Skip to main content

501 - Sam van Sam & Dave

 

 

De oorsprong van veel ‘zwarte muziek’ is in de Amerikaanse kerken te vinden. De bevolking met een gekleurde huid zong – samen met de dominee – gospels en spirituals. Naarmate de secularisering vorderde, veranderden de teksten. Godsdienstige thema’s werden omgezet in profane uitingen. Na songs als ‘He’s got the Whole World in His Hands’ (1927) scoorden Ray Charles met ‘I Got A Woman’ (1954) en Ben E. King met ‘Stand By Me’ (1961), liedjes die gebaseerd waren op gospel-muziek. De liefde voor de schepper werd omgezet in die voor de medemens, vaak van het andere geslacht.

   Sam Cooke, frontman van de Soul Stirrers, stapte solo over op rhythm & blues – met zijn single ‘You Send Me’ wist hij de top van de hitlijsten te bereiken. Cooke was de inspirator van een nieuwe generatie zwarte artiesten. In 1964 werd hij doodgeschoten.

Rhythm & blues met muzikale wortels in de kerk kreeg langzamerhand het predikaat soul-muziek. Het konden ballads zijn zoals ‘When a man loves a woman’ (Percy Sledge), ‘I’ve been loving you too long’ (Otis Redding), ‘I’ve never loved a man the way I love you’ (Aretha Franklin), ‘Hold what you’ve got’ (Joe Tex), ‘Dark End of the Street’ (James Carr), ‘Blowing in the Wind’ (Stevie Wonder), ‘Tired of Being Alone’ (Al Green), ‘A Change Is Gonna Come’ (Sam Cooke), ‘If You Need Me’ (Solomon Burke) en – geen ballad – ‘Sweet Soul Music’ (Arthur Conley). 

   Het woord ‘soul’ (ziel) vond je veel terug in de teksten en titels van soul-songs. James Brown liet zich de ‘godfather of soul’ noemen, Aretha Franklin de ‘queen of soul’. 

 

 

501 1 Aretha Franklin

  

Stax Records in Memphis

 

 

Memphis, de stad in Tennessee waar Elvis Presley zijn hoofdkwartier had, was een centrum voor soul-muziek. Sam Phillips had er in de jaren vijftig een studio opgezet – en een eigen platenmaatschappij: Sun Records. Soortgelijke bedrijven volgden: Hi Records en Stax/Volt Records. Bij dat laatste bedrijf vond je Booker T. (Jones) & the M.G.’s (met de blanke gitarist Steve Cropper), Carla en Rufus Thomas, Isaac Hayes en David Porter, Otis Redding, de Mar-Keys, Arthur Conley, Wiliam Bell, Eddie Floyd en niet te vergeten Sam & Dave (Sam Moore en David Prater). 

 

Sam & Dave

 

Sam & Dave was het paradepaardje van Stax, de platenmaatschappij die vanuit New York overal gedistribueerd werd door Atlantic, het bedrijf van Ahmet Ertegun en Jerry Wexler. 

   Sam Moore, hoofdpersoon van dit artikel, is op 12 oktober 1935 geboren in Miami (Florida). Als je nu op wikipedia kijkt vind je nauwelijks referentie naar zijn verre verleden: “Sam Moore and Dave Prater were both experienced gospel music singers, having performed individually with groups the Sensational Hummingbirds and the Melionaires. They met in The King of Hearts Club in Miami in 1961, where they were discovered by regional producer Henry Stone who signed them to Roulette Records. After modest success at Roulette, they were signed by Jerry Wexler to Atlantic Records in 1964, then being ‘loaned’ out to Stax Records to produce, record and release their records”.

   Vanwege de Memphis-aanpak stuurde Wexler regelmatig artiesten naar Tennessee. Onder hen Wilson Pickett en Dusty Springfield. Het Amerikaanse Zuiden, met name Memphis, leek een ideale plek om soulmuziek in allerlei studio’s vast te leggen.

 

 

501 2 Sam Dave RouletteSam & Dave op Roulette

 

 

Zo simpel begon het niet voor Sam Moore. Tijdens een interview met Gavin Martin in 2002 kwamen er details naar buiten. “Moore began performing as a child in his backyard in Miami, mimicking the sermons his father, a womanising preacher, gave at the local church”.

   Sam werd ook zelf een ‘womaniser’. Bij een aantal vrouwen verwekte hij veertien of vijftien kinderen. Het juiste aantal kende hij zelf niet. “I’m in touch with three or four of them, that’s sad when you consider there’s so many of them. I used to crave connection with my children, but some have chosen not to make that connection, some of them resent me or want me to pay for them. I can understand that”.

   Al vóór hij en Dave gecontracteerd werden door Jerry Wexler leidde Sam een dubieus leven. Martin: “At the time, Moore was something of a pimp [pooier] in his hometown. ‘I was a local hero not a big star. Women like you? Let them pay you. That’s how things were done on my side of the street. I was surrounded by that kind of behaviour, it was accepted. But I didn’t make much money from it’”.

 

Sam voelde zich geïnspireerd door artiesten als Jackie Wilson (1934-1984) en Little Willie John (1937-1968). Door het contact met zijn idool raakte hij flink aan de drugs. “Moore was introduced to heroin by one of his idols, Little Willie John. ‘Heroin and cocaine – they made me feel bigger than life. You can insult people, get in fights, treat women any kind of way. But, eventually, it gets to the point where you’re just taking them because you don’t want to get sick’”.

   Samen met Eddie Floyd, William Bell en James Brown gaven Sam en Dave acte de présence bij de uitvaart van Little Willie John. Aretha Franklin zong, de dienst werd geleid door haar vader, dominee C.L. Franklin.

 

501 3 Little Willie JohnLittle Willie John

 

Succes voor ‘Hold On I’m Comin’ en ‘Soul Man’

 

Jim Stewart, directeur van Stax, bracht Sam & Dave in contact met producers Isaac Hayes en David Porter. Dat pakte goed uit, schreef Peter Guralnick in zijn boek Sweet Soul Music. “The first couple of sessions with Sam & Dave didn’t yield any real hits. But then in October [1964] they went back in the studio and cut ‘You Don’t Know Like I Know’, which shot to the top 10 r&b but only foreshadowed the success of their next song, ‘Hold On. I’m Comin’’”.

   Bij Stax was het feest. “‘Hold On, I’m Comin’’ was Stax’s first number one r&b hit since ‘Green Onions’; in fact it was the first time Stax’s vocal sound had made a significant impact on the pop charts since Carla Thomas’s ‘Gee Whiz’.

   ‘Hold On I’m Comin’’ was no fluke. With its call-and-response vocal, the gospel overtones of Sam’s soaring lead and Dave’s rougher-edged response, the deliberately ‘coarse’ lyrics and strong church-centered accompaniment featuring Isaac Hayes’s choppily chorded piano and Steve Cropper’s vibrato-laden rhythm guitar, in many ways epitomized the very formula that Jim Stewart had been groping for ever since he had first heard Ray Charles and started recording rhythm and blues.

   Sam and Dave established Stax once and for all as pop contenders – as worlds apart from Motown, in intent as well as effect. They established themselves also as Stax’s hottest act. And their success set a pattern for for a wealth of hits, by a variety of different acts, which Hayes and Porter turned out for nearly four years without interruption”.

 

Het idee voor de song was op een aparte manier tot stand gekomen. “It was nothing more glamorous than Porter going to the bathroom. Hayes growing impatiently, and Porter calling back, ‘Hold on, man, I’m coming’”.

   David Porter, in het boek van Guralnick: “I swear, right then I broke out of the rest room shouting, ‘I got it!’ When I told Hayes the title, he had the perfect thing for it on the piano. We had the whole song in five minutes”.

 

Sam & Dave waren in zekere zin het verlengstuk van hun producers en songwriters, Hayes & Porter. Uit die samenwerking kwamen steeds nieuwe hits voort, de ene wat groter dan de andere: ‘Said I wasn’t gonna tell nobody’, ‘You got me hummin’’, ‘When something is wrong with my baby’, ‘Soothe me’ (een song van Sam Cooke) en vooral ‘Soul Man’, die de top van de hitlijsten bereikte en het (voor het eerst) ook in Nederland goed deed.

   Sam & Dave gingen op pad om de wereld te veroveren. Ze waren een van de hoofdacts van een soul-gezelschap dat in oktober 1967 naar Groot-Brittannië overstak en ook landen als Frankrijk, Nederland en Duitsland aandeed. (In Den Haag kreeg ik [HK]het tweetal achter de bühne te spreken, samen met Hayes en Porter, die waren komen overvliegen om plaatopnamen in Europa te maken).

 

501 4 Isaac Hayes David PorterIsaac Hayes & David Porter

 

Popjournalist Hette Visser was aanwezig in het uitverkochte Amsterdamse Concertgebouw. Dat onderging een ‘soul-explosion’. “Sommige mensen waren bereid geweest zestig gulden neer te tellen in plaats van oorspronkelijk ƒ13.50”, schreef hij op 30 oktober. “Het publiek was wild enthousiast. Sam & Dave waren het hoogtepunt van de show. Deze in lichtgroene pakken gestoken dansende zangers brachten de ordebewakers in paniek.

   Het publiek kwam in beweging bij het horen van de elkaar perfect aanvullende zangers, die meesters bleken te zijn in het bespelen van de zaal. Al handenschuddend met het publiek, dat tegen het podium stond aangeperst, brachten zij hun uitbundige ‘soul’. Na het daverende slotnummer ‘Soul Man’ mocht het publiek buiten wat bekoelen in de stromende regen”.

   In Engeland speelden zich soortgelijke taferelen af. “We really had riots in Liverpool. The crowds went wild – we had to have twenty policemen to look after us. It was overwhelming – you know, the fans followed us all the way back to the hotel”, aldus Dave Prater.

 

Tegenslagen

 

‘Soul Man’ was – achteraf gezien – het hoogtepunt in de carrière van Sam Moore en Dave Prater. Na die super hit wisten ze met ‘I Thank You’ nog de top tien te halen, maar dat was voor het laatst. Na die tijd verschenen hun singles in de lagere regionen van de hitlijsten. 

   Platenmaatschappij Stax raakte in de problemen doordat hun ster Otis Redding bij een vliegtuigongeluk eind 1967 om het leven kwam. De relatie van Stax met Atlantic kwam in moeilijk vaarwater. Atlantic werd al in 1967 een onderdeel van Warner Bros. In 1968 verkocht Jim Stewart zijn bedrijf aan Paramount Pictures. Stax moest zijn eigen distributie gaan verzorgen. Sam en Dave kwamen los van Stax en hun producers te staan. Ze waren immers door Atlantic uitgeleend.

   In een transatlantisch telefonisch interview met Alan Smith van New Musical Express keek Sam Moore terug op wat er de afgelopen tijd gebeurd was. “It’s now eight years since Sam teamed with Dave Prater in a Miami nightclub, and four years since they signed with Stax and began to work with the songwriting team of Hayes-Porter”, schreef de Britse popjournalist. 

 

Sam Moore doet een boekje open over de samenwerking met Dave Prater

 

Moore vertelde hem: “I am basically in the same bag as when I started. There hasn’t been that much change with me. I’ve been singing for 16 years and I got started when I went in for a talent contest at a club and they thought I was a professional and gave me a job instead of the prize!

   Anyhow, I was appearing in Miami, when Dave came in to see me, and I asked for audience participation. We went pretty well together and the audience were gratified by it, and so we hung on”.

 

Door de samenwerking met Dave Prater was Sam een richting ingeduwd die hem niet helemaal beviel, vond hij in 1969. “I’m more or less a ballad type of man. I don’t want to damage the act – because what the public wants comes first and it’s what they ask for that goes – but personally I’d love to sing ballads. With a ballad it’s possible to wring out so much more emotion, so much more feeling. And that’s what I want”.

   Misschien wel omdat het minder goed ging raakte hij uitgekeken op zijn muzikale partner, ook privé. Dat is niet onlogisch als je dag in dag uit jarenlang met elkaar optrekt. Smith: “Soul brothers on stage but not so brotherly in real life. That seemed to be the implication by Sam Moore, of Sam and Dave, when he sat and talked to me from America in a Boston, New England hotel”.

   Sam had hem meer informatie gegeven, openlijk: “There are personal differences between us. But the public isn’t interested in personal differences, and we each overlook these things because we value our act. The pressure of life is pretty high with us – so I suppose it’s not surprising each one has to let off a little steam”.

 

De onderlinge contacten werden tot het minimum beperkt. “Sam says he sees Dave ‘only when we work together’. This is frequent now that hits like ‘Soul Sister, Brown Sugar’, ‘You Don’t Know Like I Know’ and ‘Hold On I’m Coming’ have brought them a dedicated and fervent following, but he’s still reluctant to talk overmuch about his partner.

   ‘He’s a happy-go-lucky type of guy, high-strung like everyone else’, was the best I could wring from Sam!”

 

501 5 Sam Dave

 

Door het succes van de jaren ervoor voelden Sam en Dave zich min of meer verplicht om samen te blijven werken. Zo bleef hun inkomen op peil. “We have a regular recording schedule of one whole week in every three months, and it’s good because it commits us to getting material together”.

   Zelfs een vakantie zat er niet in. “We have the payroll to think of, and with a 15-16 piece band, that’s big business. I guess you could say I was 90 per cent business, and 10 per cent an entertainer. It’s got to be that way”.

   Muziek was nog steeds belangrijk voor hem, bij voorkeur in zijn eentje. “My music means so much to me, and if I have my music, there’s no cause for me to get depressed. But I do like being on my own. It’s easier to concentrate”.

   Smith schreef het allemaal netjes op.

 

Uit elkaar

 

Sam Moore bleef mopperen, ook tegenover een redacteur van Blues & Soul in maart 1970. De belangstelling voor soul muziek was sowieso aan het tanen, had hij gehoord. “They say that soul music is dying but I don’t go along with that. I think it’s widening into a more varied art form”. 

   Toch leek het einde nabij. “We won’t stay on the road for more than a couple more years. The strain is so great and it takes so much out of us. Maybe, we’ll concentrate more on making records or producing – I’m not sure. But you can bet your life that Sam & Dave’ll be in there somewhere”.

 

Dat bleek niet het geval te zijn. Op 17 juli schreef John Abbey: “After 10 years, Sam and Dave have finally parted company. They both intend to continue in the business, yet neither is certain of exactly which road he will take”.

   Abbey pakte de telefoon en wist Sam in een kleedkamer in New York te bereiken. Moore was bezig een eigen orkest van zestien man bij elkaar te krijgen en daarmee op te treden. Aan de Britse r&b-journalist vertelde hij: “Dave and I have decided to call it a day. We both wanted to do something that was more or less different and I just made a decision within myself that if I wanted to do this and project more to the public, I would have to do it alone for we have different ideas.

   But, let me stress that there is no animosity between Dave and myself and that we are still the best of friends. You know, I still dig him very much and I’m hoping that he still digs me”.

 

Sam had het initiatief genomen. “I talked with my manager and my lawyer to make sure that I was making the right decision and they went along with my programme. The main thing is that I’m able now to do the things that I want to do – that I’m on my own”. De plaats van Dave was voorlopig ingenomen door een zangeres – Brenda Jo Harris.

   Sam stond nog steeds onder contract bij Atlantic. Of dat bij Dave ook het geval was, wist hij niet. “I’m not completely sure, but I believe he’s at home in Miami getting his thing together. I haven’t talked with him in a little while”.

 

Weer bij elkaar

 

De solo-carrière van Sam Moore pakte niet goed uit. Na een jaar wisten hij en Dave elkaar opnieuw te vinden. Het had meer met geld dan met muziek te maken, liet hij Abbey in augustus 1971 weten. “I have to be absolutely honest with you – money played a big part in our decision to reform Sam & Dave. During the year that we were apart, my manager found it increasingly difficult to get me dates as a solo artist.

   We both ran out of money; we were living on money that we had earned during the five previous years and it just ran out. You can’t go without hit records and without making appearances and still earn money so we had to be realistic”.

   De band met Atlantic was intussen verbroken. Volgens Moore had het bedrijf zich te weinig ingezet voor zijn solo-platen. “Atlantic weren’t really backing me as a solo performer – I don’t think they worked as hard on my two solo singles as they could have done, especially when you consider how long I have been with the company and how many records Sam & Dave sold as a team. I feel disappointed, I feel cheated and I feel hurt”.

 

Vanwege het succes in de sixties had Moore naar eigen zeggen een betere behandeling verdiend. “During all the time I’ve been with the company, I’ve never given them any trouble – I don’t become violent and never got mixed up in drugs, you know – yet they seem to care less for me than if I’d given them a hard time during the years together. My only vice is that I can’t quit smoking!”

   Jaren later gaf Moore alsnog toe dat hij in die tijd wel degelijk flink aan drugs verslaafd was. In 1971 kwam hij daar nog niet mee naar buiten. In plaats daarvan benadrukte hij hoe goed hij het weer met Dave kon vinden.

   “We certainly have a far better understanding between ourselves now than we’ve probably ever had. We’ve got rid of some of the background characters who were creating problems that are completely unnecessary and who were hindering our careers, both professionally and on a more personal basis. It’s going to be a slow start but I think we’re treading safer footsteps this time than we did last time. We’re older now and much wiser”.

   Sam & Dave traden nu voornamelijk op in clubs. In 1974 kwamen ze onder contract bij United Artists. Een album, geproduceerd door ex-Stax gitarist Steve Cropper leverde echter niet het beoogde resultaat op.

 

501 6 Sam Dave Cropper

Moeilijke tijden

 

De hernieuwde samenwerking van Sam Moore en Dave Prater was geen lang leven beschoren, zeker niet toen het succes ervan uitbleef. Lange tijd hoorde je nauwelijks over hen praten.

   In 1985 pakte journalist Clint Walker de draad weer op. Allereerst probeerde hij het begrip soul te definiëren. 

   “What is soul?

  Well, it’s like what Duke Ellington once said about swing – if you need it explained you’ll never understand it. The meaning of the word ‘soul’ is probably best illustrated only by hearing its supreme practitioners: like, Ray Charles got soul, Ben E. King got it, James Brown, Aretha Franklin, Nina Simone, Smokey Robinson, Otis Redding, Al Green, Fontella Bass...

  Sam and Dave got soul too. In the mid-’60s, this duo had huge hits like ‘Hold on, I’m Coming’, ‘Soul Man’, ‘Soothe Me’, ‘You Don’t Know Like I Know’, ‘When Something Is Wrong With My Baby’, and ‘I Thank You’”.

 

Walker gaf nog wat achtergrond over hun muziek. Terecht maakte hij een onderscheid tussen de muziek uit Detroit en die uit Memphis: “Soul music was born of the mating of R and B and gospel. Fittingly, Sam Moore began singing in church. As a solo performer in the late ’50s, he met Dave Prater  and soon entered into a partnership with him.

  Put simplistically, soul in the ’60s pursued two major paths, as epitomised by the two leading labels, Tamla Motown and Stax. Based in Detroit, Motown was the home of Diana Ross and the Supremes, Smokey Robinson and Marvin Gaye, black music made attractive to white folks by virtue of superglossy production values.

  On the other hand, Memphis-based Stax purveyed a rawer, grittier form of soul, through artists like Otis Redding, Wilson Pickett and Sam and Dave.

  Sam and Dave signed to Stax in 1965. Using the Stax house band, an amalgam of Booker T. and the MG’s and the Mar-Keys, Sam and Dave cut a series of classic singles, written and produced by Isaac Hayes and David Porter. The exhaustive ‘Soul Book’ describes Sam and Dave as ‘the men who showed Otis Redding how to move’”.

  Door de problemen bij Stax was het fout gegaan. “Stax was sold in 1968, and Sam and Dave moved to Miami, but subsequent recordings flopped. Then the two men fell out. The ’70s were lean times”.

 

501 7 Blues Brothers

 

Sam was op tournee met een nieuwe ‘Dave’. “I haven’t spoken to Dave for at least five years. I think he’s out on the East Coast somewhere playing in small-time bands. His voice is gone and he was putting undue pressure on me so we split. My new partner is a guy by the name of Dave McGee and he is hot”.

   Met die compagnon probeerde hij in te haken op het succes van de film ‘The Blues Brothers’ – met een ‘remake’ van ‘Soul Man’.

  Walker: “Sam recruited Dave McGee. McGee’s real name is Johnny, but his nickname – according to Sam – is Dave, so the ‘Sam and Dave’ handle is seemingly justifiably retained.

  ‘Dave is a great singer and a great performer, we go good together’, says Sam. ‘I might not swing from the chandeliers like I used to but my voice is as good as ever. I need sweat – it’s magical, it’s almost mystical. Unless my body reaches a certain temperature, starts to liquify, I just don’t feel right’”.

  Zoals Sam een nieuwe Dave vond, wist Dave Prater een nieuwe Sam te vinden, Sam Daniels, met alle juridische problemen van dien.

 

In die jaren probeerde Sam Moore ook van zijn verslaving aan drugs af te komen. Voor de Los Angeles Times kreeg Richard Cromelin hem aan de praat. “Moore said he started using drugs for familiar reasons, to be accepted, to deal with pressure. His heroin addiction eventually became a $400-a-day heroin-cocaine habit. ‘You wake up one morning and you see everything disappearing in front of your face, and you don’t care’, he said. ‘You’re killing yourself. You’re putting yourself through suicide – and it almost worked’”.

  In 1988 kwam Dave Prater om bij een verkeersongeluk.

 

501 8 graf Dave Pratergraf van Dave Prater

 

Rechtszaken

 

Sam Moore ging op een andere manier werken om financieel op de been te blijven. Hij kwam tot de conclusie dat hij nog geld te goed had uit de tijd van Sam & Dave. In NRC Handelsblad kon je in 2002 lezen: “Sam Moore heeft na negen jaar procederen een schadevergoeding ontvangen van het pensioenfonds van de muzikantenvakbond AFTRA. Moore en veertien andere artiesten kunnen een bedrag van 8,4 miljoen dollar delen, na aftrek van proceskosten, die geraamd worden op 2 miljoen.

   Het pensioenfonds werd er van beschuldigd gedurende dertig jaar onvoldoende toezicht uitgeoefend te hebben op de afdracht van verschuldigde pensioenpremies door platenmaatschappijen.

   Moore heeft nog diverse andere rechtszaken lopen tegen platenmaatschappijen inzake te weinig betaalde royalties en pensioenpremies, en andere onregelmatigheden”.

Sam Moore ging door, samen met andere (zwarte) artiesten. Regelmatig vond je berichten in de media, zoals in 2009.

   “A group of artists, including Dionne Warwick, Sam Moore, Motown alums Mary Wilson [van de Supremes], Duke Fakir [van de Four Tops] and Martha Reeves and hip-hop artist Rhymefest will take part in a town hall meeting today in Detroit on proposed legislation that would force radio stations to pay royalties to singers and musicians when their songs are played on the air. 

   The meeting, billed as ‘Awareness for Fairness’, is intended as part of the discussion of the Performance Rights Act in Congress, which was introduced by U.S. Rep John Conyers, D-Detroit. 

   The meeting, which is open to the public, will include opponents of the bill, including Karole White, president and chief executive of the Michigan Association of Broadcasters, and representatives of Radio One, Clear Channel, Greater Media and CBS Radio Detroit. 

   The bill was passed through Conyers’ House Judiciary Committee in mid-May, but supporters contend that it’s not on the fast track to a vote, and there is still time for discussion and negotiation. 

   Currently, satellite, cable and Internet radio stations pay artists a performance royalty, as do outlets in the European Union. In the United States, AM and FM stations pay royalties for songwriters and music publishers, not performing artists. 

   ‘We are artists, and people around the world listen to us – for free’, said Mary Wilson, a founding member of the Supremes. ‘We do deserve to be compensated’. The group also included Jennifer Bendall, executive director of the advocacy group MusicFirst, which has mobilized artists to support the bill, and John Simson of Sound Exchange, the nonprofit group that would handle payouts to artists and musicians”. 

 

501 9 Sam Moore Sam 2013Sam Moore in 2009

 

Moore en Joyce, zijn partner, waren juridisch vooral actief tegen het bedrijf van de gebroeders Bob en Harvey Weinstein, was in 2013 te lezen in het blad Variety. “There may be Moore trouble ahead for the Weinstein Company. On July 26, the lawyer for 1960s R&B singer Sam Moore will make the case in the U.S. Court of Appeals in Cincinnati (Sixth District) that his client’s 2009 lawsuit against the Weinstein Co. and its principals, Bob and Harvey Weinstein, over their 2008 film ‘Soul Men’ should still get a trial.

   Arnold Lutzker, of the firm Lutzker & Lutzker, will present oral arguments claiming that the U.S. District Court for the Middle District of Tennessee in Nashville erred when it granted the Weinsteins’ request for summary judgment, effectively deep-sixing the case back in May 2012.

   Moore and his manager-wife Joyce Moore appealed and, next Friday, Lutzker will argue before the appellate court that the hard-fought legal battle should resume in Tennessee.

   ‘We have to protect and defend his name and his trademark, his legacy and his rights’, said Joyce in explaining the decision to pursue the case. ‘I believe that Sam’s ability to earn a living at his craft has been damaged’, she says of her husband, who, at 77, continues to perform. It’s almost like the unintended consequence of this made him a leper. Even at 77, he is still a brilliant performer, and it’s infuriating and heartbreaking to see how this has affected his work’”.

   In 2009, Moore and his wife sued the Weinsteins, claiming that ‘Soul Men’ – which starred Samuel L. Jackson and Bernie Mac as two Memphis soul singers who reunite after falling out – borrowed heavily from the singer’s life and legacy without compensating him.

   The Weinstein Co. won the initial battle in May 2012 when its motion for summary judgment was granted. The judge overseeing the case noted that ‘Soul Men’, which has earned $12.3 million worldwide, according to Box Office Mojo, ‘contains no direct references to ‘Sam & Dave’ or ‘Sam Moore.’ Sam Moore’s name is never mentioned in the movie, nor does the movie contain any photographs or images of Sam Moore or Sam & Dave’. The decision also observed: ‘The movie begins with a disclaimer that ‘The persons and events in this motion picture are fictitious’”.

 

Ik ben er nog niet achter gekomen hoe het met die rechtszaken is afgelopen. Bij de biografie van Sam Moore op wikipedia zijn geen mededelingen gedaan. De website van Sam Moore is sinds enige tijd van het internet afgehaald. Vast staat dat je met procederen, hoe kostbaar dat ook is, soms heel wat kunt bereiken.

 

Harry Knipschild

28 augustus 2023

 

 Clips

 

 * Sam Cooke, You Send Me

* Little Willie John, Need your love so bad

* Sam & Dave, Hold on I'm Coming

* Sam & Dave, Soul Man 

* Sam Moore, When something is wrong with my baby, Witte Huis, 2013 

 

Literatuur

Hette Visser, ‘Concertgebouw onderging ‘soul-explosion’’, Trouw, 30 oktober 1967

Derek Boltwood, ‘Sam & Dave: Soul Explosion!’, Record Mirror, 11 november 1967 

Alan Smith, ‘Sam and Dave - soul brothers on stage - but not off’, New Musical Express, 1 maart 1969

‘Inside Sam Moore’, Blues & Soul, 13 maart 1970 

John Abbey, ‘Sam & Dave: The Split - The Story’, Blues & Soul, 17 July 1970 

John Abbey, ‘Sam & Dave’, Blues & Soul, augustus 1971 

Richard Cromelin, ‘Sam Moore: The Soul Man Makes A Comeback From Heroin’, Los Angeles Times, 26 October 1984

Clinton Walker, ‘Sam & Dave: Hold On, They’re Coming’, The Age, 15 februari 1985

Peter Guralnick, Sweet Soul Music, Rhythm and Blues and the Southern Dream of Freedom, Londen 1986

Gavin Martin, ‘Sam Moore: Can’t stand up for falling down’, Independent, 18 januari 2002

‘Duo Sam & Dave wint pensioenzaak’, NRC, 11 december 2002

Susan Whitall, ‘Artists put limelight on demand for royalties from radio stations’, The Detroit News, 2 juni 2009

Leo Blokhuis, Grijsgedraaid. Liedjes en lijstjes uit de popgeschiedenis, Amsterdam 2006

Frank DiGiacomo, ‘‘Soul Man’ Singer Sam Moore Still Wants His Day in Court Against The Weinstein Co.’, Variety, 22 juli 2013

‘Legendary Soul Man Sam Moore Celebrates 85th Birthday’, website Sam Moore, 12 oktober 2020

  • Raadplegingen: 1977