met goede moed les geven, de gedachte dat wij samen werken zal fut bijzetten”.
 

 
Het einde
 
 

Aagje als missiezuster (midden)
 

Aagje Wesselingh is niet oud geworden. Ze is niet de marteldood gestorven, een ideaal voor menige Europeaan die naar de missie in verre heidense landen trok. Ze wist ook alle tropische ziektes te overleven.
   Nee, Aagje Wesselingh stierf op 27 juli 1938 ten gevolge van een ongeluk met een automobiel. Ze had twee weken lang deelgenomen aan een retraite. De auto die de zusters terug zou brengen raakte van de weg, kantelde en kwam ondersteboven in een moeras terecht. Vijf zusters en de chauffeur kwamen er met schrammen en kneuzingen vanaf, Aagje vloog, zoals Joke Linders in ‘Witte zuster in donker Afrika’ schrijft, ‘regelrecht in de armen van haar Jezus’. Een pater snelde op zijn motorfiets nog naar de plaats van het ongeluk om de zuster de laatste absolutie te geven.
   “Onnodig wellicht want ze was volledig voorbereid. Een gunstiger ogenblik dan na de retraite, biecht, communie en hernieuwing der gelofte is moeilijk te bedenken”, aldus de auteur. Aagje Wesselingh, soeur Marie François de Borgia, is 46 jaar geworden.
 
Harry Knipschild
29 september 2008
 
Dit artikel werd in het najaar van 2008 geplaatst op de website die nu www.katholiek.nl heet.
30 september 2013

Clips
* Aartsbischop Cyprian Lwanga
* Oeganda, parel van Afrika?
* Idi Amin
 
  • Hits: 11442