25 - Een Kerstfeest onder de negers
Aan het einde van het jaar, als de dagen korter worden, is het tijd om terug te kijken. Tegenwoordig worden de mensen echter steeds vroeger op het komende kerstfeest geattendeerd. In de supermarkten vind je kerstartikelen soms al vroeg in het najaar in de schappen. Er moet immers omzet gedraaid worden. Menigeen denkt vooral aan Kerst in de weken die eraan voorafgaan. Zoals je ook tulpen koopt midden in de winter en het vroege voorjaar.
In de dagen kort voor 25 december worden er alweer nieuwe spullen uitgestald. Vooruit kijken is de commerciële boodschap. Waar zijn de ‘nostalgische’ jaren gebleven zoals Anton Pieck ze uitbeeldde...
Kerstmis wordt/werd niet alleen in Europa gevierd, maar ook heel ver weg op de aardbol, waar wij verblijven. Een missionaris van de Heilige Geest keek eind 1931 terug op zijn belevenissen in de missie van Matombo – in het binnenland van het huidige Tanzania, aan de Afrikaanse oostkust.
Hoe pater Retera die ervoer werd in de Bode van de Heilige Geest afgedrukt in het nummer van januari 1932. Zijn herinneringen verschenen onder de titel ‘Een kerstfeest onder de negers’.
Missionaris Willy Retera, van de Heilige Geest
“Is het een wonder”, schreef Willy Retera, “dat juist in deze heerlijke dagen van Kerstmis oude herinneringen in me wakker worden, dat ik niet moe word te peinzen over een kerstfeest bij mijn zwarte vrienden, ginds in het land der wuivende palmen.
Gij, die nooit in de gelegenheid waart zoiets van nabij te aanschouwen, kunt er u geen idee van vormen, stelt er u ook zo weinig van voor. Is het, omdat gij u het feest van Christus’ geboorte voorstelt bij een besneeuwd winterlandschap met de bijna onafscheidelijke warrelende sneeuwvlokjes die ons in een echt devote kerststemming brengen, of meent gij, dat de negers slechts een feest kunnen vieren in hun eigen genre, bij de nooit droge biernap en de tot diep in de nacht dof klinkende tonen der ngoma, negertrom?
Het is waar, ze zijn wel een beetje te rijk aan dat soort feesten, maar dat neemt niet weg, dat die arme Afrikaanse natuurkinderen, alleen al door hun verschijning op de dag van Kerstmis, ons aan praal en pracht beeldende Europeanen soms diep kunnen ontroeren!”
Missie in Matombo
Vol heimwee keek pater Retera terug naar hetgeen hij ooit beleefd had.
“Ja, ik mag het wel zo’n kerstfeest in de Afrikaanse wouden, bijna zo arm als het stalletje van Bethlehem. Wat zal de Meester op de dag voor Kerstmis zijn zwarte kinderen vriendelijk tegengelachen hebben, toen zij in dichte drommen uit hun mijlen ver verwijderde woonplaatsen hoog in de bergen, afdaalden naar de missie, om zoals voorheen de herders in Bethlehem dat deden, hun Koning te gaan aanbidden. De nacht daaropvolgend zullen althans hun Kiswahili-gezangen Hem getroost hebben voor het gemis der duizenden in dat land, die Hem niet kennen en ook zullen de wanklankige tonen der negertrommen in het donkere woud er door overstemd zijn geworden.
Ik rakel ze dus nu weer eens op die oude herinneringen en zie me weer eens terug, me spoedende langs de zonnige wegen van Afrika, door maagdelijke oerwouden en over kabbelende bergriviertjes naar mijn meest geliefde missie.
Matombo nu
Matombo is haar naam en de negers noemen haar Inchi nzuri kabisa, de schone streek, vanwege de heerlijke ongerepte natuur, waarin zij gelegen is. Moeder Natuur heeft haar rijk gesierd met al het schoons, dat zij bieden kan en haar ook insloten door een krans van bergen, die als beschermend hun machtige armen om haar uitstrekken.
Ze ligt er zo rustig in de zonnige dag, tegen de zacht glooiende helling der heuvels; onverstoorbaar als een abdij. Niets verstoort er de stilte dan het prettig op maat stampende geluid van de zware korenstampers waarmee de negervrouwen voor de deur van hun hutten toebereidselen maken tot het maal – en ginds in de verte het wegstervend krijsen van een kleine geitenhoeder”.
Grote drukte op 24 december
Missionaris Retera: “De stilte zal niet lang duren, want het is de namiddag vóór Kerstmis en reeds zie ik op de duidelijk afgetekende bergpaadjes de veelkleurige doeken en hemden der zwarten.
Ik begeef mij op de hoog gelegen waranda van het patershuis en door mijn verrekijker speur ik de omliggende bergkammen af. Geen bergpaadje of het is bezet met voetvolk; mannen, vrouwen en kinderen, die met zichtbare haast naar de missie afdalen. Het is slechts een kwestie van enige minuten en de voorsten komen reeds in de missie aan.
Maar steeds komen er meer. Zij nestelen zich in de lanen rondom het patershuis, in de tuin, overal, en zoeken koele, schaduwrijke plekjes voor hun vermoeide en bezwete lichamen. Velen van hen hebben een tocht van vijf tot acht uur achter de rug; ze hebben geklommen en zijn gedaald, steeds met de hete stralen der tropenzon op hun harde en stoere koppen.
Maar al die vermoeienissen zijn niet in staat geweest de zonnige lach op hun zwarte glimmende gezichten te vervagen; op het feest van Kerstmis zullen ook zij met de gehele christenwereld meejuichen, vrolijk en gelukkig zijn.
Hun ver gelegen dorpen zijn thans geheel verlaten en onbewaakt, allen zijn mee gekomen! Ouden van dagen met krom gebogen rug, half blind en met sneeuwwitte haren, hebben hun vroeger zo onafscheidelijke wandelstaf weer eens ter hand genomen en ook zieken en kreupelen, moeizaam op hun stokje leunend, bemerkt men tussen de druk lachende menigte”.
Wat een dag, wat een vreugde!
Voor de blanke pater in Matombo was het zo ongeveer de dag van zijn leven.
“De vaders leiden hun kleine dreumesen aan de hand of hebben ze boven op de rug zitten en van de ruggen der moeders en oudste dochters kijken de blinkende oogjes van de allerkleinsten naar al die ongewone drukte. Ze zijn allen in feestdos vandaag: een bonte wemeling van kleurige doeken en hoofdtooisels.
De mannen met hun half ontblote borst en gespierde armen lopen bezweet en bestoft, maar vaderlijk trots, met hun familieleden tussen al die feestdrukte en de vrouwen en meisjes met de zwierig om de schouders geworpen kleurrijke doeken maken een effectvol geheel van die wiemelende zwarte massa.
De zon werpt in haar gulheid een overvloed van gouden stralen tussen dat kleurrijk tafereel. Maakt het werkelijk schilderachtig, impressief! En steeds komen er meer van die zwarte christenen opdagen, als het ware aangedwarreld in wolken van stof. Geen plekje in de lommerrijke lanen en tuinen, waranda en trappen der kerk blijft onbezet en boven het geroezemoes klinkt gelach en geschreeuw.
Wat een dag, wat een vreugde! Met een blij hart begeef ik me tussen die vrolijke menigte en scherts, lach en zing met hun tot lang nadat de zon is ondergegaan. En als de nacht zijn donker gordijn laat vallen en het vastspeldt met duizenden twinkelende sterren, dan verstomt het feestgedruis weliswaar een weinig, omdat velen hun vermoeide leden hebben uitgestrekt en nog enige uren willen rusten alvorens de missieklokken het kerstfeest zullen inluiden. Doch de meesten denken aan geen slaap en keuvelen rustig aan”.
Stille nacht, heilige nacht
De kerk van Matombo in het Afrikaanse landschap
De kerstnacht naderde.
“Om kwart voor twaalf galmen de klokken hun zware klanken uit de galmgaten van de toren en bulderen vanaf de tweede verdieping van het patershuis oorverdovende schoten uit het reusachtige olifantengeweer, dat voor deze gelegenheid extra wordt volgepropt met kruit en papier. De lucht trilt ervan en de zware uitbarstingen worden door de echo’s der omliggende bergen honderdvoudig weerkaatst.
Aan het gejuich uit meer dan tweeduizend kelen komt geen einde. ‘Noël!’ schreeuwt men, ‘Noël!’
De brede deuren der kerk worden opengeworpen en als een lawine stuwt de zwarte menigte zich naar de ingang, stroomt de kerk in en zet zich neer op de lage knielbankjes. In minder dan geen tijd is het tamelijk grote kerkgebouw tot in de uiterste hoeken gevuld en met moeite vrijwaart men slechts de midden- en zijgangen.
De helft der christenen moet zich tevreden stellen met een plaats buiten onder de blote sterrenhemel en zij knielen neer in het naar buiten stromende matte licht der vele kaarsen en petroleumlampen. Daarbinnen prijkt de kerk in feestdos! Het hoofdaltaar is een en al kleurenpracht: kaarsenlicht, groen en kunstbloemen. Kronen van wit en goudpapier met in de Kishwahili-taal getekende kerstopschriften hangen van het ronde gewelf omlaag en aan de wanden hangen groene slingers, guirlandes, vlaggen en banieren”.
Nachtmis in Afrika
Missionaris Retera stond nu in het middelpunt van de belangstelling.
“De plechtige mis is begonnen. Het orgel, door de vaardige hand van een oude grijze neger-pianist bespeeld, jubelt zijn schoonste melodieën door het godshuis. Het negerkoor geeft wat het geven kan, al zijn de scherpe, ietwat ruwe stemmen der negers, die zo graag naar het lijzige, soms melancholische overslaan, niet in staat ons Europeanen te bekoren. Maar het mag er zijn; in ieder geval is het feestgezang bij deze grote plechtigheid!
Alom eerbiedig gebogen hoofden, met de rozenkrans spelende handen en prevelende lippen. En als onder de consecratie de priester de witte hostie omhoog heft, staren honderden glimmende ogen enige ogenblikken daarheen en vele lippen murmelen: ‘Ee, Jesu, uje, kom o Jezus!’
Moeder Maria met kindje Jezus op z’n Afrikaans uitgebeeld
Nog zijn de laatste klanken der altaarschel niet weggestorven, of daar heft plotseling de oude organist met zijn hoge heldere tenorstem een der schoonste negerkerstliedjes aan: ‘Amka, amka! Ontwaak! Ontwaak! Het is het uur, dat onze Zaligmaker in de wereld afdaalde, broeders! Het is nu een dag vol vreugde!’
En als geven zij hem antwoord op zijn smeken, vallen de honderden christenen, daar te samen verenigd, in het tweede gedeelte van het lied eensklaps in: ‘Twende nasi, tumwimbe Masiha. Laat ons gaan, dat wij onzen Zaligmaker lofzingen!’
Dan op het einde: Noël! Noël! dat het naar buiten ruist en galmt, tot ver over de bergen en heuvelen!
Na de communie van de priester komt er beweging in die eerbiedig knielende mensenmassa; de mannen begeven zich in dichte drommen voor de communiebank, hun blote ruggen en borsten tegen elkander gedrukt.
Is het niet juist, alsof ik me in oude christentijden verplaatst zie, toen de christenen ook als deze eenvoudige negers met van geloof stralende ogen hun Jezus gingen ontvangen!
Als de laatste der mannen van de communiebank is terug gekeerd, gaan de vrouwen naar voren; doeken over het hoofd geslagen, de baby op de rug en verscheidene van hen nog met een of twee dreumesen aan de rokken”.
Heerlijk schouwspel
Voor de missionaris was het na de kerst nog niet afgelopen.
“Deze nacht hebben vele christenen hun dankzegging verricht in de open lucht, onder de met sterren bezaaide hemel, gelukkig en tevreden als kleine kinderen. Nog lang na de plechtigheid geven zij hun schoonste kerstliederen ten beste en vragen om de kerstkribbe geschaard hun Kitoto Jesu, Jezuskindje, hulp voor de ver van de kribbe verwijderde rasgenoten, die zich nog onbewust rondwentelen in de modder van heidendom en islam.
En dan ontsteken zij hun lampen en fakkels, nemen afscheid van elkander en keren terug naar de hooggelegen dorpen.
Nog lang staar ik naar dat heerlijke schouwspel van honderden fakkels en lampen op de omliggende bergen, peinzend over al het schone, dat ik had mogen aanschouwen en hopend, dat het lieflijk kerstkindje nog liefdevoller zijn mollige armpjes zal uitstrekken over dit arme Afrikaanse volk, dat een zo moeilijk leven, vol bekoringen leidt, tussen die warboel van duivelse gebruiken, slechte zeden en mohamedanisme”.
Kerk van Matombo in deze tijd
Van vroeger naar het heden
Een missionaris met zulke ervaring moest wel met nostalgische gevoelens terugdenken aan zijn tijd aan de Matombo-missie.
Het oude katholieke centrum is trouwens bewaard gebleven. In onze tijd kun je er zelfs logeren. Voor honderd dollar, per persoon, per nacht. Zelfs de missie is business geworden:
“Spending the night here is quite an experience. The rooms are authentic but simple and the shared ablutions are at least functional. But the highlight is time spent with the Father and his staff, both at the mission and around the village. We usually bring along a cook, supplies and mosi nets. Matombo Mission offers the chance of a really authentic and unusual African experience”.
http://www.africatravelresource.com/africa/tanzania/s/morogoro/matombo-mission/
Zo te zien hoef je geen extra toeslag te betalen om er de kerstnacht door te brengen.
Harry Knipschild
7 december 2013, 19 december 2014
Clip:
* Documentaire over de paters van de Heilige Geest in Tanzania, 2012
Dit artikel werd eerder geplaatst op de website www.katholiek.nl
- Raadplegingen: 8962