123 - Een boek over Eva Cassidy (1963-1996)
Als je bij een platenmaatschappij werkt als artiesten- & repertoire-manager (A&R) word je dag en nacht belaagd door artiesten en hun managers. Ze willen allemaal dat je uren uittrekt om naar hun muziek op bandjes te luisteren, naar hun optredens te komen kijken, hen onder contract te nemen, en geld uit te geven voor het maken van plaatopnamen. Zo ging het althans toen ik in 1977 in die functie bij Polydor benoemd werd. Dag in dag uit liep het storm. Vanzelfsprekend was het ondoenlijk om overal op in te gaan. Of je wilde of niet, je moest een manier bedenken om met al dat ‘aanbod’ om te gaan.
In Groningen bleek heel wat talent te zitten. Op popgebied maakte ik platen met Alides Hidding, Plant en de New Adventures. Niek Huizinga, vertegenwoordiger van Polydor in het noorden, bracht me in contact met North Star Productions. Eddy Harms en Jur Eckhardt hadden goede ideeën. Ze namen meestal op in de studio van Henk Bemboom en werkten nauw samen met Radio Noord. De samenwerking resulteerde in successen voor Jan & Zwaan, Dennie Christian, Hannie, Arie Ribbens, Quintus, Hank B. Memphis, Ard Eggens en Monica West. Ik liet me ompraten een elpee te maken met Lianne Abeln.
De zangeres zong in het Gronings en werd steeds door Radio Noord onder de aandacht gebracht. Een album van haar zou vanwege de taal alleen in Groningen verkocht kunnen worden. Maar, zo werd me uitgelegd, dat was geen probleem. Gezien haar populariteit en steun van de regionale radio zou er zeker voldoende verkoop zijn. De vernissage van het album werd goed bezocht.
De werkelijkheid was een stuk weerbarstiger. Als ik me goed herinner gingen er niet meer dan zestig exemplaren over de toonbank. Was dat even een misser! Zo’n fout wilde ik niet meer maken. Ik was dan ook meer dan terughoudend toen me een nieuwe artiest werd aangeboden die in het Gronings zong.
De zanger, Ede Staal, was leraar Engels en woonde in het meest noordoostelijke huis van Nederland, tegen de Duitse grens aan. Geregeld belde hij en liet dan een van zijn liedjes met zijn intrigerende stem over de telefoon horen. Staal was niet jong meer. Bovendien trad hij niet op. Ik ben nog een keer bij hem thuis geweest om hem zijn liedjes te horen zingen en met hem te tafeltennissen. Een voor hem positieve beslissing nam ik echter niet. Er kwamen geen signalen vanuit Groningen die wezen op verkoopmogelijkheden. Waarschijnlijk reageerden mijn collega’s van andere platenmaatschappijen op een identieke manier.
In de pers verschenen later nog wel eens artikelen, herinner ik me, dat de Groninger Ede Staal ‘geboycot werd door de muziekindustrie in het Gooi’. Dat was goed voor zijn imago in het noorden. Radio Noord kwam in actie. V&D was bereid een album met ‘proefopnamen’ tegen een superlage prijs uit te brengen. Vooral toen Ede Staal door kanker op 44-jarige leeftijd kwam te overlijden, in 1986, kreeg hij erkenning in Groningen. Er werden tienduizenden, honderdduizenden albums verkocht.
Ede Staal werd een symbool van miskenning, een ‘martelaar’. Zijn liedjes verschijnen dan wel niet in de top 2000, maar dat komt omdat ze door de samenstellers in het Gooi formeel uit de lijst gehouden worden.
Johan Bakker
Johan Bakker (Foto Ron Beenen)
Johan Bakker werd op 14 oktober 1961 geboren in Onstwedde, Groningen – niet ver van de plek waar Ede Staal woonde. Geld om grammofoonplaten te kopen was er nauwelijks, vertelde hij toen hij op 22 oktober 2012 op bezoek kwam. Als hij kon luisterde hij naar radio Veronica. Bij vriendjes hoorde hij platen van buitenlandse beatgroepen. Een reclameplaatje maakte grote indruk. Daarop fragmenten van de meest uiteenlopende muziek – o.a. Udo Jürgens, Maria Callas, Petula Clark en de Hollies (‘Carrie Ann’). “Door die plaat ontwikkelde ik een zeer brede muzikale smaak”.
Johan studeerde Engels om er later les in te geven. In de stad Groningen ontdekte hij de muziek scene. “Er was overal levende muziek. Etablissementen met levende muziek mochten open blijven zolang er werd opgetreden. Dat was goed voor de omzet want laat in de nacht werd er stevig ingenomen. Sommige café’s bleven tot drie uur open. Groningen werkte als een magneet op muzikanten. Zelf ging ik ook accordeon spelen en zingen. Artiesten als Herman Brood en Jan Rot, toen van de Streetbeats, zag je steeds in het wild rondlopen. Het waren de beste jaren van Brood, maar ook van White Honey [met zangeres Hanneke Kappen], Cuby, Plant, New Adventures en vele andere groepen”.
Als docent Engels kwam Johan Bakker in Rotterdam terecht. De muziek liet hem niet los. Voor het Nederlands Dagblad en de Nieuwe Koers is hij erover gaan schrijven, ondermeer door het recenseren van platen.
De hypnotiserende stem van Eva Cassidy
In de zomer van 2001, is te lezen in zijn eerste boek, ‘vond ik bij thuiskomst van vakantie een enveloppe op de deurmat. De inhoud bestond uit een cd van een mij onbekende zangeres en een brief met het verzoek die te recenseren. De van huisvlijt getuigende cover van ‘Songbird’ met daarop een niet al te scherpe foto van een onopvallende jonge vrouw nodigde niet meteen tot beluistering. Ik gaf Eva Cassidy het voordeel van de twijfel.
Bij het horen van de openingsmaten van haar versie van ‘Fields of Gold’ [van Sting] bleef ik als aan de grond vastgenageld staan. Eva’s hypnotiserende stem hield me vijfenveertig minuten lang, tot aan de slotmaten van ‘Over The Rainbow’, in de ban. Koude rillingen en authentiek kippenvel wisselden elkaar af. Ik speelde de cd opnieuw af. Het was niet alleen de stem in combinatie met haar eenvoudige gitaarbegeleiding, het was tevens een keuze van de liedjes. Mooie tijdloze melodieën en teksten over leven en dood. Uit de begeleidende informatie van de platenmaatschappij bleek dat Eva Cassidy (1963-1996) al vijf jaar niet meer in leven was’.
Johan Bakker werd zo geïntrigeerd door de muziek en het verhaal achter de muziek, dat hij besloot een boek over Eva Cassidy te schrijven. Een jaar geleden, in Groningen, kwam hij erachter dat de meeste mensen niet van haar gehoord hadden. “Eva Cassidy is de Amerikaanse Ede Staal, vertelde ik. Toen wisten ze meteen wat ik bedoelde”.
Al Dale
De auteur van ‘Eva Cassidy. De Biografie’, deze maand verschenen, had het niet altijd even gemakkelijk bij het verzamelen van gegevens. Tijdens haar leven was er nauwelijks over de zangeres geschreven, zelfs niet in regionale kranten. Van een interview was evenmin sprake.
Gelukkig hadden enkele mensen, die met Eva hadden samengewerkt, een en ander te vertellen. Een van hen was Al Dale. Die had zeven jaar lang als haar manager opgetreden. “Hij boekte haar in clubs, ondersteunde haar, moedigde haar aan en probeerde haar aan een contract met een platenmaatschappij te helpen. Toen al deze pogingen op niets uitliepen, wist hij Eva te overtuigen in januari 1996 een live-album op te nemen in Blues Alley, een kleine club in Washington”, aldus Laura Bligh die hem in de zomer van 2001 interviewde.
Dale deed zijn relaas. “Ik was in de studio van Chris Biondo. Ik zat naast hem. Ineens hoorde ik die stem. Ongelooflijk. Ik dacht dat ze zwart was, een soort Ella Fitzgerald. Ik zei tegen haar dat ze fantastisch zong, dat voor haar een grote toekomst weggelegd was. ‘Daar ben ik niet zo zeker van. Waarom zou iemand mijn muziek willen kopen’, met dat soort woorden reageerde ze.
Als manager probeerde ik haar aan het idee te laten wennen dat ze moest optreden. Ze was meer dan verlegen. Maar ze wist wel precies wat ze wilde. Ze kon alles zingen: Ella Fitzgerald, Stevie Wonder, Ray Charles, Joni Mitchell, Janis Joplin”.
Eva wilde best over geld beschikken, tekende de journaliste op uit de mond van haar voormalige manager. “Op een zeker moment zei ze tegen me, ik zou willen dat ik in staat was genoeg te verdienen met mijn muziek. Dan kon ik al die andere dingen doen die ik zou willen doen. Ze wilde ergens een klein huisje hebben, misschien wel dicht bij water en in haar vrije tijd schilderen. Dat speelde steeds. Een diva, een rijke vrouw, wilde ze zeker niet worden.
Het winnen van een Grammy stond ver van haar. Dan moest ze in een glitterjurk opdraven, dat vond ze vreselijk. Ze zei altijd: ‘Mocht ik beroemd worden dan moet ik een heleboel dingen doen die ik verfoei. Ik wil alleen maar zingen, in de studio, en dan doen wat ik graag wil doen’”.
Eva Cassidy maakte het haar manager en andere mensen in de muziekwereld niet gemakkelijk. Dale wist haar over te halen in een leuk jurkje en opgemaakt voor een fotograaf te poseren. Maar toen het erop aankwam met een foto wat publiciteit te zoeken werd het toch iets als een pasfoto. Met een video-camera werkten ze aan haar bühne-presentatie.
Veel kwam er niet van terecht. “Ik ben geen Madonna, ik ben geen Janet Jackson, ik ben Eva Cassidy”, hoorde de man die haar succesvol probeerde te maken. Eva wilde alleen maar zingen als ze optrad. Dat deed ze met repertoire wat al door anderen bekend gemaakt was. Eigen materiaal schrijven deed ze vrijwel niet. Met enige moeite wist hij Eva zo ver te krijgen dat ze een enkel liedje van een aankondiging voorzag en haar begeleiders aan het publiek voorstelde. “That was progress for Eva”, vertelde hij lachend.
Johan Bakker voegde er nog aan toe: “Onder het zingen had ze haar ogen vaak naar beneden gericht. De mensen in haar gehoor keek ze dan niet eens aan”.
Bruce Lundvall (1979)
Met zo iemand, hoe fantastisch ze ook zong, kwam je niet ver in showbusiness. Dat bleek toen Dale probeerde Eva Cassidy bij platenmaatschappijen te introduceren. De manager hield vol.
Eindelijk kwam er een positieve reactie. En niet eens van de eerste de beste. Bruce Lundvall was betrokken geweest bij de carrières van artiesten als Willie Nelson, James Taylor en Kris Kristofferson. Hij was ook de ontdekker (later) van niemand minder dan Norah Jones. “We gingen naar New York en werden op het kantoor van Blue Note-directeur Lundvall verwelkomd. Eva had haar gitaar meegenomen. Hij vroeg haar iets voor hem te spelen. ‘Eva, that was wonderful, that was marvelous’, zei hij. We kregen een budget om demo-opnamen te maken. Eva nam vier liedjes op, vier totaal verschillende liedjes. Lundvall wist niet wat hij er mee aan moest. ‘Well, you know, Al, I hear her, I really don’t know what to do, where to go with this, but I’m still interested’”.
Bruce Lundvall deed wat hij kon. Hij bracht de zangeres in contact met de groep ‘Pieces of a Dream’. Van de samenwerking kwam evenwel niet veel terecht. Daar was Eva Cassidy, lijkt het, nu eenmaal het type niet voor. Al Dale: “Iedereen in de muziekbusiness had het zelfde denkproces. Wat moeten we met haar aanvangen? Hoe moeten we haar marketen? In de muziekbusiness word je in een vakje neergezet. Je bent pop, je bent jazz, je bent R&B, je bent easy listening, of wat dan ook. Zo zijn ook de bakken in de winkels ingedeeld”.
Live-opnamen in Blues Alley, Washington (januari 1996)
Voor Al Dale was er maar één oplossing – een cd in eigen beheer maken. Live. Dat moest gebeuren in Blues Alley, een club in de stad Washington. Als Eva Cassidy, afkomstig uit Bowie in de staat Maryland, optrad was dat heel vaak in Washington of de directe omgeving.
Johan Bakker maakte een vergelijking tussen Washington en de stad Groningen. “De sfeer van die twee steden is in sommige opzichten identiek. Evenals in Groningen heb je ook daar een uitgaanscircuit met veel levende muziek”.
Al Dale in 2001: “Blues Alley is over de hele wereld bekend. De mensen komen overal vandaan, uit Japan en Europa. Ze houden van echte muziek. Alle grote namen uit de jazz- en popwereld hebben er wel eens gespeeld. Dat is een van de redenen dat ik Blues Alley uitkoos. We zochten twaalf of dertien liedjes uit en besloten die op twee avonden live op te nemen”.
Was het niet een groot risico om een live-plaat in plaats van een studio-album op te nemen, vroeg Laura Bligh.
Dale had zich nooit echt zorgen gemaakt, zei hij. In de studio ging het altijd meteen goed. Van vals zingen was nooit echt sprake. Eva was een natuurtalent. Bij elk liedje zong ze meteen de tweede, de derde of vierde stem mee. Dat deed ze in alle genres, tot rappen toe. “The rappers would come in and she would do background vocals for them and they’d put their rap thing on top. One session, she actually was rapping, Eva was rapping. I couldn’t believe it, she picked up the natural rhythm of the rap sound”.
De opnames verliepen niet helemaal soepel. Vanzelfsprekend was Eva uiterst zenuwachtig. In de kleedkamer boven liep ze te ijsberen. Bovendien was ze al een week flink verkouden. De zangeres durfde pas naar beneden te komen toen Dale haar kwam halen en haar aan het publiek voorstelde. Tot overmaat van ramp liet de apparatuur het de eerste avond afweten.
Volgens Eva was de sessie niet verlopen zoals ze gewenst had. Dale: “Samen met producer Chris Biondo luisterden we de muziek af. Wat was er goed genoeg om op cd te zetten. Plotseling zei Eva: ‘I don’t like this’. We moesten haar uitleggen dat bij een live-opname nu eenmaal niet alles perfect is. Als Chris haar een song liet horen zei ze regelmatig: ‘No, no’. Het duurde uren. Eva was moe, ze zag het helemaal niet meer zitten. ‘Het komt echt goed’, zei ik. Chris probeerde haar te overtuigen dat hij alle foutjes kon repareren. Toen we haar nadrukkelijk beloofden dat we na deze live-cd ook nog een studio-plaat met haar zouden maken kwam er eindelijk uit: ‘Oh... Kay’”.
Dertien songs haalden de cd, nummers van onder anderen Louis Armstrong, Billie Holiday, Curtis Mayfield, Paul Simon, Al Green, T-Bone Walker, Fats Waller, Sting, Irving Berlin en Buffie Sainte-Marie: ‘Cheek to Cheek’, ‘Stormy monday’, ‘Bridge over troubled water’, ‘Fine and mellow’, ‘People get ready’, ‘Blue Skies’, ‘Tall trees in Georgia’, ‘Fields of Gold’, ‘’Autumn leaves’, ‘Honeysuckle Rose’, ‘Take me to the River’, ‘What a wonderful world’ en ‘Oh, Had I a golden thread’.
In mei kwam de cd ‘in de handel’. Alan Dale reed Washington en verre omgeving af om winkeliers te overtuigen het album in voorraad te nemen. Alles ging in consignatie. Wat niet verkocht werd beloofde hij weer terug te nemen. Zelfs dat kostte grote moeite. “Sommige winkeliers vonden dat nog bezwaarlijk. Ik reed helemaal naar Fairfax in Virginië. Ze namen maar drie cd’s van me af!”
In augustus 1996 bleek dat Eva Cassidy ziek was. Ze had kanker. Op 2 november kwam ze te overlijden. Ze was nog maar 33 jaar.
Eva Cassidy herdacht
Twee weken na haar dood, op 17 november 1996, publiceerde Richard Harrington een artikel over Eva Cassidy in de Washington Post. Bruce Lundvall, directeur van Blue Note Records, verklaarde bij die gelegenheid: “Eva Cassidy had the most extraordinary and singular voice I had heard in a very, very long time. It was distinctive not only because of its power but because of its timbre when she sang quietly. It was so very mysterious -- it would just freeze me. She was a kid. The first time I ever heard her was in my office. She sang an a cappella `Amazing Grace' and I was just nailed to the wall. I made a very bad mistake. I should have signed her”.
Harrington vergeleek de stem van Eva Cassidy met een diamant. Bovendien, ze kon elk repertoire aan, folk, blues, pop, jazz, R&B, gospel. Dat was geweldig, maar tegelijk een probleem. “Clubs willen zo iemand niet boeken. Platenlabels weten niet hoe het te verkopen. Dat verklaart waarom Eva Cassidy niet bekend is, zelfs niet in Bowie, haar geboortestad. ‘Live at Blues Alley’ verscheen een maand voor ze hoorde dat ze kanker had”.
De journalist besefte hoe goed Eva Cassidy was. “She was raw talent”. Haar vader Hugh Cassidy, schreef hij, was een gepensioneerde onderwijzer die al jaren bas speelde. “Haar broer Danny is violist. Hij woont nu in IJsland. Toen ze negen jaar was werd het zingen voor haar een serieuze zaak. Op school zong ze in rock-groepen. ‘Dat vroeg nogal wat van haar stembanden omdat de jongelui zo hard spelen en zij als zangeres moest schreeuwen. Dat haatte ze’. Hugh Cassidy legt uit waarom ze zo’n goede zangeres werd. ‘Als er een song op de radio was, zong ze altijd mee. Niet de melodie maar de tweede stem. Ze had gevoel voor harmonie, hoog of laag, ze kon alles. In de studio deed ze alles perfect, in één keer’”.
Allerlei mensen kwamen aan het woord in het artikel. Iedereen was vol lof. Het leek soms wel of de zangeres een beetje heilig was. Ze was zelfs niet bang om te sterven, vertelde haar manager. “She never even had a tear in her eye. It was always, ‘Well, how you doing, Al?’ You almost never got a chance to say ‘Well, Eva, how are you doing?’ She never even asked for anything - you could give her an apple and she’d think it was a diamond ring”.
De ouders van Eva Cassidy met beeld van hun dochter
De verhalen over haar korte leven kregen steeds meer een tragisch karakter. Op 8 maart 1998 publiceerde de Washington Post opnieuw een artikel over Eva Cassidy, deze keer van de hand van Jefferson Morley. Vrienden van haar, meldde hij, hadden in september 1996 een tribuut-concert voor haar georganiseerd in Georgetown. “Het was geen gemakkelijke avond voor Eva. Ze was helemaal kaal door de chemotherapie. Een bloedtransfusie die dag had haar zo zwak gemaakt dat ze van de auto in de Bayou-club gedragen moest worden. Eva werd in een stoel op de bühne gezet. De hele zaal zat vol met vrienden.
Na een lang aplaus werd het stil. Eva vroeg om een zakdoek. Ze veegde haar neus af. ‘It’s snot, you know. It’s not like you haven’t seen it before. It’s just part of the whole package’, zei ze met gebroken stem. Iedereen lachte. Opnieuw werd het stil. Begeleid door Chuck Brown begon Eva te zingen. Het was de laatste keer dat ze ‘What a wonderful world’ bracht.
‘I’ve seen trees that are green
Red roses too.
The pretty colors of the rainbow
In the sky
Are also on the the faces
Of the people passing by’
Chuck Brown barstte in snikken uit. Hij legde zijn gitaar neer en verliet het podium. Eva Cassidy zong nu in haar eentje:
‘I see friends shaking hands
Saying, ‘How do you do?’
But what they're really saying is
I love you’”
Succes in Engeland
Was dit het einde van de carrière van Eva Cassidy? Daar leek het wel op. Op een stelletje vrienden en de familie na had immers niemand van de zangeres gehoord. Eva was geen Buddy Holly of Jim Reeves, die in een vliegtuig waren neergestort, geen James Dean, die zich te pletter gereden had, geen John Lennon, die vermoord was, geen Janis Joplin, Jim Morrison, Jimi Hendrix, Herman Brood en vele anderen die aan drugsgebruik ten onder gegaan waren.
Chris Biondo wilde op een waardige manier afscheid nemen van Eva, vertelde Johan Bakker, die in gesprekken met de betrokkenen uitzocht wat er de laatste jaren allemaal gebeurd is. Van alle opnamen waar hij over beschikte, maakte hij mooie mastertapes en bezorgde die aan de ouders van de zangeres. Hij wilde er zeker van zijn dat hij er alles aan gedaan had om haar te laten doorbreken als beste zangeres van de wereld, aldus Bakker. Afgesproken werd dat, mocht er eventueel ooit iets met de banden gebeuren, dat de inkomsten dan eerlijk en gelijk verdeeld zouden worden.
Blix Street Records, een kleine platenmaatschappij in Los Angeles, was in 1998 bereid een album uit te brengen onder de titel ‘Songbird’. Dat was een samenstelling van opnamen in Blues Alley gemaakt en songs uit andere sessies, waaronder ‘Somewhere over the rainbow’ van een sessie uit 1992. Van het een kwam het ander. Bill Straw, eigenaar van Blix Street, kreeg bezoek van Martin Jennings, directeur van het kleinschalige Engelse Hot Records. In de biografie van Bakker is te lezen: “Bill Straw liet Martin Jennings de tape van Eva Cassidy horen. De eerste tonen klonken nog maar nauwelijks door de ruimte of hij riep verbaasd: ‘Wie mag dat zijn?’ Jennings was nog meer onder de indruk dan Bill”.
Terry Wogan
Jennings verwierf de rechten op de opnamen voor Groot-Brittannië, Azië en Australië. Misschien wel omdat Hot Records een klein bedrijfje was en bovendien niet in Londen gevestigd, schakelde hij een onafhankelijke plugger in om de muziek van Eva bij de deejays van de BBC onder de aandacht te brengen. Dat was Tony Bramwell uit Liverpool die eerder voor de Beatles en platenmaatschappij Polydor in Londen gewerkt had.
Bramwell zette zich optimaal in, speciaal voor Eva’s versie van ‘Over the Rainbow’, een nummer dat Judy Garland gezongen had in ‘The Wizard of Oz’ (1939). Hij wist Paul Walters, producer van ‘Wake up to Wogan’ op BBC Radio 2 te bewegen ‘Over the Rainbow’ in de programmering op te nemen.
Bakker: “Terry Wogan draaide ‘Over the Rainbow’ en vertelde in de uitzending, ‘Met dit nummer kwam Paul binnen vanmorgen. Het is er een van een dame genaamd Eva Cassidy. Hoop dat je het mooi vindt!’ Op dat moment had niemand in de gaten dat Eva twee jaar daarvoor was overleden. Wogan werd betoverd door de stem van Eva en las snel de liner notes in het tekstboekje door. Toen het lied bijna afgelopen was zei hij, ‘Dat was Eva Cassidy, die tragisch genoeg niet meer onder ons is’.
De luisteraars reageerden massaal. Binnen tien minuten – het nummer was nog maar nauwelijks afgelopen – kwamen meer dan honderd mails binnen. De telefoonlijnen waren overbezet en ook de dagen daarna ontving de BBC nog vele brieven en faxen. Onder de indruk van zowel de zangkwaliteiten van Eva als van de overweldigende reacties van het publiek draaiden Paul en Terry ook andere tracks als ‘Songbird’ en ‘Fields of Gold’. Andere dj’s volgden. De vraag naar ‘Songbird’ steeg explosief. Hot Records reageerde met het opzetten van een uitgebreid distributienetwerk. Aan het einde van het jaar 2000 was er van het album een verbazingwekkend aantal van 100.000 exemplaren verkocht”.
En dat was nog maar het begin. Niet alleen ‘Songbird’, maar ook allerlei andere opnamen, die overal vandaan gehaald werden, werden bestsellers. Inmiddels zijn er al meer dan 10 miljoen albums van Eva Cassidy in Groot-Brittannië verkocht.
In 2007 kreeg de postume carrière van Eva Cassidy een nieuwe impuls. Dat kwam door Katie Melua, de zangeres die in 2003 doorbrak met ‘The closest thing to crazy’ en in 2005 scoorde met ‘Nine Million Bicycles’ en ‘I cried for you’. Bakker: “Kerstmis 2006 zong Katie Melua ‘Over the Rainbow’ samen met filmbeelden van Eva in het BBC tv-programma ‘Duet Impossible’. Een jaar later klonken de stemmen van Katie en Eva opnieuw samen in ‘What a wonderful world’, dat werd uitgebracht om geld op te halen voor het Rode Kruis. Het lied kwam op de eerste plaats terecht van de Britse single-hitparade”.
Eva Cassidy op nummer één in de Britse hitparade, elf jaar na haar dood. Met een song die eerder bekend was in de uitvoering van Louis Armstrong (1901-1971).
Geld
In de biografie van Johan Bakker is te lezen: “In 2000 had Eva Cassidy de sterrenstatus bereikt in een land dat ze nooit had bezocht. Britse platenkopers, die het helemaal hadden gehad met hitlijsten die in toenemende mate waren gevuld met anonieme hip-hop sterren en meisjesgroepen bedacht door op geld beluste producers, verlangden naar de eenvoud van een mooi gezongen lied dat recht uit het hart kwam.
Dat was de positieve kant van het succes van Eva De keerzijde was, zoals zo vaak in dergelijke situaties, dat waar geld verdiend wordt allerlei soms twijfelachtige figuren opduiken die een graantje van het succes proberen mee te pikken. Toen de miljoenen binnenstroomden, namen degenen die een belang hadden in deze goudmijn hun stellingen in. Wrok en jarenlang doorkokende woede waren het gevolg.
Aanvankelijk betaalden Hugh en Barbara, de ouders van Eva Cassidy, Chris Biondo en de andere leden van de Eva Cassidy Band voor hun aandeel in de producties. De muzikanten kregen om de paar maanden een cheque, die vergezeld ging van een lief persoonlijk briefje van Barbara. Toen ‘Songbird’ vanaf 2001 succesvol werd stopte de gestage stroom cheques en briefjes echter abrupt”.
Eva Cassidy en Chris Biondo
Johan Bakker is ervan overtuigd dat Elana Byrd de oorzaak is van wat zich sinds die tijd afgespeeld heeft. Byrd, aldus Bakker, meldde zich bij de ouders van de voormalige zangeres. “Chris had de tapes in goed vertrouwen aan hen overhandigd, vanuit de oprechte wens dat Eva’s stem over de hele wereld zou worden gehoord. Maar de advocaat legde uit dat ze wettelijk geen enkele verplichting hadden de bandleden te betalen. De Cassidy’s besloten Chris Biondo’s aandeel in de winst voortaan te reduceren tot minimale proporties. Toen Chris bij hen informeerde hoe het zat met de percentages van de andere bandleden kreeg hij te horen dat hij zijn inkomsten maar met zijn collega’s moest delen.
Drummer Raice McLeod zocht de Cassidy’s thuis op en probeerde hen tot een redelijk voorstel te bewegen. Het enige resultaat van deze poging was dat hij vanaf dat moment niet meer welkom was in de Cassidy-residentie. Chris deelde zijn schamele percentage. Geen van de leden van de Eva Cassidy Band heeft sindsdien nog contact met Hugh en Barbara”.
Aan het einde van de biografie schrijft Johan Bakker: “Eva’s muziek is het strijdtoneel geworden over royalty’s en erkenning. Chris Biondo en de andere bandleden voelen zich bedrogen door Eva’s ouders. Ze houden vol dat ze recht hebben te delen in het verkoopsucces. De onschuld van Eva’s muziek verbleekt in het zicht van zoveel bittere bonje”.
Tijdens zijn onderzoek hoorde Johan Bakker dat advocaat Elana Byrd meteen opdook zodra er activiteiten plaats vonden. Ook zelf kreeg hij met haar te maken toen hij een boek over Eva Cassidy wilde schrijven. Of hij maar even de helft van de inkomsten aan haar en de familie wilde overmaken. Bakker weigerde dat te doen. Bovendien wilde hij met een integere biografie in de boekenmarkt verschijnen, vertelde hij. Een eerder boek, ‘Songbird. Her story by those who knew her’ (2003) voldoet volgens hem in de verste verte niet aan dat criterium. Een van de auteurs van de ‘biografie’ was de advocate. “Dat zegt genoeg”, aldus Bakker. Uit zijn woorden begrijp ik dat het meer een uitgave met mooie plaatjes en even mooie verhaaltjes is en niet (helemaal) waarheidsgetrouw.
***
Het boek van Johan Bakker is het afgelopen voorjaar al in het Engels verschenen. Nederlandse uitgevers toonden weinig interesse. De auteur deed zijn best Eva onder de aandacht te brengen. Door middel van een actie met sociale netwerken wist hij stemmen te genereren voor een klassering in de top 2000 in 2011. ‘Fields of Gold’ kwam op 311, ‘Songbird’ op 590.
De Engelse uitgeverij Omnibus had meteen belangstelling de Engelstalige biografie in de handel te brengen. Een jury van ‘The People’s Book Prize’, gesteund door Frederick Forsyth, selecteerde ‘Behind the Rainbow. The Tragic Life of Eva Cassidy’ in de rubriek non-fiction. Dat het boek de prijs in 2012 zou binnenhalen leek uitgesloten. Om die reden was Bakker door zijn uitgever niet eens uitgenodigd bij de bekendmaking aanwezig te zijn. Zijn overtocht en aanwezigheid waren te kostbaar. Om zijn kansen te optimaliseren schakelde de auteur opnieuw zijn sociale netwerken in. Op het internet moest hij op de bewuste avond ontdekken, dat hij de winnaar was.
De jonge uitgeverij DoDo, in Almere, heeft ‘Eva Cassidy. De biografie’ in de handel gebracht. Een mooi verhaal over een zangeres met een fantastische stem. Van harte aanbevolen.
Harry Knipschild
27 oktober 2012
Clips
* Sting, Fields of Gold
* Eva Cassidy, Live at Blues Alley, 1996
* Katie Melua & Eva Cassidy, What a wonderful world
* Eva Cassidy, Live at Blues Alley, 1996
* Katie Melua & Eva Cassidy, What a wonderful world
Literatuur
Alona Wartofsky, ‘The other side’, Washington City Paper, 20 november 1992
Richard Harrington, 'Echoes of a Voice Stilled Too Early. The Death of Eva Cassidy Haunts Friends and Fans', Washington Post, 17 november 1996
Jefferson Morley, ‘When Chuck [Brown] met Eva’, Washington Post, Sunday, 8 maart 1998
Joan Anderman, ‘Eva Cassidy’s gift’, Boston Globe, 31 maart 1999
Laura Bligh, Interview met Al Dale, 2001
Sherri Dalphonse, ‘Songbird’, Washingtonian Magazine, 1 mei 2002
'Melua duet ends [Leona] Lewis’ chart run', BBC, 16 december 2007
Tom Ferguson, ‘Tesco Deal Sets Melua Up For ‘Wonderful’ Christmas’, Billboard, 17 december 2007
John Meagher, 'The Songbird whose voice still soars', Independent, 29 augustus 2008
Johan Bakker, Eva Cassidy. De Biografie, Almere 2012
- Raadplegingen: 19950