1 - Daendels, een held of een schurk?
Een persoonlijk verhaal
Daendels
Herman Willem Daendels (1762-1818) vond en vind ik een fascinerende man. Vooral de rol die hij speelde in het Verre Oosten sprak me (in eerste instantie) aan. Een jongetje dat geboren was in Hattem, ver weg van het politieke centrum van Nederland, werd in 1807, op 44-jarige leeftijd, tot maarschalk van het toenmalige Koninkrijk Holland benoemd.
Napoleon, keizer van de Fransen, wilde een sterke man naar ‘Oost-Indië’ sturen om dat gebied binnen zijn invloedssfeer te houden en vooral niet in handen te laten vallen van de grote vijand van Frankrijk: Groot-Brittannië. Om dat te kunnen bereiken moest Herman Willem zijn echtgenote en kinderen in Holland achterlaten en zoveel mogelijk alles alleen doen.
Het lukte Daendels zo waar tot stand te brengen wat van hem gevraagd was door koning Lodewijk Napoleon (en diens broer). Zolang hij het voor het zeggen had in Batavia, de hoofdstad van de ‘Nederlandse’ bezittingen in dat gedeelte van de wereld, gebeurde er wat hij wilde. Dat was in de jaren 1808-1811.
Niet iedereen was blij met de aanpak van Daendels. Met het harde beleid, dat hij meende te moeten voeren, maakte Daendels op het grote eiland Java niet uitzonderlijk veel vrienden. Er was eerder sprake van het tegendeel. Dat las ik drie decennia geleden in Daendels. Maarschalk van Holland, in 1963 geschreven door de journalist Paul van ’t Veer. In 1983 verscheen er een tweede druk van het boek. Ik schafte het meteen aan.
Bij die gelegenheid realiseerde ik me niet dat ik begonnen was aan een historisch onderzoek. Het lezen van geschiedenisboeken was voor mij in die jaren immers niet meer dan een hobby. Een groot gedeelte van mijn tijd toen hield ik me bezig met werk in de popmuziek-business, met artiesten als Herman van Veen, Jean-Michel Jarre, Risqué, Ciska Peters, Klein Orkest, Sting, Daniel Sahuleka, Canyon, Flairck, Frank & Mirella en wie al niet meer.
Tentoonstellingen en boeken
In de zomer van 1991 hing aan de pleinzijde van het Rijksmuseum een spandoek van wel vijftien meter met daarop in grote letters: D-A-E-N-D-E-L-S. De tentoonstelling daar was voor mij een nieuwe kennismaking met een wereld van revolutionaire veranderingen: van nieuwe ‘verlichte’ ideeën, de Franse Revolutie, de Franse koning Lodewijk XVI onder de guillotine, de steeds verder groeiende inlijving bij Frankrijk van ons land en dan de grote klap: de slag bij Waterloo in 1815.
Titelpagina museumboek (1991)
Het onderwerp ging me steeds meer boeien. Bovendien merkte ik dat ik niet alleen was. In het Centraal Museum kwam er een expositie over de Pruikentijd. Stukje bij beetje waren er steeds meer boeken over een onderwerp verschenen waar vroeger niet (altijd) zinnig over geschreven was. Simon Schama bijvoorbeeld, publiceerde in 1989 Burgers. Een kroniek van de Franse Revolutie. In dat zelfde jaar kwam bovendien onder de titel Patriotten en bevrijders. Revolutie in de noordelijke Nederlanden 1780/1813 de Nederlandse vertaling van een Engels boek over de rol van ons land tijdens de Revolutie in de boekwinkels, eveneens uit de pen van Schama.
In 1992 leerde ik Greetje kennen. Op 26 juli 1992 vonden we aan de hand van de door mij aangeschafte boeken het voormalige Jezuieten-klooster in het Vlaams-Franse Watten, waar Herman Daendels en zijn jonge vrouw Aleida van Vlierden hun wittebroodsweken doorbrachten. In 1994 bezochten we Hattem met tal van herinneringen aan de daar geboren Daendels. Op onze speurtocht door het oude stadje belandden we aan de IJssel in een tehuis voor overspannen vrouwen: het verblijf van de familie Daendels buiten de stadsmuren, zo werd ons ter plekke verteld.
Persoonlijke achtergrond: studie geschiedenis
In 1995 begon ik – als deeltijder – geschiedenis te studeren in Leiden. In de laatste paar jaar specialiseerde ik me in de geschiedenis van de Europese expansie, met name die in het Verre Oosten. Dat was een bewuste keuze. Het viel me namelijk op hoe westerlingen, die in eigen land weinig of niets in de melk te brokkelen hadden, in Azië een soort eigen (innerlijke) revolutie meemaakten. Soms vrij plotseling kregen ze een enorme macht over de plaatselijke bevolking. Dat was voor hen iets waar ze niet altijd op voorbereid waren.
Zo’n soort situatie kende ik uit mijn werkzame leven in de wereld van pop-artiesten. De ene dag betekende je niets. Je maakte een popsong en die kon van het ene moment op het andere aan de top komen. In een mum van tijd werd je een ster, was je beroemd en rijk. Daar moest je maar mee zien te leven.
Me te verdiepen in mensen die vanuit Nederland of andere westerse landen emigreerden naar gebieden waar westerlingen het voor het zeggen hadden, of dachten te hebben, was voor mij wat eenvoudiger dan voor andere geschiedenis-studenten. Bovendien had Leiden een aantal docenten en hoogleraren van goede kwaliteit op dat gebied. Zo kwam ik terecht bij Femme Gaastra, prof dr H.L. Wesseling en Leonard Blussé.
Voorbereiding van onderzoek voor eindscriptie
Tijdens het Crayenborgh College (voorjaar 1999, Leiden) werd ik door professor Blussé benaderd om bij hem af te studeren. Ik poneerde het idee onderzoek te doen naar de achtergronden van Daendels. In eerste instantie stelde de hoogleraar zich gereserveerd op. Een week later kwam Blussé er echter op eigen initiatief op terug. Ineens leek het hem een goed idee.
Intussen had ik al wat voorwerk gedaan. Het was me in de Franstalige literatuur opgevallen dat er nogal wat Franse bronnen waren en dat je de figuur Daendels wellicht op een heel andere manier kon plaatsen door met die bronnen te werken. Dat leek me wel een mooi en origineel uitgangspunt. Ik kon immers geen Nederlandse auteur vinden die dat eerder gedaan had. Altijd keek men vooral vanuit het Nederlandse belang.
Mijn eerste onderzoek vond plaats in 1999. In het najaar werd herdacht dat de Britten en Russen in 1799, precies twee eeuwen eerder dus, vanuit zee Nederland (Noord-Holland) binnen waren gevallen. Zoals de Amerikanen in 1945 op de stranden van Normandië waren geland op Omaha Beach en Pointe du Hoc.
De man die de aanvallers tegen moest houden was Daendels, toeval of niet. Ter gelegenheid van het jubileum verschenen er diverse publicaties. In Den Helder, waar een expositie aan de aanval gewijd werd, vond bovendien een historische bijeenkomst plaats waarin het woord gevoerd werd door onder meer prof dr Niek van Sas en Jaap de Moor, een van mijn favoriete docenten bij de Universiteit Leiden.
Davied van Berlo
Er was nog iets. In het begin van mijn studie in de Sleutelstad maakte ik kennis met Davied van Berlo, die bezig was zijn eindscriptie te schrijven met als thema de Sovjet-Unie. Ik vroeg hem naar zijn persoonlijke ervaringen in dat land.
Van Berlo bekende nooit in Rusland geweest te zijn. Dat was ook niet nodig, stelde hij.
Ik was het niet met Davied eens in het najaar van 1995. Niet wetende op welk onderwerp ik eventueel later zou afstuderen poneerde ik dat ik vast van plan was te zijner tijd naar het land te reizen dat van essentieel belang was voor mijn eigen onderzoek. Ik zette door. Aan het einde van 1999 maakten Greetje en ik een reis over het eiland Java waar Daendels in het begin van de negentiende eeuw drie jaar het bevel gevoerd had. Reizen door Java werkte verhelderend. Je kon je nu beter inleven in het leven dat de Hattemer er geleid moest hebben. Het archief van Jakarta was overigens in die dagen wegens verbouwing niet te bezoeken.
In het Algemeen Rijks Archief (nu Nationaal Archief) vond ik in het Daendels-dossier heel wat interessante stukken.
Onderzoek in Frankrijk
Met uitzondering van het Leids Universitair Fonds (LUF) ontving ik van alle Leidse instanties een financiële bijdrage om naar Frankrijk te reizen en er drie weken te verblijven voor archief-onderzoek.
Zo goed mogelijk bereidde ik me voor. Alle bronnen, waar de literatuur naar verwees, had ik opgetekend zodat het opzoeken en natrekken van de archiefstukken geen overbodige tijd kostte.
In januari 2000 bracht Greetje me naar Caen in Normandië. In het gemeente-archief vond ik de stukken welke van toepassing waren op het functioneren van Charles Decaen (1769-1832) die door de Franse keizer in 1802 naar Azië was gestuurd om er de Franse belangen te behartigen. Vanuit Ile de France (eerder: Mauritius) was hij acht jaar in de weer.
In het Franse Nationaal Archief (Parijs, februari/maart 2000) vond ik een overvloed aan brieven en verslagen, zoals me die ‘beloofd’ waren in de noten van het literatuuronderzoek. Sterker nog: ik trof er meer aan dan te verwachten was. Eerdere onderzoekers hadden kennelijk niet alles gebruikt waar ze tegenaan gelopen waren.
In Parijs werd me tevens duidelijk dat Daendels vanuit Batavia diverse exemplaren van dezelfde brief, via verschillende routes, liet opsturen naar Europa. De gouverneur-generaal besefte blijkbaar dat de kans groot was dat zijn stukken door een Brits schip onderschept zouden worden, of op een andere manier verloren konden raken. Kortom, mijn Franse reizen bleken een schat aan gegevens op te leveren die ik in de Nederlandse literatuur nooit gezien had.
Het werd me geleidelijk aan duidelijk dat je Daendels in internationaal perspectief moest plaatsen wilde je zijn optreden proberen te begrijpen.
Einde (voorlopig) van de Daendels-studie
Bronnenmateriaal was er dus meer dan genoeg. Behalve de zelf gevonden archiefstukken stuitte ik op een flink aantal dikke boeken. Gewone geschiedenis-boeken, waarin Daendels een dominerende rol speelde, een boek dat hij zelf na terugkomst uit Indië publiceerde, maar ook dikke pillen met daarin afgedrukt de brieven, bevelen en wat al niet meer, die de man uit Hattem had laten vervaardigen. Duizenden pagina’s!
In het kader van een eindscriptie geschiedenis was het te veel om alles intensief te bestuderen. Het maken van keuzes was gewenst, zoals altijd trouwens. Gaandeweg kwam ik tot de conclusie dat de algemene biografie die de door mij zo bewonderde Paul van ’t Veer in de jaren zestig geschreven had, voor heel wat ‘aanvullingen’ in aanmerking kwam. Bovendien gaf de auteur nauwelijks aan waarop hij zijn beweringen baseerde. Achterin zijn boek was wel een literatuurlijst opgenomen, maar een verband met de tekst was gissen. Van een internationaal perspectief, dat mij zo van belang leek, was maar weinig terug te vinden in Maarschalk van Holland.
In mei 2000 leverde ik mijn eindscriptie in bij professor Blussé. De volgende maand studeerde ik formeel af. Blussé was echter zo enthousiast dat hij me aanmoedigde verder te gaan met mijn Daendels-onderzoek en op basis daarvan bij hem te promoveren. Het lukte hem echter niet om bij het NWO de financiering rond te krijgen. Zo kwam mijn onderzoek stil te liggen.
De belangstelling voor de persoon en het onderwerp is echter nooit verdwenen. Daar kwam nog bij dat Blussé me uitnodigde (al dan niet samen met hem) colleges in Leiden te gaan geven over de geschiedenis van Indonesië en Zuid-Oost Azië en andere geselecteerde Aziatische onderwerpen. Het perspectief op Daendels werd er alleen maar ruimer op.
Daendels in Nederlands-historisch perspectief
Gebouw Nederlandsche Handelmaatschappij, Vijzelstraat, Amsterdam (foto Harry Knipschild, voorjaar 2000)
Tijdens het onderzoek naar het Indische verleden van de gouverneur-generaal vond ik een bewijs van zijn aanwezigheid daar in de Vijzelstraat te Amsterdam.
Het huidige stadsarchief daar was vroeger het hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (gebouw De Bazel, 1923). De onderneming was begin negentiende eeuw opgezet door koning Willem I met als doel de handel met Nederlands-Indië zo goed mogelijk aan te pakken. Op de voorgevel van De Bazel bevonden zich levensgrote beelden van de belangrijkste Nederlandse mannen in het gebied. Om een goede foto te kunnen maken (illustratie bij mijn scriptie) belde ik aan de overkant van de straat aan en mocht helemaal naar boven klimmen. Daendels stond in het midden, geflankeerd door Coen en Van Heutsz.
Door deze namen te noemen moet duidelijk zijn dat Daendels geen onopvallende persoon was. Zowel Coen als Van Heutsz zijn symbolen voor de grote rol die ons land ooit gespeeld heeft in de wereldpolitiek. Coen (1587-1629) in de zeventiende, de gouden, eeuw. Hij was de stichter van Batavia, de hoofdstad van de VOC in Azië. Van Heutsz (1851-1924) aan het einde van de negentiende eeuw, wist met hard optreden een einde te maken aan de Atjeh-opstand en daarmee een begin te maken aan de territoriale uitbreiding van de Nederlandse macht in die Aziatische regio.
Vroeger was Nederland trots op zulke mannen. De laatste decennia is eerder het tegenovergestelde het geval. De monumenten van trots die in Amsterdam en Hoorn zijn neergezet kunnen niet meer op de bewondering rekenen die eertijds vanzelfsprekend was. Nu worden ze juist regelmatig verguisd. Nederlanders zijn niet altijd meer trots op hun koloniale verleden. Terecht of niet terecht.
Maar hoe dan ook, het beeld van Daendels in Amsterdam maakt nog eens duidelijk dat Herman Willem Daendels in het koloniale Nederland een belangrijke rol gespeeld heeft.
Tijdens het onderzoek van 1999-2000 bleek dat Daendels eveneens met verguizing te maken kreeg. Al tijdens zijn leven was hij een controversiële figuur en dat bleef zo. De meeste historici hebben zich negatief over hem uitgelaten, hebben een schurk van hem gemaakt. Een kleine groep historici had een totaal ander oordeel. Daendels was volgens hen juist een groot man. Een man die voor Nederland veel betekend heeft. Dat standbeeld in Amsterdam zou in hun ogen dus volkomen terecht zijn. Een middenweg is bijna niet denkbaar. Je bent ofwel een tegenstander of je vindt hem een held.
Maar zoals ik eerder heb gesteld, wie over Daendels schreef deed dat hoofdzakelijk met een Nederlandse bril. Naar zijn rol in internationaal opzicht is maar weinig onderzoek gedaan. Mijn scriptie, die niet in druk verscheen en evenmin gevolgd werd door een proefschrift over dat onderwerp, heeft het denken over een invloedrijk Nederland in de Franse tijd dus niet in beweging gebracht. Sinds het verschijnen van de biografie van Daendels in 1963, nu 53 jaar geleden, is er geen nieuw boek, geen nieuwe visie, over deze interessante man verschenen. En dat terwijl de belangstelling over het tijdperk aanzienlijk is toegenomen.
Daendelsstraat in Arnhem
Nieuw onderzoek – en artikelen
In de komende tijd, zo heb ik me voorgenomen, zal ik in een aantal artikelen proberen nieuw licht te laten schijnen op Herman Willem Daendels. Daarbij zal ik me niet alleen baseren op de al bestaande literatuur-bronnen, maar ook op wat er de laatste jaren zoal nieuw verschenen is. Bovendien zijn er dankzij het internet eveneens allerlei bronnen makkelijk toegankelijk geworden. Vroeger moest je op reis om die te kunnen raadplegen.
Uitgangspunt blijft voorlopig het (archief-)onderzoek dat ik eerder gedaan had en waarvan ik slechts voor een gedeelte gebruik heb kunnen maken. Eerlijk gezegd zou ik graag nog eens uitgebreid in bijvoorbeeld Franse archieven onderzoek willen doen. Maar reis- en vooral verblijfskosten zijn niet gering. Bovendien wil ik ook doorgaan met andere thema’s die me boeien. Wat ik vanaf nu over Daendels ga schrijven zal derhalve zeker nog voor verbetering en aanvulling vatbaar zijn. Maar dat is bij historisch onderzoek altijd het geval. Ik ga gewoon verder met waar ik in 1999 (formeel) mee begonnen was en wat me als historicus interesseert.
Op deze site zullen van nu af met enige regelmaat artikelen van mijn hand verschijnen. Waar dit alles toe zal leiden kan ik nog niet overzien.
Harry Knipschild
18 mei 2016
Eerder verschenen op deze site:
* Een bataaf in Batavia. De Franse connectie van Herman Willem Daendels, verschenen in Spiegel Historiael, november 2000
* Raffles naar Parijs in 1817, 13 mei 2015
* Talleyrand naar Engeland en de Verenigde Staten, 15 juli 2015
Clip
Voorlopige opzet artikelenreeks over Herman Willem Daendels en zijn tijd
Grote Postweg op Java in de negentiende eeuw
* Geboorte (21 oktober 1762, Hattem) en jeugd
* Patriotten
* Vlucht (1787) naar en verblijf in Frankrijk
* Franse Revolutie
* Daendels in het Franse leger
* Van Bataafse revolutie tot koninkrijk Holland (1795-1806)
* Militair in Bataafs Nederland
* Daendels naar Indië? (1799)
* Britse inval in Noord Holland (1799)
* Militaire rol van Daendels afgelopen na 1799?
* Lodewijk Napoleon, koning van Holland (r. 1806-1810)
* Comeback van Daendels
* Daendels naar Indië (1807)
* Daendels grijpt de macht in Indië (1808)
* Conflicten met vorsten op Java
* Defensie op Java tegen Britten
* Bestuur van Daendels in Indië (1808-1811)
* Communicatie Daendels met Holland en Frankrijk
* Daendels privé
* Daendels en de Verenigde Staten van Amerika (onder Thomas Jefferson en James Madison)
* Java ingelijfd bij Frankrijk (1810)
* Britse aanval op komst
* Daendels vervangen door Janssens (16 mei 1811)
* Daendels terug in Europa (oktober 1811)
* Met Napoleon naar Rusland en Polen (1812-1813)
* Daendels en koning Willem I
* Optreden en dood (2 mei 1818) in Afrika (Elmina)
* Erfenis
* Beeldvorming
- Raadplegingen: 15628