Skip to main content

03 - Met Elvis Presley naar Parijs (juni 1959)

 
 
003-1 Presley - Rex
Elvis en Rex Mansfield
 
 
Op 24 maart 1958 ging de Amerikaanse rock & roll-zanger Elvis Presley noodgedwongen in militaire dienst. Samen met twaalf recruten reisde hij die dag per bus vanuit zijn woonplaats Memphis naar hun eerste bestemming, Fort Chaffee in Arkansas.
    Rex Mansfield was een van hen. Elvis en hij kregen een speciale band met elkaar, vooral nadat Rex aanbood de wacht van Elvis over te nemen toen diens vriendin Anita Wood onverwacht bij hem op bezoek kwam. Mansfield en Presley werden later op transport naar Duitsland gezet. Op 1 oktober arriveerden ze in Friedberg bij Frankfurt.
 
In 1981 publiceerde Rex Mansfield ‘Elvis in Deutschland’. Daarin beschreef hij zijn ervaringen.
 
 
A fool such as I
 
 
Juni 1959 was een interessante maand. Elvis stond op de bovenste plaats van de internationale hitlijsten met ‘A fool such as I’ en ‘I need your love tonight’. Die liedjes had hij een jaar eerder in Nashville opgenomen tijdens een verlofperiode. Soldaat Presley werd in die maand in een militair hospitaal voor angina behandeld. Bovendien werd hij bevorderd tot korporaal.
 
In de tweede helft van juni kreeg de zanger twee weken vrijaf. Een mooie aanleiding om er op uit te trekken. Eerst naar München en vervolgens naar Parijs. Elvis had een afgesloten treinstel voor de reis gehuurd zodat hij zich ongestoord kon verplaatsen. Hij vroeg vier van zijn vrienden om met hem mee te gaan. Ze zouden eens lekker van het leven gaan genieten. Mansfield was erbij. Vernon Presley, de vader van de zanger die in de nabijheid van de kazerne een onderkomen gevonden had, bracht hen naar het station van Frankfurt.
 
Dries van Kuijk, ‘Colonel Tom Parker’, was de manager van Presley. Als een van de weinige belanghebbenden was hij in Amerika achtergebleven. Van Kuijk was ooit vanuit Breda illegaal de Verenigde Staten binnengekomen en beschikte derhalve niet over een geldig paspoort. Maar ook op afstand had hij de zaken goed voor elkaar. Op het station van Parijs werden Elvis en zijn vrienden afgehaald door Jean Aberbach van de muziekuitgeverij Hill & Range in New York. De ‘kolonel’ had hem opgedragen ‘op zijn jongen te passen en alles te doen wat hij verlangde’, schreef Mansfield in zijn boek.
 
 
Verblijf in hotel Prince de Galles
 
 
 
 
Aberbach stelde voor een verkenningstocht door de Franse hoofdstad te maken. Presley voelde daar echter niets voor, en liet zich ook niet beïnvloeden door wat de andere leden van zijn gezelschap ervan vonden. De zanger had het duidelijk voor het zeggen. Hij wilde wel wat van Parijs zien, is te lezen, maar niet de gebruikelijke toeristische attracties. Dus toog iedereen naar hotel ‘Prince de Galles’, een luxueus oord bij de Champs Elysées. De uitgever had een complete verdieping voor Elvis en de zijnen afgehuurd.
 
Het privé-bezoek aan Parijs mocht niet ongemerkt voorbijgaan. Tijdens zijn diensttijd was het moeilijk om de publiciteitsmachine voor Presley te laten werken. Nieuwe idolen hadden zich aangediend. In de Billboard van 15 juni 1959 waren er stevige klasseringen voor Bobby Darin (‘Dream Lover’), Freddy Cannon (‘Tallahassee Lassie’) en Lloyd Price (‘Personality’). Tom Parker had besloten dat er een grote persconferentie in Parijs moest komen. Aberbach regelde het ter plekke.
 
 
 003 Presley - Freddie Cannon
Nieuw idool: Freddy Cannon
 
 
Persconferentie in Parijs
 
 
Rex Mansfield keek zijn ogen uit. Zijn mede-soldaat gedroeg zich plotseling als idool. Elvis zat een uur lang aan een grote tafel, waarop tientallen microfoons waren opgesteld. Cameraploegen van film en televisie deden hun werk.
   “Ik moest in mijn arm knijpen om er zeker van te zijn dat dit alles echt gebeurde. Elvis was normaliter echt iemand van ons. Maar in het licht van de schijnwerpers scheen hij te veranderen in een andere persoon. Elvis voelde zich helemaal op zijn gemak achter al die microfoons en scheen te genieten van de vragen die op hem afgevuurd werden. De pers genoot duidelijk van hem. Het was werkelijk een opwindende beleving om dit allemaal voor mijn ogen te zien gebeuren”.
 
Presley maakte van de gelegenheid gebruikt om zich bij de hoofdstedelijk reporters te informeren naar de mogelijkheden om iets van de stad te zien. “Ze zeiden dat Parijs het meest internationale karakter ter wereld had. Beroemdheden van overal konden hier rustig over straat lopen, zonder lastig gevallen of bekeken te worden. Elvis antwoordde de verslaggevers dat hij werkelijk verheugd was dat te horen. Eindelijk was hij op een plaats waar hij als ieder ander mens behandeld werd. Hij liet ze weten dat hij er zich op verheugde Parijs te leren kennen. Na de persconferentie zouden we de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe, het Louvre en het graf van Napoleon gaan bezoeken”.
 
 
Een café op de Champs Elysées
 
 
Tegen zijn vrienden zei hij: “Voor we al die plannen voor een tocht door Parijs ten uitvoer brengen, laten we eens uitzoeken of die reporters gelijk hebben”. Ze verlieten het hotel. In het volle daglicht liepen ze naar en over de Champs Elysées. Het was een prachtige dag. Heel wat mensen bleven staan en keken hem aan, maar niemand drong zich op. “Elvis vond het fantastisch in Parijs. Het verblijf bezorgde hem veel plezier”. Het duurde echter niet lang of de vertolker van hits als ‘Hound Dog’ en ‘Don’t be cruel’ kreeg met de realiteit te maken.
 
“We besloten wat te gaan drinken in een café op de Champs Elysées. Voor we de kans kregen onze drankjes te bestellen kwamen drommen mensen van alle huidskleuren, groot en klein, jong en oud, vanuit alle richtingen op ons af. Tweehonderd mensen stonden in een mum van tijd om ons heen. Ze wilden een handtekening, met Elvis op de foto, met hem praten of hem alleen maar aanraken”.
   Met veel moeite wisten ze in ‘Prince de Galles’ terug te komen. Elvis besefte dat hij ook in Parijs niet anoniem kon leven. Daarom verviel hij in het ‘civiele’ patroon van voor zijn diensttijd: overdag binnen blijven en naar buiten na het invallen van de duisternis. Dat is tenminste op te maken uit het verslag van Elvis in Deutschland.
 
 
Overdag slapen, ’s nachts uitgaan
 
 
Tien avonden achter elkaar gingen Presley, zijn vrienden en zakenvrienden op stap. Ze bezochten de befaamde nachtclubs van die tijd: Folies Bergère, Moulin Rouge, Café de Paris en Carrousel de Paris. “Bijna elke nacht bezochten we de laatste show in het Lido. Daar beviel het Elvis bijzonder goed omdat hij er niet lastig gevallen werd. Af en toe kwam er wel eens iemand om een handtekening vragen, maar meestal liet men ons met rust”. De champagne vloeide rijkelijk, is op een foto duidelijk te zien.
 
 
Dansen met Esther Williams
 
 
Presley was niet de enige beroemdheid die het Lido aandeed. Hij ontmoette er Esther Williams, die na haar successen op de honderd meter vrije slag zwemmen, filmster geworden was. ‘Bathing Beauty’ (1944) had haar beroemd gemaakt. “Elvis liet zijn zuidelijke charme op haar los. Hij noemde haar ‘Miss Williams’ en zei ‘Yes Ma’am’ en ‘No Ma’am’ tegen haar. Esther Williams danste verschillende keren met Elvis en ze verdween met hem buiten het bereik van haar partner”.
Vrouwen speelden een grote rol bij Elvis. En ook bij zijn vrienden. De danseressen van de revues, de Blue-belles, vielen zeer in de smaak. Dat liet hij aan het einde van de nacht merken bij het afsluiten van zijn ‘dagelijkse’ activiteiten. De groep vrienden bezocht dan de zogenaamde ‘Vier-Uur-Club’.
   “Deze club ging pas om vier uur in de ochtend open. We kwamen er tegen half vijf binnen. Dan waren er een heleboel meisjes uit het Lido. Elvis zocht er twee uit en wij konden kiezen uit de rest. Het waren allemaal mooie vrouwen en de derde, vierde of vijfde keus was nog altijd adembenemend. Achteraf schaam ik me voor wat ik in Parijs deed, maar in die tijd niet”.
 
 
003-1 Presley Lido
Elvis met bewonderaarster in het Lido
 
 
Het samenzijn met de Lido-meisjes bleef niet beperkt tot de club. “Tegen acht uur namen we een paar Blue-belles mee naar het hotel. Dat ging zo tien dagen lang. We namen het er helemaal van. ’s Avonds om acht uur stonden we op. Elvis bestelde dan onze enige dagelijkse maaltijd, een reusachtig ontbijt met eieren, ham, spek en jus d’orange. Bovendien lieten we dan een paar flessen champagne komen. Na het eten gingen we in bad, kleedden ons aan en dan begon het programma opnieuw”.
 
Eén avond ging het bijna fout. “We sliepen door tot half tien. De telefoon ging. De man aan het andere eind van de lijn, de manager van het Lido, wilde met de show beginnen. ‘O.K. begin maar’, hoorde deze. De haak werd op het toestel gelegd. Opnieuw rinkelde de telefoon. Het werd ons duidelijk dat het Lido niet kon functioneren zonder de aanwezigheid van de Blue-belles die zich nog in hotel ‘Prince de Galles’ ophielden. We bestelden drie of vier limousines om de meisjes terug te brengen”. 
 
Per Cadillac terug naar het soldatenleven
 
 
Na twee weken hadden Elvis en zijn vrienden nog niet genoeg van Parijs. Het gereserveerde treinstel stond echter te wachten. Geen nood, liet de zanger weten. Hij besloot nog een nacht langer in de stad te blijven. Om op tijd op de Duitse legerbasis te verschijnen moesten ze dan wel in een limousine met chauffeur reizen. “Het was een grote, zwarte Cadillac. De terugtocht naar Duitsland kostte Elvis 800 dollar. We bereikten Friedberg op tijd voor middernacht”.
 
Rex Mansfield blikte in 1981 nog eens terug op het Franse avontuur. “De trip naar Parijs was werkelijk fantastisch. Het was moeilijk voor mij om weer gewoon soldaat te zijn. Maar de herinnering aan de reis hield me overeind. Zo lang ik leef zal ik die vakantie niet meer vergeten, hoewel alles soms wel een droom lijkt. Elvis vertelde me later dat hij 10.000 dollar had uitgegeven had, maar hij vond het goed besteed. Tien dagen lang leefden we als koningen. Ik heb Parijs gezien op een manier die ik me anders niet had kunnen veroorloven. Later ben ik als gewone toerist teruggegaan en heb toen de andere kant, de attracties bekeken”.
 
 
‘A big hunk o’love’ nummer één in Amerika
 
 
Elvis Presley werd eveneens weer gewoon Amerikaans soldaat. Terwijl de nieuwbakken korporaal de bloemetjes buiten zette verscheen er in Amerika een nieuw plaatje, dat hij in dezelfde sessie als ‘A fool such as I’ in Nashville had opgenomen (10 juni 1958). Hij werd bij die gelegenheid in de RCA studio begeleid door Chet Atkins, gitaar, Hank Garland, gitaar, Bob Moore, bas, Buddy Harmon, bongo’s, D.J. Fontana, drums en Floyd Cramer, piano.
   ‘A big hunk o’love’ bereikte in augustus 1959 de nummer één positie in Amerika. Het was de achtste keer dat Elvis de top van de Billboard-hitlijsten wist te veroveren.
 
Harry Knipschild
4 november 2009
 
Clips
 
Literatuur
 
'Elvis onder de wapenen', Tuney Tunes, maart 1958
'Elvis en de meeuwen', Nieuwe Leidsche Courant, 21 maart 1959
'Mag ik alsjeblieft ook een keertje verliefd zijn? zegt Elvis Presley', Tuney Tunes, mei 1959
Albert Goldman, Elvis, New York 1981
Rex en Elisabeth Mansfield, Elvis in Deutschland, Bamberg 1981
Lee Cotton, All Shook Up. Elvis day-by-day 1954-1977, Ann Arbor 1985
Harry Knipschild, 'Priscilla en Elvis in Duitsland 1959-1960', 18 december 2012 
 
  • Raadplegingen: 30092