Skip to main content

43 - Antoon van den Ende op Flores (1936-1949)

 
 
Antoon van den Ende werd op 15 april 1910 geboren in Zaltbommel. Hij groeide op in de tijd dat de speelfilm furore maakte. De bioscopen zaten overvol.
  Simon Buis, pater van de missie van Steijl (SVD), gebruikte de rage om propaganda te maken. In 1930 regisseerde hij de film ‘Ria Rago’, over de strijd van de katholieke kerk in Nederlands-Indië. Als decor koos Buis het eiland Flores uit, is te lezen in het interessante en goed geschreven boek Wat mij toch soms mankeert! van Frans van Gaal en Ton Thelen.
  “Flores sprak tot de verbeelding bij al die over de missie dromende jongens. De romantiek van het reizen naar verre oorden en exotische culturen, de weldoende activiteiten en zegenrijke pastorale zorg straalden ervan af. De film inspireerde velen om missionaris te worden. Buis bedacht wervende reclameteksten voor de promotie van de film, zoals ‘een kostelijke gang door Hollands tropentuin’”.
 
 
43 1 missie film
 
 
Antoon liet zich door ‘Ria Rago’ inspireren om zijn leven een zinvolle invulling te geven. In 1936 arriveerde hij als missionaris van Steijl op Flores, een van de Kleine Soenda-eilanden ten oosten van Java.
  In het binnenland woonden veel mensen die sympathiek stonden ten opzichte van het katholieke geloof.
 
 
Roomse lucht in de tropen
 
 
De nieuwe pater voelde zich dan ook meteen thuis in de tropen. “Je kijkt in de zon. Je kunt niet anders dan je verkneukelen. Je snuift de lucht op en je groeit ervan. Want het is het zonnetje dat hier dag in dag uit de geweldige stromen van Gods genade heen ziet vloeien. De lucht, och die is zo goed Rooms. De mensen schenken je hun vertrouwen en hartelijkheid vanaf het moment dat ze je zien”.
  Vol optimisme keek de Zaltbommelaar uit naar een levenslang verblijf temidden van de vriendelijke bevolking. “We slingeren hier en daar door een kampong. De mensen van ver en dichtbij roepen ons hun welkom toe. Ongemanierd en schreeuwerig, maar gemeend uit het hart. We voelen hoe vurig we God moeten danken, dat we hier mogen werken, midden in de rijpende oogst”.
  De Florinezen waren ideale bekeerlingen hoorde hij: “Je kunt ze iets toevertrouwen. Je bent er zeker van dat wat je ze vraagt gedaan wordt, en nog goed ook”.
  Kort na zijn aankomst schreef pater Van den Ende, 26 jaar oud, dan ook aan zijn ouders: “Ik zou voor geen geld van de wereld naar Holland terug willen hoor. Het is hier veel te goed”.
 
 
Soekarno, ‘moslim én communist’
 
 
Op Flores woonden niet alleen Nederlanders en Florinezen. De machthebbers in de Indische hoofdstad Batavia (nu: Jakarta) gebruikten het eiland om van de lastige nationalist Soekarno af te zijn.
  Op 14 april 1937 schreef Antoon: “Vorige week heb ik in Endeh een toneelspel gezien. Daar zit namelijk een zekere meneer Soekarno, een Javaan die uit Java verbannen is omdat hij de raddraaier is van de Indische beweging voor onafhankelijkheid. Zo ongeveer als Ghandi, maar nog niet zo gevaarlijk.
  Op Flores is hij koud gesteld, zouden de Duitsers zeggen – want dat is zo ver van de beschaving af. Hier ben je aan het eind van de wereld. Soekarno maakt zelf de stukken en schildert het toneel. Een duvels handige kerel hoor. Zijn schilderingen mogen gezien worden. Hij heeft het stuk opgevoerd in de patronaatszaal van de missie”.
  Antoon was lovend: “Het is een erg pientere baas en weet verduiveld goed wat ie wil. Hij mag zich in de stad vrij bewegen”.
 
Enkele jaren later begreep de missionaris evenwel dat je voor Soekarno moest oppassen. “Wat ik tegen hem heb is niet dat hij nationalist is. Dat mogen ze gerust zijn. Als ze het maar op een fatsoenlijk accoord weten te gooien met de mensen die hier eeuwenlang naast hen gewoond hebben en aan wie ze tenslotte toch heel wat te danken hebben. [De Nederlanders].
   Maar hij is communist en dat is het beroerde. Ze zitten hem al lang achterna omdat hij communistische propaganda voert. Hij is mohamedaan ook natuurlijk. Zolang hij dat kan gebruiken voor het verzet tegen Nederland zal hij het ook doen. Maar tenslotte zal hij wel ten offer vallen aan de moderne goddeloosheid en ook in dat opzicht met het communisme meegaan”.
 
 
In de maalstroom van de internationale ontwikkelingen
 
 
43 2 Flores missie
 
Tijdens zijn verblijf in Indië liet Antoon zich in steeds minder rooskleurige termen over zijn positie uit.
 
De internationale ontwikkelingen aan het eind van de jaren dertig gaven weinig aanleiding tot optimisme. De congregatie waar de Nederlandse pater toe behoorde, die van Steijl, was eigenlijk een Duitse missie. Dat gaf spanningen. De Nederlandse paters op Flores wilden bijvoorbeeld de Nederlander Jan Bouma als hun provinciaal overste. Rome gaf de voorkeur aan de Duitser Heinrich Leven. Diens benoeming vond echter pas doorgang toen hij ermee instemde zich tot Nederlander te laten naturaliseren.
 
Omdat Van den Ende nogal wat werk deed voor het bestuur van de missie op Flores kreeg hij meer dan anderen te maken met hetgeen zich in Duitsland afspeelde. In maart 1938 bijvoorbeeld werd Oostenrijk in de zogenaamde Anschluss door Duitsland ingelijfd.
  Toen het nieuws in Indië doordrong gaf dat aanleiding tot heel wat discussies onder de Nederlandse, Duitse en Oostenrijkse SVD’ers. Onder andere over een Oostenrijkse priesterstudent die nog in zijn geboorteland vertoefde.
  “Wat zal die pater Fahrnberger hem rijden. Weet je nog, dat kleine Oostenrijkertje. Sjonge die was geweldig fel tegen alles wat Duits was. Die kon geen mof zien”, zei Antoon tegen een Duitse SVD’er. “Die zit nu in Oostenrijk. Nu hoort hij opeens dat hij in plaats van Oostenrijker, Rijksduitser is geworden. Over een tijdje kan hij inpakken en een ander baantje zoeken”. Een Oostenrijkse broeder hoorde het verhaal en barstte in huilen uit, legde Antoon vast.
 
De ‘Duitse’ paters op Flores kregen ook te maken met allerlei procedures. Dat kostte Antoon een heleboel tijd, die ten koste van gewone missieactiviteiten ging. “Op het ogenblik zit ik weer voor een berg werk vanwege de Duitse missiebroeders, zusters en dergelijke. Er is voor die mensen weer een nieuwe wet uitgevaardigd waardoor ze zich bij de eigen consul moeten aanmelden”.
  De priester uit Zaltbommel moest een lange lijst invullen over het leven, de arische, eventuele joodse afstamming. Of ze wel of niet lid waren van de nazi-partij. En dat aan het andere einde van de wereld.
 
 
43 3 Ende op Flores
Antoon van den Ende (rechtsboven) als missionaris op Flores
 
 
Na de Duitse inval in Nederland werd in Nederlands-Indië overgegaan tot het oppakken van de daar aanwezige Duitsers. Zij werden opgesloten in interneringskampen. Onder hen een zestigtal leden van de missie van Steijl. Dat maakte de missie van Flores niet effectiever. In 1942 belandden de Nederlandse religeuzen, paters, broeders en zusters, zelf in Japanse kampen.
 
 
Na de Tweede Wereldoorlog
 
 
Pas in december 1945 kon de missie van Steijl het werk op Flores hervatten. “We zijn blij en vol moed”, schreef een pater bij aankomst. “Onze moed is niet gebroken. We staan weer klaar om de schouders onder onze taak te zetten”. Er waren maar weinig mensen om de religieuzen te verwelkomen.
  Antoon uitte zich met de woorden: “De mensen zullen gedacht hebben: o jee, daar zijn ze al weer. Of misschien de geallieerden, die wraak komen nemen?”
  Veel kerken op Flores bleken verwoest te zijn. De organisatie moest helemaal opnieuw opgebouwd worden. Al snel kwam de blanke pater tot de conclusie: “De goede oude tijd zal in Indië niet terugkeren. De invloed die wij gehad hebben is al lang foetsie. Ook de beste Indonesiërs waarderen ons op het ogenblik heel anders dan vroeger. Wil je nog gehoord en gewaardeerd worden, dan moet je helemaal ontdaan zijn van pro-Hollandse gevoelens. Als missionaris maak je alleen nog een kans om althans bij katholieken je positie te bewaren”.
  De missie was aardig in het defensief gedrongen.
 
Als het aan Van den Ende lag zouden er nooit meer Duitse SVD’ers naar Flores komen. “Alle ellende die over Nederland en later over ons Indië gekomen is, is te danken aan de verwaandheid van de Duitsers. Deze gevoelens kan ik, vrees ik, niet onderdrukken. De [eventuele] Duitse medebroeders [op Flores] moeten weten dat zij slechts geduld worden. Zij mogen geen enkele verantwoordelijke positie meer vervullen. Dat zou tot scheve gedachten, misverstanden, openlijke of verborgen wrijving leiden. Daarom is het beter dit te voorkomen”.
  De Duitse SVD’ers moesten ‘thuis’ maar aan de slag gaan. “Als zij mogen meewerken aan de godsdienstige en morele heropbouw van hun land, worden zij door iedereen met open armen ontvangen. Dat is heel wat beter dan een gereserveerde ontvangst hier”.
 
 
‘Oude idealen’ acherhaald
 
 
Antoon van den Ende kwam in 1947 tot het besef dat de tijden definitief veranderd waren. De missie kon niet meer functioneren op basis van Nederlandse overheersing. “Wij missionarissen moeten leren ons Nederlanderschap opzij te zetten. We moeten leren alleen nog zielenjager te zijn”.
 
Enthousiast was hij niet over die nieuwe rol. Na een tijdje kwam het hoge woord eruit: “Soms denk je bij je eigen: het makkelijkst zou zijn ervandoor te gaan en in Holland onderkomen te zoeken. Maar ja, daar is de missie zeker niet en het volk waarschijnlijk net zo min mee gediend”.
  Antoon was bereid ‘offers’ te brengen. Maar steeds meer uitte hij zijn verlangen naar ‘groot verlof’ in Europa. Bij het vertrek van collega-missionaris Henri van Hulst stelde de achtergebleven missionaris: “Je boft toch maar. Jouw vader heeft in Amsterdam een kaartje voor jou betaald met de KLM”.
 
 
43 4 Ende huwelijk Truus
Huwelijk van uitgetreden Antoon van den Ende
 
 
Evenals andere paters kreeg Antoon van den Ende medische klachten. In 1949 mocht hij naar Nederland vertrekken. Aan zijn ouders schreef Antoon: “De kogel is door de kerk. Ik kom met groot verlof. Ik ga niet eens meer naar Flores terug. Dat zal U wel reuze fijn vinden. Nou ik ook hoor”.
  Vóór zijn vertrek ging Antoon naar de film. Geen ‘Ria Rago’ deze keer, maar ‘Hamlet’.
 
Steeds meer nam hij afstand van zijn oude idealen. Te midden van veel twijfelende en zelfs uittredende collega-priesters en missionarissen knelde ook het celibaat. In 1969 trouwde hij met Truus Krijgsman, een vrouw die hij al sinds 1934 kende. In 2000 overleed hij, negentig jaar oud. Antoon van den Ende had heel wat veranderingen in de wereld meegemaakt.
 
Clips
 
 
Harry Knipschild
29 maart 2011, 14 april 2017
 
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website www.katholiek.nl
 
  • Hits: 6534