386 - Long Tall Ernie bracht de rock & roll terug
Toen ik [HK] eind 1965 in dienst trad bij Negram-Delta, had de platenmaatschappij kort daarvoor de distributie van het Reprise-label overgenomen van Artone. Op de bovenste verdieping van het gebouw op de Zijlweg in Haarlem lagen nog stapels EPs van artiesten als Frank Sinatra, Trini Lopez en Sammy Davis jr.
Reprise, door platenmaatschappij Warner Bros. gekocht van Frank Sinatra, hield zich in die tijd vooral bezig met de favoriete muziek van wat oudere Amerikanen. Daar kwam verandering in. Zo had Nancy Sinatra, dochter van de voormalige eigenaar, al snel een grote hit met het door Lee Hazlewood geproduceerde ‘These boots are made for walking’.
In de jaren zeventig nam het Warner-concern (WEA), gevestigd in Californië, een vooraanstaande rol in met de popmuziek van de Amerikaanse westkust. Een van hun acts op het Reprise label was de Beach Boys. Die kwamen in 1972 naar ons land om er in de omgebouwde studio van Frans Peters in Baambrugge het album ‘Holland’ op te nemen.
Beach Boys in Scheveningen, 1972
Beach Boys in Scheveningen
Toen de opnamen achter de rug waren moest er natuurlijk een feestje georganiseerd worden. Negram nodigde de media uit om erbij te zijn op de Pier in Scheveningen. Ook ik was aanwezig toen de leden van Beach Boys met hun familie binnen kwamen sijpelen.
Opgetreden werd er niet door de groep die bekend geworden was door surfmuziek en songs als ‘Good Vibrations’. In plaats daarvan gaf Negram een nieuwe Nederlandse groep de kans om zich te presenteren. De jongens noemden zich Long Tall Ernie & The Shakers.
Zeven jaar later, in 1979, keek zanger Arnie Treffers terug op hun presentatie. “De doorbraak van de groep”, stelde hij in Muziek Parade, “is gekomen op de Beach Boys Party in Scheveningen. Daar zijn we vreselijk tekeer gegaan, met stoelen gegooid en de piano echt uit elkaar geslagen. De Beach Boys zelf eisten dat we moesten stoppen omdat alle aandacht naar het optreden van ons ging. Maar de journalisten vonden het helemaal prachtig”.
Arnie Treffers kijkt terug
In het maandblad keek Treffers met multi-instrumentalist Tony Britnell en (waarschijnlijk) redacteur Cees Mentink terug op hoe het lang geleden begonnen was.
MP: “Het begin was er niet zomaar gekomen. In feite was het al een oude groep, maar dan met een andere naam. Het begon als The Moans, een Arnhemse groep die opgericht werd door niemand minder dan Herman Brood. Dat was zo rond 1963-64. De groep speelde voor die tijd erg vooruitstrevende muziek van Wilson Pickett. Deze groep vertrok al rap naar Duitsland om er voor de Amerikaanse militairen op te treden, waar ze dan maandcontracten versierden. Erg veel bekendheid had de groep niet. In allerlei bezettingen is de groep door de jaren heen blijven bestaan. In een van de laatste bezettingen kwam een nieuwe jongeman de groep versterken: Arnie Treffers. Herman Brood was de groep al jaren uit”.
Herman Brood
Maar toch niet helemaal, aldus Arnie. “We waren niet van hem af”, zo vertelde Treffers over het tweede ‘optreden’ van Herman Brood in de groep Moan. “Hij zat op een gegeven moment in de jeugdgevangenis in Utrecht. Dat hoorden we van z’n advocaat die ons kwam polsen over een terugkeer van Herman in de maatschappij, en wel als pianist bij Moan. Er was uitzicht, zo vertelde die advocaat, dat wanneer hij in een band kon gaan spelen, de rechter dan gunstig zou beslissen en dan kon hij eerder de gevangenis uit.
Maar Herman was toen al ver heen. Hij herkende ons niet. Hij was zwaar aan de verschillende verdovende spullen. We hebben nog met hem gerepeteerd, maar het is verder op niets uitgelopen. Het ene moment was hij er wel, het andere niet. Er was totaal niet met hem te werken. Maar dat is dan wel zo’n zeven jaar geleden hoor.
De groep heeft nog wel de weelde gekend van een kleine hit [‘Health of Freedom’, een productie van Jack de Nijs] maar verder is het niet gekomen. Er kwam de klad in en de jongens bleven naar iets nieuws zoeken. Eigenlijk hadden ze geen gezicht, het was een groep van dertien in een dozijn”.
Moan Nightmare
Moan en hun nightmare
Het gebrek aan imago, geen gezicht hebben, bleek voor de jongens uit Arnhem een voordeel te zijn. Je kon het imago immers invullen naar behoefte.
MP: “Het succes kwam niet meteen. Dat was ook niet nodig, want er was een hoop gein en dat was de hoofdzaak. Maar ze wilden wel doorgaan en uit nood geboren kwamen ze met een act, gebaseerd op het gebeuren van ene Arthur Brown die in die tijd een hit had met ‘Fire’ en het vuur spatte er bij hem ook letterlijk af”.
“Het was een enorme verkleedpartij”, herinnerde Arnie zich. “We verkleedden ons in gewaden. We liepen rond met wat kaarsen. Kortom het was de Pink Floyd tijd in volle glorie. Ook gingen we een half uur griezelachtige muziek spelen. Als het maar schokkend was.
Uit die doldwaze toestanden ontstond de ‘Moan Nightmare’, voor de pauze gewone muziek, na de pauze een griezelshow, kompleet met lichtshow.
Maar het kon zo niet doorgaan en het was een hoop bende en in die tijd ging de zanger de groep eruit. Noodgedwongen ben ik toen gaan zingen en kort daarna begon zich het Long Tall Ernie spektakel te ontwikkelen. In Moan zongen we een aantal rock ’n’ roll songs uit de vijftiger jaren. Dat vonden we geinig. We hadden er helemaal geen bijbedoeling mee”.
Long Tall Ernie & The Shakers door optreden in Paradiso
Arnie Treffers in 1979: “In Paradiso in Amsterdam vroeg men ons op een keer een rock ’n’ roll avond te verzorgen. Dat is het begin geweest van Long Tall Ernie & The Shakers. De naam is afkomstig van de song ‘Long Tall Shorty’ van de Kinks en omdat ik nogal lang was dachten we meteen aan Long Tall Ernie.
De naam moest staan voor een rock ’n’ roll groep, een typisch ouderwetse naam”.
Vóór en na de pauze
“Daarna kwam die eigenaardige show in combinatie met Moan. Voor de pauze speelden we als Moan en na de pauze als Long Tall Ernie. Dat was echt beulen. We speelden wel zo’n dertig keer per maand en dat kon op een gegeven ogenblik niet meer.
We werden geboekt als Moan en Long Tall Ernie en de meeste mensen dachten ook dat het twee verschillende groepen waren. Na een optreden kwamen ze vaak bij ons en moesten we aanhoren hoe slecht die eerste band wel niet geweest was.
We dachten eerst nog dat ze een geintje maakten, maar dat was echt niet zo”.
Moan manifesteerde zich bovendien als de groep ‘Arnhem’ en Nederlandstalig als het Spijkerkwartet. Het kon niet op.
Geslaagde verkleedpartijen
Long Tall Ernie in 1972
Arnie: “Op een gegeven moment wilde we een plaat maken. Dat was nog in de tijd van Moan. We hebben toen op een middag foto’s laten maken. Het lange haar hadden we nat gemaakt, achterover gekamd en met elastiekjes vastgebonden en daar maakten we foto’s van.
Met een zelf gemaakte demo in de studio van Hank The Knife [Henk Bruysten] zijn we naar Negram gestapt. Nou, het sprak hen enorm aan, die foto’s en die demo’s. Het zag er allemaal wat gemeen uit en er is later nog een leuk verhaal aan vastgemaakt. De eerste single hebben we nog met Jaap Dekker gespeeld.
Er waren ook de meest waanzinnige verhalen. Door een filmreportage van de VPRO kwamen die de wereld in. Maar uit de reportage zelf bleek al dat het één hele grote verkleedpartij was, dat zwarte gewelddadige uiterlijk waardoor we souteneurs uit de Spijkerbuurt uit Arnhem uitbeeldden. Alleen lieten we op het einde zien dat we de haren weer helemaal droog föhnden en normale kleren aantrokken. Dat is werkelijk aan iedereen voorbij gegaan.
We hebben ook nooit begrepen waarom men nooit heeft ingezien dat het een persiflage was. Het was een geintje. Dat hadden we goed duidelijk gemaakt.
OK, er ging wel eens iets in de zaal kapot, maar gemeten over de jaren is dat vrij weinig geweest. Het was ook nooit knokken. Het meeste kwam door de publikaties. De zaaleigenaren waren een beetje bang voor ons. We hebben de verhalen evenwel nimmer aangedikt. We bleven gewoon volhouden dat het een verkleedpartij was.
Met onze eerste single liep het in het begin niet. Dus gingen we er zelf achteraan. We gingen toen eerst naar Radio Noordzee. Ferry Maat zag ons helemaal niet zitten en sloot zichzelf in z’n cabine op. Daarna zijn we naar Radio Veronica gegaan in een grote Amerikaanse slee. Daar ging de drummer tegen een boom pissen en daar verschoot Tom Collins weer van kleur van.
Dat liep dus niet lekker.
Later is de single de release in gegaan en verkocht hij alsnog goed”.
Long Tall Ernie 1973
Negram speelde het spel mee. In het Veronicablad kon je anno 1972 lezen: “De platenmaatschappij liet onlangs een persbericht met een dreigende inhoud rondgaan. Er werd in gesteld dat geen verantwoordelijkheid kon worden aanvaard voor eventuele schade, aangericht door de rock & roll groep Long Tall Ernie and the Shakers. Directeur Hans Kellerman was reeds met een dubbele beenbreuk in het ziekenhuis opgenomen, omdat hij de groep geen voorschot wilde geven op de verkoop van 100.000 singles. Het bericht eindigde met: ‘U bent gewaarschuwd voor deze alles verwoestende gangsters’”.
De aanpak van Long Tall Ernie & The Shakers doet een beetje denken aan die van Normaal, niet veel later, eveneens afkomstig uit het oosten van de provincie Gelderland. Het ‘westen’ werd met wat lacherige bluf gewonnen.
Rock & Roll Revival
Het was overigens geen toeval, die rock & roll act van Arnie Treffers en de zijnen. Thijs Wartenbergh in het Veronicablad in 1972: “De rock and roll muziek is momenteel ongeveer net zo populair als in de beginperiode. de jaren vijftig. Met als voorlopig hoogtepunt een optreden van prominenten als Chuck Berry, Little Richard en Bill Haley in het Wembley Stadion te Londen. Vijftigduizend rockliefhebbers konden genieten van een wervelende rock and roll show. De rockmuziek lijkt een zeer lang leven beschoren te zijn”.
Een optreden van de Amerikaanse groep Sha Na Na tijdens het verfilmde Woodstock-festival had bijgedragen aan de vernieuwde belangstelling voor de oorspronkelijk popmuziek.
Volgens de redacteur was het de manager van de Shakers geweest die met het plan gekomen van de act gekomen was. “Rein Muntinga zal gedacht hebben: je moet toch wat doen om op te vallen en bedacht daarom deze stunt, waardoor niemand meer de naam van de groep vergat”.
In het artikel werd duidelijk gemaakt dat de imago-loze popgroep door deze aanpak barstte van het werk.
Werk was er ook aan de winkel als Moan in korte tijd omgetoverd moest worden in Long Tall Ernie & The Shakers. “Als Moan heeft opgetreden, gaan de jongens terug naar de kleedkamer en daar speelt zich een aardig ritueel af. De voornaamste zorg is natuurlijk om de kuif mooi in model te krijgen. En dat gaat dan als volgt. Midden in de kamer staat een bak met water, waar het hoofd zo diep mogelijk in gestopt wordt om het haar zo nat mogelijk te krijgen. Dan wordt er voor de spiegel langdurig aan een kuif gewerkt, waarna een bus spray het geheel prachtig laat glimmen.
De jongens verwisselen dan de t-shirts voor zwarte overhemden, behalve Ernie, die trekt een wit overhemd aan, afgezet met een glimmend randje. Donkere zonnebrillen vervolmaken tenslotte de outfit en voor je staat een geheel andere groep.
Basgitarist Hank the Knife completeert de formatie en achter elkaar lopen ze naar het podium. Onderweg trekken een paar meisjes vieze gezichten bij het zien van de vette haardossen.
Dan breekt er een rock and roll-show los, die zijn weerga niet kent in Nederland. In razend tempo wordt een serie bekende rock and roll-nummers afgewerkt, zoals ‘Johnny Be Good’, ‘Roll over Beethoven’, ‘Sweet Little Sixteen’, Jailhouse Rock’, ‘One Night’ en een paar songs van hun nieuwe elpee en recente single.
De meeste aandacht weet pianist Jumpin’ Johnny [Jan Rietman] voor zich op te eisen. In de meest waanzinnige standen slaagt hij er toch in om muziek te maken, of dat nu is terwijl hij hurkend, knielend achter de piano zit of er boven op, of op zijn buik, terwijl hij met zijn benen naar achteren trapt. Als hij het goed op z’n heupen heeft, springt Johnny ook in spreidstand op de toetsen. Ook gaat hij een keer op de grond zitten en speelt dan met zijn hielen. Aan het eind van het optreden smijt hij een paar keer zijn stoel tegen de grond, wat dat ding echt niet overleeft”.
In een interview legde drummer Alan Macfarlane de kracht van de rock & roll uit.
“Ik geloof dat ritme en spontaniteit in de muziek het grote geheim zijn. Daarbij zijn het gewoonlijk eenvoudig strakke maten met een niet al te moeilijke tekst. Die tijd van vijftien, twintig jaar geleden was ook niet zo moeilijk, althans men leefde niet met zoveel problemen.
Chuck Berry-teksten gaan vrijwel allemaal over snelle auto’s, motoren en vrouwen. Dat was het toen gewoon. Wij gaan teksten met een dergelijke inhoud ook maken op onze elpee”.
En het publiek?
“Voor het publiek is het uitermate opwindend en men kan zich afreageren”.
Heeft het momenteel zo’n succes omdat je kunt spreken van een malaise in de popmuziek?
Alan: “Dat kun je wel zeggen. Als het slecht gaat, grijpt men terug naar oud materiaal. Chuck Berry en Jerry Lee Lewis treden nu nog regelmatig op. Een belangrijke rol speelt echter ook het jeugdsentiment. En als hedendaagse muziek niet zo geweldig is, ga je naar oude platen luisteren en dat is dan meestal de rock and roll muziek.
Ik geloof trouwens dat als er een nieuwe popvorm komt en de rock and roll raakt weer op de achtergrond, dat men na verloop van tijd toch weer een rock and roll revival krijgt. De rock and roll krijg je niet weg”.
Macfarlane zag de muziek van Elvis Presley en Chuck Berry helemaal zitten. “Ik heb altijd veel bewondering gehad voor Elvis Presley. Niet voor zijn persoonlijkheid of omdat hij nu nog steeds meedraait. Elvis is gewoon iets nieuws begonnen. Hij heeft de country and western music nieuw leven ingeblazen en is later overgestapt op de rock and roll.
Chuck Berry heb ik ook altijd goed gevonden. Hoewel hij eerder rhythm and blues speelt dan rock and roll. Het is altijd sneu voor die jongen dat hij nooit de erkenning heeft gekregen die hij absoluut vediende. De laatste tijd is daar wel verandering in gekomen, en dat werd tijd ook”.
Jubileum in 1977: ‘Do you remember’
Mede door hun imago maakten de Shakers aardig wat hits. Bij Negram waren dat ‘You should have seen me’, ‘Turn your radio on’ en ‘Big Fat Mama’.
In 1975 wist Polydor hen aan te trekken. Met ‘Get yourself together’ werd voor het eerst de top tien bereikt. Andere successen uit die tijd waren ‘Rockin’ Rocket’, ‘Operator’, ‘Allright’ en ‘Ballerina’, begin 1977.
Jaap Eggermont in 1966
Jaap Eggermont, voormalig drummer van de Golden Earrings, wist in de jaren zeventig als producer te scoren met de muziek van onder meer Earth & Fire, Sandy Coast en Greenfield & Cook. Jaap had verstand van techniek en dacht goed na over hetgeen hij deed.
Toen Long Tall Ernie & The Shakers vijf jaar bestonden moest er een opvallende single komen. Zo ontstond het idee om het muzikale verleden te laten herleven in de vorm van een medley, bestaande uit klassiekers uit de geschiedenis van de popmuziek.
“We stonden in het begin wat huiverig tegenover het idee om zo’n kollage te maken”, vertelde Treffers aan Willem Jan van de Wetering, redacteur van de Hitkrant. Het idee was van Eggermont gekomen.
“Het uitzoeken van de nummers heeft erg veel tijd gevergd. Eerst hebben we oude hitlijsten doorgebladerd. Daarna mocht iedereen zijn favoriete nummer opgeven. Kwa ritme moest het passen, het moest authentiek klinken en toch nog het geluid van nu hebben”.
Arnie was zelf met de Everly Brothers op de proppen gekomen. “Ik was een Everly Brothers-fan. Vijftien jaar geleden had je een zaak in de Kinkerstraat in Amsterdam, waar je een papieren plaat op kon nemen. Dat was voor familie overzee of zoiets. Met een vriend had ik twee weken gespaard om die twee piek bij elkaar te krijgen. Elf jaar was ik. In een klein hokje mocht je het plaatje inzingen. Gitaar spelen was nauwelijks mogelijk. Toen hebben we ‘Devoted to you’ van de Everly Brothers opgenomen. Te gek hoor, die plaat heb ik nog steeds!”
Arnie Teffers (Long Tall Ernie) in Toppop met ‘Do you remember’
Op de single ‘Do you remember’, uitgebracht in de zomer van 1977, hoorde je achtereenvolgens ‘Peggy Sue’ (Buddy Holly), ‘Helly Mary Lou’ (Ricky Nelson), ‘Lucille’ (Little Richard), ‘Bird Dog’ (Everly Brothers), ‘Rubber Ball’ (Bobby Vee), ‘Whole Lotta Shakin’ Goin’ on’ (Jerry Lee Lewis), ‘Diana’ (Paul Anka), ‘Bread and Butter’ (Newbeats), ‘That’s all right Mama’ (Elvis Presley), ‘Rip it up’ en ‘Jenny Jenny Jenny’ (Little Richard). Aan het einde van de feestelijke jubileum-single speelde Tony Britnell een lange solo op de saxofoon, een kenmerkend pop-instrument in de jaren vijftig.
‘Do you remember’ bereikte de bovenste plaats van de top 40 en haalde tevens de nummer 5 positie in de lijst met de grootste hits van 1977 – achter Boney M. (Ma Baker), Vader Abraham (Smurfenlied), Supertramp (Give a little bit) en de Guys & Dolls (You’re my world).
Long Tall Ernie & The Shakers waren top of the bill met hun nostalgie-act.
‘Golden Years of Rock & Roll’
Het succes van ‘Do you remember’ was zo groot dat er een vervolg moest komen in 1978 – een nieuwe medley: ‘The Golden Years of Rock & Roll’, deze keer met ‘Sherry’ (Four Seasons), ‘Wooly Bully’ (Sam the Sham & the Pharaohs), ‘Buona Sera’ (Louis Prima), ‘Slippin’ and Slidin’’ (Little Richard) en ‘Nut Rocker’ (B. Bumble & The Stingers).
‘Golden Years of Rock & Roll’ haalde wel de top tien, maar niet de top. Het nieuwtje was er af. De groep zou nooit mee in de top 40 verschijnen en viel weldra uit elkaar.
Hank The Knife
Op de achtergrond waren er altijd al problemen geweest. Zo was bassist Henk Bruysten (Hank The Knife) al in 1975 verdwenen. Bruysten dat jaar: “De reden dat ik bij Long Tall Ernie opstapte was het feit dat Arnie Treffers al de stukken zelf schreef. In de lange periode dat ik bij de groep zat heb ik slechts twee stukken mee helpen schrijven. Dat waren ‘The Knife’, de achterkant van ‘Big Fat Mama’, en als b-kantje van ‘Motor Ride’ schreef ik ‘Johnny Silent’. Dat vond ik niet genoeg! Ik wilde een andere richting uit. Maar daar kreeg je bij Long Tall Ernie geen kans voor. Hij besliste vrijwel alles”.
Ging het om de liedjes?
In 2007 verklaarde Bruysten: “Het was een kwestie van geld. Toen ik bij de Shakers kwam kreeg ik 75 gulden per optreden. Toen de band steeds beter ging draaien en door de hits veel hogere gages kon krijgen, kreeg ik nog steeds 75 gulden. Dus zei ik tegen Arnie dat ik honderd wilde.
‘Over mijn lijk’, zei Arnie.
Waarop ik zei dat ik dan mijn eigen bandje ging beginnen”.
Bruysten spiegelde zich aan de rockmuziek van gitaristen als Duane Eddy en Jet Harris. Met een eigen groep, Hank The Knife & The Jets, had hij niet alleen succes in Nederland maar ook bij de oosterburen. Pierre Beek (1945-2009) nam de vocalen voor zijn rekening in de nieuwe groep. Hun hits waren ‘Guitar King’ en ‘Stan the Gunman’.
Bruysten investeerde de inkomsten in een eigen geavanceerde studio in het oosten van het land. Maar dat liep verkeerd af. Bruysten raakte aan de drank en aan lager wal, kun je in allerlei artikelen uit een latere tijd lezen.
Weinig buitenland voor de Shakers
Er gingen en kwamen nieuwe Shakers, zoals Ruud van Buuren en Tony Britnell. Die laatste, een Engelsman, overgekomen uit de groep van Shakin’ Stevens, werd steeds meer de muzikale partner van Arnie Treffers.
Mede door de Nederlandse successen werd over de grenzen gekeken. Dat viel niet mee liet Arnie in 1977 optekenen. “Onze ‘hangup’ is het beleid in de rest van Europa. Polydor Duitsland is ontzettend moeilijk te beïnvloeden en als je dan ziet dat ze bij het uitbrengen van de laatste plaat wéér een oude foto van ons in de persmap stoppen dan word je wel ziek. Over België zullen we het maar helemaal niet hebben. ‘Allright’ heeft daar acht of negen in de hitlijsten gestaan maar van t.v. of zoiets hebben ze daar nog nooit gehoord. In Frankrijk zijn we geloof ik niet uitgebracht.
Toen Freddy Haayen direkteur van Polydor-Engeland werd dachten we dat we daar eindelijk ook eens uitgebracht zouden worden, maar vergeet het maar, naks niks noppes. We gaan nu zelf aan het douwen in Engeland via wat relaties die we er zelf hebben. Dan zal je door een klein rotmaatschappijtje uitgebracht worden, hoofdzaak is dat je plaat in de winkel ligt”.
Maar ook dat viel tegen. “We hebben nog eens het plan gehad om ons voornamelijk op Engeland te richten. Dat hebben we helemaal laten varen. In dat land is geen droog brood te verdienen. Je kan van een toer niet eens je hotelkosten betalen. Daarom willen al die Engelse groepen ook hier en in Duitsland spelen voor lagere prijzen dan wij vragen. Nee, ze kunnen daar van mij de pot op”.
Tony Britnell voegde er aan toe: “Toen we in Engeland tv wilden doen ging het niet. Ik ben vijftien jaar lid van de Musician’s Union (Engelse muziek vakbond) geweest, maar ik mocht er niet in.
Ik heb dagenlang getelefoneerd en eindelijk mocht het op basis van het sturen van een Engelse groep naar Nederland. Je hoefde geen eens een echte groep te hebben, als die maar op papier bestaat. En dat terwijl er dagelijks Engelse groepen [in Nederland] voor tv komen. Door die Engelse toestanden is ‘Do you remember’ ook niet echt doorgebroken. Ik heb m’n lidmaatschap opgezegd”.
Al in 1978 viel de groep in twee delen uit elkaar. Onder de naam Long Tall Ernie & The Shakers verscheen in 1979 het album ‘Meet the monsters’, in zekere zin voortbouwend op de oude Moan en hun monster-act.
De groep onder leiding van Arnie en Tony werd weer even imago-loos als weleer. In de tijd dat ik [HK] als A&R-manager van Polydor opereerde liepen ze de deur plat om een nieuw concept-album te mogen opnemen, gebaseerd op de ‘Incredible Shrinking Man’. Daar is het niet van gekomen.
Ik bracht hen anno 1980 in contact met Pim Koopman (1953-2009), de meest succesvolle Nederlandse popproducer van dat moment. Hun single ‘Let’s do it together’ kreeg echter totaal geen aandacht in de media. Aan het tijdperk van Long Tall Ernie & The Shakers was snel een einde gekomen.
Arnie en Tony manifesteerden zich vooral als liedjesschrijvers voor anderen. Maar ook dat bracht weinig geld in het laatje. Naamloos echter leverde Treffers als de stem van Roy Orbison een bijdrage aan de single ‘Stars on 45’, opnieuw een productie van Jaap Eggermont, die voortborduurde op ‘Do you remember’. ‘Stars on 45’ bereikte op 20 juni 1981 de nummer één positie in Amerika.
Nieuw leven in Denemarken
Hoe het verder met Arnie Treffers ging was te lezen in een artikel dat zijn echtgenote Solveig Segenstrom Svendsen in 2005 schreef. “Nadat de faam van Long Tall Ernie was weggeëbd trok Arnie zich illusieloos terug in een uithoek van Denemarken.
Hij kon zich eerst nog redden met royalties die hij ontving van ‘Do you remember’ en ‘Golden Years of Rock and Roll’. In zijn nieuwe vaderland maakte hij muziek met veel nieuw Deens talent. Zo produceerde hij een plaatje van Sugar and the Lollipops dat in Denemarken goud werd, toen nog van een groep die Heinrich heette. Bij sommigen had hij veel succes. Ook voor oude Engelse rotten zoals Billie J. Kramer en Reg Presley, zanger van de groep The Troggs, schreef en produceerde hij liedjes.
Arnie kreeg weer zin om te gaan zingen en merkte tevens dat hij plezier in zijn eigen stem kreeg. Dat was voor het eerst. Met een Deense technicus is hij aan de slag gegaan. Er werd een goedkope studio geregeld en de beste muzikanten uit de kennissenkring erbij gehaald.
Toen de opnames klaar waren heeft hij het bandje naar een man van EMI-Bovema in Heemstede gestuurd. De vrouw van de man, naar wie het bandje was gestuurd, speelde tijdens het stofzuigen het bandje af. Zij had geen flauw idee wie het zong en ook haar man niet. Zo is er een deal gemaakt.
Met de Nederlandse platenbazen onderhield hij een goede relatie. Er kwamen nog enige solo-albums van hem uit. Tevens maakte hij tournees door Denemarken en andere Scandinavische landen met verschillende Deense Rock-’n’-Roll acts.
Arnie Treffers in 1983
Arnie en ik startten in 1986 met een Indonesisch restaurant. Het was tevens het eerste Indonesische restaurant in onze streek. In 1990 hebben we het verkocht en op 1 september van dat jaar zijn we in Aalborg getrouwd.
Na de verkoop van het restaurant kon Arnie zich geheel aan de muziek wijden. Muziek schrijven en produceren voor andere artiesten. Hij maakte prachtige muziek zoals rock, country en pop. Tevens bewerkte hij de muziek voor bedrijven om hun product te promoten. Voor een exclusief Deens schoenenmerk, genaamd Bubetti, maakte hij een mini-musical dat de naam ‘Het magische in je’ mee kreeg. Dat was voor de betreffende firma in Denemarken een groot succes. Het was een geweldige periode.
Het onfortuinlijke kwam plots in ons midden. Arnie werd ziek, had kanker. Deze ziekte was de laatste twee-drie jaar slopend. Hij accepteerde zijn ziekte en had een fantastisch gevoel voor humor. Een markant en fantastisch persoon. Op 25 augustus 1995 overleed hij in het Groningense Westerende in bijzijn van zijn familie”.
In Nederland leek Long Tall Ernie intussen helemaal vergeten te zijn. In het weekblad Story kon je lezen: “Slechts een handjevol familie en vrienden kwam naar Groningen om afscheid te nemen van Long Tall Ernie, Arnie Treffers. Niemand uit het vak was gekomen om aan de man, die ooit met zijn Shakers international hoge ogen gooide, de laatste eer te bewijzen.
Roem is vergankelijk, maar dat niemand uit ‘het vak’ de moeite had genomen om een laatste groet moet een zware teleurstelling zijn geweest voor zijn vrouw Solveig. De prachtige aula van het Groningse crematorium was ternauwernood gevuld. Des te opvallender was het dat er vele vrienden en familieleden van Solveig overgekomen waren uit Denemarken. Zij hadden tenminste wel de moeite genomen de plechtigheid bij te wonen. Arnie werd slechts 48 jaar”.
Harry Knipschild
10 februari 2020
Clips
Literatuur
Thijs Wartenbergh, ‘Moan = Long Tall Ernie & the Shakers = Arnhem = Het Spijkerkwartet’, Veronica, 9 september 1972
Tim Tyler, ‘Gezellige rock met Long Tall Ernie c.s.’, Nieuwsblad van het Noorden, 29 december 1972
Stan Govaard, ‘Hank the Knife & The Jets, Oor, 7 mei 1975
Jos van Woudenberg, ‘Arnie Treffers: wij zijn de lul’, Oor 12 januari 1977
Willem Jan van de Wetering, ‘Als je ziek bent laten ze je gewoon sterven’, Hitkrant, 18 maart 1977
Willem Jan van de Wetering, ‘Vijfjarig bestaan. Long Tall Ernie terug in de tijd’, Hitkrant, 15 september 1977
Ruud van Dulkenraad, ‘Long Tall Ernie & The Shakers vallen in twee groepen uiteen’, Hitkrant, 2 maart 1978
‘Long Tall Ernie & The Shakers – monstergekken met gein’, Muziek Parade, september 1979
‘Eenzaam afscheid van Long Tall Ernie’, Story, september 1995
Solveig Treffers, ‘Het leven met een rockstar’, Het Treffertje, 2005
Roland Wetzels, ‘Hank The Knife & The Jets – na dertig jaar nog steeds vlijmscherp’, Fret, januari 2007
Thomas Verbogt, ‘Arnhem Rock’, uit My Generation, uitgeverij L.J. Veen, 2000, in Leon Verdonschot, De beste muziekverhalen van 1945 tot nu, Amsterdam 2008
- Raadplegingen: 6500