Skip to main content

208 - Foreigner, de rockgroep van Mick Jones

 
 
Technische ontwikkelingen bepaalden de ontwikkeling van de popmuziek. Hoeveel groepjes speelden er in het begin niet op ‘oude radio’s’? De beschikbare apparatuur werd steeds beter. Hoe zou Jimi Hendrix geklonken hebben zonder de spullen van Marshall? Dan had hij misschien niet de erkenning gekregen die hem ten deel viel.

 

Dankzij steeds betere (en duurdere) versterkers en geluidsboxen kwam er een nieuw genre opzetten, hard rock. Groepen als Deep Purple, Led Zeppelin, Motörhead en Kansas lieten hun muziek knallen als nooit tevoren. Veel van die groepen kwamen om die reden echter nauwelijks op de radio en bleven dus alleen populair bij hun vaste aanhangers. Wilde je als hard rock-groep voor een groter publiek doorbreken dan had je een langzaam en melodieus nummer nodig. Een single die indertijd indruk maakte was ‘Dust in the wind’ van Kansas (1977). Een mooi voorbeeld voor de collega’s.

 

 

Mick Jones

 

Gitarist Mick Jones (geb. 27 december 1944, Somerton, Somerset) heeft ‘Dust in the wind’ ongetwijfeld gekend. In de popmuziek had hij zich in die tijd al jarenlang gemanifesteerd. In de nadagen van de Engelse groep Nero & the Gladiators (concurrenten van de Shadows en Tornados) trad hij in 1963 al een beetje in de schijnwerpers. Daarna verplaatste de Brit zijn werkterrein naar Frankrijk waar hij samenwerkte met artiesten als Sylvie Vartan en Johnny Hallyday, voor wie hij tevens liedjes schreef.
   Jones zal in die jaren ontdekt hebben hoe lucratief het componeren van songs kan zijn. Niet alleen ontving je geld voor elke verkochte grammofoonplaat, maar ook als het nummer ten gehore gebracht werd tijdens optredens of op de radio. Een geslaagd liedje was tevens je pensioen. Als je iets deed moest je er voor zorgen dat je rechten goed beschermd waren. Het lijkt erop dat Mick Jones dat goed in zijn oren knoopte.
 

 
Samenwerking Mick Jones, Johnny Hallyday, Giorgio Gomelsky


 
Terug in Engeland (1971) was de gitarist/componist muzikaal werkzaam samen met onder meer Gary Wright (Spooky Tooth), George Harrison, Leslie West en Peter Frampton. In 1976 zette Jones een volgende, en naar bleek, definitieve stap in zijn loopbaan – een eigen groep: Foreigner. Amerika, de grootste muziekmarkt, was zijn belangrijkste werkterrein.
   Foreigner zou je een hard rock-groep kunnen noemen. Maar heel wat singles waren ballads. Mick Jones was vrijwel altijd de componist, of tenminste een van de componisten. Bovendien had hij sinds 1977 in New York een eigen muziekuitgeverij: Somerset Songs.
 

Opzet van Foreigner

 
In mei 1978 publiceerde John Mendelsohn een interview met enkele leden van Foreigner in het blad Rolling Stone. Het debuutalbum (op Atlantic) was intussen een gigantisch succes geworden (drie keer platina), mede dank zij nummers als ‘Feels like the first time’ en ‘Cold as Ice’. In het artikel kon je een en ander lezen over de manier waarop de zaken bij Foreigner opgezet waren. Alleen over de auteursrechten op de liedjes werden geen mededelingen gedaan. Over dat soort dingen schreven popjournalisten meestal weinig of niets.
   Volgens Mendelsohn bestond Foreigner allereerst uit Mick Jones, die Bud Prager (voormalig manager van Leslie West) had ‘meegenomen’. Zijn partner was Ian McDonald, ex-King Crimson. Alle andere leden kregen een salaris. Dat betekende dat ze slechts een beperkt aandeel hadden in de opbrengst van het succesvolle album.
   Mick Jones reageerde enigszins getergd toen hem vragen over de opzet gesteld werden. “Some people need to be dominant”, verklaarde hij. Dat speelde volgens hem echter geen rol. “We genuinely feel like being an actual group”. Van het geld van de optredens, legde hij uit, kreeg wél iedereen een gelijk deel. En als een van de andere leden van de groep goed zijn best deed zou hij wat meer geld ontvangen uit de royalties die het album genereerde. “We’ve arranged it so that if someone really blossoms, his cut of the royalties from our records will increase. Everybody in this group has incentive”.
   Dat gold bijvoorbeeld voor de Amerikaanse zanger Lou Gramm, ex-Black Sheep, die door Jones en McDonald was ingehuurd om als frontman op de bühne te opereren. De auditie die hij moest doen was een formaliteit gebleken. Al vóór zijn komst had het tweetal besloten dat hij de ideale vocalist was. Gramm: “I just came in cold, got handed a piece of paper with the lyrics on it, went over the melodies a couple of times, and sang. It all felt very natural”.

 

De redacteur van Rolling Stone schetste Mick Jones niet als een sympathieke man. De leider van Foreigner baadde immers in weelde, maakte hij duidelijk. Was het geluid van de band wel zo bijzonder? “Foreigner’s music strikes come as calculated and finally dispassionate, as a skillful but uninspired combination of rock clichés”. Mendelsohn maakte zelfs een vergelijking met de volgens hem zo voorspelbare disco-klanken.
   McDonald voelde zich geroepen Jones te hulp te snellen. Foreigner maakte absoluut geen muziek voor de commercie. “It wouldn’t do for us to play something just for the sake of commerciality”.
   Jones liet zich beslist niet ontmoedigen. Hij legde nog eens uit dat de muziek van Foreigner geenszins te lijden had van zijn stricte aanpak. Alles draaide echt om emotie. Maar: “We follow our records to the factory”. Beschuldigingen kwamen dan vanzelf. “You’re bound to be accused of too calculating”.
   Niet terecht, was zijn reactie. “Really, we’re far more interested in trying to make music that will send shivers down our own spines than in trying to be the perfect rock group”.
 

Hoes eerste album Foreigner

 

Mick Jones heeft het voor het zeggen

 

De internationale muziekpers bleef de succesvolle Brits-Amerikaanse band kritisch volgen. Gene Sculatti (van Creem) nam het Mick Jones in 1981 kwalijk dat hij zich niet liet beïnvloeden door de punk, al moest de scribent erkennen dat die muziek het tot zijn verdriet niet gemaakt had. Foreigner zag hij als een soort retro-groep met recycling van ideeën uit het verleden en de ‘verplichte ballad’: ‘Waiting for a girl like you’. Hun muziek noemde hij ‘grijs’ en ‘zonder gezicht’. De albums en singles werden desondanks veel op de Amerikaanse radio gedraaid en haalden zeer hoge verkoopcijfers.
 
In het blad Sounds uitte Sylvie Simmons zich een jaar later eveneens kritisch. Mick Jones had intussen opruiming gehouden in zijn groep. Zelfs Ian McDonald, partner van het eerste uur, had het veld geruimd.
   Wie mocht nu optreden onder de naam Foreigner. Had McDonald niet evenveel rechten als hij?
   Daar was geen sprake van. “Vanaf het begin was de band mijn idee. De anderen, inclusief Ian McDonald, heb ik aangetrokken om erbij te komen”.
   Mick had nu sessiemuzikanten als Thomas Dolby (toetsen) en voormalig Motown-artiest Junior Walker ingehuurd. Maar zanger Lou Gramm was gebleven.
 
Simmons begon haar lange artikel met vast te stellen dat ze met Foreigner praatte in Beverly Hills. Het ging Jones zeer voor de wind liet ze nadrukkelijk merken. De twee eerste albums hadden in Amerika respectievelijk vier en vijf miljoen exemplaren verkocht. In 1982 waren er in totaal al 16 miljoen elpees afgezet. En dat in een tijd dat de muziekbusiness zich (na het disco-tijdperk) in een crisis-situatie bevond.
   Jones had blijkbaar een goed gevoel voor wat het publiek wilde horen. Amerikaanse radiostations zetten de muziek van de groep bovendien uitgebreid in de programmering. “One thing about Foreigner, their music is adaptable to just about every US radio station format. You’re as likely to hear them between Motörhead and AC/DC, Christopher Cross and Air Supply”.
 
De journaliste ging nog even terug naar de jeugd van de miljonair. In Engeland was het allemaal begonnen toen hij als jongetje ‘Peggy Sue’ van Buddy Holly hoorde. Van zijn vader kreeg hij een ukelele van plastic cadeau. Voor de spiegel deed hij Hank B. Marvin, de gitarist van de Shadows, na. Thuis werd hij zeker niet aangespoord om zijn roeping te volgen: muziek maken. De aanmoediging van zijn ouders om zich in het zakenleven te storten had niet gewerkt verklaarde hij. “Music was all that existed then for me. And as a kid, I don’t know, from watching films or something on TV, I always dreamed of coming to America”.
   Misschien was Mick Jones op de een of andere manier toch een goede zakenman geworden, dat was enigszins de boodschap van het artikel van Simmons. Mick, schreef ze, was bijvoorbeeld meer dan eens op bezoek bij zijn accountant.
   De leider van de groep hield bovendien de produktie van de Foreigner-albums stevig onder controle. Bij elk nieuw album was er daarom een andere producer. Deze keer Mutt Lange, die eerder vooral scoorde met AC/DC (ook: Boomtown Rats en Def Leppard). Lange wist dus waar hij aan toe was.
   Jones formuleerde zijn aanpak, om steeds van producer te wisselen als volgt: “I never wanted the band to be moulded by a producer. And I thought I had enough experience in a way to basically put everything together that is part of the production job anyway. I’m always wary – I think there’s only a little cycle of time that a producer can be heavily involved with a band, because he starts to lose objectivity about the approach”.
 


Mutt Lange

 

Sylvie Simmons bleef prikken. Ook zij had er wellicht moeite mee dat Foreigner steeds de top van de hitlijsten bereikte met langzame, romantische songs. Hoe was ‘Waiting for a girl like you’ tot stand gekomen vroeg ze hem. Werd je wakker met een romantisch gevoel of dacht je: hard rock-ballads leveren gigantische hits op?
   Mick Jones bleef onverstoorbaar in het chique hotel te Beverley Hills waar hij tijdens een toernee de nacht doorbracht. “De song kwam vanzelf in me op, anderhalf jaar geleden. Het was iets speciaals, niet gericht op iemand in het bijzonder. Het was een gevoel dat van binnenuit kwam. Het stemt me tevreden als ik zie dat de mensen er heel goed naar luisteren. Dat is iets wat ik altijd gewild heb”.
   Huwelijksbureau Mick Jones met zo’n titel, opperde de journaliste.
   De baas van Foreigner liet zich niet uit zijn tent lokken. “No! Really, I’ve seen it. It’s happened to me with songs and albums before, you know, where I’ve really related to the words, as simple and banal as they might be. But it’s quite a sincere song, I think”.
   Wat kon Sylvie Simmons anders doen dan in Sounds noteren wat ze te horen kreeg.
 
Het gesprek was nog niet afgelopen. Had het verdwijnen van diverse leden van de groep met geld te maken? Waarom waren al die liedjes op Foreigner-albums van de hand van Mick Jones? Was het niet zo dat iedereen wel een aandeel daarin wilde hebben?
   “Ja”.
   En waarom gebeurde dat niet?
   “Het had gekund. Er is nooit sprake geweest van een monopolie. De beslissingen werden bij meerderheid van stemmen genomen. Het is nogal duidelijk welke songs het beste zijn. Er is geen sprake van dat ik binnen kom en zeg welke songs gekozen moeten worden. Het is wel zo dat ik de richting van de band vanaf het begin bepaald heb. Voor de anderen was het een uitdaging om met mij te werken. Zo wilde ik het. Daarom selecteerde ik mensen die [binnen dat kader] creatief waren”.
   Volgens Mick Jones had met name zanger Lou Gramm die uitdaging goed opgepakt. “Onze relatie,  begrip voor elkaar en het schrijven van materiaal is op die manier gegroeid. We dagen elkaar flink uit. That relates into that intensity thing”.
   “De andere leden van de groep hadden dat ook kunnen doen”, voegde hij er nog aan toe. Dat deden ze niet. Achter zijn rug uitten ze zich negatief over hem. Zo kwam er een einde aan hun bestaan bij Foreigner. Bij Lou Gramm was dat juist niet het geval, liet hij Sylvie Simmons weten.
   De journaliste was waarschijnlijk niet overtuigd. Aan het einde van het artikel merkte ze althans op dat twee meningen de boventoon hadden over Foreigner. De eerste was dat het een goede ‘bar band’ was maar nog nooit in bars opgetreden had. De tweede was dat Foreigner een groep met goede muzikanten was die onder hun niveau speelde - op jacht naar het grote geld.
   Mick Jones kreeg het laatste woord in Beverly Hills. “I’m very flattered that people think we’re playing below our capacity, because I’m usually playing to my maximum capacity, however disappointing that might be to some people. We’re just a bunch of honest guys trying to make an honest buck doing what we want to do. I like that!”
 

‘I want to know what love is’ (van het album ‘Agent Provocateur’)

 

 

 
Aan succes, aan platenverkoop, ontbrak het Foreigner niet. In 1985 schreef Mirjam Bos in het Veronica-blad: “De groep Foreigner bestaat uit een stel oude rockers, die niets liever doen dan een avondje flink door beuken. Toch dankt het viertal zijn wereldwijde bekendheid aan de rustige nummers die ze op de plaat zetten, zoals bijvoorbeeld ‘Cold as Ice’ en nu weer ‘I want to know what love is’.
   Menige band is van mening dat Foreigner dingen doet die niet door de beugel kunnen voor een hardrock groep. Maar daar heeft de groep zich nog nooit iets van aangetrokken.
   Foreigner, bestaande uit Mick Jones, Lou Gramm, Dennis Elliott en Rick Wills, is niet aan trends onderhevig en heeft nimmer sensationele clips of plastische chirurgie nodig gehad om een vette hit te scoren.
   De jongens maken muziek op hun manier, het liefst recht toe recht aan en storen zich verder aan niemand. Je wordt getroffen door hun uiteenlopende brouwsels, of niet. Zo simpel ligt dat. Het viertal beschikt over een gigantische schare fans en wéét dat ook”.
   In het artikel liet ze Mick Jones een en ander uitleggen over het vertrek van de voormalige bandleden. Jones: “Ze waren wat blasé geworden. Gedroegen zich behoorlijk verwend, iets wat wij nooit voor ogen gehad hebben. Wij hebben allemaal lang moeten zoeken voordat we iets vonden dat in ons straatje paste. Onze dromen zijn uitgekomen, maar laten we ons alsjeblieft niet overgeven aan het grote geld en lekker lui aan een zonnig strand gaan liggen. Ik eis dat mensen met beide benen op de grond blijven staan. Wat er ook gebeurt. Ze mogen best genieten van hun succes, maar er niet in verzuipen”.
   Zanger Lou Gramm voegde eraan toe: “Het lijkt enig om in een beroemde band te spelen en door velen aanbeden te worden, en dat is het ook wel. Maar het brengt ook onnoemelijk veel problemen met zich mee, waar praktisch niemand bij nadenkt. Dat deden wij ook niet in het begin. Want dan lijkt alles even mooi en aardig. Maar je bent bijna nooit thuis, heel moeilijk te bereiken en altijd maar met je vak bezig.
   Dat had tot gevolg dat we stuk voor stuk aardig wat problemen thuis kregen. We zijn allemaal getrouwd en we hebben opgroeiende kinderen. En die pikken het niet als pa alleen maar tijd voor zijn fans heeft. Vandaar dat we besloten hebben ons niet alles af te laten nemen door succes. We doen alles rustig aan, zorgen dat we genoeg tijd voor onze gezinnen over houden en gaan dan pas aan de slag, als we er echt aan toe zijn. Onze gezinnen gaan vóór tegenwoordig, voor al het andere. Als je gelukkig bent, maakt het niet uit of je arm of rijk bent”.
 
Nieuwe tijden waren aangebroken. Een nieuwe single als ‘I want to know what love is’ had aan airplay op de radio niet genoeg. Er moesten nu ook kostbare videoclips gemaakt worden. Wie betaalde dat? Werden de kosten verrekend met de royalties? In dat geval draaide een groep geheel of gedeeltelijk op voor de rekening.
   Bij Mirjam Bos kwam die problematiek niet aan de orde. Ze legde Mick Jones in de mond: “We proberen alles zo goed mogelijk te doen. Dat vergt tijd en energie. Plus dat hele gedoe er omheen tegenwoordig. Zo konden we er deze keer [bij het album ‘Agent Provocateur’] niet onderuit een paar videoclips op te nemen, alhoewel we daar falikant tegen zijn. De muziek moet het doen en niet iets anders.
   Maar goed, maak dat de platenbazen maar eens wijs. Die spelen in op trends en denken precies te weten wat er moet gebeuren. Ze zien groepen als Spandau Ballet en Duran Duran bezig en denken dat dat het absolute einde is. En dus moet de hele muziek-business zich aanpassen.
   Maar niemand schijnt te begrijpen dat wij geen Prince of Michael Jackson zijn, idolen van de jeugd op dit moment. Wij lopen al zoveel langer mee en bereiken een veel groter publiek dat heus niet op sensationele videoclips zit te wachten.
   De meeste clips zijn complete speelfilms, die werkelijk nergens op slaan. In ieder geval niet op het nummer waar het bij hoort. En dat vind ik schandalig. Een clip moet een nummer presenteren en niet andersom. Absoluut niet!”
   ‘I want to know what love is’ was weer eens een ballad zoals Foreigner die zo goed kon maken. Met alle problemen van dien, schreef Mirjam Bos aan het slot van haar artikel. “Jarenlang werden zij afgekraakt vanwege de dingen die ze deden. Zoals bijvoorbeeld ballads opnemen, iets wat een doorgewinterde hard-rock groep gewoon niet hoort te doen”.
 

 

 Lou Gramm vs Mick Jones

 

Naar buiten toe leek Foreigner een eenheid. Althans zo lang de leden van de groep onder leiding van Mick Jones bij elkaar waren. Hans van den Heuvel van Oor slaagde erin zanger Lou Gramm en leider Mick Jones afzonderlijk te spreken te krijgen. Bij die gelegenheid kwamen de tegenstellingen naar buiten.
   Van den Heuvel: “Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Waar gewerkt wordt, doen zich meningsverschillen voor. En wanneer een van de partijen iets te vaak zijn zin doordrijft, hopen er zich bij anderen spanningen op. Normaal reageer je die af op je vrouw en kinderen, en ga je de volgende dag weer aan de slag met het voornemen de gewraakte baas of collega een hak te zetten, of eenvoudigweg in zijn sop gaar te laten koken. Voor een muzikant liggen dit soort zaken echter wat lastiger.
   Om te beginnen is je ego bij voorbaat al wat groter, anders ga je niet voor een publiek je kunstje vertonen. Daarbij ben je creatief en in geval van succes ook financieel afhankelijk van je mede-muzikanten, die je tijdens studiowerkzaamheden en tournees ook nog eens continu voor de voeten lopen.
   Bij Foreigner kwam de zaak aan het rollen toen de verlegen zanger Lou Gramm een beetje uit zijn schulp begon te kruipen en tijdens interviews zijn hart luchtte over een aantal band-interne aangelegenheden. De release van zijn eerste solo-lp ‘Ready or not’ was olie op het vuur”.
   Uit de mond van de zanger had Hans genoteerd: “Ik heb een solo-elpee opgenomen, omdat ik me altijd heb afgevraagd of ik mijn eigen songs kon schrijven, arrangeren en produceren. Binnen Foreigner heb ik me op dat vlak niet kunnen bewijzen, omdat Mick Jones daar de dienst uitmaakt. Ik speel slechts een rol op het tweede plan. Ik heb wel geprobeerd om daar verandering in te brengen, maar dat verslechterde de zaken alleen maar. Onze vriendschap kwam onder druk te staan en uiteindelijk leverde het alleen maar frustraties op. Mick wil dat de dingen op zijn manier gebeuren. Zijn manier is de enige manier.
   Mijn bijdragen aan Foreigner kwamen er vooral op neer dat ik Mick hielp bij het uitwerken van zijn ideeën. Als ik met een kant en klaar song-idee aankwam, werd dat nooit goed ontvangen. En als we er al aan begonnen te werken, dan moest het idee vaak gecomprimeerd worden om binnen het kader van Foreigner aan te passen. Waren ze uitgevoerd volgens de manier waarop ik ze aandroeg, dan denk ik dat Foreigner een beetje had kunnen groeien, iets meer variatie had kunnen bieden. Maar op dat niveau sta ik dus niet achter het stuur. En dat zal ook nooit zo ver komen.
   Als Mick zijn gitaaroverdubs deed zat ik als objectief klankbord naast de technicus achter de mengtafel. Op dat punt had ik natuurlijk wel enige invloed. Als je zo lang met iets bezig bent, moet je gewoon af en toe andermans mening horen, als referentiepunt. Maar dan stond er na afloop toch steeds weer op de hoes: ‘Musical direction: Mick Jones en geproduceerd door Alex Sadkin en Mick Jones’. De naam Lou Gramm kwam ik in dat verband nooit tegen. Terwijl ik wel altijd van de partij was en probeerde te helpen.
   Ik heb nooit honderd procent aan Foreigner bij mogen dragen. Als dat zo was geweest, had ik niet op de solotoer hoeven te gaan”.
   Lou Gramm was nog steeds lid van Foreigner. ‘Inside Information’ was in 1987 de titel van het nieuwe album en ‘Say You Will’, een ballad uit de koker van Jones én Gramm, heette de single die voorzien van een suggestieve videoclip op de markt gebracht werd.
 


Lou Gramm, zang, en Mick Jones, gitaar

 

Enkele maanden na het interview met Lou Gramm raakte Hans van den Heuvel aan de praat met Foreigner-baas Mick Jones. “We confronteerden hem met enkele uitspraken die Lou Gramm deed. Het leverde een verrassend beeld op: hoe twee mensen binnen een band uit elkaar kunnen groeien, zonder dat er überhaupt van slaande ruzie sprake is geweest”.
   Mick Jones reageerde op de gebruikelijke manier. Foreigner was zijn band. “Ik was leider van de groep, ik bepaalde de richting. Dat drong ik ze niet op, dat is gewoon zo gegroeid. Iedereen leek daar ook best tevreden mee, want daarmee waren ze mooi van de verantwoordelijkheid af. Gaandeweg is het me wel duidelijk geworden dat Lou zijn eigen statement wilde maken, dat hij wilde bewijzen dat hij ook in zijn eentje iets voor elkaar kon boksen”.
   Volgens Mick Jones lagen de problemen niet bij hem maar bij Lou Gramm zelf. “Als Lou zich afvroeg of hij misschien zijn eigen songs zou kunnen schrijven, arrangeren en produceren, dan vraag ik me op mijn manier af waarom hij alle songs dan toch weer in samenwerking met een derde heeft geschreven. Hij weet het antwoord natuurlijk wel: Hij heeft er gewoon moeite mee om iets in zijn eentje helemaal af te maken. Dat was namelijk de reden dat de songs waar hij bij Foreigner mee kwam, steevast door onze producers werden afgekeurd.
   Ik heb keer op keer moeten knokken om ze toch op de plaat te krijgen. ‘Luanne’, van ‘Foreigner 4’ was daar een goed voorbeeld van. Ik geloofde echt in dat nummer en vond het waardevol voor de balans van de elpee, maar onze toenmalige producer wilde er helemaal niet aan”.
   Mick Jones stelde nog eens duidelijk wat de rol van de zanger was tijdens de opname van een Foreigner album. “Lou’s aanwezigheid in de studio is gewoon een onderdeel van het spelen in een band. Het is toch vanzelfsprekend, dat wanneer je als groep een elpee aan het opnemen bent, je probeert medemuzikanten zó in de sfeer te brengen dat ze het onderste uit de kan geven. Dat doe je ook tijdens repetities of live-optredens. Of wanneer je songs aan het schrijven bent, dus dat vind ik geen specifieke produktie-aangelegenheid.
   Dat ik wel de produktie-credits kreeg, was omdat ik de opzet maakte en knopen doorhakte. Nadat ik iedereen de kans had gegeven zich ergens over uit te spreken. Ik deed niks achter hun rug om. Ik had ook geen meesterplan uitgewerkt om de band in mijn macht te krijgen. Maar uiteindelijk was ik ook degene die de verantwoording droeg naar buiten toe. En daar heb ik ze nooit over horen klagen”.
   Wie in het verleden wel geklaagd had, was inmiddels geen lid meer van Foreigner. Alleen Gramm was nog over van de oorspronkelijk bezetting en die begon zich tenslotte ook te weren. Was dat uit puur artistieke overwegingen of wilde de zanger een (groter) aandeel in de inkomsten? Dat soort vragen stelden de journalisten niet. Maar Jones zal aanzienlijk meer inkomsten gehad hebben dan de zanger van klassieke nummers als ‘I want to know what love is’.
 
Van den Heuvel vroeg Jones op de man af wat hij vond van het solo-album van de zanger. De journalist van Oor noteerde:  “Ik denk dat de plaat te veel een reactie was op onze samenwerking binnen Foreigner. En ik denk niet dat onze relatie zo’n reactie verdient. We hebben samen zoveel emotionele momenten doorgemaakt... Er is altijd wel een duidelijk spanningsveld tussen Lou en mij geweest. Het was altijd moeilijk om te achterhalen wat er in hem omging. Hij kwam niet zo gauw voor zijn gevoelens uit.
   Ik heb geprobeerd om hem wat beter te leren begrijpen. Ik heb me ook altijd zorgen gemaakt over de manier waarop hij bepaalde dingen aanpakte. Dus heb ik een tijdlang zijn psycholoog uitgehangen. En kreeg daarvoor zelf de rekening gepresenteerd. Het probleem was denk ik dat hij zijn persoonlijke ontwikkeling iets te veel heeft willen forceren. En iets te ver doorgeschoten is. Lou ging echt van het ene uiterste naar het andere.
   Je mag ook rustig weten dat ik behoorlijk in de put gezeten heb door de uitspraken die Lou in interviews over me deed. Toen ik vervolgens hoorde dat hij wilde gaan toeren als voorprogramma van een andere Amerikaanse band, snapte ik het al helemaal niet meer. Hoe kun je in Godsnaam op toernee willen gaan, terwijl je een elpee [van Foreigner] moet opnemen? En hoe kun je in Godsnaam verklaren dat je solo-carrière prioriteit krijgt boven de band waar je in zit?
   Ik denk best dat die twee kunnen samengaan. Maar dan moet op zijn minst de balans toch iets anders liggen! Dat de band daar niet aan ten onder is gegaan is echt millimeterwerk geweest. Maar ik vond dat we na alle tijd die we hebben samengewerkt op zijn minst een laatste gesprek moesten hebben, moesten kijken of we er een punt achter zouden zetten of zouden proberen om uit deze rotzooi nog iets fatsoenlijks te bouwen. We hebben tot het laatste besloten. En ik ben blij dat dat gebeurd is. Ik denk namelijk niet dat een van ons tweeën er beter van geworden zou zijn, wanneer deze band zou ophouden te bestaan”.
 

***

 


Mick Jones en Kelly Hansen, 2011

 

Lou Gramm stopte niet met zijn solo-carrière. Na het album ‘Ready or not’ (1987), met de top tien hit ‘Midnight Blue’, liet hij in 1989 ‘Long Hard Look’ verschijnen met een nieuwe top tien hit: ‘Just between you and me’.
   Met Foreigner ging het minder goed. Nieuwe albums en singles, die na ‘Inside Information’ verschenen, konden in Amerika niet meer op interessante verkoopaantallen rekenen. In 1990 nam Lou Gramm afscheid van Mick Jones.
   Foreigner bestaat nog steeds. Mick Jones heeft de touwtjes in handen gehouden. De Amerikaan Kelly Hansen heeft de microfoon in handen gekregen. Hij is na Lou Gramm, Johnny Edwards en Chaz West de vierde zanger in de rockgroep van Mick Jones.
 
Harry Knipschild
8 januari 2015

Clips

* Buddy Holly, Peggy Sue 
* Kansas, Dust in the Wind, 1977
* Foreigner, Feels like the first time, 1978
* Foreigner, Cold as ice
* Interview met Mick Jones en Lou Gramm
* Foreigner, I want to know what love is, 1984
* Lou Gramm solo, Midnight Blue
* Johnny Hallyday als zanger bij Foreigner, Hey Joe, 1994
   
Literatuur
 
John Mendelsohn, ‘Foreigner’s Road Map: Destination Top Ten’, Rolling Stone, 4 mei 1978
Sylvie Simmons, ‘Foreigner: Live in Los Angeles’, Sounds, 25 november 1978
Gene Sculatti, ‘Foreigner: 4’, Creem, oktober 1981
Sylvie Simmons, ‘Foreigner’, Sounds, 1 mei 1982
Mirjam Bos, ‘Foreigner: We zijn een ouderwetse groep met antieke ideeën’, Veronica, 2 maart 1985
Sylvie Simmons, ‘Foreigner: Feels Like The Fifth Time’, Creem, juni 1985
Hans van den Heuvel, ‘Het vreemdelingenlegioen Foreigner’, Oor, 30 januari 1988
 
 
 

  • Raadplegingen: 18051