516 - Norman ‘Hurricane’ Smith – hits op leeftijd
In 1972 verscheen ‘Hurricane’ Smith in de internationale hitlijsten. Met het zelf geschreven, zelf gearrangeerde, zelf geproduceerde ‘Oh babe, what would you say’ bereikte hij bij ons de derde plaats in de top 40. Het was niet zijn enige hit. Ook ‘Don’t let it die’, ‘My Mother was her name’ en ‘Who was it’ haalden hoge klasseringen in de lijst, die wekelijks door radio Veronica gemaakt en uitgezonden werd.
‘Hurricane’ Smith was geen jonge man, toen hij met zijn singles erkenning kreeg – integendeel. Op 22 februari 1973 vierde de Engelsman zijn vijftigste verjaardag. Hij had al een lang leven in de muziekwereld achter de rug. Norman Smith, zoals hij in werkelijkheid heette, had carrière gemaakt omdat hij vanaf het begin in de opnamestudio achter de knoppen zat bij de Beatles.
Norman Smith met de Beatles in de studio
Beatles Monthly
De Beatles werden anno 1963 in korte tijd zo populair dat de Brit Sean O’Mahony op het idee kwam om een maandblad uit te geven dat helemaal aan de groep uit Liverpool gewijd was. O’Mahony had sinds begin van dat jaar ervaring als uitgever van het Britse vakblad Beat Instrumental. Hij nam contact op met de Beatles en hun manager, Brian Epstein en wist hun medewerking te verkrijgen.
In augustus al verscheen het eerste nummer van ‘The Beatles Monthly’ (‘Beatles Book’). Het was een goede greep. In korte tijd steeg de oplage van 80.000 naar ruim 300.000. Johnny Dean was de hoofdredacteur van beide bladen. Van (eventuele) kritische artikelen was natuurlijk geen sprake.
Beatles Monthly stond vanzelfsprekend boordevol foto’s van de Beatles. De redactie volgde hun activiteiten op de voet. Hun fanclub, onder leiding van Anne Collingham en Bettina Rose, kreeg alle gelegenheid om zich in de kolommen van het maandblad te etaleren. Een vaste rubriek was ‘Letters from Beatle people’. Billy Shepherd schreef in het tijdschrift al snel een biografie over de groep, die tevens als boek werd uitgegeven. Elke maand werd een Beatle-song uitgelicht. In de rubriek ‘Beatle pen pals’ werden de namen en adressen afgedrukt van lezers die zo elkaar in contact konden komen. Allerlei Beatle-producten werden te koop aangeboden. De ‘marketing’ van de Beatles nam al snel vaste vorm aan.
Helpers van de Beatles in Beatles Monthly
Behalve aan de vier muzikanten werd in het tijdschrift tevens aandacht besteed aan diegenen die hen zakelijk of anderszins terzijde stonden. Zo kwamen er artikelen over manager Brian Epstein en George Martin, die namens platenmaatschappij EMI als Artist & Repertore-manager verantwoordelijk was voor de productie van de singles, ep’s en albums, die op geregelde tijden met groot succes verschenen. Roadmanager Mel Evans werd in het januari-nummer van 1965 in het zonnetje gezet – in april Dick James, uitgever van hun liedjes.
Norman
Een maand later, in mei 1965, kreeg Norman Smith voor het eerst het woord. Pete Goodman wijdde twee artikelen aan de man die instond voor de techniek, de geluidskwaliteit. In het blad werd hij omschreven als ‘a backroom boy who deserves a spot of spotlight’.
Ook toen al kwam aan de orde dat Smith de jongste niet was. Hij was ‘greying’, grijs aan het worden op 42-jarige leeftijd, netjes getrouwd, woonde in Edmonton (Londen), waar hij ook geboren was (op 22 februari 1923).
Norman voelde zich aangetrokken tot het muziekvak. Toen hij zeven jaar was (in 1930 dus) begon hij te trommelen. Later kreeg hij belangstelling om de trompet en andere blaasinstrumenten te gaan bespelen – en zelfs vibrafoon. Toen brak de Tweede Wereldoorlog uit. Norman kwam terecht bij de Britse luchtmacht en wist te overleven. “I came out of the R.A.F. in 1947”.
Als muzikant kwam Norman niet verder, vertelde hij aan de redacteur. “I did the usual round of auditions, got nowhere. Most of the plum bigband jobs had gone”.
Norman Smith in het leger
In de techniek
Een mens moet wat doen om aan de kost te komen. Het muzikantenvak leek voor hem niet meer weggelegd. “Eventually he decided to try for a production job in music and jazz programmes on the BBC”.
Voor de lezers van het Beatles-blad was het blijkaar niet zo interessant te weten wat er in die tussentijd allemaal gebeurd was. In de avonduren had Norman lessen in techniek gevolgd. Dat was alles. “He wanted to start at the bottom in the engineering business. He sampled night school classes”.
Zo was hij zeven jaar vóór 1965 als technicus bij platenmaatschappij EMI terecht gekomen.
BBC-handboek
Norman had zo zijn gedachten over hoe muziek in de studio moest worden vastgelegd. Volgens hem werd er te weinig aandacht aan het drumgeluid besteed. Kwam dat omdat hij als kind was gaan trommelen? “He says he was disappointed about the general balance of music programmes – felt not enough was made of rhythm sections”.
Het irriteerde hem bovendien dat de opnameleiders intensief gebruik maakten van galm. Zelf hield hij van een ‘droog’ geluid, liet hij opschrijven. In de jaren dat hij bezig was het vak van technicus onder de knie te krijgen, werd hem door EMI de gelegenheid geboden om met zijn ideeën te experimenteren. “It was just before we recorded the Beatles on their first disc that I’d become established enough to try out my own ideas in the studio. I suppose I had a bit to do with the birth of the Mersey Sound. For a start we kept their recordings fairly ‘dry’ – I was fed up with the sound of echo chambers”
Komst van de Beatles
Met veel moeite wist manager Brian Epstein een platencontract tot stand te brengen. Daarbij maakte hij gebruik van zijn status als verantwoordelijke persoon bij NEMS, een belangrijke muziekwinkel in Liverpool. Niet iedereen stond te juichen toen het viertal in de studio arriveerde – ook Norman Smith niet. “When I first met the Beatles? Let’s be honest: they didn’t strike me as being a musical group”.
Ervaring hadden ze niet, meende Smith zich een paar jaar later te herinneren. “They didn’t have much of a clue about sound recording. In fact, they were an absolute headache”.
Als gevolg van zijn eigen experimenten kon hij de nieuwe artiesten overhalen om zijn ideeën te beproeven. “Around this time, I was trying something new. Normally vocalists were always tucked away in a little vocal booth, away from the others. I thought this was silly – they were cut off from the excitement, the feeling. So I got the vocal microphones out, kept the four boys together”.
Het resultaat was niet meteen zoals hem voor ogen stond. “They just weren’t producing a good sound. In fact, it was a diabolical sound”.
Gelukkig konden de jongelui er zelf om lachen. “If the sound didn’t impress me, what did was their sense of humour, their sense of calm. Just call it star quality. Their simplicity is appealing. They’re likeable chaps”.
Decibellen
In het interview keek Smith nog eens terug, voor zover hij zich dat nog kon herinneren. “The first session: it was really John and George and Paul. Ringo had just joined and was put right at the back, being used rather like a puppet. We started talking technicalities, George Martin and I and the boys tended to send us up.
Actually, John Lennon calls me ‘Normal’ Smith. And Paul refers to me as ‘Two DB’s Smith’. It means decibels, a technical term.
George Martin and I had talked about getting more bass from Paul.
I’d said: ‘We can’t stand more than two DB’s’”.
Met de kerst bleek dat de Beatles de woorden van de technicus niet vergeten waren. “The boys sent me a pair of gold cuff-links at Christmas... addressed to ‘Two D-B Smith’”.
Voor de eerste sessie hadden de jongelui hun eigen apparatuur uit Liverpool meegenomen naar Londen. Maar ze hadden wel oor naar de ideeën van een wat oudere man als Norman Smith. “The Beatles soon showed they had definite ideas. But they’ll always listen to somebody who has something new to offer. It is really a team, recording the Beatles.
No, at that first session, we didn’t know, we didn’t know we were at the start of a phenomenon.
When I first heard about doing a session with them, they were completely new to me.
I thought to myself: ‘Oh, they’re probably a shaggy-dog group, wet behind the ears, a run of the mill lot’. But their attitude and keenness soon got rid of that idea.
We really did have troubles with them, though. We took a rough take of ‘Love Me Do’, then played it back to the boys. Their own equipment was all wrong.
We fixed Paul up with our own bass speaker and amplifier. Tied bits of string round John’s equipment. There were crackles and pops, troubles with the cymbals. I remember thinking that we couldn’t perform miracles”.
Smith stond niet alleen met zijn kritische houding. Ook producer George Martin maakte opmerkingen. “George had a go at them, too. Anyway, after a lot of chat, George said to them: ‘OK, we’ve had a few criticisms to make about you – you’ve been very patient. Anything you’re not happy with about us?’
George Harrison eyed him. And said: ‘Yes, I don’t like your tie’”.
Aan het einde van het eerste artikel liet de technicus weten dat niet alle opnamen gebruikt waren. Enkele gingen de archieven van EMI in – voor later eventueel.
“Sometimes the boys really send us up. As a matter of fact, we’ve recorded some of their cracks into the microphones. The tapes have gone into the archives at EMI. One day, I suppose, they’ll be part of the history of pop music”.
Het tweede artikel over Norman Smith in Beatles Monthly
Norman Smith had een heleboel te vertellen. Genoeg voor Pete Goodman om er meer regels aan te besteden. In het juni-nummer van 1965 liet hij de technicus opnieuw aan het woord over zijn ervaringen. Smith was er immers steeds bij geweest: “I’ve been on all their sessions. I even went to Paris with them – they did ‘Can’t Buy Me Love’ there”.
Volgens hem hadden de Beatles een en ander geleerd sinds die eerste opnamen in 1962. “I think they’re much more fussy these days – more hit parade conscious, if you see what I mean, in terms of sound. They’re absolutely determined not to duplicate tempos, or intensity of sound. They want to come up with something different each time in the studio”.
Als de mensen in de studio met eigen ideeën kwamen, voerden ze die soms plichtmatig uit. “Maybe we put forward a suggestion. If the boys don’t like it, they’ll try it just the same – having turned up their noses. They then do it as badly as they can – until we get the point and forget all about the suggestion!”
Paul McCartney, Norman Smith, George Martin
Volgens Smith kon McCartney niet altijd even goed duidelijk maken wat hij bedoelde. “Paul has a lot of musical ideas, though he’s not so good at expressing them. I suppose there’s been only one song that has got us beat – it’s one written for the new film [‘Help!’]. I’m not supposed to mention the title, but it’s proving a problem for us”.
Over de rol van Ringo Starr in de groep liet Norman weten: “He still doesn’t have a lot to say. He’ll start off with one sort of rhythm, then be enlighted by John and Paul as to the particular way they ‘hear’ it in their original song. Usually, they make the point by referring to some American disc that I probably have never heard of. Ringo then comes up with it. It’s fantastic the closeness of the group – the way they’re all on the same wavelength and read each other’s thoughts”.
Meer tijd in de studio
De Beatles waren zo belangrijk voor EMI geworden dat het bedrijf de vier muzikanten meer studiotijd gunde. Hun hele eerste album hadden ze nog in één dag opgenomen. Daarover vertelde hij: “There was the ‘Twist and Shout’ session, too. A tremendous day’s recording – an all-time record for the Beatles. We did thirteen titles in ten hours – all for the first LP. A day of musical excitement. Their voices must have been rasping. But John suddenly thought of ‘Twist and Shout’ and said he wanted to do it. We felt sure his voice would never stand it. But it was done in one ‘take’. No over-dubbing”.
Eerste album van de Beatles
Nu ging het wat rustiger. “I’d say they are rather slower in the recording studios now than they were in the early days. It’s a matter of comparison.
The Beatles don’t like working in the mornings. They always want to get some play time in, and that’s usually most of the night. So if they turn up in the mornings, you don’t get much done. It’s really just loosening up. And of course they make jokes. I think Paul is probably my favourite humorist – some of the things he says tickle me pink”.
Norman Smith wist waar hij het over had. “I also do the engineering for Manfred Mann, Billy J. Kramer, Freddie and the Dreamers, Cliff Bennett and the Rebel Rousers, Johnny Kidd and so on. So I can compare”.
In die tijd werd op vier sporen opgenomen: “Normally, we do four-track recording for the Beatles – Ringo and Paul on one track, then John and George, the the voices, then any extras like maraccas”.
Je kon de vraag verwachten van een interviewer – wat was het favoriete Beatle-nummer van de technicus?
“My own favourite Beatle song? Hard to say. But ‘This Boy’ rates very high – I remember that as a thoroughly enjoyable session. The boys didn’t think it was all that great at the time. But I think they’ve got a sneaky feeling for it now, after all our plugging for it”.
De Beatles waren een stuk beter geworden, vond hij. “They certainly know what they want. In that sense, they’ve really improved since their very first session. I don’t know what to say about their songs. I mean, nobody could have foreseen how important they would be in the world of music”.
De toekomst van Norman Smith
De geluidsman besefte dat zijn rol in de carrière van de jongelui uit Liverpool ook in andere opzichten goed voor hem kon uitpakken. Hij was immers zelf muzikant geweest. Zijn ambities had hij in eerste instantie moeten wegstoppen. Maar wie weet, wat voor kansen hij nog zou krijgen.
“Norman Smith is obviously proud of the part he played in capturing Beatle techniques on record. An ever present member of the team, in fact, since the day when the boys first wandered wonderingly into the studios in Abbey Road, North London. His personal ambition is to produce hit records himself, as A&R man.
And he says: ‘I’m also keen on song writing. The ‘b’ side of Freddie Garrity’s latest, ‘Things I’d like to say’, was one of mine – I did it specially for Freddie. And I’ve written a lot of others – so the ambition is to have a a hit in that way, too”.
Freddie was de zanger van Freddie & The Dreamers. De groep had top tien hits met ‘If you gotta make a fool of somebody’, ‘I’m tellin’ you now’, ‘You were made for me’ en ‘I understand’. In het schrijven van eigen liedjes waren ze minder bedreven.
Pete Goodman eindigde zijn tweede artikel met de opmerking: “The man who wanted to be a musician but ended up a top recording engineer has led a well-varied life. And there’s a lot of variety yet to come with the Beatles. That’s for sure”.
Het vervolg: Norman Smith als producer
De ambities van Norman Smith namen vastere vorm aan in 1966. In augustus van dat jaar kon je in Beat Instrumental lezen: “Until recently the name Norman Smith was synonymous with the Beatles, Cilla Black, Manfred Mann and many other famous recording names. He was the sound balancer on all their discs. Now he is a record producer in his own right, having stepped into the gap which George Martin left at EMI when he formed A&R”.
Norman Smith was George Martin bij EMI opgevolgd als producer. Toen hem gevraagd werd aan welke kwalificaties zo iemand moest voldoen, antwoordde hij: “I should say there are three things he must possess. Firstly, a musical knowledge, secondly the gift for the job, thirdly technical skill.
Obviously the producer must know how to express himself in music. He should be able to read arrangements, run through them. The gift, you must have, of course; without that you needn’t bother. You should be able to picture sounds. You must be able to get into a number and sort out the sounds at their source. And technical skill is very necessary. You should understand the ins and outs of the machinery you’re working with”.
Wat vond hij in zijn nieuwe positie van het vak van geluidstechnicus?
“This is a subject which is very close to my own heart. I believe the producer should bring the balancer into the production of a record right from the start! The whole thing should be a team effort right through. It’s very disconcerting for a sound balancer when he’s told at some intermediate stage to fix up a certain type of sound or effect. He should be part of the project right from the selection of a number. It’s so much better for him psychologically. He’s very important and should not be made to feel like a ‘backroom boy’”.
Die opmerking kwam niet zomaar uit de lucht vallen. “I must admit that I have had to experience something similar. Now I look upon my balancers with a certain degree of understanding”.
De redacteur, Kevin Swift, gaf een opsomming van de artiesten die Smith op dat moment voor EMI had aangetrokken: Herbie Goins, Bruno, The Sullivan James Band, Gulliver’s People, The Elcourt.
producer van Pink Floyd
Het succes bleef nog uit. Maar het kwam wel. Het was Norman Smith die namens EMI de groep Pink Floyd onder contract nam. Hij trad op als producer van de single ‘See Emily Play’ en de albums ‘A Saucerful of Secrets’ en ‘Ummagumma’. In sommige opnamen van de groep zat hij achter het drumstel en liet hij zelfs zijn stem op de achtergrond horen.
Smith was als producer tevens betrokken bij albums van de Pretty Things (‘S.F. Sorrow’) en Barclay James Harvest (‘Once Again’).
Zanger?
Met al zijn ambities ging Norman Smith door – en zo werd hij Hurricane Smith, de artiest die met eigen liedjes zelf ging scoren. In 1972, op het hoogtepunt van zijn eigen carrière raakte Rob Bakker, redacteur van het Veronica-blad met hem aan de praat tijdens een ‘werkbezoek’ aan Nederland. “Ik ben nu 49, maar ik voel mij 28”, met die woorden begon het interview.
Over zijn verre BBC-verleden vertelde Smith: “Ik stierf bijna van de honger toen ik besloot productie te gaan doen. Ik ging naar de BBC, waar iemand mij vroeg of ik iets van techniek wist. Ik zag mijzelf al lopen in een overall en een oliespuitje in de hand. Later kwam ik er achter dat het allemaal met electronica te maken had. Ik volgde hierna een avondschool waar ze me van alles over electronica bijbrachten.
Toen stond er een advertentie in de krant, waarin de BBC om een opname-assistent vroeg. Ik ging erop af en werd aangenomen. De eerste tijd deed ik niets anders dan thee zetten en de studio schoon houden. Ik hield mijn oren en ogen goed open en na een maand of drie was ik sound-engineer”.
Over zijn begintijd bij EMI: “Mijn eerste hit was met Shane Fenton. Hierna kwamen de Beatles. Dat was de werkelijke doorbraak voor mij. Ik werkte met hen op alle albums tot en met ‘Rubber Soul’”.
Norman wordt Hurricane – voor even
Rob Bakker: “Opnametechniek was niet het enige talent van Hurricane Smith, hij kon ook nog zeer aardig liedjes maken. In de tijd dat hij producer was werden zijn liedjes door onder anderen Billy J. Kramer, The Shadows, Freddie and the Dreamers en de George Martin Orchestra opgenomen. Andere wapenfeiten uit zijn verleden zijn werkzaamheden voor P.J. Proby en Cilla Black.
Op een goede dag zat hij in de studio te wachten op een of andere groep. Om de tijd te doden pingelde hij wat op de radio. Plotseling kwam toen die wijs van ‘Don’t let it die’ in hem op. Tot zijn stomme verbazing vonden de aanwezigen zijn stem niet onaardig. Het liedje werd opgenomen en uitgebracht en tot ieders verrassing werd het een daverende hit”.
Hurricane Smith in Top Pop
Smith: “Hierna maakte ik een fout. Na ‘Don’t let it die’ nam ik een liedje op dat in de zelfde sfeer lag, ‘Write the music’, wat grandioos flopte. Maar hierna zat het weer gebakken met ‘Oh babe, what would you say’. De nieuwe single is ‘Who was it’”.
Volgens Rob Bakker bleef Norman erg nuchter onder het succes. “Hij zei: ‘Als ik twee maal achter elkaar een flop heb dan stop ik ermee. Ik vind dat je ermee moet stoppen als het publiek er geen zin meer in heeft’.
Bovendien maakt de ‘zanger’ duidelijk dat zijn solo-carrière slechts bijzaak was. “Hij blijft zijn werk in de Abbey Road studio’s gewoon doen. Eigen opnamen pikt hij erbij zolang als dat kan”.
top 40, 22 juli 1972
De solocarrière van de geluidstechnicus strandde snel. Hurricane Smith verdween uit de schijnwerpers en werd weer ‘normaal’ – dat is ook de bijnaam die hij van Beatle John Lennon kreeg. In 2007 publiceerde Norman zijn memoires die hij John Lennon Called Me Normal noemde. Een jaar later, in 2008, kwam Norman Smith op 85-jarige leeftijd te overlijden.
Harry Knipschild
5 januari 2024
Literatuur
Pete Goodman, ‘Norman Smith talks about balancing the Beatles’, Beatles Monthly, mei 1965
Pete Goodman, ‘Norman Smith continues talking about balancing the Beatles’, Beatles Monthly, juni 1965
‘Star balancing with Norman Smith’, Beat Instrumental, juni 1965
‘How to become a recording engineer’, Beat Instrumental, oktober 1965
Kevin Swift, ‘Norman Smith – A&R man’, Beat Instrumental, augustus 1966
Alan Smith, ‘Beatles Were Awful... They Talked Their Way Into A Recording Contract’, New Musical Express, 10 juli 1971
Rob Bakker, ‘Hurricane Smith’, Veronica blad, 21 oktober 1972
‘Beatles engineer dies at 85’, BBC, 7 maart 2008
- Raadplegingen: 1244