534 - Slim Whitman, romantische zanger met een bijzondere stem
Op 5 oktober 1991 wijdde het Amerikaanse vakblad Billboard een hoofdartikel aan de op dat moment zo populaire rock-artiest Bryan Adams. Van zijn nieuwe single waren alleen al in Groot-Brittannië meer dan 1,2 miljoen exemplaren verkocht en dat terwijl er überhaupt steeds minder singles over de toonbank gingen. Met die verkoop werd het record van ‘Power of Love’ (Jennifer Rush, 1985) ruimschoots overtroffen. ‘(Everything I Do) I Do It For you’ was in Groot-Brittannië bovendien de meest verkochte single ooit van A&M Records, het bedrijf dat door Herb Alpert en Jerry Moss opgezet was.
Adam White in Billboard: “Put Bryan Adams into the record books. His single ‘(Everything I Do) I Do It For You’ last week became the longest-running No. 1 hit ever in Britain. It occupied the summit for 12 consecutive weeks, one week longer than the previous record-holder, Slim Whitman, spent at the top with ‘Rose Marie’ in 1955”.
Een record – op naam van Slim Whitman – werd na 36 jaar eindelijk verbroken. Bryan Adams kon zijn plaats in het Guinness Book of Records eindelijk overnemen.
Van Bryan Adams terug naar Slim Whitman
Bryan Adams is in 1959 geboren, Slim Whitman op 20 januari 1923 – 101 jaar geleden – en wel in Tampa (Florida), de plek waar Dries van Kuijk (‘kolonel’ Tom Parker, 1909-1997) terecht kwam toen hij Breda verruilde voor de Verenigde Staten.
Slim heette in werkelijkheid Ottis Dewey Whitman. Hij was een van de zes kinderen van Lucy en Otis Whitman. Evenals andere jongetjes in die tijd werd Ottis gegrepen door de country- en jodelmuziek van Jimmie Rodgers (1897-1933). Als artiest werd hem later de voornaam ‘Slim’ opgedrongen – naar een andere jodelaar, de Canadees Wilf Carter (1904-1996), die optrad als Montana Slim.
Whitman junior was niet zonder gebreken. Op jeugdige leeftijd zou hij last van stotteren gehad hebben. “If someone pointed a finger at me, I couldn’t talk. I would stutter”, vertelde hij in een interview.
Ottis had nog een probleem. Hij verloor een vinger aan zijn linkerhand toen hij aan de slag ging bij een vleesverwerkingsbedrijf in Tampa. ‘Slim’, zoals we hem nu maar blijven noemen, wilde het liefst carrière maken in de sport, als bokser of honkballer. Daar kwam niet veel van terecht.
Muziek
Whitman zocht zijn heil in de muziek. Dat kwam van pas tijdens de Tweede Wereldoorlog toen hij in de Stille Zuidzee gelegerd was, waar de Amerikanen tegen de Japanners – de Jappen – vochten. “During his war service between 1943 and 1946 he entertained his shipmates – ‘battle-weary’ – with some versatile guitar pickin’ and the odd yodel. And very fruitful, too”, schreef Bill McAllister in 1971.
Na de oorlog probeerde Slim van alles uit om te kunnen leven. Evenals zijn vader bracht hij post rond, werkte in de haven van Tampa en trad op als artiest met groepen als de Variety Rhythm Boys en de Light Crust Doughboys. Door zijn samenwerking met die laatste groep kreeg hij de bijnaam ‘The Smiling Starduster’. ‘Stardust’ was in die tijd een populaire song.
Tom Parker
Whitman werd in 1948 ontdekt door ondernemer Tom Parker, die zich al eerder gemanifesteerd had met het organiseren van circussen en in die tijd tevens optrad als manager van zanger Eddy Arnold (‘The Tennessee Plowboy’). Parker wist hem een contract te bezorgen bij platenmaatschappij RCA.
In een tv-interview vertelde Slim: “I started in Tampa where I was born. One morning there was a man with a big cigar in a radio station in Tampa. I didn’t know him. He was a friend of the program director, who invited him down to watch me. After the program he came up and he said, ‘I’m Tom Parker. I manage Eddy Arnold. You’re pretty good, but not as good as Eddy. I like what you were doing. I’ll take an acetate [lakplaat] to RCA’.
So he did and RCA called me. It was my first record contract. We moved to Nashville because of Tom. He was managing Eddy Arnold, so he took me over to his stepson, Bob Wallace. We came to work in Louisiana”.
In Billboard van 30 april 1949 werd Eddy Arnold flink in het zonnetje gezet omdat er van ‘Bouquet of Roses’ meer dan een miljoen stuks verkocht waren. Met ‘Don’t rob another man’s castle’ was hij die week tevens geklasseerd als nummer één in de lijst van best verkopende ‘folk’ artiesten.
Het lijkt erop dat Parker van zijn positie als manager van Arnold probeerde te profiteren door Whitman naar voren te schuiven – maar zonder het gewenste resultaat.
In het begin van zijn carrière trad Elvis Presley regelmatig op als openingsact voor Slim Whitman.
Billboard 30 april 1949, voorpagina
Slim wilde niet met Eddy Arnold vergeleken worden. In plaats daarvan ging hij op zoek naar een eigen stijl. “When I started singing, the mail came in saying, ‘Hey, you’re great. You sound just like Eddy Arnold’. That’s when I switched into my own thing. I had been doing everything the same as him, so I raised it up to a higher key and got into a little faster thing”, vertelde hij in 1981 aan journalist Richard Harrington.
Na nog twee singles (‘Please paint a rose on the garden wall’ en ‘I’ll never pass this way’) kwam er een voorlopig einde aan zijn platencarrière.
Imperial Records
In het begin van de jaren vijftig werd Slim Whitman voor de tweede keer gelanceerd, deze keer door Lew Chudd, een joodse muziekondernemer die op de Amerikaanse westkust het Imperial label opgezet had. Chudd, van Russische afkomst, concentreerde zich aanvankelijk op Latijns-Amerikaanse muziek. Maar wat later schakelde hij over naar rhythm & blues en country & western. Dat bleek een goede greep te zijn. Een van zijn eerste succes-artiesten was Fats Domino die in 1949 op het label debuteerde met ‘The Fat Man’, waarvan een miljoen exemplaren in de Verenigde Staten verkocht werden. Whitman was een nieuwe aanwinst voor Imperial.
Sinds mei 1950 trad Slim regelmatig op in het radio-programma ‘Louisiana Hayride’ (radio KWKH), dat vanuit Shreveport (Louisiana) live de lucht inging. Omdat hij voor zijn inkomsten nog steeds afhankelijk was van de posterijen kon hij niet zomaar naar Californië reizen voor plaatopnamen. Naar eigen zeggen verdiende hij bij het radio station voorlopig niet meer dan 18 dollar per week. Zijn plaatopnamen maakte hij daarom in de radiostudio – in de nachtelijke uren als er niet uitgezonden werd.
In november legde Slim in Shreveport vier nummers vast, waaronder zijn eigen versie van ‘Love Song of the Waterfall’, dat eerder gezongen was door western-acteur Roy Rogers met de Sons of the Pioneers.
Die eerste Imperial single, uitgebracht in 1952, sloeg aan bij de liefhebbers van folk-muziek in Amerika. Daarmee betekede deze nieuwe formule een doorbraak.
Imperial en Slim Whitman namen meer steeds bestaande romantische songs in een nieuwe jodel-stijl op, zoals ‘Indian Love Call’, een liedje uit de Amerikaanse operette ‘Rose Marie’ (1924). In de film ‘Rose Marie’ (1936) werd het nummer gezongen door Nelson Eddy en Jeanette MacDonald. In de KWKH-studio maakte Slim Whitman er een eigen versie van. Die sloeg niet alleen geweldig aan bij de liefhebbers van country-folk muziek, maar bereikte zelfs de top tien van de gewone ‘blanke’ hitlijst.
Slim Whitman bij de Hayride
Slim Whitman had zich in een paar maanden tijd weten te manifesteren als een nieuwe ster. De ene na de andere schijf rolde van de persen als 78 toeren platen. Slim Whitman bereikte de folk top tien met zijn interpretaties van ‘Keep It A Secret’, ‘North Wind’, ‘Secret Love’ en niet te vergeten: ‘Rose Marie’ uit de gelijknamige operette, een single die in april 1954 in de folk top 10 van Billboard arriveerde en er maar liefst 23 weken in vertoefde.
Ottis, die zijn artiestennaam ‘slim’ (mager) steeds minder eer aandeed, kon je elke mooie melodie met (linkshandige) gitaar laten zingen – op zijn eigen manier.
‘Rose Marie’ in Engeland
Met ‘Rose Marie’ wist Slim Whitman ook in het buitenland te scoren, met name in Engeland. In juli 1955, een jaar na zijn entree in de Amerikaanse charts, drong zijn Amerikaanse hit door tot de top aan de overkant van de Noordzee en verbleef daar elf weken achter elkaar – het record dat pas ruim een kwart eeuw later door Bryan Adams verbroken werd. Slim, 32 jaar, werd een echte ster in Engeland. In het tijdperk vóór de doorbraak van de rock & roll verscheen hij met de regelmaat van de klok in de Britse hitlijsten – zoals met ‘Indian Love Call’, ‘China Doll’, ‘Tumbling Tumbleweeds’, ‘I’m a Fool’, ‘Serenade’ en in 1957 nog met ‘I’ll take you home Kathleen’.
In popkrant New Musical Express kon je op 9 juli 1955 al lezen: “‘Rose Marie’ is the biggest selling record in Britain for many years”. Geen wonder dat Engelse agenten er alles aan deden om de artiest naar Groot-Brittannië te halen. “The fantastic success of Slim Whitman’s ‘Rose Marie’ record in this country has prompted two famous London agencies to bid a huge salary for his services”.
Om dat te bewerkstelligen vlogen ze helemaal de oceaan over om te proberen hem voor een serie optredens te strikken. “Representatives of both agencies in question will be in New York during the next few weeks – when they hope to secure Whitman’s signature for a British variety tour – but meanwhile, transatlantic cables have been exchanged, and in all probability agreement will be reached during the next few days”.
Het was spannend: “In view of the fierce agency ‘battle’, one of the interested firms is hopeful of securing confirmation by cable – rather than run the risk of being scooped, which is likely if they wait until their representative arrives in America”.
Een race tegen de klok – en dat alles voor Slim Whitman.
Begin 1956 stak Slim vanuit Florida over naar Engeland. Aan succes geen gebrek, integendeel. Zo rapporteerde Cashbox op 17 maart 1956: “Slim Whitman, who opened at Glasgow prior to his London Palladium debut, literally brought the house down”.
Het bleef niet bij één toernee. Agent Leslie Grade vloog opnieuw naar de VS om zeker te zijn van een contract. “Slim Whitman, the American Western cowboy recording star, has been booked for a return variety tour in Britain – to be followed by engagements in Australia and South Africa.
Although the exact starting date of Whitman’s British opening has yet to be finalised, it will definitely commence during the early part of 1957, for a minimum of ten weeks.
London agent Leslie Grade concluded this deal within five hours of his arrival in New York. It is reported that Whitman is to receive a percentage of the takings at all of his dates here – with a guranteed minimum of more than £3,000 each week.
In addition to his tv dates and Sunday concerts, Whitman’s ten weeks will include a fortnight in Ireland – at Belfast and possibly Dublin.
Immediately following his British dates, Slim then makes the 6,000 miles flight to Australia for his first ever visit there (five weeks) before continuing with three weeks in South Africa.
All these dates were negotiated by the Grade Agency”.
Een redacteur van New Musical Express keek bij die gelegenheid nog eens terug: “Earlier this year, Whitman opened the London Palladium variety season for two weeks, followed by a record-breaking tour of provincial theatres. Whilst in this country he was presented with a golden disc for sales of his recordings having exceeded two million during one year. His biggest success, ‘Rose Marie’, is estimated to have passed 750,000 in the United Kingdom”.
Het Amerikaanse blad Billboard bevestigde hoe geweldig het er voor Whitman voorstond: “Country star Slim Whitman. who recently completed a two-month tour of England and an extended stay at the London Palladium, has been set for a return engagement there in 1957 by the Lew & Leslie Grade Agency.
Whitman is scheduled to work England, Scotland and Ireland for 10 weeks, to be followed by five weeks in Australia and three weeks in South Africa under the Grade auspices. He’ll receive a guarantee of $10,000 weekly against percentage for the tour. Country star amassed sales of approximately 1,600,000 disks thus far in 1956 in Europe. Whitman records for Imperial Records here and is released on British Decca abroad”.
Nederland over Slim Whitman
Slim Whitman werd tevens populair in de Lage Landen. In een van de hit dossiers van de stichting Top 40 kun je zien dat ‘Rose Marie’ in maart 1956 aan de top stond en dat ‘Indian Love Call’ maar liefst zeven maanden in de Nederlandse top tien vertoefde. In oktober van dat jaar bezette ‘Rose Marie’ bovendien een hoge positie in de Belgische bestsellerlijsten.
Nederlandse kranten besteedden dan ook aandacht aan de artiest. In het Vrije Volk werd zijn carrière vergeleken met die van Bill Haley. “Slim Whitman bracht het onder andere in een scheepswerf, de marine en het sportieve beroep van honkballer tot platenmiljonair. Een handige ‘zanger’, die een soort hillbilly jodelstijl heeft gecultiveerd en daarmee oude bekenden als ‘Indian Love Call’ een nieuw aanzien geeft. Een curieus, prettig klinkend genre”.
De Nieuwe Winterswijkse Courant zette hem dat jaar eveneens in het zonnetje. “Ottis Whitman (beter bekend als ‘Slim’ – de dunne) werd een van Amerika’s grootste vertolkers van volksliedjes. Zijn romantische uitvoeringen van ‘Rose Marie’ en ‘Indian Love Call’ maakten hem tot de held van het jaar. En dat niet alleen in de States, maar ook in Canada, Engeland, Ierland, Zuid-Afrika, Duitsland, België en Nederland!
Slim Whitman zingt en jodelt en speelt gitaar. Op zijn instrument is de stemming precies andersom dan op een normale gitaar. Slim is namelijk linkshandig.
Slim Whitman was in zijn schooljaren een enthousiast baseball-speler en gedurende enkele jaren was hij zelfs een beroepsster op het ruitvormige veld. Ook werkte hij op een scheepswerf in Tampa, waar men een handige monteur gebruiken kon. Toch trok de muziek hem tenslotte meer aan dan sport of techniek.
In zijn diensttijd (bij de vloot van Uncle Sam) had hij leren gitaar spelen en zingen. Na zijn demobilisatie bleef die liefhebberij hem bij. Toen dan ook telkens weer andere mensen zeiden: ‘Slim, met een stem zoals jij hebt, verdoe je je tijd op het sportveld’ was er niet veel meer nodig om van de beroepsspeler een beroepszanger te maken.
Aanvankelijk in het hillbilly genre en later in de grote show business, werkte Slim zich op tot het niveau waar zangers beginnen op te vallen. ‘Veel heb ik te danken’, zegt hij, ‘aan m’n werk bij de Louisiana Hayride. Voor dat programma heb ik een paar jaar gewerkt in Shreveport. Dat was bijzonder leerzaam!’
Slim is getrouwd en heeft een dochtertje. Tussen zijn drukke tournees door is hij bij hun op zijn farm in Florida. Zijn hobby is vissen”.
Amerika
Terwijl Slim Whitman op veel plaatsen in de westerse wereld triomfen vierde, raakte hij in de Verenigde Staten in de vergetelheid. Rock & roll en Britse popmuziek werden de nieuwe muziekmode, zeker voor de jeugd. Singles als ‘Cattle Call’ (1955), ‘The Twelfth of Never’ (1966), ‘Happy Street’ (1968), ‘My Happiness’ (1969) en ‘Guess Who (1970), wisten nog wel een plekje in de country-lijsten te bereiken, maar bij het grote publiek maakten ze weinig indruk.
De vele albums, waarop Slim Whitman bestaand repertoire zong, deden het een stuk beter, albums als ‘Love song from the waterfall’ (1965), ‘More than yesterday’ (1966), ‘In love the Whitman way’ (1968), ‘It’s a sin to tell a lie’ (1971) en ‘Red River Valley’ (1976).
Van optredens was jarenlang echter nauwelijks sprake. “1972 was the last date I played in America”, verklaarde hij in 1981.
Comeback in Engeland
In tegenstelling tot Amerika was de zanger regelmatig op Britse podia te vinden. Waarschijnlijk trad hij op 6 maart 1973 zelfs in Nederland op – voor de TROS.
In 1974 deed Billboard verslag: “The Mervyn Conn-promoted Slim Whitman tour of the United Kingdom has been extended to43 cities, an all-time record for any artist, country or pop, according to Conn. Originally scheduled for a 30-city tour, it has been twice extended. Conn also says he will be the first artist ever to break the $1 million box office record there. He also will be doing a one hour TV special, and may be doing a Royal Command Performance”.
Kort voor weer zo’n toernee besloot platenmaatschappij United Artists (eigenaar van de Imperial-catalogus) om een album met de titel ‘The Very Best of Slim Whitman’ met begeiding van tv-spots op de markt te brengen en te voorzien van een stevige marketing campagne. Daarop onder meer ‘Rose Marie’ en ‘Indian Love Call’.
Dat bleek een gouden greep te zijn. In de Britse album hitlijst van 7 februari 1976 verscheen de elpee in één keer op nummer één – vóór albums als ‘Desire’ van Bob Dylan, ‘A Night of the Opera’ van Queen, ‘How Dare You’ van 10CC, ‘Station to Station’ van David Bowie en ‘The Best of Roy Orbison’.
Bij United Artists hadden ze de smaak te pakken. Een jaar later werd het album ‘Red River Valley’ eveneens onderdeel van een tv-campagne – met een identiek resultaat. Op 5 februari 1977 bereikte Slim Whitman opnieuw de top in Engeland, vóór ‘Low’ (David Bowie), ‘Songs in the Key of Life’ (Stevie Wonder), ‘Arrival’ (ABBA), ‘Hotel California’ (Eagles) en ‘Evita’.
Op ‘Red River Valley’ vonden we Whitman-uitvoeringen van ‘Rhinestone Cowboy’ (Glen Campbell’, ‘Too Young’ (Nat ‘King’ Cole), ‘Cara Mia’ (Jay & the Americans), ‘Now is the hour’ (Bing Crosby’) en – last but not least ‘Una Paloma Blanca’ van George Baker (Hans Bouwens).
Als je afgaat op de verkoop van Slim Whitman albums, was de jodelaar en zanger populairder dan ooit bij een groot publiek!
Comeback in Amerika
Het succes in Engeland kwam als een boemerang terug in Amerika. In de Verenigde Staten pakte platenbedrijf Dino het estafettestokje op – ook nu door middel van tv-spots, in eerste instantie gericht op een ouder publiek.
Op 7 februari 1981 deed Richard Imamura verslag in Cashbox. Over het begin van zijn carrière liet hij weten: “Slim Whitman prospered in the ’50s and early-’60s with his smooth, melodic sound topped off with a distinctive yodel. However, in the ’70s, with the move toward highly produced rock ’n’ roll, Whitman’s career entered a ‘dormant’ stage”.
Dat veranderde in 1980. “Slim Whitman’s comeback tale ranks as one of the most impressive (and most unlikely) success stories of 1980”.
Imamura: “Almost as an afterthought, Whitman decided to help last year with the marketing of one of those TV-advertised ‘greatest hits’ collections by cutting a brief lip synch spot. Against all odds, the 60-second spot, peppered with ‘live’ shots of Whitman crooning such past favorites as ‘Una Paloma Blanca’, ‘Cattle Call’ and ‘Indian Love Call’, launched him on a comeback trail that has even surpassed all of his former plateaus. The TV spot, broadcast nationwide on late night shows, caught the public’s imagination, and the momentum was started”.
“I wasn’t too excited about it”, gaf hij aan. Zoon Byron had hem moeten overhalen. “My son convinced me, said ‘You’ve got nothing to lose, you’re not doing anything in the United States anyways’”.
Slim bleef bedenkingen houden. “Even after I did the commercial, I wasn’t that excited. I saw the playback, it was just a guy singing songs. When they told me they were going into a test market before they put it out, I said ‘Well, I’m sunk, I’m the most dormant guy in America’. They normally press 5,000 for a test market, but all of a sudden they had to put out 30,000. I had no idea it would catch on like it did. But when I’d go to the malls shopping, more and more of the little fellows were pointing – ‘Hey, Mommy, Mommy, I just saw him on television’. That’s the way I found out something was happening’”.
Intussen waren de tijden veranderd. “Since that time, the record, ‘All My Best’ on Long Island-based Suffolk Marketing, has sold over two million units and opened new doors for the crooner.
In the wake of the buzz, Whitman signed a new contract with Cleveland International/Epic, and ‘Whitmania’, the most unusual phenomenon of all, has resulted in a proliferation of fan clubs across the nation, including SWAMP, the Slim Whitman American Music Patrol”.
Een tweede leven
Slim, inmiddels 57 jaar, wist niet wat hem overkwam. “Whitman’s sudden resurgence of popularity, especially among young people, has been a pleasant surprise to the singer, who does not hide the fact that he and his music are wholesome and family-oriented – oftentimes, just plain old-fashioned. ‘I don’t play supper clubs because kids can’t come’, explains Whitman, a teetotaler and non-smoker. ‘If parents want to bring their kids to my shows, they can. One of the first things I look for in a song is if there’s any drinking in it. If there is, I throw it out. I’m making a good living without it”’.
De artiest trad vanaf 1977 samen met zoon op. Hij ging er prat op dat ook de jeugd zijn liedjes wel kon pruimen. Veel van de romantische ‘oldies’ die hij ten gehore bracht waren bij een nieuwe en jonge generatie onbekend.
vader en zoon
Slim: “At one of our first concerts in Cleveland, we were concerned that a lot of people thought it wasn’t a for real thing, that there would be a lot of kids heckling. As it worked out, there were a lot of kids in the audience, but there wasn’t any heckling. They listened to the music and really enjoyed it.
I’ve been down the road. I used to dodge as many beer bottles as anybody. But while many people today consider me a headliner, don’t forget that I was a headliner back in ’52, ’56. It’s not that different today, just bigger”.
Whitman besefte dat hij in het Guinness Book of Records vermeld stond aan de overkant van de Atlantische Oceaan. “When I first went to England in ’56, the promoter said that they had never heard of country music. The people didn’t know country – it was just something different, something that they liked, that’s all.
When people told me that ‘Rose Marie’ was in the British Guinness Book Of World Records, I didn’t believe them. I had to see it myself. But, after 26 years, it’s still there”.
Whitman teerde niet op zijn oude repertoire, hij was regelmatig in de opnamestudio’s te vinden. Een van de liedjes waar hij mee in de weer was: ‘When’, nóg zo’n song van George Baker. In een tv-interview benadrukte hij een andere band met Nederland. Op verzoek van de bollenkwekers was er een Slim Whitman-narcis en -tulp ontwikkeld.
Maar op zijn leeftijd liet hij zich niet gek maken. “Currently, Whitman is ready to start work on his third LP for Cleveland International. His first, ‘Songs I Love To Sing’, released last year, reached the top 20 on the Cash Box Country Albums chart and spawned two hit singles – ‘When’, which reached the Top 15, and ‘I Remember You’. The second, ‘Christmas With Slim Whitman’, also did well at retail and showed promise for continuous annual holiday sales. He is also considering a special ‘return engagement’ at The Grand Ole Opry.
Nevertheless, Whitman is willing to take it slow and easy. ‘I’ve blocked off the whole month of July’, says Whitman, who still resides in Florida. ‘I’ll be fishing in the Keys. I’m not going to let the business end get a hold of me’”.
Samen met zoon Byron trok Slim Whitman opnieuw de wereld rond. Zijn albums, nieuw opgenomen of in allerlei samenstellingen, bezorgden menigeen luisterplezier. ‘Indian Love Call’ werd nog eens gebruikt in de film ‘Mars Attacks!’ (1996).
Ook op een andere manier kreeg hij erkenning. Michael Jackson noemde hem als een van zijn favoriete artiesten. George Harrison, gitarist van de Beatles, herinnerde zich: “The first person I ever saw playing a guitar was Slim Whitman, either a photo of him in a magazine or live on television”. Producer Mutt Lange (o.a. Shania Twain, Boomtown Rats, AC/DC, Def Leppard) liet zich in Zuid-Afrika door hem inspireren. In 2010 werd een ster voor Slim Whitman onthuld op de ‘Walk of Fame’ in Hollywood.
In 2009 overleed Jerry Christ, de vrouw van zijn leven, met wie hij 67 jaar getrouwd was. Vier jaar later, in 2013 kwam er een einde aan zijn eigen leven.
Harry Knipschild
12 juni 2024
Literatuur
‘Gold record for Whitman’, Billboard, 20 juni 1953
‘Whitman for Britain?’, New Musical Express, 29 juli 1955
‘Slim Whitman, linkshandig gitarist’, Huisgezin, 18 februari 1956
‘Linkshandige ‘Slim’ Whitman veroverde de wereld met zingen, jodelen en gitaarspelen’, Nieuwe Winterswijkse Courant, 14 maart 1956
‘Slim Whitman’, Cashbox, 16 maart 1956
‘Slim Whitman’, Vrije Volk, 14 juni 1956
‘Slim Whitman coming back for another variety tour here’, New Musical Express, 20 juli 1956
‘Slim Whitman Set for 1957 Tour Abroad’, Billboard, 21 juli 1956
‘Slim Whitman naar Nederland’, Nieuwsblad van het Noorden, 13 april 1957
Bill McAllister, ‘He owes it to the navy’, Record Mirror, 20 november 1971
‘Extend Whitman’s U.K. Tour to 43 Cities, An All-Time Record’, Billboard, 2 november 1974
‘Whitman TV LP campaign and tour’, Music Week, 27 december 1975
Rex Anderson, ‘Surprise rise of Whitman LP’, Music Week, 14 februari 1976
Richard Imamura, ‘Slim Whitman: TV spot spurs classic crooner’s comeback’, Cashbox, 7 februari 1981
Richard Harrington, ‘Slim Whitman: Whitman’s Sampler Of Country Classics’, Washington Post, 15 augustus 1981
Joe DeChick, ‘Slim Whitman has last yodel, Father-son act proves popular’, Shreveport-Bossier Times, 3 mei 1988
Adam White, ‘Adams Single Breaks No. 1 Longevity Record On U.K Chart’, Billboard, 5 oktober 1991
Colin Larkin, The Guiness Who’s Who of Fifties Music, Guiness Publishing, 1993
Robin Eggar, Shania Twain. The Biography, Londen 2002
‘Slim Whitman: A Living Legend on the First Coast’, First Coast News
Randall Roberts, ‘Slim Whitman, influential crooner and telemarketer, dies at 90’, Los Angeles Times, 19 juni 2013
Tony Russell, ‘Slim Whitman obituary’, Guardian, 19 juni 2013
‘Zanger Slim Whitman overleden’, NOS, 19 juni 2013
- Raadplegingen: 484