485 - Muziek Expres, juni 1959
Als je in de jaren vijftig opgroeide en van rock- en popmuziek hield, was het niet gemakkelijk om iets te weten te komen van wat zich in die wereld afspeelde.
Paul Acket (1922-1992), voormalig redacteur van de maandbladen Tuney Tunes, Rhythme en Luister, zag een gat in de Nederlandse markt voor teenagers. In Engeland had je wekelijkse krantjes als (New) Musical Express, Record Mirror, Disk en Melody Maker. Die waren op slecht papier gedrukt. Kleine zwart-wit foto’s van artiesten waren echter beter dan helemaal niets.
Paul, die op de middelbare school al blaadjes in elkaar zette en verkocht (met foto’s van de Piccolo), besloot om zelf zo’n krant op te zetten. Van zijn weduwe, Jos Acket-Nieuwmans, hoorde ik op 6 mei 2015 een en ander over het begin van zijn activiteiten op dat gebied. Hij kon zich wat permitteren op basis van zijn inkomsten als correspondent van Cashbox, impresario en het organiseren van concerten, inclusief Indische avonden.
In januari 1956 verscheen het eerste nummer van de Nederlandse krant.
Paul Acket
Het begin van Muziek Expres
Acket was een echte bladenman. Hij vond het heerlijk om zo’n blad thuis helemaal in elkaar te zetten. Paul was verrukt toen het eerste nummer van de pers kwam – op 16 januari 1956. Urenlang bekeek hij het resultaat van zijn werk.
Muziek Expres werd in eerste instantie gedrukt bij de Posthoorn in Den Haag. Jos hielp mee met inpakken en verzenden. Met koffers vol bladen gingen ze per tram naar de plek van verzending. De bladen waren gebundeld om verzending goedkoop te maken. Dan met de tram terug voor de volgende zending, enzovoort.
Het eerste nummer werd nauwelijks verkocht. Het kwam bijna helemaal terug uit de distributie (met bakfietsen van de postbodes). In het begin was Paul blij dat Muziek Expres slechts één keer in de maand verscheen, maar hij hield vol. Toen het wat beter liep, gingen Jos en hij met alle spullen in één keer per taxi, om daarna met de tram naar huis te gaan. Bij kiosken in de omgeving zorgden ze ervoor dat ME goed zichtbaar vooraan lag.
Paul was er meestal bij als de krant gedrukt werd, als hij inkt rook. Er moest voldoende inkt gebruikt worden. De bladen die terugkwamen werden tijdens door Acket georganiseerde concerten als reclamemateriaal uitgedeeld. Inkomsten kwamen er ook door advertenties. De contactadvertenties verzonnen Jos en hij aanvankelijk zelf om zo andere aan te trekken. Henk van der Meijden had een column, het startpunt van zijn (latere) werk bij de Telegraaf (‘Privé’).
1959
Het is een bekend verhaal. Tot ver in 1959 hoorde je bij wat we nu de publieke omroep noemen nauwelijks of geen popmuziek. Willem van Kooten, bekend als deejay Joost de Draayer, heeft niet voor niets verklaard dat hij ‘Rock Around The Clock’ van Bill Haley alleen hoorde op de kermis in Hilversum. Pas in september 1959 vond de eerste uitzending plaats van ‘Tijd voor Teenagers’ op de VARA-radio, een aantal minuten – per week…
Wilde je in die tijd nieuwe rockplaten op de radio horen, dan was je (dus) aangewezen op buitenlandse zenders. Vooral de Engelse uitzendingen van radio Luxemburg waren in trek bij de jeugd, hoe slecht de ontvangst ook kon zijn. Het was meer horen dan luisteren. Als je geluk had kon je tevens zenders ontvangen als de AFN (American Forces in Germany) of de programma’s van de Brit Chris Howland op de Duitse radio. Geen wonder dat radio Veronica snel populair werd vanaf 1960. Jukeboxen in cafés waren eveneens een bron van muzikale informatie. En als je zelf een single had aangeschaft kon je die aan anderen laten horen.
Muziek Expres voorzag in een behoefte om wat meer te weten te komen van de artiesten die de nieuwste muziek ten gehore brachten op de plaat, in films, op de Amerikaanse televisie of tijdens optredens in eigen land. Het kwam immers maar zelden voor dat een internationale rockartiest helemaal naar Nederland kwam. Freddy Cannon was wellicht de eerste. Met Pim Maas (de Nederlandse Elvis Presley in het voorprogramma) liet hij zich twee keer zien – in juni 1960. De meeste kranten of bladen maakten er geen melding van. En wie dat wel deed, deed dat op een negatieve manier. Het Britse teenageridool Cliff Richard trad pas in 1962 voor het eerst bij ons op.
Juni 1959
In juni 1959, dus nog vóór de eerste uitzending van ‘Tijd voor Teenagers’, was popkrant Muziek Expres te koop. In de kiosk betaalde je een kwartje (25 cent) voor een los nummer (zestien pagina’s). Als je ƒ2,50 per giro aan Paul Acket overmaakte kreeg je de krant een jaar lang maandelijks per post toegestuurd – twaalf keer dus. Paul, 33 jaar, werkte vanuit zijn thuisadres, Adelheidstraat 5 in Den Haag. Hij schreef zelf de meeste artikelen.
Op de omslag die maand twee dansende ‘teenagers’, Silvana Mangano en Tony Perkins, hij in een korte broek, zij in een wat langere broek – niet in een jurk. Het tweetal had geacteerd in ‘This Angry Age’, een twee jaar oude film. De rock & roll-achtige muziek van die film, gebaseerd op een boek van Marguerite Duras (Un barrage contre le Pacifique, 1950), was gecomponeerd door Nino Rota, 46 jaar. Toen ik ‘This Angry Hill’ op YouTube terugkeek, moest ik denken aan ‘Blackboard Jungle’ (1955), de film die Bill Haley met ‘Rock Around The Clock’ op de kaart zette. Dat soort films waren taboe tijdens mijn schooltijd in Maastricht. Als je betrapt werd, bij of in de bioscoop, kon je zelfs van school gestuurd worden. Achtergronden over het tweetal werden echter niet gegeven.
Ricky Nelson
Een van de ‘hoofdartikelen’, op de omslag benadrukt, was gewijd aan Ricky Nelson. Op het pagina-grote stuk waren maar liefst zeven fotootjes afgebeeld van ‘het idool der Amerikaanse jeugd’. Bij de jeugd in Nederland was Ricky Nelson echter nauwelijks bekend, tenzij je naar radio Luxemburg luisterde in de avonduren. In 1958 was Ricky, een van de hoofdpersonen in de Amerikaanse tv-serie ‘The Adventures of Ozzie and Harriet’ (zijn ouders), met zijn single ‘Poor Little Fool’ ook doorgedrongen tot de Britse hitlijsten, zoals afgedrukt in New Musical Express en andere popkranten.
In de tekst bij de foto’s kon je lezen: “Wanneer men beroemd is, een grote populariteit geniet en zo’n slordige kwart miljoen dollar op de bank heeft staan, en dat alles op 19-jarige leeftijd, zou men denken dat er geen zorgen op de wereld bestaan. Dit alles is van toepassing op Ricky Nelson en zelfs nog meer dan dat.
Maar toch is Rick nog steeds bezorgd! Ongerust… over het probleem meisjes! Ongerust ondanks het feit dat de concurrentie om Ricks gezelschap bijzonder fel is. Ongerust omdat hij – evenals Elvis Presley – alle vaste verkering wil vermijden. Omdat hij er moeilijk achter kan komen of het de meiskes te doen is om Ricky als mens of om Ricky met de dollars! En daarom zal Ricky een onrustig mens blijven tot het moment dat hij volledig uit de publieke belangstelling verdwenen zal zijn! Maar hoe lang zal dat duren?”.
De redacteur voegde eraan toe: “Muziek Expres voorspelt dat de sympathieke zanger nog maar aan het begin staat van een grootse carrière. En derhalve presenteert M. E. in exclusiviteit voor geheel Europa een pagina vol foto’s uit het privéleven van Ricky Nelson”.
Foto’s – exclusief – dat was een succesformule van Paul Acket. Zijn voorspelling kwam trouwens uit: een volgende single, ‘Hello Mary Lou’, geschreven door Gene Pitney, werd ook bij ons een topper van de bovenste plank.
Ricky Nelson in Muziek Expres
Brenda Lee
Voor Brenda Lee (later in ‘Radar Love’ door de Golden Earring bezongen) gold in zekere zin het zelfde als bij Ricky Nelson. Ook haar kende je alleen als je naar de buitenlandse radio luisterde. ‘Little Brenda’, zoals ze genoemd werd, is op 11 december 1944 geboren en was dus nog maar veertien jaar in juni 1959. In Amerika en Engeland had het jonge meisje bekendheid gekregen door haar opvallende vertolking van ‘Jambalaya’, ‘One Step At A Time’, ‘Dynamite’ en ‘Let’s Jump The Broomstick’. Haar eerste grote succes, ‘Sweet Nothin’s’, zou later dat jaar verschijnen.
Onder de titel ‘I’m Dynamite’ plaatste Acket een artikel met liefst acht kleine foto’s van het opkomende zangeresje. Daarmee bewees hij de tijdgeest goed aan te voelen.
“‘I’m Dynamite!’ Ja dat is zeker van toepassing op het veertienjarig zangeresje dat momenteel de wereld stormenderhand verovert: Brenda Lee! Ze verdient zomaar eventjes 2 ½ miljoen guldentjes per jaar en staat nog maar aan het begin van haar carrière. Men noemt haar ‘baby rock’ als gevolg van haar fantastische hits op het Brunswick-label. En dat wondertje werd geboren in Atlanta, in Georgia, op 11 december 1944.
Ze vertrok al spoedig naar Cincinnati, toen haar moeder, die weduwe was, hertrouwde met een bediende van een platenwinkel. Hij was het die, opgetogen van het vroeg ontwikkelde talent van zijn dochtertje, haar bij de radio introduceerde.
Brenda’s succes was direct onbeschrijflijk groot en er stroomden aanbiedingen uit geheel Amerika binnen, o.a. uit Las Vegas, hetgeen betekent dat men bereid was de allerhoogste gages te betalen!”
Acket: “In Nederland is Brenda Lee nog niet zo bekend als in Amerika en onze buurlanden. Het zal echter niet lang meer duren of Brenda’s naam zal ook hier in één adem genoemd worden met de namen van Elvis [Presley], Jimmy [?], Ricky [Nelson], Fats [Domino] en hoe al die rockers ook mogen heten.
Luistert u maar eens naar de ook in ons land reeds uitgebrachte plaatjes ‘Love You Till I Die’ & ‘Rock The Bop’ op Brunswick NB 12162 en ‘Bill Bailey Won’t You Please Come Home’ & ‘Hummin’ The Blues Over You’ op Brunswick NB 12166”.
Over Brenda’s leven als jong idool liet Paul weten: “Op haar contracten komt een originele clausule voor: de contractanten [in Las Vegas] moeten zorgen voor een leraar in algemene ontwikkeling. Brenda moet minstens vijf uur per dag worstelen met alle mogelijke en onmogelijke algebraïsche en taalkundige problemen en wat al niet.
Met het geld dat Little Brenda verdient, kunnen haar moeder en manager geschenkjes kopen, als extraatjes boven het zakgeld dat beperkt blijft tot een tientje in de week. Wanneer men vraagt wat zij het liefste wil hebben, dan rolt het antwoord direct uit haar mond: kleren, veel kleren. En dan nog het liefste kleren uit Parijs, want, zo beweert Brenda, ‘in mijn woonplaats ziet men er lomp uit, vergeleken met de elegante Parijse dames’”.
Brenda Lee in Muziek Expres
Uit de tekst, met name het noemen van het platenlabel Brunswick, kon je opmaken dat de vanuit Den Haag opererende Nederlandse platenmaatschappij Siemens, die Brunswick distribueerde, mede de hand had in de tekst en de foto’s. Siemens was een goede sponsor van Muziek Expres. In de uitgave van juni 1959 vond je maar liefst vijf (afzonderlijke) Siemens-advertenties: voor ‘Die Gitarre und das Meer’ (Freddy, Polydor), ‘Mimosa Polka’ (Vrolijke Mijnwerkers, Polydor), ‘Charmaine’ (Bill Haley, Brunswick), ‘Sugar Baby’ (Peter Kraus, Polydor) en ‘It Doesn’t Matter Anymore’ (Buddy Holly, Coral).
Dat was trouwens ook het geval bij het artikel over Ricky Nelson. Zijn Nederlandse platenmaatschappij Bovema plaatste een advertentie van een hele pagina in ME.
Zonder hulp en informatie van een platenbedrijf was je als bladenmaker in die tijd onmachtig. Bij Tuney Tunes kreeg Skip Voogd, opvolger van Acket bij dat blad, opdracht om redactie en advertenties aan elkaar te koppelen, liet hij mij in een interview weten.
Teksten
Bij Tuney Tunes had Paul Acket geleerd dat het afdrukken van de teksten van liedjes een sterk verkoopargument was. Die formule paste hij bij Muziek Expres dan ook toe. In het blad trok hij twee volle pagina’s uit voor de rubriek songteksten. Later hoorde ik dat je 25 gulden per song aan de uitgever moest betalen om dat te doen.
In juni 1959 waren dat bijvoorbeeld ‘Sweetheart My Darling Mijn Schat’ (Caterina Valente, uitgeverij Altona), ‘Venus’ (Frankie Avalon, Altona), ‘A Fool Such as I (Elvis Presley, Basart), ‘Turn Me Loose’ (Fabian, Altona), ‘Una Marcia In Fa’ (Willy Alberti, World Music) en ‘Teacher’s Pet’ (Doris Day, Holland Music). “Tegen iedere gehele of gedeeltelijke nadruk, welke justitieel is verboden, zal streng worden opgetreden”, was bij sommige teksten afgedrukt.
Niet alleen teenagermuziek
Met Muziek Expres richtte Paul Acket zich niet alleen op de jeugd. Als liefhebber van jazz-muziek wijdde hij bijvoorbeeld een hele pagina (met foto’s) aan de uitvaart van de 62-jarige sopraan-saxofonist Sidney Bechet (1897-1959).
Het artikel begon met een citaat van Louis Armstrong: “Een van de heiligen is nu thuis gekomen, arme oude Sid. Maar wacht eens even! Laten we niet te veel huilen om die goeie ouwe knaap. Hij is nou boven, bij de anderen. Hij is nou boven en die jongen is gelukkig. Ik kan hem nu zien – hij gaat naar binnen met de anderen”.
In het artikel schreef Acket: “Begeleid door een grote menigte vrienden, bekenden en onbekenden, heeft Bechet, die op 14 mei op zijn 62ste verjaardag overleed) zijn laatste reis gemaakt naar het kerkhof van Garches, de buitenwijk van Parijs, die Sidney als zijn domicilie had gekozen.
De componist van ‘Petite Fleur’, was rooms-katholiek en in het kerkje van Garches werd een plechtige heilige mis tot zijn intentie opgedragen. Vele jazzliefhebbers waren aanwezig, doch de meerderheid van hen, die de kist volgden, werd gevormd door jongens en meisjes onder de 20 jaar, die hem beschouwden als een van de grootste jazzmusici van deze tijd”.
Elders in het blad een flinke kolom met bespreking van nieuwe jazzplaten – van Count Basie, Kid Ory, Dave Brubeck, Oscar Peterson, Bob Scobey en anderen. Bij Kid Ory kon je lezen: “Een voorbeeld voor de jeugd, dit enthousiast spelend veteranenorkest. Luister naar zijn vinnige, vastberaden en doeltreffende trombonespel”. De muziek van pianist Dave Brubeck en zijn saxofonist Paul Desmond werd ‘verrukkelijk’ genoemd. Dat soort aanduidingen vond je niet bij Ricky Nelson en Brenda Lee.
Had de redacteur een educatieve bedoeling met zijn reportage? Probeerde hij de rock & roll-jeugd een beetje op te voeden?
Radio en televisie
Paul Acket wist hoe aantrekkelijk de Engelse uitzendingen van Radio Luxemburg waren, met deejays als Jack Jackson en Pete Murray . Op de omslag van ME meldde hij dat je in het blad een overzicht kon vinden van de programma’s, ‘die ook in ons land een grote populariteit genieten’. Hij raadde zijn lezers dan ook aan ‘deze opgaaf goed te bewaren’. Sommige (korte en vaste) uitzendingen waren gewijd aan één artiest: Elvis Presley, Frank Sinatra, Cliff Richard, Perry Como, Lawrence Welk, Tommy Steele, Pat Boone en Liberace. Met Muziek Expres in de hand wist je hoe je op het juiste tijdstip op de internationale zender kon afstemmen.
‘Een bijzondere tv-medewerker’ (was dat Henk van der Meyden?) kreeg de kans om kritiek te spuien op het beleid van de Nederlandse publieke omroepen. “Gratis optreden van jong top-talent bruut afgewezen”, zo luidde de titel. De aanpak in het Gooi werd ‘speeltuin-gedoe’ genoemd. De behandeling van het Duitse pop-idool Conny Froboess, toen 15 jaar, was kenmerkend.
“Of men in Bussum zit te springen om jong talent? Laat u zich dat maar niet meer wijs maken. Het is een Grimm(ig) sprookje. Het droevige verhaal van kittige Conny is er weer een schitterend voorbeeld van, welke ervaringen jong top-talent opdoet wanneer het naar Bussum trekt.
Het begon zo mooi. Conny Froboess zou naar Nederland komen. Op Caterina Valente na is ze in Duitsland de hoogst betaalde tv-trekpleister. Voor een enkel camera-optreden neemt ze tussen de 20.000 en 30.000 mark mee naar huis. Vaak moet Conny ‘nee’ zeggen tegen verleidelijke aanbiedingen, omdat ze anders helemaal geen tijd meer heeft voor zichzelf”.
Naar aanleiding van de film ‘Teenager Melody’ (met Peter Kraus) kwam de jonge vedette naar Nederland. “Om haar duizenden fans een plezier te doen en om de première bij te wonen. Ze zag bloembollenvelden en klederdrachten. Ze overwon de harten van iedereen die haar ontmoette. Ze was het middelpunt van een cocktail-party die filmmaatschappij Hafbo en platenfirma Bovema organiseerden in het Calypso-theater. Ze trad op. Ze schudde tientallen handen, was doodop, maar bleef vriendelijk, sympathiek, eenvoudig”.
De tienerster wilde bovendien voor de televisie optreden. “Dan kan ik ook al m’n Hollandse vriendjes en vriendinnetjes in de sanatoria en ziekenhuizen bereiken. Ik treed voor niets op. ‘Ich sing für Nopp’ – met het kwartetje waarmee ik gerepeteerd heb of desnoods alleen, met begeleiding van de bandjes van mijn grammofoonplaten”.
Het gedrag van de Nederlandse tv-makers werd ‘bits’ genoemd. Men wilde haar niet hebben. “De benaderde tv-sectie [van de VARA] zei: ‘Oei! Het gaat echt niet, beste meid, ons programma is al vol. We kunnen er onmogelijk iets in veranderen. Dat zou te veel werk zijn’”.
Volgens de journalist was het een zeer langdradig programma. Er zou meer dan genoeg ruimte voor Conny geweest zijn. Maar een beetje improviseren was er niet bij.
De aanpak van de Nederlandse televisie bij het bezoek van Froboess werd de ‘zoveelste blunder in een lange rij’ genoemd. “Toen men enkele jaren geleden voor een spotprijs Nat ‘King’ Cole [van ‘Too Young’ en ‘Mona Lisa’] aangeboden kreeg voor een optreden, informeerde de topleiding of dat een voetballer of bokser was – en wees Cole tenslotte de deur. De Platters [van ‘The Great Pretender’ en ‘Only You’] vond men niets voor de Hollandse huiskamer. Maar wel het afschrikwekkende optreden van Sonny Rollins en zijn trio – muziek voor een handjevol snobs en high-brows.
Een aardige teenager, die een eersteklas visuele attractie is, die zingt, danst en hartelijkheid in de huiskamer brengt, zo iemand krijgt echter geen kans”.
Conny Froboess in Amsterdam (1959)
Toch was er nog hoop. “Die zelfde oubollige televisie is momenteel druk aan het onderhandelen om Conny over een paar maanden naar Holland te krijgen – voor een tv-optreden. Tegen betaling natuurlijk. Want Conny laat echt niet met zich spotten en ze zal heus geen tweede keer gratis voor de camera’s willen verschijnen. Conny gaat straks een paar centen kosten, vrienden. Maar dat hindert toch allemaal niks. Wij en u betalen wel – van onze kijkgelden”.
Onder het artikel was nog plaats ingeruimd voor een laatste bericht: “Juist voor het ter perse gaan vernamen wij dat Conny (uiteraard tegen betaling!) geëngageerd werd voor een AVRO-tv-uitzending vanuit Hotel Bouwes te Zandvoort op 13 juni”.
Nieuwtjes voor volwassenen
Voor een kwartje kreeg je in die tijd toegang tot een heleboel nieuws, al dan niet gesponsord door platenmaatschappijen en muziekuitgeverijen. Veel van dat nieuws was gericht op een wat ouder publiek. Zo plaatste ME een foto van het Limburgse accordeonduo Schriebl & Hupperts, ‘dat sinds een AVRO-televisie-uitzending een enorme populariteit heeft veroverd’. Het duo bleek een ontdekking van Johnny Hoes te zijn. Hun versie van ‘La Paloma’ had langer dan zes maanden in de hitparade gestaan. De titel van de nieuwe hitsingle luidde ‘Schön ist die Jugend’.
ME maakte bovendien melding van de nieuwste ontwikkelingen op jodel-gebied. Dat gold niet voor Olga Lowina, maar voor Hilda Weiner. “Dat zij niet zo maar een jodelzangeresje is, werd onlangs goed bewezen door het feit, dat Rudi Meixner, Oostenrijks beste en bekendste jodelaar, een liedje voor haar heeft gemaakt, een liedje dat in Alpenland inmiddels zeer populair geworden us en op de plaat werd vastgeld: ‘Gebirgs Jodler’.
Rudi Meixner maakte niet zo lang geleden een toernee door ons land, was uitbundig enthousiast bij het beluisteren van Hilda Weiner en bovendien uitermate verrast buiten zijn landsgrenzen een jodelares van zulk formaat te ontmoeten.
Gerard Lebon van de AVRO beschouwt deze vroegere telefoniste van de PTT als een waar natuurtalent en heeft grote verwachtingen voor de toekomst van Hilda Weiner”, aldus ME.
Over dixieland-muziek wist Acket ook een en ander te melden. Dim Kesber, klarinettist van de Dutch Swing College Band, was op 22 mei 1959 de trotse vader van een zoon geworden: Vincent. Bij de Storktown Dixiekids (uit Den Haag) had trombonist George Kaatee de leiding op zich genomen. ME plaatste een feestelijke foto van Eric Krans omdat zijn Dixieland Pipers met een bijzonder concert in het Haarlemse Concertgebouw hun 12½-jarig bestaan gevierd hadden.
In het maandblad tevens veel nieuwtjes over het ‘betere’ repertoire. Acket maakte melding van een nieuw album van Frank Sinatra. “Zijn bewonderaars(ters) zullen er compleet van in extase komen”. Een EP van Peggy Lee bevatte ‘vier staaltjes van uitstekende vocals voor de fijnproever’. De redacteur wees bovendien op een interessante gebeurtenis in Nederland: “Jan Burgers organiseert op zaterdag 11 juli een Riverboat Shuffle, waaraan zullen deelnemen Rita Reys, Trio Pim Jacobs, New Orleans Syncopators, Trio Johnny Meyer en Michiel A. de Ruyter, die zal vertellen wat de Riverboat in de jazz betekent. Gedurende zes uur zal men op een grote passagierboot (twee dekken) kunnen dansen. Van deze tocht zullen radio- en filmopnamen gemaakt worden”.
Met de jazz in Scheveningen ging het niet bijster goed: “Gezien de verliezen in voorgaande jaren zal dit zomerseizoen geen jazz-concert worden opgenomen in het programma van de Scheveningse Kurzaal”.
Het moge duidelijk zijn: Muziek Expres was er in juni 1959 niet alleen voor de jeugd.
Nieuwtjes voor teenagers
Voor de teenagers werden de hitlijsten uit Amerika, Engeland en Nederland afgedrukt, met aan de top die maand ‘The Happy Organ’ (Dave ‘Baby’ Cortez, VS), ‘A Fool Such As I’ (Elvis Presley, UK) en ‘Petite Fleur’ (Monty Sunshine, Peter Schilperoort, NL).
Wat de popartiesten betreft vond je kleine foto’s van onder anderen Connie Francis, Pat Boone, Kingston Trio, Jimmie Rodgers, organist Dave ‘Baby’ Cortez, Frankie Avalon, Duane Eddy, Jerry Lee Lewis, Peter Kraus, Dodie Stevens, Buddy Holly, Johnny Otis en de Fleetwoods.
Connie Francis
Op allerlei pagina’s vond je ook berichten over popartiesten die ver weg van Nederland woonden. Zoals over de nasleep van ‘the day the music died’, het vliegtuigongeluk op 3 februari 1959: “Het is tragisch dat Big Bopper de geboorte van zijn zoontje (begin mei) niet heeft kunnen meemaken. De weduwe van Buddy Holly verwacht eveneens een baby. Een Ritchie Valens Memorial Club in Amerika heeft 3.000 leden. Van de royalties die Paul Anka als componist-uitgever van ‘It doesn’t matter anymore’ ontvangt, gaat een deel naar de weduwe van Buddy Holly. Vier korte nummers uit de korte carrière van Buddy Holly werden samengevoegd op een e.p. met onvergetelijke hoogtepunten. Een grootse herinnering aan een grootse rocker”.
De Everly Brothers kwamen eveneens aan bod met tal van nieuwtjes. “Don en Phil Everly maakten een zoveelste kas-succes met ‘Poor Jenny’ en ‘Take A Message To Mary’ – songs volgens het monotoon-sentimentele recept van ‘Devoted To You’. Met Problems’ hebben ze een nieuwe hit. In Dean en Marc kregen The Everly’s geduchte concurrenten. Als twee druppels water lijken deze knapen op Don en Phil, op hun overigens voortreffelijke single ‘Tell Him No’. Don Everly werd enkele weken geleden vader toen zijn vrouw in Nashville een dochtertje ter wereld bracht. Ze kregen in één maand tijds drie aanbiedingen om films te maken en ze hebben drie maal resoluut geweigerd. Redenen? Te jong en gemis aan acteertalent”.
Elvis Presley werd vanzelfsprekend niet vergeten in de kolommen van ME. “Jerry Leiber en Mike Stoller, beide 25 jaar jong, schreven onder meer ‘Hound Dog’, ‘Love Me’, ‘Jailhouse Rock’ en [voor de Coasters] ‘Charlie Brown’. Ze verdienden hiermee per jaar 75.000 dollar, zijn het schrijven van rock ’n’ roll nummertjes moe, maar kunnen er niet mee ophouden. Ze vertelden aan een reporter van Time: ‘De markt wordt beheerst door kinderen van 9 tot 14 jaar en dit is het materiaal dat zij wensen’”. En: ‘In het gastenboek van het Mozarthuis in Salzburg treft men thans de handtekening van Elvis Presley”.
Over andere teenagersterren, trof je overal in de muziek-krant allerlei kleine berichten. “Andy Williams heeft de royalties van ‘Hawaiian Wedding Song’ belegd in een stuk grond, gelegen in Hawaii”. “Platenmerk MGM is dol op lippenstift. Conway Twitty’s nieuwste heet ‘Don’t Cha Put No Lipstick On’ en die van Connie Francis: ‘Lipstick On Your Collar’”. “Fats Domino, Fats de Vette, mag er dan volgens velen een beetje fatzig uitzien, hij is nog steeds voor ons de koning van de altijd weer imponerende simpele rhythm & blues”.
“Het nieuwe 18-jarig zangidool van teenagers in de VS, Frankie Avalon, zal zijn filmdebuut maken in ‘Guns of Timberland’, een western. Avalon’s opname ‘Venus’ staat nog steeds hoog op de hitparade”. “Voor het eerst in de platengeschiedenis kwam een orgel soloplaat aan de top van de Amerikaanse Hit Parade. De vertolker: Dave ‘Baby’ Cortez. ‘Happy Organ’ werd inmiddels ook in Nederland uitgebracht”. “Indien de onderhandelingen tot een goed einde komen, zal het Kingston Trio spoedig in Nederland opreden”.
En wat was Muziek Expres zonder nieuws over de ‘omstreden’ Pat Boone: “Ofschoon zijn carrière nog minder dan vier jaar jong is, heeft Pat een platenomzet bewerkstelligd van meer dan twintig miljoen singles en meer dan drie miljoen albums. Hij begon bij Dot Records voor een week-gage van vijftig dollars”.
Als je in juni 1959 een kwartje ter beschikking had, kon je een stuk wijzer worden over hetgeen zich in de muziekwereld afspeelde.
Harry Knipschild
17 februari 2023
Clips
- Raadplegingen: 3221