05 - Rhythm & blues in 1966
Harry Knipschild is sinds jaar en dag een verwoed R & B-fan. Uit zijn zeer omvangrijke discotheek stelde hij reeds 100 maal Veronica’s Rhythm & Blues Hop samen (een unicum in de radiogeschiedenis). Terecht werd hij onlangs gekozen tot ‘beste muziekjournalist van het jaar’.
***
In 1966 is het niet meer nodig om nog eens te vertellen wat rhythm & blues nu allemaal is. Integendeel! Iedereen, elke beatgroep weet waar ‘de mosterd’ vandaan gehaald wordt, waar de bronnen zitten van alle goeie muziek. Uit het repertoire van Otis Redding, Jackie Edwards, Chuck Berry en Fats Domino worden aan de lopende band nummers gehaald die dan hoog op de hitparade belanden.
Maar ook de rhythm & blues-zangers zelf hebben niet te klagen over belangstelling. In bijna elke aflevering van Veronica’s top 40 is er wel iets van hen te vinden en mochten hun platen die top 40 niet bereiken, kan een goede R&B-plaat tegenwoordig vast rekenen op een goede verkoop.
De tijd dat R&B alleen bestemd was voor een zeer selecte groep liefhebbers lijkt voorgoed voorbij. Rhythm & blues is wat men noemt de ‘insound for the incrowd’ en iemand die zich zelf respecteert in zijn muzikale smaak, geeft als zijn favorieten een of meer groepen of artiesten in dit genre op.
Foto's oorspronkelijke artikel
Opvallend is dat de liefhebbers van rhythm & blues langzaam maar zeker uit elkaar vallen in diverse richtingen. Rhythm & blues is eigenlijk een soort verzamelnaam voor diverse soorten muziek en nu de zaak algemeen aanvaard is, valt dat ook niet te verwonderen.
Een van de allerbelangrijkste onderverdelingen is de Tamla-Motown sound of zoals ze hem bij de niet commerciële radio moeten noemen: de Detroit sound. Berry Gordy, vorig jaar nog in Nederland om The Supremes te vergezellen bij het Grand Gala du Disque, is hier de grote man achter de studioschermen. Hij heeft een nieuwe sound uitgedacht, die voor een groot gedeelte geïnspireerd is door de ouwe rock & roll (bijv. de vaste instrumentale onderbreking) maar verder iets heel nieuws heeft wat gewoon niemand anders heeft kunnen imiteren, ondanks diverse pogingen in die richting bijv. van The Toys, Len Barry en Chuck Jackson.
Gordy heeft in een jaar of 5 tijd een ‘stal’ aan talent opgebouwd die indrukwekkend genoemd kan worden. Zijn ‘sound of young America’ waar hij mee adverteert bestaat o.a. uit The Supremes, The Temptations, The Four Tops, The Isley Brothers, The Velvelettes, Martha & The Vandellas, The Miracles, The Monitors, Marvin Gaye, Kim Weston, Brenda Holloway en The Elgins. In nog geen drie jaar tijd zal op korte termijn door Motown’s actieve labelmanager Pete Felleman jr. (Nederlands eerste echte diskjockey) de honderdste single op de markt gebracht worden.
Supremes
Gaat het in de Tamla-Motown sound meer om de ritmische kant van de rhythm & blues, in de Atlantic Soul Sound wordt meer de gevoelige kant belicht, de ‘bluesige’ kant dus. Het label Atlantic bestaat al van voor de rock & roll en was daar zelfs een van de grote labels in met artiesten als Clyde McPhatter & The Drifters, The Coasters, Big Joe Turner, Chuck Willis en saxofonist King ‘Soul Twist’ Curtis. Nu in 1966, tien jaar na het hoogtepunt van de rock, heeft Atlantic zich gespecialiseerd in de gevoelige soulballade met topartiesten die zich in zeer korte tijd wereldberoemd hebben gemaakt.
Om er een paar van de laatste tijd te noemen: Otis Redding, Wilson Pickett, Percy Sledge (van ‘When a man loves a woman’), Joe Tex, Chris Kenner, Don Covay, Bobby Lee Trammell (ouwe rock-zanger), gitarist Travis Wammack, Booker T. & The M.G.’s, The Markeys, Carla & Rufus Thomas en nog een heel stel. Grote man hier is volgens mij de BLANKE gitarist Steve Cropper die alle grote mensen op een waarlijk inspirerende manier begeleidt, oppept is eigenlijk nog een beter woord.
Ook hier een aantal belangrijke figuren die min of meer in deze stijl kunnen ondergebracht worden. Een opmerkelijke vokalist op dit terrein is ex-bokskampioen Lee Dorsey, die al jaren lang hits heeft in ‘Ya Ya’, ‘Do Re Mi’, ‘Ride Your Pony’, ‘Confusion’ en vooral natuurlijk het geweldige ‘Get Out of My Life Woman’.
Lee Dorsey
De derde grote stroming in de rhythm & blues is de authentieke, de stroming die terug gaat naar de oudste bronnen. Naar de muziek van de oude neger op platteland of stad die in country of city blues zijn tragiek uitzong, zich daarbij begeleidde op de meest primitieve instrumenten bijv. met een fles (‘jug’) en gitaar speelde met een flessehals i.p.v. een plectrum. Deze muziek is beslist geen amusementsmuziek maar meer gericht om aandachtig te beluisteren en mee te beleven. Opvallend zijn ook de typische namen van de mensen uit het authentieke vak.
Uit een hele reeks ‘brokken cultuur’ noem ik John Lee Hooker, Lightning Hopkins, Big Joe Williams, Howlin’ Wolf, Muddy Waters, Sonny Boy Williamson, Slim Harpo en de mensen van het komende folk blues festival – Roosevelt Sykes (voor de tweede maal), Robert Pete Williams, Little Brother Montgomery, Big Joe Turner, Otis Rush, Yank Rachell, Sippie Wallace en Sleepy John Estes.
We kunnen natuurlijk onmogelijk alle namen noemen. James Brown hebben we bijvoorbeeld niet kunnen klasseren, dat is een persoonlijkheid op zich zelf. Grootheden als Fats Domino en Ray Charles bijvoorbeeld ook niet, maar wèl hebben we even aangestipt in hoeverre de buitenlandse rhythm & blues het op het ogenblik hier doet. Wat Nederland zelf betreft, er worden steeds meer serieuze pogingen gedaan om ook hier de echte rhythm & blues te maken. Rob Hoeke is met z’n rhythm & blues group natuurlijk de grote voorvechter.
Vanwaar die belangstelling voor de rhythm & blues? Natuurlijk op de eerste plaats omdat alle beatmuziek voor driekwart rechtstreeks hieruit voortkomt, maar verder ook door rubrieken in muziekbladen, door programma’s als Veronica’s Rhythm & Blues hop en Rhythm & Blues op AVRO III, door clubs als die van Fats Domino (Koepoortsweg 119 in Hoorn) en The Supremes (Oyeweg 62 in Delfgauw) en in het algemeen doordat de muziekliefhebber gewoon meer kans heeft gekregen om zijn smaak in het populaire vlak veelzijdig te maken en te houden.
Amerikaanse single 'Dancing in the street'
Martha & The Vandellas, 1964
Geplaatst in Teenbeat, juli 1966
Harry Knipschild
Met dank aan Jos Hooghuis voor het aanleveren van de (oude) tekst.
Clips
- Raadplegingen: 10303