122 - Het succesverhaal van 'Ma Belle Amie'
In de vroege zomer van 1966 maakte ik als employee van platenmaatschappij Negram-Delta voor het eerst kennis met de Tee Set. De groep werd bij ons binnengebracht door producer Cees de Man. Cees had eerder de Haagse Motions op de Nederlandse hitlijsten weten te brengen. ‘Early in the morning’, de eerste single van de groep uit Delft, scoorde meteen. Het nummer was geschreven door Robbie van Leeuwen, gitarist en componist van de Motions. Meer hits volgden, mede dankzij de moderne rhythm & blues-sound en de stem van Peter Tetteroo. Een probleem was evenwel dat de band op dat moment geen goede liedjesschrijver in zijn gelederen had.
Gelukkig kwam daar verandering in. Een paar maanden later voegde Hans van Eijck zich bij de groep. Meteen schreef hij een viertal nummers voor het eerste album ‘Emotion’. Al snel stond de Tee Set aan de top in Nederland. Maar na korte tijd waren er problemen. Peter Tetteroo: “Wij waren gewoon nog te jong”.
Een ruzie in het persoonlijke vlak dreef Peter en Hans uiteen. Manager Theo Kuppens greep in. Peter Tetteroo ging door met nieuwe jongens, de andere leden formeerden de After Tea. Een tijdje leek het goed te gaan. Maar toen kreeg Hans een aanrijding en belandde in het ziekenhuis.
Tijdens zijn herstel bleef Van Eijck doorgaan met songs componeren. Eén van de nieuwe songs was ‘Ma Belle Amie. “Het is geboren in bed. Ik heb een auto-ongeluk gehad in 1968. In mijn opknap-periode speelde ik gitaar. Op een ochtend heb ik het liedje in bed geschreven”. Vanwege de manier waarop het tot stand gekomen was, had ‘Ma Belle Amie’ een eigen karakter. “Het is heel simpel. Jij kan het ook”, zei Hans tegen iemand die hem interviewde. “Het is een typisch gitaarliedje, vind ik. Allemaal open lage akkoorden. Behalve dat tussenstukje: ‘Let the bells ring, let the birds sing’”.
Aan het blad Music Maker vertelde Hans in 1995: Ik heb het geschreven omdat een Vlaamse fan me had aangeraden eens iets in de Franse sfeer op te nemen”’
Cees de Man (met Donovan)
Hans van Eijck componeerde nieuwe songs. Maar in het ziekenhuis had hij tevens besloten niet meer op te treden. Peter Tetteroo bezocht Hans op zijn ziekbed. Hij wist hem terug te praten in de Tee Set. Na het min of meer geflopte ‘Mr. Music Man’ werd ‘Ma Belle Amie’ in het voorjaar van 1969 de nieuwe single van de groep. De Tee Set had intussen het initiatief genomen een eigen platenmaatschappij te beginnen, ‘Tee Set Records’, die door Negram gedistribueerd werd.
De eerste reacties op de single waren niet allemaal even geweldig. De groep kwam ermee op televisie. Peter: “’s Avonds gingen we uit. De portier van een of andere zaak zei: ‘Jullie waren op de televisie vanavond. Wat een rotnummer, wat een rotnummer. Ik heb nog nooit zo’n rotnummer gehoord!’”
Helemaal ongelijk had de man niet, bekende Tetteroo later. “Het is een heel apart liedje. Het schuifelt, het rommelt en het verandert steeds van ritme. Op dat ding is absoluut niet te dansen. Ik weet niet wat het is, Misschien is het de tekst. Ik denk dat het de hele ambiance van het nummer is, dat het zo apart maakt. Want het rammelt. Op een gegeven moment hoor je heel hard ‘Ja’. Dan hoor je het koor invallen. Het klappen gaat ongelijk. Het is achterop een bromfiets opgenomen. Dat soort dingen heb ik allemaal gehoord”.
Van Eijck was het met hem eens. “Ik herinner me heel goed, er is eens een diskjockey geweest, die zei dat op de radio. Daar waren wij ontzettend boos over. Dat ons laatste plaatje klonk alsof het achter op een brommer was opgenomen. Dat vonden we natuurlijk helemaal niet leuk. We hadden veel aandacht besteed aan de opnames. Alleen, hij had er wel gelijk in. Ik verbaas me er achteraf over dat we zoveel dingen lieten staan, zoals dat dan heet. Fouten. We waren wel gauw tevreden, hoor”.
Op 12 juli 1969 kwam ‘Ma Belle Amie’ binnen in de top 40 van Veronica, bleef er twaalf weken in staan en bereikte een zesde plaats. Dat was drie plaatsen hoger dan ‘Don’t you leave’, een nummer van ‘Emotion’. Ondanks sommige reacties had de groep dus een mooie comeback gemaakt.
Shocking Blue, de nieuwe groep van Robbie van Leeuwen, timmerde in die tijd eveneens hard aan de weg. Na een mislukte start met zanger Fred de Wilde probeerde Robbie het met zangeres Mariska Veres. Zoals bij de Tee Set ‘Mr. Music Man’ niet goed van de grond kwam, was ‘Long lonesome road’ in het voorjaar van 1969 zes plaatsen lager geëindigd dan voorganger ‘Send me a postcard (1968). ‘Long Lonesome Road’ verbleef slechts zeven weken in de top 40. Hoe nu verder?
Op 14 januari 2009 vertelde Robbie me: “‘I’m a woman’ zou de nieuwe single worden. Er moest nog een b-kant komen. Ik had een idee en werkte het uit. Na de opname besloten we meteen dat ‘Venus’ de a-kant zou worden. Platenmaatschappij Dureco had geloof ik al labels laten drukken, waarbij ‘Venus’ nog als b-kant werd aangemerkt”.
Het toeval wil dat ‘Ma Belle Amie’ en ‘Venus’ beide waren opgenomen in de Blaricumse Sound Push Studio (Huizerweg 13). Met dezelfde technicus: Dick Bakker. Bovendien verscheen ook ‘Venus’ van Shocking Blue precies op 12 juli 1969 voor het eerst in de top 40. ‘Venus’ kwam drie plaatsen hoger dan ‘Ma Belle Amie’ en bleef ook drie weken langer in de top 40 staan in 1969.
Internationaal succes
De competitie tussen ‘Ma Belle Amie’ en ‘Venus’, tussen de Tee Set en Shocking Blue, zette zich voort in het buitenland, met name Amerika. In Nederland kwam ‘Venus’ uit bij Dureco, de platenmaatschappij waarvan Rob Aardse de directeur was, en ‘Ma Belle Amie’ bij het Negram van Hans Kellerman. In Amerika werden beide singles op de markt gebracht door Colossus van Jerry Ross.
Op 13 december 1969 verscheen ‘Venus’ voor het eerst op de hitlijst van Billboard en steeg door naar de bovenste positie, twee plaatsen hoger dus dan in Nederland zelf. ‘Ma Belle Amie’ kwam op 24 januari 1970 binnen in de top 100 van Billboard en eindigde op nummer 5, één plaats hoger dan in het eigen Nederland. ‘Ma Belle Amie’ vertoefde twaalf weken in de Amerikaanse hitlijsten, dus precies even lang als in Nederland.
Hans Kellerman (rechts) overhandigt gouden plaat aan Tee Set
Manager Theo Kuppens (links)
Hoe was het allemaal zo gekomen?
In maart 1970 vertelde Peter zijn verhaal in het blad Muziek Parade (MP). Boven het artikel stond de kop: ‘Jan van Veen is de man achter de Amerikaanse hits’. Peter: “Wij hebben een eigen produktie-maatschappij en dat geeft ons de kans om dingen te doen waarvan wij weten dat zij muzikaal erg goed zijn, maar dat zij door minder mensen gekocht zullen worden”.
MP: “Ten tijde van ‘The Magic Lantern’ vertoefde in Zwitserland ene Jerry Ross en hij hoorde over de radio het nummer ‘Ma Belle Amie’. Jerry is direkteur van de agressief werkende Amerikaanse platenmaatschappij Colossus. Jerry spitste bij het horen van deze hit onmiddellijk de oren. Hij kwam erachter dat het een plaat uit Nederland was en hij greep de telefoon”.
Opnieuw Peter Tetteroo: “Hij belde met alle platenmaatschappijen hier, maar kwam geen stap verder. Uiteindelijk belde hij Veronica waar Jan van Veen de hoorn van de haak nam. Jan heeft het toen voor ons gemaakt. Hij zwoor over de telefoon, dat wij een absolute topgroep waren, dat wij hit na hit maakten, kortom hij en niemand anders zette Amerika op het spoor van wat nu in Amerika ‘the sound of the seventy’s’ wordt genoend. Een tijdje later, in Hamburg, hoorde Jerry Ross weer een nummer over de radio waar hij de oren voor spitste: ‘Venus’. Ook Shocking Blue moest eraan geloven. In Amerika heeft Jerry Ross echter eerst alle krachten gewijd aan ‘Venus’ zodat Shocking Blue de primeur had in Amerika”.
Shocking Blue volgde en verwerkte het succes vooral uit de verte, Peter Tetteroo niet. “Ik ben zelf naar Amerika gegaan om rond te kijken bij Colossus. De maatschappij heeft een modern kantoor op Broadway en daar werkt een kleine staf keihard aan het bekend maken van de weinige platen, die men uitbrengt (van de vijf eerste singels, die men uitbracht, werden er vier een hit in Amerika). Er werken vier mensen aan de promotie, één man bewerkt de pers en één de televisie. Er worden alleen al 9.000 singeltjes geperst voor mensen, die er wat mee kunnen doen (disc-jockeys, journalisten).
De distributie in Amerika gaat ook heel anders. Er zijn vertegenwoordigers, die bestellingen in een bepaald gebied opnemen en dan ineens voor dat rayon een bestelling opgeven. Ik was op het kantoor van Colossus toen er zomaar even 15.000 exemplaren van ‘Ma Belle Amie’ besteld werden”.
Peter gaf ook een verklaring voor het succes van ‘Ma Belle Amie’ en andere Nederlandse platen van dat moment, waaronder ook ‘Little Green Bag’ van George Baker, eveneens op Colossus, die de 21ste plaats aan het veroveren was. Tijdens zijn verblijf aan de overkant van de grote plas hoorde hij op de radio: “Dutch sound replaces the Beatles?”
Peter: “Er is niets bijzonders aan. Wat wij nu doen, doen wij al jaren. Onze muziek is niet te ingewikkeld, is melodieus en verveelt toch niet na een paar keer luisteren. Ik geloof dat wij het daarom presteren om in Amerika zowel op de Easy Listening hitparade te komen als de Top 100. Men wil dat rammelsoundje van ons in een tijd, dat alle popmuziek in Amerika zo progressief geworden is, dat men zich uitsluitend richt op elpee produkties en de singelmarkt voor wat hij is. Daar liggen de kansen, zoals een groep als Creedence Clearwater ook al begrepen heeft”.
Artikel Muziek Parade, maart 1970
De mythes
De betrokkenheid van Jerry Ross bij de internationale doorbraak van de Nederlandse groepen nam geleidelijk aan mythische proporties aan. De Amerikaan had overigens nog veel meer activiteiten dan zijn Colossus-label. In een interview met Artie Wayne bijna 40 jaar later, keek hij nog eens terug op die tijd.
“My wife, April, and I went with my sales manager, Hal Charm, to spend a couple of weeks in Europe, to set up distribution - our first time there. We went to Amsterdam, and our distributors take us out to lunch at this fancy upscale chrome and leather US-style diner. The jukebox is playing Wilson Pickett, Aretha Franklin, a lot of R&B stuff. Then this record comes on, with a charismatic guitar riff interlude. I call the manager of the diner over and ask him what is this? It’s a great record! He said they were a local group from Amsterdam called Shocking Blue and the name of the song is ‘Venus’. So we met with and signed the artists and secured the rights for their music for North America.
I put Mariska, the lead singer, and the group on the 45 sleeve and the rest is history. And the very next day, the same thing happened in Hamburg. I heard another song I liked playing on the jukebox. It turns out to be the Tee Set and ‘Ma Belle Amie’, so we fly back to Amsterdam and sign them as well!
We get back to the States and start a new label, Colossus Records, named after our new miniature poodle that we found in Las Vegas. The first record we release is ‘Venus’, which is an instant smash, followed by ‘Ma Belle Amie’ by the Tee Set. Then I heard and discovered ‘Little Green Bag’ with George Baker! We promoted these acts to radio and the trade papers as part of ‘The Dutch Invasion’, and did all sorts of promotions to call attention to their music”.
Een heel ander verhaal dus dan Peter Tetteroo aan de redacteur van Muziek Parade vertelde.
Uit de hoek van de Tee Set vernam ik de reden waarom ‘Ma Belle Amie’ later dan ‘Venus’ door Colossus op de markt gebracht was. “Jerry Ross wilde de singles per sé in stereo uitbrengen. ‘Ma Belle Amie’ was in mono opgenomen. Op verzoek van Colossus werd op 13 oktober 1969 door Dick Bakker alsnog een stereo-mixage gemaakt. Op 10 december 1969 werd een rekening naar manager Theo Kuppens gestuurd van 260 gulden, exclusief 12 procent btw. Het nog moeten maken van die mix gaf de doorslag: ‘Venus’ werd eerder dan ‘Ma Belle Amie’ uitgebracht, hoewel dat eigenlijk niet de bedoeling was”. Peter Tetteroo bevestigde dit verhaal in 1995.
Hoe zou het gegaan zijn als ‘Ma Belle Amie’ eerder was uitgebracht?
Die vraag valt niet te beantwoorden.
Ook Negram-directeur Hans Kellerman had een en ander te vertellen over het internationale succes van zijn groepen. Zijn woorden weken niet veel af van die van Peter Tetteroo. Henk van der Meyden van de Telegraaf tekende op 6 maart 1970 uit zijn mond op: “De befaamde beatgroepen die jarenlang de hitparades hebben beheerst in Amerika, zijn nu zó experimenteel geworden in hun muziek dat zij te veel muziek maken voor zichzelf en te weinig voor het publiek.
Deze groepen hebben hun muziek enorm geperfectioneerd, maar daardoor missen ze dat wat hun platen bij grote publiek zo prettig in het gehoor doet liggen. En als daar dan ineens een groep komt als Shocking Blue die, laat ik zeggen, toch een jaar achter ligt bij de huidige internationale ontwikkeling, dan zegt men: ‘O, wat een leuk fris geluid, wat goed’. En dat is hetzelfde bij de Tee Set en de George Baker Selection. Die jongens spelen misschien zoals een jaar geleden of anderhalf jaar geleden buitenlandse topgroepen speelden, maar dat sluit nu juist aan.
Je zou het kunnen vergelijken met de mode. Ontwerpers die succes hebben met een bepaalde stijl worden steeds extremer met hun modellen, en als men naar hun modeshow zit te kijken, denkt men: Dat is niet draagbaar; en dan zou men de voorkeur geven aan een model dat zij een jaar geleden maakten. Dat is nu hetzelfde met de muziek. De beatgroepen van naam hebben zich te veel in de underground gestort en maakten daardoor de plaats vrij voor groepen die met een eenvoudig simpel melodietje op de markt kwamen en eigenlijk helemaal niet zo hip waren als de undergroundstijl dat wel voorschrijft”.
Kellerman had een enigszins ander verhaal dan Tetteroo over hoe ‘Ma Belle Amie’ ontdekt was: “We moeten ons niet blind staren op Amerika. Shocking Blue en de Tee Set verkopen in heel Europa erg goed, en zelfs in Hong Kong worden hun platen gedraaid. De Amerikaanse producer Jerry Ross die al deze Nederlandse groepen aan zijn jonge maatschappij Colossus gebonden heeft, ontdekte Shocking Blue, toen hij een half jaar geleden met vakantie in Zürich was en in een discotheek hun plaat hoorde. Een paar weken later was hij in Hamburg en hoorde daar een plaat van de Tee Set; daarna kwam hij bij mij”.
In november 2001 had Kellerman, in 1928 geboren, nog meer te vertellen over hoe het gegaan was. Voor Warm Sounds tekende Michel Terstegen op: “In 1969 kwam er een Amerikaan langs, Jerry Ross. Hij was net bij Dureco geweest en had daar een deal gesloten over ‘Venus’ van Shocking Blue. Daar baalde ik geweldig van, want manager Cees van Leeuwen wilde dolgraag dat ik Shocking Blue zou uitbrengen. Dat had ik afgeslagen, want Van Leeuwen was een prima manager voor zijn artiesten, maar veeleisend voor de platenmaatschappij. Ik voorzag doffe ellende als ik opnieuw met hem in zee zou gaan. Doffe ellende is het even zo goed geworden, want ik had graag de eerste Nederlandse platenmaatschappij willen zijn met een nummer-1 hit in Amerika.
Ross had interesse in ‘Ma Belle Amie’. We werden het daarover eens tegen 50% van de royalties. Voordat hij wegging raadde ik hem aan ook eens naar mijn nieuwste single te luisteren, ‘Little Green Bag’ van George Baker. Die wou hij ook hebben. Hij verkocht van die drie singles miljoenen! Vlak voordat Jerry Ross zijn hele handel op de fles liet gaan, zocht ik hem op in New York en kreeg 30.000 dollar toegestopt. Ik stond in de metro te trillen van de zenuwen, want ze maken je daar al af voor 30 dollar. Cees van Leeuwen had het ook goed gedaan door in zijn contract met Dureco vast te leggen dat hij 50% van de royalties kreeg van de in het buitenland verkochte singles. Dureco had geen cent van Ross ontvangen, maar moest toch met Van Leeuwen afrekenen!”
Evert Wilbrink, 2006
Evert Wilbrink, medewerker van Hans Kellerman, corrigeerde de uitspraken van zijn directeur in het Platenblad. Volgens Evert ontving Negram een royalty van acht procent. Een laag percentage, maar een stuk logischer dan de 50 procent die Kellerman noemde. “Kellerman ging naar Amerika, gedeeltelijk om z’n nieuwsgierigheid te bevredigen hoeveel geld onze 8 % royalty deal nu zou opbrengen. De maandag erop kwam hij in jubelstemming terug.
We zouden binnenlopen. In plaats van een 8% deal was er een nieuwe van 14%. Dat zou vooral inzake de verkoop van George Baker singles heel veel op kunnen leveren. ‘Little Green Bag’ was hun allereerste single en eigenlijk al bijna af toen manager Joop Koekkoek er bij ons mee kwam leuren. Onderbaas Cor Aaftink en ondergetekende konden onze oren bijna niet geloven, omdat 1) de meegebrachte demo werelds klonk (de ook net uit het ei gekropen producer Richard DeBois hoefde er maar weinig aan toe te voegen) en 2) Joop Koekkoek en zanger-componist Hans Bouwens vroegen wat het moest kosten als wij dat uitbrachten. We maakten de meest perfect risicoloze deal uit de geschiedenis: zij hoefden ons niks te betalen voor het uitbrengen en Negram hoefde de Bakers geen royalties te betalen.
Cor en ik kregen van deze groffe deal steeds meer spijt en toen Kellerman met z’n super-verbeterde deal met Jerry Ross van het Amerikaanse Colossus Records aan kwamen zetten, waagden wij het om voor te stellen Hans Bouwens en z’n maten toch achteraf een percentage per verkochte plaat te betalen. Kellerman was mordicus tegen. ‘Stel je voor dat ze in Amerika een miljoen verkopen en we geven ze een dubbeltje per single...da’s 100.000 gulden!’ Daar kon je in die tijd bijna tien Ford Mustangs van kopen [de auto waar Kellerman in reed, HK].
Aaftink vond de nieuwe deal overigens te mooi om waar te zijn en vroeg mij bij Kellerman langs te gaan en de papieren eens na te lezen. ‘Sodemieter op!’, zei deze, ‘dat gaat je geen moer aan!’ Cor was wat aanhoudender en legde een half uur later alsnog de hand op de documenten. Groot was onze verbazing dat wij nu onze plaatjes niet tegen 8% door Colossus lieten verkopen, maar dat we over onze eigen Europese verkopen nu ineens 14% aan Jerry Ross moesten betalen. Een ordinaire bedriegers-truc waar Kellerman met open ogen ingetuind was.
Een geluk bij een ongeluk, nou ja, in de meest cynische zin van het woord dus, was dat Ross niet lang daarna failliet ging. We kregen weliswaar geen cent over de twee Amerikaanse hits betaald, maar... we hoefden dus ook Jerry Ross ondanks die jammerlijke handtekening van m’n baas niet over onze eigen verkopen af te rekenen. Het verhaal Jerry Ross (dat van november 1969 tot maart 1970 duurde) is volgens mij de zwartste bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis. Bijna tegelijk drie Nederlandse top 10-hits in Amerika, waanzinnig! Nooit eerder vertoond en zelfs nooit meer dichtbij gekomen. En dan op het hoogtepunt volkomen genaaid worden... Geen cent. Gelukkig kreeg Willem van Kooten als mede-eigenaar van Shocking Blue jaren later nog de nodige publishing-inkomsten uit de States toen ‘Venus’ nog twee keer op het hoogste podium stond in de uitvoeringen van ‘Stars on 45’ en Bananarama, maar volgens mij is hij de dag dat Colossus failliet ging in de ‘no more mister nice guy’-modus gaan opereren”.
Zanger Peter Tetteroo, samen met Hans van Eijck, de auteur van ‘Ma Belle Amie’ bleef Jan van Veen prijzen voor diens rol in het succes van ‘Ma Belle Amie’.
In een interview met Jimmy Tigges in 1995 vertelde hij de nieuwste versie van het steeds weer andere Jerry Ross-verhaal. “We hadden een hele grote fan, die zat in de kassenbouw. Die zei: ik ga naar Zwitserland. Dan neem ik een hele zooi plaatjes mee en die laat ik draaien in de discotheken daar. Die jongen was niet te stuiten. Dus die bleef maar zeuren bij een diskjockey in Zürich dat-ie ‘Ma Belle Amie’ moest draaien. Uiteindelijk deed die jongen dat, misschien niet spontaan, maar toch.
In die discotheek liep ene Jerry Ross rond, dj van een toonaangevend Amerikaans radiostation en eigenaar van het Colossus-label aldaar. Ross informeerde bij die diskjockey waar dat nummer vandaan kwam. Die had geen idee, maar wist wel dat hij het plaatje van een Hollander had gekregen. Dus Ross ging op zoek in Nederland. Maar al die platenmaatschappijen waarbij hij aanklopte hadden zogenaamd nooit van Tee Set gehoord. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Jan van Veen van Radio Veronica. Die had een eigen muziekuitgeverij. Als je je plaatje niet bij die uitgeverij onderbracht, dan werd het bij Veronica niet gedraaid. Ze vonden het sowieso een waardeloos liedje, dus draaiden ze het helemaal niet. Door onze eigen inzet is het toch nog een hit geworden in Nederland. Van Veen had de uitgeversrechten niet meer. Ross vertelde hem dat het een geheide nummer 1 hit zou kunnen worden in Amerika, blabla. Dus Van Veen baalde als een stekker. Die heeft gauw de helft van de rechten teruggekocht.
Ross zat intussen in Engeland. Dus wij met zijn allen naar Londen. Eerst hebben we daar alle striptease-tenten bekeken, totdat we geen tiet meer konden zien. Daarna zijn we naar het Hilton gegaan waar Ross een enorme suite had gehuurd. Hij stuurde iedereen naar de hotelbar. Mochten ze zoveel drinken als ze wilden op zijn kosten. Alleen ik moest blijven, met Theo Kuppens [de manager van Tee Set] en Jan van Veen. Ik had van de rest allerlei instructies meegekregen. Ross zei weer: ik ben ervan overtuigd dat het nummer 1 wordt in Amerika. Ik had dat soort verhalen meer gehoord. Maar ik dacht ook: beter één procent van iets dan honderd van niets. Dus ik ben akkoord gegaan. Jan van Veen verkocht meteen ‘Venus’ van Shocking Blue aan Ross en ook ‘Little Green Bag’ van George Baker Selection, van dezelfde maatschappij, maakte deel uit van de deal”.
Al die verhalen deden me besluiten zelf eens aan Jan van Veen te vragen in hoeverre hij nu precies bij ‘Ma Belle Amie’ betrokken was. Een bekend gezegde in de muziekbusiness is dat hits vele vaders hebben en een flop een weeskind is. Hoe zou Jan zijn aandeel omschrijven anno nu?
Tijdens een gesprek op 3 augustus 2012 was de deejay zeer terughoudend.
“Van dat telefoongesprek met Jerry Ross kan ik me in elk geval niets herinneren. Ik was wel enthousiast over de Tee Set. ‘Ma Belle Amie’ vond ik een mooi nummer. In 1969 hadden we bij Veronica een eigen muziekuitgeverij. Charlie Ritton runde die. ‘Ma Belle Amie’ was ondergebracht bij uitgeverij Dayglow van Willem van Kooten. Omdat ik het nummer vanaf het begin zag zitten heb ik me ingespannen de publishing-rechten te verwerven. Willem was bereid de helft van de rechten aan Veronica Music af te staan tegen betaling van 500 gulden. Zo is het geregeld.
Aan het einde van de zomer van 1969, in augustus of september, waren de twee partners van Colossus Records in Nederland. Je hoort meestal alleen de naam van Jerry Ross. Maar hij deed alles samen met Hal Charm. Samen met Hans Kellerman, directeur van platenmaatschappij Negram, zijn ze bij me thuis geweest op het Annapad in Loosdrecht. Die avond heeft er heel wat drank gevloeid. Maar er werden ook zaken gedaan. Bij mij thuis is de deal gemaakt dat Colossus de single ‘Ma Belle Amie’ in Amerika zou gaan uitbrengen. Dat gebeurde enkele maanden later, in 1970. Dat was mijn rol, niet meer en niet minder”.
Hans van Eijck legt uit hoe hij 'Ma Belle Amie' gecomponeerd heeft
Wat een verhalen en dat allemaal over een simpel liedje dat Hans van Eijck met zijn Spaanse gitaar in bed schreef omdat hij een auto-ongeluk had gehad.
Harry Knipschild
7 september 2012
Met veel dank aan Hans van Vuuren voor het beschikbaar stellen van zijn Tee Set-archief
* Hans Kellerman is op 10 september 2012 in Amstelveen overleden
Clips
* Tee Set, Ma Belle Amie, 1969
* Creedence Clearwater Revival, Looking out my back door, 1970
* Interview met Jerry Ross, 2012
* Creedence Clearwater Revival, Looking out my back door, 1970
* Interview met Jerry Ross, 2012
Literatuur
Peter Tetteroo: ‘Steeds minder haat en nijd in de nederpop’, Hitweek, 30 augustus 1968
‘Peter Tetteroo: Jan van Veen is de man achter de Amerikaanse hits’, Muziek Parade, maart 1970
Henk van der Meyden, ‘Hoe komen drie Nederlandse groepen op de Amerikaanse hitparade?’, Telegraaf, 6 maart 1970
‘Tee Set in het goud’, Telegraaf, 22 juli 1970
Evert Wilbrink, ‘Tee Set kan omzien op succesrijk jaar’, Parool, 12 december 1970
Kees Korenaar, ‘Iedereen was toch op de teepartij’, Oor, 19 augustus 1971
‘Interview Tee Set’, Music Maker, februari 1995
Michel Verstegen, ‘Het verhaal van Hans Kellerman, een vrijbuiter in de Nederlandse platenwereld’, Warm Sounds, november 2001
Evert Wilbrink, ‘Grammofoonplatenmaatschappij Negram’, Platenblad, 13 juni 2003
‘Interview Artie Wayne met Jerry Ross’, website Spectropop, gedownload 23 augustus 2007
Jimmy Tigges, Delftse toeren, 2011 (2004)
Harry Knipschild, 'Jan van Veen, intensief betrokken bij de popmuziek’, website Harry Knipschild, 7 augustus 2012
- Raadplegingen: 34236