274 - Herinneringen aan Casper Dingeman Slinger van Artone
Het is alweer ruim een halve eeuw geleden dat ik, na in Utrecht het kandidaatsexamen in de wiskunde behaald te hebben, een andere koers in mijn leven inzette. In het najaar van 1965 trad ik voor het eerst in vaste dienst bij een muziekbedrijf. Dat was Artone, gevestigd Kruisstraat 8-10 in Haarlem. Twee maanden heb ik er gewerkt om vervolgens over te stappen naar collega Negram-Delta op de Zijlweg in dezelfde stad.
Artone was negen jaar eerder opgezet door de gebroeders Casper en Willem Slinger, samen met John Vis. De twee broers waren de eigenaars. In de acht weken dat ik er werkte heb ik hen nooit te spreken gekregen. Dat was aan slechts weinige en belangrijke medewerkers voorbehouden. De afstand tot de directie leek groot te zijn. De gebroeders Slinger werden in de wandelgangen met meneer W. en meneer C.D. aangeduid. Wat ze elders in het pand, waar nu Albert Heijn gevestigd is, deden was mij volkomen onbekend. Het leek of John Vis de meeste zaken voor zijn rekening nam.
Casper Slinger omstreeks 1963
Het duurde jaren na mijn vertrek voordat ik wat meer over Artone te weten wist te komen. John Vis (1929-2015) vertelde in tijdschrift-interviews wel eens iets over zijn verleden. Meer informatie wist ik te bemachtigen toen ik voor deze website voormalige Artone-medewerkers als Gijs Leijenaar en André Ceelen aan het woord liet.
Met name Leijenaar had een uitgesproken mening over de directie van de platenmaatschappij. Op de website schreef ik naar aanleiding van ons gesprek onder meer: “In de meeste artikelen over Artone wordt John Vis meestal afgeschilderd als de grote man die het bedrijf liet groeien. De rol van de gebroeders Slinger komt meestal nogal in de kantlijn. Dat was ook mijn indruk en zo heb ik die dan ook altijd verwoord.
Met die opvatting was Leijenaar het absoluut niet eens. ‘John Vis trekt in uw eerdere artikel een hele grote broek aan. Zoals hij zich voordoet was hij helemaal niet - integendeel, een beetje timide man, die zich niet graag naar buiten profileerde. Dat hij de man zou zijn die Artone groot zou hebben gemaakt is absoluut niet waar. Ik kan me vergissen maar in het artikel komt hij naar voren als de man die hij had willen zijn, maar nooit geworden is. Integendeel. Toen hij eenmaal aan het roer zat, toen de Slingers vertrokken waren, was het eigenlijk wel zo’n beetje gebeurd met de koopman’”, aldus Leijenaar.
Vooral ‘meneer C.D.’ stond bij hem hoog in het vaandel. Slinger had Gijs uitstekend geholpen toen deze het bedrijf moest verlaten. Toen Leijenaar vernam dat zijn voormalige direkteur op 18 september 2016 overleden was, omschreef hij hem meteen bewonderend met de woorden ‘streng maar rechtvaardig’. “Moeder Slinger mag heel trots zijn op C.D., de motor waar alles om draaide Als je nagaat wat die man allemaal uit de grond gestampt heeft en aan hoeveel mensen hij een bestaan verschaft heeft”...
Overlijden van Casper Slinger (18 september 2016)
De familie van Casper Dingeman Slinger (zijn volledige naam) liet eveneens van zich horen. Op 24 september plaatste die een rouw-advertentie in de Telegraaf met daarin de woorden: “Eind jaren 50 is Casper Dingeman de grondlegger van de platenmaatschappij Artone CBS in Haarlem geweest, tezamen met zijn broer Willem. [Hij was] een grote ondernemer met hart voor zijn bedrijf en werknemers”.
Op 11 oktober nam zijn dochter Ariane (53) vanuit Genève contact op om het verleden van haar vader te bespreken. “Er zijn veel gegevens waar u nog niet over beschikt en zijn levensverhaal is zeer interessant”, liet ze mij per e-mail weten. Kort daarop stuurde ze me tal van gegevens en antwoorden op de vragen die ik haar stelde. Op 18 oktober had ik haar aan de lijn. Moeder Adriana Maria Slinger-Van Mierlo (83) was bij het gesprek aanwezig.
Casper Slinger was in de laatste jaren van zijn leven – hij werd 92 jaar – goed op de hoogte van de ontwikkelingen in de muziek (en ook van de artikelen die ik over Artone op het internet geschreven had). Hij wenste er echter zelf niet op te reageren. Dat liet hij aan zijn familie over, ‘als hij er niet meer was’. Namens die familie gaf dochter Ariane me een aantal interessante feiten door.
Achtergronden van de familie Slinger
De familie Slinger is afkomstig uit Zuid-Holland en Noord-Brabant (‘niet uit België!’). Haar grootvader Dingeman Slinger was geboren in een dorpje ten zuiden van Rotterdam. In 1929 zette Slinger senior de oliemaatschappij Trio op. “Hij importeerde blikken olie vanuit Pennsylvania die hij kocht van een zekere heer Drake van de Pennsylvania Oil Company, de eerste olie-producer in Amerika”, bleek uit notities die deze in een boek opgetekend had.
In diverse publikaties is te lezen dat Edwin Drake (1819-1880) in 1859 met een stoommachine olie aanboorde in Pennsylvania (bij Titusville). Titusville werd een boomtown, zoals er enkele jaren eerder tijdens de goldrush grote aantallen gelukszoekers naar Californië trokken. In 1891 was Pennsylvania goed voor 31 miljoen vaten, 58 procent van de totale Amerikaanse olieproductie dat jaar.
Ariane Slinger: “Mijn grootvader woonde in een heel mooi huis in Heemstede en had het goed voor elkaar”.
De oorlogsjaren gingen niet ongemerkt voorbij, schreef Gerlof Leistra onlangs in Elsevier. “In het begin van de oorlog werd Casper Slinger naar een werkkamp in Berlijn gestuurd. Hij sprong uit de trein, dook onder bij een Duitse vrouw en ontsnapte naar Rusland. Via de radio informeerde hij de Engelse troepen”.
Handel drijven zat de familie in het bloed. “Mijn vader ging veel naar Spanje om olie tegen sinaasappels, bananen en mandarijnen in te ruilen aangezien er na de oorlog heel weinig te eten was in Nederland”.
Suez-crisis in de Engelse pers
In een later stadium werd Dingeman Slinger volgens zijn kleindochter directeur Benelux van BP (British Petroleum). In die hoedanigheid haalde hij zijn zoons Willem en diens tien jaar jongere broer Casper (geb. 20 november 1923, Schoten bij Haarlem) in het bedrijf. De twee jongens hadden een goede opleiding gehad. Op aanraden van Slinger senior was Willem rechten gaan studeren en had Casper na de HBS de apothekersschool in Utrecht gedaan.
Ariane Slinger: “Casper en Willem deden het goed – ze woonden in Aerdenhout en Bloemendaal. Eind 1956 wisten de twee broers in een hele korte tijd een grote winst te maken vanwege de Suez-crisis. Ze hadden een flinke reserve aan olie in Nederland aangehouden. Plots ging de prijs van deze olie heel erg omhoog vanwege de transport-problemen naar Europa. Dat duurde van eind 1956 tot begin 1957. Plotseling waren zij uitermate rijk”.
Kennelijk had het tweetal (binnen Trio) ook activiteiten buiten BP om. Een vraag daarover was niet te beantwoorden. Ariane Slinger: “Mijn moeder kent alle details niet meer. Het is niet honderd procent duidelijk. Misschien heeft mijn grootvader Trio waar de twee gebroeders werkten met hun vader later aan BP verkocht toen hij daar directeur werd”.
‘Droom verwezenlijkt’
De gebroeders Slinger waren uitgesproken jazz-liefhebbers. Dat was geen uitzondering in de eerste helft van de jaren vijftig. Zoals de ‘teenagers’ later vielen voor rock & roll was de jeugd in een eerdere periode idolaat van jazzmuziek en vocalisten. Casper rekende Louis Armstrong en Tony Bennett tot zijn favorieten.
Het tweetal schafte Amerikaanse jazz-platen aan in de Amsterdamse Beethovenstraat. “In een kleine boetiek, Glorie, raakten ze bevriend met een zekere John Vis, die er als verkoper werkte. Hij had een grote kennis van muziek, was een echte expert. Ten gevolge van hun gesprekken met John Vis hebben Casper en Willem het idee ontwikkeld om een eigen platenmaatschappij te starten en hem in dienst te nemen. Dankzij de enorme winst, gemaakt ten tijde van de Suez-cris, hebben mijn vader en oom hun droom kunnen verwezenlijken!”
Volgens Ariane was het een idee van haar vader om het nieuwe bedrijf Artone te noemen. “Zijn hele leven gebruikte hij de uitdrukking ‘C’est le ton [Artone] qui fait la musique’ en dat werd de slogan van het bedrijf”.
Bij het opzetten van Artone, tijdelijk gevestigd in de Haarlemse Parklaan (nr. 97), ontdekten de Slingers dat de meeste Nederlandse platenmaatschappijen betrekkelijk weinig belangstelling toonden voor het op de markt brengen van jazz-platen. Dat was hun kans, dachten ze. “Ze besloten, met name mijn vader, om naar Amerika te reizen. Ze bezochten alle Amerikaanse jazzlabels en boden hun diensten aan om hun platen in Nederland te persen en voor hen een distributie op te zetten. Aanvankelijk hadden ze geen eigen fabriek. Het persen vond nog in Duitsland plaats”.
Gijs Leijenaar, werknemer van het eerste uur, had een andere ervaring: “De eerste schijven, meestal 78 toeren-platen, werden uit Amerika geïmporteerd in enorme loodzware kisten. Die werden door mij en Harold Hendriks, een andere medewerker, uitgepakt en opgeslagen. Als ze tenminste niet gebroken waren. Er was heel wat breuk!
Na korte tijd [in 1957] werd het voormalige hotel Funckler in de Kruisstraat gekocht. De galvanische afdeling kwam terecht in de keuken. De platenkamer [magazijn] met een prachtige parketvloer functioneerde eerder als balzaal. Daarna werd begonnen met de ombouw tot kantoorpand”.
Artone komt op stoom
Artone slaagde erin van de grond te komen. Na een tijdje was er een soort van werkverdeling. Ariane omschreef die werkverdeling.
“Mijn vader zorgde voor het algemene beheer van het bedrijf. Hij nam de belangrijkste mensen (‘directeuren’) aan en hield regelmatig vergaderingen met hen. Hij nam de financiële en strategische beslissingen. Hij was het ook die besloot hotel Funckler te kopen en het te veranderen in een kantoorpand. Zijn vader [Dingeman Slinger] heeft geholpen met contacten en vergunningen – hij kende veel mensen bij de gemeente Haarlem.
Mijn vader heeft een fabriek in de Waarderpolder laten bouwen en veel geld geïnvesteerd in dure Duitse apparatuur. [De galvanische afdeling verhuisde naar de fabriek]. Later heeft mijn vader besloten een drukkerij te kopen voor het maken van hoezen zodat Artone alles zelf kon produceren. Er werden fotografen aangenomen [onder anderen Kees de Jong] om prachtige hoezen te maken, mooie dames erop (‘hoezenpoesen’), alles om de platen zo aantrekkelijk mogelijk te maken”.
Wat niet op tijd verkocht werd, moest het magazijn uit. “Na Kerstmis werden de platen bij Vroom en Dreesmann in de uitverkoop gedaan. Hij heeft ook het idee ingevoerd om alle bestelbusjes knal oranje te laten verven en zo overal de platen te laten leveren. Op die manier viel het bedrijf mooi op!”
Er was nog meer te vertellen over de aanpak van Casper Slinger. “Mijn vader was een discrete en harde werker. Vanaf zes uur ’s ochtends tot 11 uur ’s avonds en ook nog vaak op zaterdag was hij in de weer voor Artone.
Hij had een moderne visie op het managen van een bedrijf. Managers, die belangrijk waren voor het bedrijf, kregen een huis, betaald door het bedrijf, en een auto. Het hele personeel kreeg vóór de winter een anti griep-prik. Rond de kerst werden de meeste platen verkocht en dan mocht niemand ziek worden.
Mijn moeder heeft me verteld dat Artone ook seizoenwerkers in dienst nam, vaak mensen die in de zomer op het strand werkten. Die kwamen dan in de herfst bij Artone helpen om alles voor de grote kerstverkoop voor te bereiden. In de zomer had Artone 800 à 900 mensen in dienst. In de winter kon dat oplopen tot 1000 à 1200 omdat dan het hele bedrijf in de weer was om de platen in de hoezen te stoppen, in te pakken en tijdig overal af te leveren.
Mijn vader zat in een klein rommelig kantoor. Alle medewerkers konden met hun problemen, groot of klein, bij hem terecht. Hij wilde close zijn met zijn personeel”.
Een flamboyante man was Casper Slinger niet. “Mijn vader hield helemaal niet van uitgaan. Hij was meer een familiemens”.
Wim (Bill) Slinger, Dave Brubeck, Casper Slinger
Over het werk van oom Willem, die na verloop van tijd regelmatig naar de VS reisde, liet Ariane weten: “Mijn oom had een juridische achtergrond. Dus zijn functie lag op dat terrein. Er werden contracten afgesloten met Cameo Parkway, Motown, Reprise, Roulette, ABC Paramount en CBS. Grote artiesten als Ray Charles, Ella Fitzgerald, Louis Armstrong, Chuck Berry, Frank Sinatra, The Supremes en vele anderen kwamen via Artone in de Benelux op de markt.
Mijn oom onderhandelde en stelde alle contracten op. Bij overnames en het (internationale) distributie-netwerk was hij als jurist direct betrokken. Hij trad op als secretary general en functioneerde als ‘legal department’ van het bedrijf”.
Over John Vis noteerde ik: “Hij werd als directeur aangenomen. Vis was een expert en een heel sociale man die ’s avonds graag uitging en van een borrel hield. Hij speelde bij Artone een artistieke rol: het kiezen van artiesten. Hij ging uit met de artiesten en producers. Vis was bekend in de platenwereld, had overal goede en commerciële relaties. Hij was tevens verantwoordelijk voor de hoezen.
John Vis heeft ook het idee gelanceerd dat de teksten van de liedjes bij de platen moesten worden verkocht zodat iedereen die een plaat kocht mee kon zingen.
Op instigatie van John Vis trok mijn vader Joop Portengen aan bij het opzetten van een muziekuitgeverij. Portengen trad op als directeur van de uitgeverij van Artone”. De uitgever speelde een rol bij grote Artone successen als ‘De Bostella’ (Johnny & Rijk, 1967) en ‘Cha la la I need you' (Shuffles, 1969).
Een bijzondere rol was bovendien weggelegd voor Jaap ‘Pete’ Felleman (1921-2000). Felleman was een bekende Nederlander dankzij zijn radiouitzendingen rond 1950, waarin hij de nieuwste hits van Amerikaanse vokalisten en jazz-artiesten presenteerde. Bovendien had hij ervaringen in het platenvak opgedaan als labelchef van Capitol (bij Bovema in Heemstede).
Op 4 december 1961 was in Billboard te lezen: “The distribution of Reprise Records in Belgium will be handled by Pete Felleman Jr., for Socodisc, Brussels. The label has a strong start with Sinatra’s ‘Granada’ and his LP ‘Ring-a-ding ding’”.
Niet veel later trad Felleman als labelmanager Reprise in dienst bij Artone. Details hierover ontbreken. Jaap was er bovendien verantwoordelijk voor de nationale en internationale exploitatie van labels als Chess, Palette, Hickory, Funckler en Motown. De Artone-platenperserij draaide voor een niet onbelangrijk gedeelte op door Felleman geïnstigeerde orders uit diverse Europese landen.
Ariane Slinger ventileerde een wat andere kijk: “Pete Felleman was een belangrijke persoon in het bedrijf. Hij was verantwoordelijk voor de relaties met de media, met name de radio – om alle nieuwe platen zo snel mogelijk bekend te maken. Daar was hij heel goed in. Zijn warme stem was zeer populair”.
In de jaren zestig had Artone een groot aantal Amerikaanse hits. Om er een paar te noemen: ‘If I had a hammer’ (Trini Lopez), ‘Red sails in the sunset’ (Fats Domino), ‘Shame and scandal in the family’ (Shawn Elliott), ‘Norman’ (Sue Thompson), ‘Bread and Butter’ (Newbeats), ‘Personality’ (Lloyd Price), ‘I can’t stop loving you’ (Ray Charles), ‘Lonely Boy’ (Paul Anka), ‘Blowing in the wind’ (Stevie Wonder), ‘It takes two’ (Marvin Gaye & Kim Weston), ‘Ya Ya’ (Joey Dee), ‘Loddy Lo’ (Chubby Cecker), ‘Where did our love go’ (Supremes), ‘No particular place to go’ (Chuck Berry) en ‘Reach out I’ll be there’ (Four Tops).
En er kwam nog meer bij...
CBS Records
Een recente aanwinst in de jaren zestig was CBS Records, onderdeel van het goed renderende Columbia Broadcasting System in New York. In zijn boek over de platenindustrie schreef Clive Davis in 1974: “Corporate CBS had been encouraging its divisions to expand and diversify because the board felt that television-growth, being government-licensed, might be limited”.
Met andere woorden: de winst die CBS-televisie maakte moest geïnvesteerd worden in andere activiteiten. CBS kocht diverse bedrijven op: Fender (gitaren), Creative Playthings (speelgoed), Rogers (drums) en Leslie (luidsprekers). De platenafdeling, Columbia Records, kreeg opdracht zich uit te breiden. Er was geld genoeg beschikbaar om dat te doen. Besloten werd om de aanpak in Europa voortaan zelf op te zetten. Omdat de naam Columbia in handen van EMI was, opereerde het bedrijf als CBS International.
Vis en Wapperom namens Artone in Parijs aanwezig bij lancering CBS Records
Op 16 maart 1963 wijdde Billboard een katern aan de opzet van CBS International onder leiding van Goddard Lieberson. Alle vertegenwoordigers van CBS International plaatsten een pagina-grote advertentie in het vakblad, dus ook Artone. In de advertentie was te lezen: “The licensee agreement reached with CBS Records marks an important milestone in the history of the Slinger Brothers organization, a major force in the Benelux record industry. The Slinger Brothers have founded a completely separate organization to distribute CBS Records throughout the Benelux countries, Belgium, Holland and Luxembourg.
In addition to a large roster of local artists under contract, the overal strength of the Slinger sales and promotion forces, backed by excellent manufacturing facilities, gives the organization a tremendous grip on the record market and the means of realizing maximum sales effectiveness. Everything indicates that CBS Records will be established as a leader in Benelux in 1963”.
John Vis en Hemmy J.S. Wapperom waren, in plaats van de gebroeders Slinger, van de partij tijdens de grote lancering. Topartiesten als Duke Ellington, Percy Faith en Ray Conniff waren naar Parijs overgevlogen om de feestelijkheden luister bij te zetten.
CBS kreeg in Nederland inderdaad een aparte kantoorruimte: in de Haarlemse Jansstraat. Hemmy Wapperom, eerder o.a. correspondent van Billboard, kreeg er de leiding.
Advertentie Artone in Billboard (16 maart 1863)
CBS neemt Artone gedeeltelijk over
Met de lancering van CBS International was de uitbreiding van het Amerikaanse moederconcern niet afgelopen. Bedrijven die het CBS-label mochten distribueren werden opgeslokt. De Amerikanen kochten bij voorkeur een landelijk opererende platenmaatschappij met een eigen fabriek en een goed distributieapparaat.
In 1964 was Engeland aan de beurt. Op 3 oktober verscheen in Billboard een artikel met als kop: “It’s official: CBS-Oriole deal”. Met ingang van 1 januari 1965 had CBS International zijn eigen dochteronderneming in Groot-Brittannië. “Morris Levy, who will run the company in close association with CBS European operations vice-president Peter De Rougemont, said, ‘I am personally privileged to become a member of the CBS family. With the added impetus of having CBS behind us, Oriole will have no difficulty in expanding rapidly’”, aldus redacteur André de Vekey in Billboard.
In 1966 begon Artone gedeeltelijk onder CBS-vleugels te opereren. Ariane Slinger: “De samenwerking met CBS Records verliep zo goed dat CBS in 1966 een belang van 50% in Artone kocht. De platenfabriek in Nederland werd hun grootste productiepunt. Op die manier heeft CBS een voet in Europa kunnen zetten en het bestaande distributie netwerk van Artone kunnen gebruiken”.
Casper Slinger, wist Ariane, was uiterst positief over de overeenkomst, welke hij en Willem indertijd tot stand hadden gebracht. Er was sprake van een win-win situatie. Artone en CBS waren door de overname van aandelen voortaan aan elkaar verbonden. “Artone was onderdeel geworden van een succesvolle familie, een internationale onderneming. De toekomst van het bedrijf was daarmee verzekerd”. Wat Ariane me vertelde deed me sterk denken aan de woorden van Morris Levy, die als directeur in Londen overstapte van Oriole naar CBS.
Door het verkopen van Artone-aandelen aan CBS had Casper Slinger bovendien geld verworven dat hij, lijkt, nodig had. Gijs Leijenaar had mij tijdens het interview al verteld dat de woning van Casper een stuk eenvoudiger was dan die van zijn broer Willem. Casper was aan het scheiden van zijn eerste vrouw. In een eenvoudig appartement woonde hij samen met Adriana van Mierlo. Hun dochter Ariane was op 26 juli 1963 in het Franse Menton geboren.
Dankzij de overeenkomst met CBS kon er een einde komen aan een ruim acht jaar durende financiëel moeilijke situatie voor Casper, Adriana en dochters Ariane en (later) Alexandra. “Mijn vader verhuisde toen (vanuit Menton en Zandvoort) naar kasteel Klein-Bentveld met mijn moeder en mij, het was een hele glorieuse periode!” In het kasteel had het gezin zelfs eigen personeel, kon ze zich anno 2016 nog goed herinneren. De overgang moet groot geweest zijn voor het jonge meisje en haar moeder. Haar zusje Alexandra is in die tijd geboren.
CBS-hits in de jaren zestig waren onder meer: ‘Battle hymn of the republic’ (Andy Williams), ‘Silence is golden’ (Tremeloes), ‘The Boxer’ (Simon & Garfunkel), ‘Like a rolling stone’ (Bob Dylan), ‘Mr. Tambourine Man’ (Byrds), ‘A boy named Sue’ (Johnny Cash), ‘San Francisco’ (Scott McKenzie), ‘Second hand rose’ (Barbra Streisand) en ‘Atlantis’ (Donovan).
grote hit in 1967
Artone helemaal in handen van CBS
Bij CBS was men gelukkig met de aanpak van Artone in de Benelux. Volgens Ariane was de tevredenheid zo groot dat het internationale concern op het punt stond Casper Dingeman Slinger op een hoge post te benoemen. Een belangrijk gedeelte van het geld voor de helft van zijn aandelen had Casper opnieuw in Artone geïnvesteerd. “In 1969 wilde CBS hem aan gaan stellen als hun algemeen directeur voor Europa”. Daar kwam het evenwel niet van. “Mijn vader kreeg plots ernstige gezondheidsproblemen. Hij moest een zware hersenoperatie ondergaan”.
Van een nieuwe carrière bij CBS International kwam niets meer. CBS bood vervolgens aan ook de andere helft van zijn aandelen over te nemen. “Omdat hij ziek was heeft mijn vader de deal uiteindelijk geaccepteerd. Meteen is hij naar Zuid-Frankrijk verhuisd omdat het klimaat daar milder voor hem was (voor zijn hoofdpijnen na de operaties)”.
Volgens dochter Ariane heeft Casper Slinger nog lang spijt gehad van die beslissing. Het bedrijf had hij nooit willen opgeven. Maar als gevolg van zijn ziekte stond hij onder grote druk. “Twee, drie jaren was hij heel erg ziek”, legde zijn dochter Ariane uit. Blijkbaar gold zoals vaker ook hier: uit het oog uit het hart. “Mijn vader heeft het iedereen heel erg kwalijk genomen. Om het verlies te vergeten heeft hij de platenbusiness en zijn kennissen uit die wereld de rug toegedraaid. Hij wilde er met niemand meer over praten, ook niet met ons”.
Artone was Artone niet meer. Waarschijnlijk was dat ook de bedoeling van CBS, dat steeds meer onder eigen naam en logo ging werken. Willem Slinger werd overreed om ook zijn aandelen aan het Amerikaanse bedrijf te verkopen. Misschien wel om hem over de streep te trekken ontving de oudere broer van Casper een flink hoger bedrag voor zijn aandelen in het Nederlandse platenbedrijf.
“Begin jaren zeventig”, aldus Ariane Slinger, “verdween Artone. John J. Vis nam na het vertrek van mijn vader de directie over”.
Artone, met zijn complete fabriek, nationaal en internationaal distributie-apparaat en marktpositie, was begin jaren zeventig voor CBS een ideale acquisitie van het Amerikaanse bedrijf. Met het vertrek van de gebroeders Slinger verdween de naam Artone uit de annalen van de Nederlandse muziekbusiness.
Een nieuw leven
Het bestaan van Casper Slinger veranderde radicaal. “Mijn vader is een heel nieuw leven begonnen – meer een familie-leven. Nu kon hij eindelijk van zijn vrouw en kinderen genieten. Hij werd een echte familieman. Hij is vaak verhuisd. Soms woonde hij in Aerdenhout (bij Haarlem), dan weer in Frankrijk [o.a. Monaco en Cannes] aan de Midellandse Zee”.
Het ondernemen zat Casper Slinger in het bloed. “Mijn vader heeft nog het bedrijf DS1 opgezet, voor insectide- en parfum-apparaten in huis. Na een tijdje verkocht hij die firma weer. Bovendien handelde hij in onroerend goed. Ook was hij actief op de beurs. Hij bleef ondernemer in hart en nieren”.
Tenslotte vestigde Casper Slinger zich definitief aan zee in het zuiden van Frankrijk. “Hij heeft veel boten gehad en kocht enkele huizen met uitzicht aan zee”. Met zijn voormalige collega’s in de muziekbusiness onderhield hij geen contact meer. Zelfs niet met John Vis die later eveneens in Zuid-Frankrijk woonde. “Ze hebben elkaar nooit gesproken”, aldus Ariane.
“Jaap Felleman is wel een keer bij mijn ouders op bezoek geweest in Zuid-Frankrijk met zijn gezin. Dat was rond 1980, toen mijn vader 57 was, dus hij had wel contact gehouden. John Vis helemaal niet”.
Adriana en Casper Dingeman Slinger op zijn negentigste verjaardag
De liefde voor de muziek bleef echter onverdroten bestaan. “Mijn vader luisterde continu naar muziek. Hij had altijd de beste afspeelapparatuur in huis”. Maar zijn elpees hadden niet het eeuwige leven. “Van zijn hele mooie en grote vinyl platen collectie is jammer genoeg niets meer over. Vanwege alle verhuizingen zijn alle platen kromgetrokken en heeft hij afscheid van ze moeten nemen”.
Casper Slinger kon het niet laten om op zijn manier op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de muziek business. “Hij bleef de hitparade volgen. Op 92-jarige leeftijd had hij thuis nog continu de muziek-kanalen met videoclips aan. Naast de muziek waren de zee en mijn moeder zijn grote liefdes. Hij is nooit van haar zijde geweken”. In de rouw-advertentie was afgedrukt dat ze 62 jaar lief en leed gedeeld hadden.
De familie Slinger is er trots op dat de platenfabriek die Casper begin jaren zestig liet bouwen nog steeds bestaat. Er is een revival van muziek op vinyl. Zelfs sommige oude persen worden anno 2016 volgens Ariane nog steeds gebruikt. Op de homepage van het verzelfstandigde bedrijf, de voortzetting van Artone, is te lezen: “With 33 presses, Record Industry is one of the largest vinyl pressing plants in the world. Our production capacity is 40.000 to 50.000 records per day”.
Katy Perry
Tot slot nog een bewijs over de ‘eeuwige jeugd’ van Casper Slinger. Nog niet zo lang geleden liepen Adriana en Casper Slinger, inmiddels de 90 gepasseerd, over de Croisette in de Zuid-Franse badplaats Cannes. Een camerateam van de Franse televisie (France 3) vroeg voorbijgangers naar hun favoriete artiesten. Ook het echtpaar Slinger werd aangehouden. Casper droeg, zoals gebruikelijk de laatste jaren van zijn leven, een wit pak.
Wat was zijn favoriete artiest?
Het is onbekend wat de interviewer van de Franse televisie verwachtte. Maurice Chevalier, Charles Trenet, Charles Aznavour, Edith Piaf, Adamo, Gilbert Bécaud misschien?
Het antwoord van de man met het jonge hart was meer dan verrassend. Zijn favoriete artiest, bekende hij, was Katy Perry, vertolkster van liedjes als ‘I kissed a girl’, ‘Hot ’n’ Cold’, ‘California gurls’ en ‘Dark Horse’.
Bij straatinterviews wordt lang niet alles uitgezonden. Alleen wat van belang of interessant is.
Ariane Slinger: “Zo kwam mijn vader aan het einde van zijn leven op de Franse televisie!”
familiefoto 2013, dochter Ariane onderaan midden
familiefoto 2015, dochter Alexandra tweede van rechts in blauwe jurk
Harry Knipschild
28 oktober 2016
Clips
Literatuur
Hemmy J.S. Wapperom, over Pete Felleman en Reprise, Billboard, 4 december 1961
‘Columbia sets Benelux deal’, Billboard, 29 december 1962
Katern over CBS International, Billboard, 16 maart 1963
André de Vekey, ‘It’s official: CBS-Oriole deal’, Billboard, 3 oktober 1964
Cees Mentink, ‘Artone-directeur John James Vis: De grootste boer kan tegenwoordig een plaat maken’, Kink, 8 april 1967
Clive Davis, Clive. Inside the record business, New York 1975
Michel Terstegen, ‘Het was eigenlijk waanzinning. Exclusief interview met John J. Vis over Artone in de jaren 50 en 60’, Warm Sounds, maart 2001
Harry Knipschild, 'Vriendinnen voor het leven dankzij Artone', op deze website, 16 april 2010
Harry Knipschild, ‘Gijs Leijenaar en het persen van grammofoonplaten’, website Harry Knipschild, 1 november 2012.
Gerlof Leistra, ‘Casper Slinger 1923-2016, Ondernemer met passie voor jazz’, Elsevier, 22 oktober 2016
- Raadplegingen: 15804