305 - Buddy Holly in Engeland, voor en na 3 februari 1959 (1)
Op 7 september 2017 is het 81 jaar geleden dat Buddy Holly geboren werd in Lubbock, Texas. In het gemeentelijke museum, het ‘Buddy Holly Center’, wordt die ‘verjaardag’ jaar in jaar uit feestelijk gevierd. Ik spreek uit ervaring. Zes jaar geleden waren Greetje en ik in het centrum aanwezig op Holly’s 75ste geboortedag. De toegang was gratis, de twee nog levende broers van Buddy gaven acte de présence, er was een film, een ‘verbinding’ met Hollywood ter gelegenheid van de onthulling van een ster op de ‘Walk of Fame’, verjaardagsgebak enzovoort.
De carrière van de zingende liedjesschrijver heeft sinds hij verongelukt is, op 3 februari 1959 (‘the day the music died’) een bijzondere betekenis gekregen.
‘That’ll be the day’ en ‘Oh Boy’
Buddy Holly was tijdens zijn korte leven niet alleen een populaire artiest in de Verenigde Staten, maar zeker ook in Engeland. De Engelse muziekbladen volgden zijn carrière op de voet. In de de hitlijst van de wekelijks verschijnende popkrant New Musical Express bereikten de Crickets met Holly als zanger op 30 oktober 1957 de eerste plaats met ‘That’ll be the day’ – vóór Elvis Presley (‘Teddy Bear’ en de EP ‘Let’s have a party’), Paul Anka (‘Diana’), Jerry Lee Lewis (‘Whole lotta shakin’ goin’ on’) en Debbie Reynolds (‘Tammy’).
Begin 1958 verscheen in Engeland een nieuwe single van de Crickets met op de a-kant ‘Oh Boy’ en op de b-kant ‘Not Fade Away’. “Can The Crickets follow up the success of ‘That’ll be the day’?” was in een Engelse popkrant te lezen.
Het antwoord was duidelijk: “Personally, I should think so. I see very little reason for doubting that ‘Oh Boy’ will jump into the lists pretty swiftly. It is a good fast rocker which the vocal group whips across smoothly.
‘Not Fade Away’ on the lower deck has an intriguing opening with a peculiar – deliberate’ dead sound. The lead voice [Holly] has most of this to himself with a drum and guitar backing. As a rocker it’s different enough from the rest of current material to prove quite a factor in the sale of the disc as a whole”.
Op 12 maart 1958 was Buddy met vier titels tegelijk in de Britse top 30 vertegenwoordigd. Op 8 ‘Oh Boy’, op 16 ‘Listen to me’, op 19 ‘Peggy Sue’ en op 28 ‘Maybe, baby’. Regisseur Jack Good noemde zijn nieuwe tv-popprogramma niet voor niets ‘Oh Boy’.
Het is in dat kader niet verbazingwekkend dat Buddy in Engeland een bijzondere ontvangst ten deel viel in een periode dat maar weinig Amerikaanse popartiesten zich buiten de eigen grenzen vertoonden. “Buddy Holly and the Crickets have been given a VIP greeting on their first trip to Britain. They have been booked straight into ATV’s ‘Sunday Night at the Palladium’, following their opening date at the Trocadero, Elephant and Castle. Arriving with the Crickets at London Airport is manager Norman Petty. Holly and the boys understandably think a lot of Petty”, kon je in de krant lezen.
Aan hits geen gebrek. Op 27 augustus 1958 waren Holly en de Crickets met drie singles genoteerd in Engeland: ‘Think it over’, ‘Rave On’ en ‘Early in the morning’.
3 februari 1959
Een paar maanden later, februari 1959, kwam die zwarte dag. Buddy was, zoals dat wel eens genoemd wordt, in het harnas gestorven: onderweg van het ene optreden naar het andere. Een paar weken later, op 8 maart 1959, had hij in Engeland moeten zijn voor een tv-optreden, wist Melody Maker meteen te melden. In de Daily Mirror kon je lezen: “Buddy shot to the top of the hit parade with records like ‘That’ll be the day’ and ‘Peggy Sue’. Buddy visited Britain last March [1958] and was seen by millions of viewers in a ‘Sunday Night at the London Palladium’ show. His latest record, called ‘It doesn’t matter any more’ [geschreven door Paul Anka] has just been released”.
In New Musical Express werd meteen opgemerkt: “The title ‘It doesn’t matter anymore’ now has an added and tragic significance”.
De popkrant bevestigde het niet doorgaan van een tweede bezoek van Holly aan Engeland. Dat was opgezet door de Britse impresario Leslie Grade en Irving Feld, manager van Paul Anka. Volgens New Musical Express zouden bij die gelegenheid ook Ritchie Valens en de Big Bopper naar Londen vliegen. Maar van die artiesten was niemand meer in leven.
Paul Anka over Buddy Holly in de Engelse pers
‘It doesn’t matter anymore’ was de laatste hit van Buddy Holly in Amerika. De single bereikte er een 13de plaats (in Billboard). Voor Engeland was de dood van de popster, zo lijkt, een stuk bepalender. Op 13 februari 1959 wijdde New Musical Express een groot artikel aan de tragische gebeurtenis in de Amerikaanse staat Iowa.
De Everly Brothers, die aanwezig waren bij de uitvaart van hun vriend, werden kort aan het woord gelaten. Hun aanwezigheid had verbijstering opgeroepen. “The kids in town wanted to be friends, but didn’t know what to expect from us. They were afraid we weren’t real”.
Paul Anka had veel meer te vertellen. Onder de titel ‘My Buddy’ liet de zanger een lang artikel in de NME verschijnen. Samen hadden ze wel 150 keer opgetreden. Buddy hield van snelle dingen wist Anka. “He had a perpetual yearning for excitement and adventure. He enjoyed water ski-ing and swimming, was mad about motor-cycles and fast cars. But it was flying that gave him the greatest sense of satisfaction”. De droom van Buddy was om zelf te vliegen. Zodra hij zijn brevet had zou hij dat volgens Anka zeker gaan doen.
Op 3 febrari had hij evenwel beter met de bus kunnen reizen. “If only Buddy Holly had made that last fateful journey by coach, instead of allowing his impulsive desire for speed to take possession of him, the tragic circumstances of his death would not have occurred”.
Anka prees het karakter van Holly: “Offstage he was forever modest and retiring. Seldom did anything ruffle him. He always struck me as the type more likely to be found serving in a hamburger bar or delivering the soft drinks.
Although he gave this impression of being quiet, his performances on stage created just the opposite effect! He derived tremendous enjoyment from making live audiences revel in his music.
His climb from obscurity to stardom had not affected him in the slightest, and he remained the genuine good-natured person he was at the outset”.
Paul en Buddy zouden echte vrienden geweest zijn. “I shall always cherish the memory of the deep friendship which grew up between us. Buddy and I were very close. We both achieved national success at about the same time [‘That’ll be the day’, ‘Diana’]. We shared the same agent [Irving Feld] and we toured extensively together.
The last song that Buddy recorded before his death was a composition of mine, bearing a title which now seems bitterly ironical – ‘It doesn’t matter anymore’”.
Anka had medelijden met Maria Elena Santiago, met wie Buddy een paar maanden daarvoor getrouwd was. “I feel especially unhappy for Buddy’s widow, Maria, who – to the best of my knowledge – is expecting a baby.
Buddy’s marriage was a very happy one, even though the ceremony itself was kept quiet, presumably because Maria is Puerto Rican, which could have aroused a certain amount of controversy and perhaps scorn in America. Even I did not know about the wedding until Buddy phoned me just after the ceremony had taken place”.
Paul Anka was vol bewondering voor de muziek van zijn vriend. “He was also an extremely proficient guitarist. One of his great delights, whenever the occasion permitted, was to get together with instrumentalists from other groups with whom he was touring, to form a sort of gigantic jam session.
As an artist, he was one of the most outstanding I have ever encountered”.
Aan het einde van het door hem in Londen geschreven artikel benadrukte Paul Anka: “Believe me, I do not write these glowing words merely because of the sad occasion. This is a very sincere last tribute to someone with whom I had plenty of time to become friendly and admire a great deal”.
Keith Goodwin over Buddy Holly in New Musical Express
De Britten raakten niet uitgepraat over Buddy Holly, zijn muziek en zijn tragische einde. Op 25 april 1959 steeg ‘It doesn’t matter anymore’ door naar de bovenste plaats van de Engelse hitlijst. New Musical Express publiceerde die week een nieuw artikel over de artiest, ‘How I remember Buddy Holly’. Het was geschreven door Keith Goodwin, die een jaar eerder met hem en de Crickets door Engeland getrokken was.
Goodwin: “When the Crickets toured Britain last March [1958], I spent a lot of time with Buddy and his colleagues – bassist Joe B. Maldin and drummer Jerry Allison – and built up a close friendship with the tall, bespectacled rock ’n’ roll star.
It was the kind of friendship that is not easily forgotten and it has left me with a storehouse of memories centring on one of the nicest show business personalities I’ve ever met. For Buddy was the kind of warm, sincere fellow that anybody would be proud to call a friend”.
Je kunt je afvragen of de persman diezelfde woorden gebruikt zou hebben als Holly niet verongelukt was. Maar hij ging door: “I recall Buddy as a quiet, unaffected lad with simple tastes. He was genuinely grateful to his many fans who helped to make him a star and made no secret of his earnest dedication to his chosen profession”.
Lachen
Tussen alle bewondering die Goodwin liet afdrukken op 24 april, deed hij ook verslag van wat grappen die de Amerikanen hadden uitgehaald. Bijvoorbeeld toen ze ’s avonds na een van hun optredens nog een hapje aten, een ‘late supper’.
Goodwin: “The Crickets, Norman Petty (their manager), and his wife Vi, Allan Crawford (then manager of [uitgeverij] Southern Music) and myself recurred to the Cumberland Hotel in Kilburn. A quiet, dignified waiter approached and the pantomime began.
First Joe B. Mauldin ordered, closely followed by Jerry Allison. Between them they changed their minds about a dozen times – frequently interrupted by exuberant shouts from Buddy as he spotted some new delicacy on the menu.
When Buddy’s time came to order, he chopped and changed his mind – with a winkling twinkle in his eyes – so many times that he ended up with no less than four different drinks (non-alcoholic) and a classic assortment of sandwiches before him!”
Het was lachen geblazen. “Finally, with the rest of us laughing heartily, Buddy brought the scene to an end with a snappy: “That’ll be the day for a quick snack”.
De ober stelde zich, laat op de avond, soepel op. “The waiter saw the joke in the end... specially after the big tip Buddy gave him”.
Buddy Holly danst in Engeland, maart 1958
Het uithalen van grappen was aan de orde van de dag. Wat moest je anders doen als je wekenlang, ver weg van huis, op pad was. “The most striking facet of the rocker’s personality was his sense of humour. Off-stage, he would throw good-natured, tongue-in-cheek insults at Jerry and Joe, and get an equal amount thrown back at him!”.
Buddy legde volgens de journalist ook zelfspot aan de dag, achter en op de bühne. Een van zijn sentimentele songs kondigde hij aan met de woorden: “This tune is likely to reduce you all to tears, not because of the sadness of the words, but on account of the pathetic way we sing it”.
Het publiek barstte in lachen uit, kon Goodwin uit eigen waarneming melden.
De lezers van New Music Express moesten echter geen verkeerde indruk krijgen van de verongelukte artiest. Hij en zijn kompanen waren beschaafde jongelui. “Buddy and his colleagues were not ill-mannered or unduly mischievous. On the contrary, they were extremely well-behaved, well-groomed, polite and courteous at all times”.
Volgens Goodwin was Buddy een ‘gentleman’. “Each time our car stopped, he made a point of being first out to open the doors for us”.
Norman Petty en de Crickets
In het NME-artikel was bovendien te lezen over een bijzonder optreden van Buddy Holly met zijn manager en producer Norman Petty. In een bioscoop stond een concertorgel opgesteld. Petty ging er achter zitten en begon te spelen. “Buddy came storming out of his dressing room singing Norman’s praises and urging him to play.
There must have been a dozen of us grouped around the organ while Norman played. Even the usherettes and attendants forgot about going home. But no one was more enthusiastic than Buddy”.
Petty, werd uitgelegd, was een begenadigd pianist. Van zijn plaat ‘Almost Paradise’ zouden meer dan een miljoen exemplaren verkocht zijn.
Bij een andere gelegenheid liet Buddy, samen met de Crickets, nog even een aantal gloednieuwe songs horen die hij geschreven had, maar die in elk geval in Engeland nog niet op plaat verschenen waren.
De indruk werd gewekt dat de relatie van Buddy Holly, zowel met zijn manager als met zijn begeleiders optimaal was. In werkelijkheid was dat niet zo. Aan het einde van het jaar 1958 was er van die relatie in elk geval weinig meer over.
Afscheid van Keith Goodwin
Keith Goodwin was erbij toen Buddy Holly op het punt stond naar Amerika terug te vliegen. “The last time I saw Buddy was at London Airport just a few hours after his final performance at Hammersmith [Londen]. We made the trip together by car, and I noticed during the journey that the singer appeared a trifle sad that he was leaving a strange country he had grown to love.
Before he stepped out on to the tarmac, Buddy turned and drawled lazily: ‘Well, Keith, that’s about it. It’s been fun and I’m sure glad you’ve been around. I’ll see you next year”.
Het zou er niet meer van komen. “Fate wasn’t on his side. And although the words of the song say it doesn’t matter any more, I can assure you that it does to me, it does – very much”.
‘It doesn’t matter anymore’ op één in Engeland
Toen Keith Goodwin zijn persoonlijke herinnering ophaalde in New Musical Express, was ‘It doesn’t matter anymore’ op de hoogste plaats in de Britse hitlijsten beland. Dat bleef nog wekenlang zo. Op 6 mei bijvoorbeeld overtrof de verkoop van de single die van Elvis Presley (‘A fool such as I’), Marty Wilde (‘Donna’, een cover van de Amerikaanse hit van Ritchie Valens, samen met Holly verongelukt), Ricky Nelson (‘It’s late’) en Eddie Cochran (‘C’mon everybody’). ‘It doesn’t matter any more’ verbleef in totaal 21 weken in de top 30. Dat was uitzonderlijk lang.
top 20, 6 mei 1958
Cochran had een bijzondere band met Buddy Holly. Een Amerikaanse deejay Tommy Donaldson (Tommy Dee) schreef na het bekend worden van het vliegtuigongeluk op 3 februari 1959 meteen de song ‘Three Stars’ (Holly, Valens, Big Bopper).
Wie beter dan Eddie Cochran kon die song vertolken? “Eddie listened to the song and said he’d cut it. So that night, the night after the plane crash [4 februari 1959], Eddie recorded ‘Three Stars’ at Goldstar Studios [in Hollywood]”, is te lezen in het boek The Eddie Cochran Story.
Het ging er emotioneel aan toe. “For Eddie, recording the song was a distressing experience. He had been close to both Buddy Holly and Ritchie Valens and found it difficult to record the song”.
Donaldson was erbij: “After three takes Eddie Cochran ran out and started crying. It was so touching for him”.
‘Three Stars’ van Eddie Cochran bleef tot in 1972 in het archief van de platenmaatschappij liggen. In plaats daarvan verschenen er uitvoeringen van Tommy Donaldson zelf en een van Ruby Wright. Die laatste versie verscheen op 22 mei 1959 voor het eerst in de Britse top 30 en bleef er 10 weken in opgenomen.
Eddie Cochran
Carrière van Buddy Holly nog niet afgelopen
Terwijl Ruby Wright met haar versie van ‘Three Stars’ de emoties rond het verongelukken van Buddy Holly c.s. levend hield zochten zijn voormalige zakelijke partners naar mogelijkheden om verder te gaan. In augustus 1959 plaatste New Musical Express een nieuw artikel over het onderwerp.
Men was gaan graven in de catalogus van de overleden artiest. Besloten werd om ‘Midnight Shift’ als nieuwe single uit te brengen. “‘Midnight Shift’ was waxed by Buddy as far back as January 26, 1956”. Dat was dus nog meer dan een jaar vóór ‘That’ll be the day’. Het nummer was nooit op single uitgebracht.
Volgens NME hadden de fans er om gevraagd. “Had it not been for a series of requests from Buddy’s devoted fans, ‘Midnight Shift’ might well have continued to collect dust on the shelves here. It appears that listeners heard the title played over American and foreign radio programmes”.
‘Midnight Shift’ werd een kleine hit, haalde de onderkant van de top 30 en bleef drie weken genoteerd.
De redacteur maakte nog eens duidelijk hoe populair Buddy Holly nog steeds was. “Buddy’s popularity throughout Britain certainly hasn’t been dimmed in any way by his recent untimely death. The tragic air crash in which Buddy died with young Ritchie Valens and Big Bopper certainly didn’t spell the end of the Buddy Holly story as far as the fans are concerned. For it seems that just so long as the material is available, they’re determined to keep his name at the forefront of the popular music scene”.
“Where it so rightly belongs”, werd er veel betekenend aan toegevoegd.
Zelfmoord in Engeland uit verdriet
Hoe diep dit alles in die tijd ingreep op de Britse jeugd wordt nog eens bevestigd door een bericht in de New York Times van 20 september 1959.
“Fan of U.S. singer kills self”, was er boven afgedrukt:
“Dorchester, England. A coroner said today that a 15-year-old fan of Buddy Holly, American rock ’n roll singer, was so grief-stricken by Mr. Holly’s death eight months ago that he killed himself. The coroner said Stephen Pike had electrocuted himself by connecting a pair of radio headphones to a power line. Mr. Holly died with two other singers in an air crash at Mason City, Iowa”.
Het gebeurde allemaal in Engeland...
Nieuwe opnamen van Buddy Holly ontdekt
Aan de andere kant van de oceaan werd Peggy Sue Gerron, echtgenote van drummer Jerry Allison, door weduwe Maria Holly meegenomen naar het Brevoort appartement in New York waar Buddy en zij, Maria, na hun huwelijk waren ingetrokken.
In haar memoires schreef Peggy Sue: “Buddy’s reel-to-reel recorder, his guitar and the amplifier he’d brought from Clovis [opname studio van Norman Petty] were sitting in the empty dining room.
Maria said, ‘Listen to these songs that Buddy wrote’, as she turned on the recorder”.
Op de tape hoorde Peggy Sue eerst een opgenomen gesprek van Maria met Buddy. “Then Buddy started to sing ‘That’s what they say’. Next came ‘What to do’.
When the third song began, I absolutely thought I would die. It was as if my body had forgotten how to breathe when I heard the words ‘Peggy Sue got married not long ago’. Tears came to my eyes. I noticed Maria watching me as she walked in and out of the room. I didn’t want to reveal my emotions in front of her, so I forced back my tears and swallowed my cries. A couple of tears trickled unbidden down my cheek, and my head started booming”.
Peggy Sue hoorde nog meer liedjes, die Buddy thuis in New York op tape gezet had. “The next song was ‘That makes it tough’. And then there was a blues called ‘Crying, waiting, hoping’. The last song on the reel was ‘Learning the game’”.
Er waren dus mogelijkheden om ‘nieuw’, nog ongehoord materiaal van Buddy Holly op de markt te brengen. Om de demo’s zo goed mogelijk te laten klinken werden de opnamen nog wat opgekalefaterd. Op 11 september 1959 verscheen ‘Peggy Sue got married’ voor het eerst in de Britse hitlijsten en steeg door naar een klassering op nummer 13. Tien weken lang was Buddy Holly weer van de partij in de charts van New Musical Express.
Lokroep van Buddy Holly op jonge Britse muzikanten
In zijn memoires liet Stones-gitarist Keith Richards afdrukken dat hij op 15-jarige leeftijd een notitieboekje begonnen was. Een van de rubrieken was genoemd ‘Record List, 45 [toeren]’. “The first entry: ‘Peggy Sue Got Married’. Artist: Buddy Holly”.
Even verder in de autobiografie vertelde Richards dat hij met Mick Jagger voor het eerst contact kreeg ‘because he just happened to mention that he occasionally did a dance doing Buddy Holly and Eddie Cochran stuff’. Richards: “Mick had seen Buddy Holly play [14 maart 1958] at the Woolwich Grenada. It’s one of the reasons I cottoned to him”.
tourschema Buddy Holly in Engeland, maart 1958
Richards en Jagger waren zeker niet de enigen voor wie Buddy Holly een icoon was. Eric Clapton bijvoorbeeld schreef in zijn autobiografie. “Op een avond hadden ze in ‘Saturday Night at the London Palladium’ Buddy Holly in het programma. Ik dacht dat ik dood was gegaan en in de hemel zat. Toen zag ik voor het eerst een Fender-gitaar”.
De dood van de artiest maakt een verpletterende indruk. “De mensen zeggen altijd dat ze precies weten waar ze waren op de dag dat president Kennedy werd vermoord. Ik niet, maar ik weet nog wel dat ik op de speelplaats van de school liep op de dag dat Buddy Holly doodging, en ook nog wat ik daarbij voelde.
Die plek zag eruit als een begraafplaats en niemand kreeg nog een woord over zijn lippen. Iedereen was geschokt. Van alle muziekhelden uit die tijd was [Buddy] de toegankelijkste, en hij was echt. Hij was geen glamourboy. Hij deed niet alsof. Het was volkomen duidelijk dat hij een echte gitarist was en als klap op de vuurpijl droeg hij een bril. Hij was een van de onzen. De uitwerking die zijn dood op ons had was verbazingwekkend groot”.
Voor Eric was de dood van Holly niet het einde, maar juist het begin, schreef hij. Het bracht hem er toe zelf gitarist te worden. “Op een dag knielde ik voor de spiegel terwijl er een plaat van Gene Vincent opstond en ik hem nadeed. Een van mijn vrienden liep langs het open raam. Hij bleef staan en keek naar me. Ik zal nooit vergeten hoezeer ik me schaamde, want ik werd dan misschien gedreven door de muziek, maar ik werd even hard gedreven door de gedachte dat ik een van die mensen op tv zou kunnen worden – en dan niet Engelse popsterren als Cliff Richard, maar Amerikanen als Buddy Holly, Jerry Lee Lewis, Little Richard en Gene Vincent. Ik wist toen dat ik een roeping had”...
Jon Lord op podium waar Buddy Holly in 1958 optrad
Dat gold in zekere zin tevens voor Jon Lord (1941-2012), toetsenman van Deep Purple. In 2011 werd de muzikant een eredoctoraat toegekend door de universiteit van het Engelse Leicester. In zijn dankwoord vertelde de ‘jonge doctor’ dat hij in diezelfde zaal als teenager [op 16 maart 1958] was gaan kijken naar het concert dat Buddy Holly er gaf. Dat was dus twee dagen na het optreden van Holly waar Mick Jagger bij aanwezig was.
Lord bij die gelegenheid op het podium: “In this same hall [Montfort Hall] as a teenager I saw Buddy Holly, which spun my head around. I think the love of what Buddy Holly represented [...] has defined my musical life”.
Ook op de latere Beatles maakte Buddy Holly een verpletterende indruk. Daarover en hoe het verder ging gaat het volgende artikel.
Harry Knipschild
22 augustus 2017
Clips
Met dank aan André Ceelen voor aangeleverde Engelse artikelen.
Literatuur
‘Crickets, Oh Boy’, recensie in Record Mirror, begin 1958
‘They’re coming, Paul Anka and the Crickets’, begin 1958
‘Buddy Holly, It doesn’t matter anymore’, recensie in Record Mirror, 2 februari 1959
Barrie Harding, ‘Top ‘rock’ stars die in crash’, Daily Mail, 4 februari 1959
‘Buddy Holly package show’ was coming here’, New Musical Express, 6 februari 1959
Paul Anka, ‘My Buddy’, New Musical Express, 13 februari 1959
Keith Goodwin, ‘How I remember Buddy’, New Musical Express, 24 april 1959
‘Vintage Buddy Holly disc [Midnight Shift] is 1959 hit’, New Musical Express, voorjaar 1959
‘Fan of U.S. singer kills self’, New York Times, 20 september 1959
Julie Mundy & Darrell Higham, Don’t forget me. The Eddie Cochran Story, Edinburgh 2000
Eric Clapton, De autobiografie, Amsterdam 2007
Peggy Sue Gerron, Glenda Cameron, Whatever happened to Peggy Sue, Oklahoma City 2008
Keith Richards with James Fox, Life, Londen 2010
- Raadplegingen: 12947