434 - Nina Simone ten tijde van ‘Hair’ (1968-1969)
Op 28 december 1968 verscheen Nina Simone voor het eerst in de Nederlandse top 40. Als hoogste nieuwe kwam ze die week binnen met ‘Ain’t got no – I got life’, een medley van twee songs uit de veelbesproken hippie-musical ‘Hair’. Ook de Beach Boys, Cuby & the Blizzards, The Move en Willy Alberti maakten die laatste dagen van het jaar hun entree in de hitlijst.
Nina Simone (Eunice Waymon, 1933-2003) was niet de eerste die met succes inhaakte op ‘Hair’. De Nederlandse groep Zen (met zang van John Brands) had begin van die maand met de song ‘Hair’ de top 40 bereikt en wist op 4 januari 1969 de topplaats te veroveren. Een paar weken later, op 25 januari 1969, vonden we Nina Simone op één en Zen op twee. Nederland stond helemaal in het teken van ‘Hair’.
top 40 – 25 januari 1969
In Amerika had Nina Simone al een behoorlijke loopbaan achter de rug. Diverse albums waren verschenen op labels als Bethlehem, Colpix en Philips. Haar versie van ‘I loves you Porgy’ (uit ‘Porgy & Bess’) bracht haar anno 1959 in de lijsten van Billboard. Nina’s uitvoeringen van ‘I put a spell on you’ (Screaming Jay Hawkins), ‘Don’t let me be misunderstood’, ‘Nobody knows you when you’re down and out’ en ‘Trouble in mind’ wisten eveneens aandacht te trekken.
Philips
De Nederlandse platenmaatschappij Phonogram International in Baarn, onderdeel van Philips, contracteerde de artieste halverwege de jaren zestig. Het bedrijf zette Simone (vernoemd naar Simone Signoret) vooral neer als een jazzachtige vocaliste. In Amerika deed Columbia Records dat in die zelfde tijd met de jonge zangeres Aretha Franklin (1942-2018).
Nina trad regelmatig op in Nederland en verscheen hier op de televisie. In 1967 legde regisseur Bob Rooyens een optreden van haar in het Kurhaus vast met het jazzorkest van Boy Edgar (1915-1980), met wie de Amerikaanse artieste wel vaker samenwerkte.
RCA: ‘’Nuff Said’
Vervolgens nam de Amerikaanse platenmaatschappij RCA haar onder contract. In het voorjaar van 1968 werden opnamen gemaakt in een meer moderne stijl, zoals Atlantic dat deed met Aretha Franklin na haar vertrek bij het soms conservatieve Columbia.
Op het album ‘’Nuff Said’ vonden we niet alleen een nieuwe uitvoering van ‘I loves you Porgy’, maar ook materiaal van de Bee Gees (‘In the morning’, ‘Please Read Me’), Jimmy Webb (‘Do what you gotta do’) en twee songs uit de musical ‘Hair’. Op het album tevens ‘Why? The King of Love is Dead’, dat haar begeleider Gene Taylor gecomponeerd had naar aanleiding van de moord op Martin Luther King (4 april 1968).
Nina in Nederland (juni 1968)
Kort na de opnamen van ‘’Nuff Said’ was Nina weer eens op toernee in Europa. Op 9 juni kwam Simone aan in Nederland. Volgens journalist Bob Sinkeler arriveerde ze met haar begeleiders ’s avonds om half elf op Schiphol en stond ze na middernacht al op het podium van het Amsterdamse Concertgebouw. Het optreden was uitverkocht.
In de zaal bevonden zich heel wat vertegenwoordigers van de pers. Het waren verwoede jazzliefhebbers die met lede ogen toezagen dat Nina zich met haar actuele repertoire mede richtte op een nieuw en jeugdiger publiek. Een van hen was Martin Schouten. Volgens hem was het optreden ‘een aanfluiting’, al moest hij bekennen dat het publiek ‘enthousiast reageerde’.
Schouten: “Haar stem is lelijk en stram. Zij heeft een absoluut onvoldoende ademtechniek. Zij zingt vals, vooral in het hoge register. Haar pianospel zou het misschien in een café wel leuk doen maar op een concertpodium is het een aanfluiting: technisch beperkt, hakkerig gebonk dat al even onmuzikaal aandoet als haar gezang.
Ook de visuele act die ze opvoert is pover en kan bijvoorbeeld niet in de schaduw staan van wat men onlangs bij Aretha Franklin en Tina Turner te zien kreeg in het Concertgebouw.
Men zou haar het best kunnen omschrijven als een soort Amerikaanse Edith Piaf, die meeklappers en drakerige smartlappen samenvoegt tot een soort variété-gebeurtenis – zij het dan dat Nina Simone het elan en de theaterpersoonlijkheid van Piaf mist.
Haar repertoire bestond uit de genoemde meestampers en smartlappen die werden opgesierd door quasi-klassiekerig gedoe op de piano (van Mozart tot Rachmaninoff) en zo nu en dan wat gezang in de trant van de Nederlandse Shepherds door haar vier begeleiders”.
De journalist was van mening dat zij haar ‘huidkleur voortdurend uitspeelde’. “Door toespelingen op de Amerikaanse rassenoorlog weet zij bij het publiek ook ‘gevoelige snaren’ te raken. Al met al een goedkope er stuitende vertoning. Een optreden is een optreden en daar is talent voor nodig. En de oprechtheid om dat talent niet te verkopen als iets wat het niet is: een klein talent dat zich opblaast alsof het het laatste woord op muziekgebied is, doet zeer antipathiek aan.
Vooral als het publiek er nog intuint ook en zit te zwijmelen bij het valse sentiment van onswingende salonmuziek, ‘negerliedjes’ en ‘zwarte protestsongs’; ik zou trouwens wel eens willen weten hoe dit publiek zich gedragen zou hebben als Nina Simone eens blank was geweest en geen vrijblijvende underdog-sympathieën kon bespelen. Zoals het ook Josh White en Big Bill Broonzy tot sterren maakte en de werkelijke talenten eerde door ze te negeren, zo maakt het Nina Simone tot ‘de vertolkster van het negerlied’ en degradeert het haar tot een Tom. Iets om een hele trieste blues over aan te heffen”.
Frans Boelen, een andere jazzliefhebber, stelde vast dat Nina Simone evenals Aretha Franklin overgestapt was op een ander genre: soulmuziek. Daar was weinig fantasie voor nodig. “Volgens de affiches en platenhoezen is zij de hoge priesteres van de soul”.
Boelen was er niet blij mee. “Over het algemeen kon ik over haar optreden niet bijster enthousiast zijn. Vooral op momenten met een eindeloos, ritmisch handgeklap wordt het een vrij geesteloze aangelegenheid met lange, obligate gitaar-chorussen en veel lawaai waaraan Nina niets muzikaals weet toe te voegen”. Maar ook hij moest bekennen: “Het publiek bleef uiterst dankbaar. De ovaties tussen de nummers en na afloop van het concert waren niet gering”.
Volgens Frans had Simone, ‘Nina de Grote’, veel ‘water in de soul-wijn gedaan’. Hij begreep wel waarom: “Nina kent het terrein van de showbusiness tot in alle uithoeken. Zij stuurde haar publiek op ieder, door haar gewenst moment van een bevrijdende lach naar een ogenblik van meditatieve ontroering, van uitzinnige extase naar berustende ingetogenheid.
Zo verliep het ook in de kleine uurtjes van zondag in de kolkende, berookte en ontstellend benauwde grote zaal van het Concertgebouw. Het publiek zag op het laatst niet meer dat haar begeleiders slechts heel beperkte muzikanten zijn, uitsluitend dank zij hun meesteres op de grote concertpodia van de wereld. Het publiek zag evenmin dat Nina Simone zelf steeds meer water in de toch al goedkoper wordende wijn ging mengen en dat buiten-muzikale effecten de overhand gingen krijgen.
Dat is een trieste conclusie, zeker als men bedenkt dat Nina Simone werkelijk tot de allergrootste artiesten van dit moment behoort en tot een veroverende performance kan komen”, aldus Frans Boelen.
Jazz-recensent Ben Bunders uitte zich positiever. Over haar optreden in Rotterdam, een dag later, schreef hij: “De fascinerende stem van Miss Simone is in Nederland gearriveerd. Zij kan rekenen op een groot en trouw publiek”. Hij wees op haar ‘superieure ademhalingstechniek’.
“Wat haar tot een uitzonderlijk zangeres maakt is de feilloze timing, het opbouwen van spanningen door stiltes en herhalingen in te lassen, en bovenal de inzet waarmee zij zingt. Nina Simone laat zich niet in een hokje duwen. Zij zingt jazz, soul, pop, protest door elkaar. In de keuze zit echter deze lijn: een verlangen naar puurheid, naar liefde en een sarcastisch observeren van wat er in de wereld gebeurt.
Het publiek in de Doelen was bij voorbaat op de hand van Nina Simone. Zij had dit succes eenvoudigweg kunnen plukken door haar ‘toppers’ als ‘Mississippi Goddam’ en ‘Do I move you’ te zingen. Zij deed het niet. Nina Simone zong overwegend nieuw repertoire. Twee uitschieters: vóór de pauze ‘Ain’t got no’ uit de splinternieuwe Broadway musical ‘Hair’, en na de pauze ‘Why the king of love is dead’, een hommage aan Martin Luther King”.
Bunders had wél kritiek op haar piano-spel. “Als pianiste heeft Nina Simone niet de kwaliteiten, die zij als zangeres in ruime mate bezit. Haar improvisaties hebben vaak een beetje pretentieus ‘klassiek’ karakter. Haar lange solo in ‘Just in time’ vol willekeurig verspringende ritmische varianten, deed af en toe aan Thelonious Monk denken”.
Bob Sinkeler, van de Telegraaf, greep zijn kans. Hij had vooral genoten van ‘To love somebody’, ‘Susanne’ en ‘Why? The King of love is dead’. Na het concert in Amsterdam zocht hij haar op.
“Via haar man en manager Andy Stroud [1926-2012], ex-sergeant van de New-Yorkse politie, lukte het me Nina Simone te spreken te krijgen. Toen ze haar hotel-appartement binnenkwam, had ze een witte handdoek om haar hoofd gewikkeld. Ze keek koel en ondoorgrondelijk.
Nina was enthousiast over het concert. ‘Ik had de hele nacht door kunnen gaan. Het contact tussen het publiek en mij was geweldig. De geladenheid die in de zaal hing was ongelooflijk’.
Onmiddellijk daarna verschool ze zich weer achter een koel, ondoorgrondelijk masker”.
moord op Robert Kennedy
Sinkeler ging in op de actualiteit. Wat was haar opinie over de moord op senator Robert Kennedy [6 juni 1968], die ‘erg populair was onder de negers, door zijn strijd voor de rassengelijkheid’?
“Even aarzelde ze, keek naar haar man en zei: ‘Ik weet het niet. Het komt me zo ontzettend onwerkelijk voor. We zijn al een tijd buiten de Verenigde Staten en toen het gebeurde zaten we in Marokko, waar je haast geen Amerikaanse krant kunt kopen’”.
De jeugd, aldus Simone, had de toekomst, ook op het punt van de rassenkwestie. “Ik geloof dat blank en zwart in vrede naast elkaar kunnen leven. Onder de jeugd heerst geen discriminatie, want ze heeft eindelijk één ding gemeen, ze is ziek van het establishment. Ze zijn ziek van al die oude wetten en gewoontes. Het speelt zich niet alleen af in Amerika. Over de hele wereld zijn de jongeren de strijd begonnen en ze zullen als overwinnaars uit die strijd te voorschijn komen”.
Sinkeler: “Het leek alsof ze een metamorfose had ondergaan. In haar ogen brandde een onstuimig vuur en heftig gesticulerend zat ze op het puntje van haar bank”.
Geloofde Nina in een gewelddadige oplossing van het rassenprobleem, zoals de Black Power die voorstond, of in de meer vredelievende strijd, die dominee King voerde, vroeg hij.
“Het interesseert me niet hoe ze die oplossing vinden, al zouden ze de wereld half omkeren, maar dat er een oplossing gevonden moet worden is zeker”.
Volgens de artieste was de verwachte ‘long hot summer’ al jaren aan de gang. “Die begon met de moord op Malcolm X [21 februari 1965]. Amerika verkeert al jaren in een shocktoestand, die erger werd met al die zinloze moorden. In Amerika leven zoveel verschillende volken, die allemaal anders denken, andere gewoontes hebben. Het is niet alleen een kwestie van zwart of blank. Willen ze Amerika tot een eenheid maken, dan zal er veel moeten veranderen, anders is het einde niet te overzien”.
Maar, bekende Nina, andere zaken waren minstens even belangrijk. “Mijn man, mijn kind [Lisa Celeste], een leven vol vrede, mijn muziek. Ik ben de enige zangeres die over de negers zingt, die het over de problemen van haar eigen volk heeft. Dat is mijn manier van communiceren”.
Hit uit Hair
Door haar Europese toernee stond Simone midden in de belangstelling aan deze kant van de oceaan. In tegenstelling tot in de VS sloeg haar single ‘Ain’t got life’ met name in Engeland geweldig aan. In Melody Maker schreef Alan Walsh: “Her number from the controversial musical ‘Hair’, ‘I Ain’t Got No - I Got Life’, is a huge draw whenever she appears in Britain.
Today, Nina Simone is one of the most hypnotic performers on any stage and at times one of the most controversial. Her identification with the problems of her race and her determination to sing controversial material like ‘Mississippi Goddamn’ have tended to hold her back slightly, but her superb piano artistry and unique vocal style are breaking down the barriers.
She dislikes being categorised as a jazz artist or a blues artist. ‘It’s always been my aim to stay outside any category’, she says. ‘That’s my freedom. However, freedom, to me, is the definition of what jazz is; so I can’t say that I am not a jazz performer’.
She finds her musical influences all around her – in a line of negro poetry; in the music of Bach; in listening and working with other performers”.
Op 2 november 1968 verscheen ‘Ain’t got life’ op 23 in de Britse hitlijst van New Musical Express. De single stootte door tot hoog in de top 10. De Nederlandse tienerbladen gingen nu ook aandacht aan haar besteden. Muziek Parade plaatste een foto van de Amerikaanse artieste met daarbij de tekst: “In het voorjaar kunnen wij ook naar de musical ‘Hair’, de opzienbarende hippie story, met veel muziek en weinig kleding. Op het ogenblik oogst de musical in Londen veel bijval. Het ziet er naar uit dat we hele beste tijden tegemoet gaan met deze musical. Er zit namelijk nogal wat hitgevoelig materiaal onder de songs, die erin gebracht worden.
Dat hebben een heleboel artiesten al in de peiling, maar Nina Simone is de eerste die dat het grote publiek gaat duidelijk maken. Zij staat er met ‘Ain’t got no – I got life’ uitstekend voor. Niemand in de hele business weet beter wat soul en blues is dan Nina Simone. Vertolkingen als ‘Don’t let me be misunderstood’ en ‘I put a spell on you’ zijn onvergetelijke hoogtepunten in Nina’s repertoire”.
Aan het einde van het jaar, kort voordat Nina in de Nederlandse top 40 verscheen, vertelde ze aan de Engelse popjournalist Alan Walsh: “I’m happy that I’ve got a hit record. I’m happy because I like the song”.
Over de achtergrond noteerde Walsh: “The story of ‘Ain’t Got No - I Got Life’ has an unusual twist to it. She and her husband, Andy Stroud, were involved with the staging of ‘Hair!’ in America. They knew the people putting the show on and saw it four times, twice off-Broadway in its infancy.
Nina: ‘I thought a lot of the songs were cool and I recorded ‘I Got No’ for an album. Then later, when I decided to do it for a single record I rerecorded it using a big orchestra and using a slightly different arrangement.
But in England – and we didn’t know this and it came as a big surprise – they picked up the album version with my own group and that’s this one that’s become a hit’”.
Nina keek alweer vooruit. De zangeres bereidde zich voor op een plaat met ‘meaningful pop songs’. “I don’t want to record no trash, but I’m getting together an album of more commercial material. Meaningful songs, but one that’ll appeal to the more commercial audience. Songs like ‘To Love Somebody’ by the Bee Gees, Otis Redding’s ‘Sitting On The Dock Of The Bay’ and the version of ‘Revolution’ that’s on the other side of ‘Hey Jude’”.
1969
Nina had het helemaal gemaakt bij het ‘betere pop-publiek’ in Europa. In Melody Maker kon je begin 1969 lezen: “If cynics ever need proof that pop music is a world away from the mindless three-chord trick of the late Fifties, tell them to listen to Miss Nina Simone.
The main point about Nina’s music is its uncompromising stance. She will not sing or play anything that falls below her own high standards. She has steadfastly refused to compromise to commerciality and therefore international acclaim has eluded her until now when a more musically enlightened atmosphere is finally recognising her unique talent, both as a musician and as a force for Black Power in its non-militant sense.
Nina is not a jazz singer, or a blues singer, or a folk singer, or any one kind of singer. She’s a mutant of all these pigeon-holed art forms. She is truly into her own thing, combining fiercely partisan views with an innate musical talent. And she swings, particularly on her hit ‘I Ain’t Got No... I Got Life’”.
Nina Simone en Andy Stroud (Hilton, Amsterdam)
Dankzij haar hit werd de artieste snel in ons land terug verwacht – deze keer voor drie nachtconcerten. Platenmaatschappij Inelco (van de gebroeders Ton en Wim Brandsteder) organiseerde deze keer een persconferentie in het prestigieuze Amsterdamse Hilton-hotel. Een ‘woud van fotografen’ was komen opdagen om haar ‘in alle standen’ op de gevoelige plaat vast te leggen.
De bijeenkomst met de media had een chaotisch karakter volgens Herman Stok (1927-2021). “Nina liet de belangstellenden vijftig minuten wachten in de foyer van Hilton. Ze werden goed verzorgd met drankjes en zoutjes en luid gespeelde platen van Nina. Iedere keer als – op de plaat – aankondigend werd gesproken ‘Here, the highpriestess of soul, miss Nina Simone’, keerde men zich weer om naar de deur om te zien of ze er werkelijk aankwam. Maar nee. Niets.
Ten slotte arriveerde zij, omflitst door fotografen. Lijdelijk liet zij zich fotograferen voor aanplakbiljetten van de nachtconcerten, voor platenhoezen etc.
Platenmaatschappij Inelco deelde per microfoon mee dat nu de beurt was aan de schrijvende pers. ‘Maakt u even een exclusief praatje met haar, gaat u er gezellig bij zitten. Dames en heren, miss Nina Simone, staat u te woord. Maar doet u het snel, het moet allemaal een beetje op zijn Amerikaans. Quick. Quick’.
Deze exclusieve verhaaltjes voor de tientallen krantenvertegenwoordigers liepen natuurlijk op niets uit. Als het snel moet, moet de centrale figuur voor een microfoon worden gezet, zodat zij voor iedereen verstaanbaar antwoord kan geven op de vragen. Nu stortte de aanwezige perswereld zich rond de stoel en tijdens deze belegering moest Nina Simone antwoorden.
Het lastigst bij dit soort samenklittingen zijn de mensen met kleine bandrecordertjes die zachte vragen in het toetertje doen en daarop ook een fluisterend antwoord krijgen.
Effectief was deze persconferentie zeker niet. Alleen de mensen met toetertjes en de enkeling die aan Nina’s knieën kon plaatsnemen konden enig commentaar opvangen. En daar moet je dan vijftig minuten op zitten wachten”.
Ale van Dijk (Vrije Volk) slaagde er desondanks in haar aan aantal uitspraken te ontlokken. “Na de hits [ook ‘To Love Somebody’] krijg ik natuurlijk veel meer aanbiedingen dan vroeger. En ze betalen ook meer. Maar ik kan u verzekeren dat ik het publiek van scholen en universiteiten nog steeds het beste publiek vind. En al kunnen ze niet zoveel betalen, ik zal voor ze blijven optreden voor de oude prijs.
Het is prachtig als je veel geld verdient, maar ik geloof dat het verder geen indruk op me maakt. Ik kan in m’n concerten toch ook de niet-commerciële pop, soul, liederen zingen, ook de protest songs. Dat blijft gewoon.
Ik hoef geen dingen te zingen die ik niet wil. Ten eerste zorgen mijn manager, mijn man en mijn musici al voor een strenge selectie en wat er overblijft bekijk ik zelf nog kritisch”.
Van Dijk: “Ze zegt dat ze opnieuw naar Nederland is gekomen omdat ze het gevoel heeft dat er hier een publiek is dat haar fijn vindt en omdat zij graag voor dit publiek zingt. ‘Ik ben hier al een paar jaar geweest en dat is goed bevallen. Boy Edgar [1915-1980] is in die tussentijd een goede vriend van me geworden. We maken nu ook weer opnamen, tussen de concerten en persinterviews door. Ook maken we hier televisie. En meteen weer door naar Scandinavië’”.
De journalist trachtte bovendien haar wat politieke uitspraken te ontlokken, met name over de Black Power-activist Stokely Carmichael (1941-1998), die in het huwelijk was getreden met zangeres Miriam Makeba.
Nina formuleerde haar woorden zorgvuldig. “Nu ik na die hits zo bekend ben wordt er aan mijn woorden veel meer gewicht gehecht. Ik moet bekennen dat ik sinds die hits ook een beetje angstiger ben geworden. Om alles wat ik doe. Alles om mij heen is zoveel drukker geworden. Er zijn zoveel journalisten en mensen die vragen, dat ik steeds minder tijd heb gekregen om tot mijzelf te komen. En dat zou ik ’t liefst willen. Na mijn Europese tournee, na 10 april, ga ik dan ook thuis in New York eens heerlijk vijf weken vakantie houden”.
Ale van Dijk: “Nina werd weer van ons weggetrokken. Ze moest niet te vermoeid zijn voor het nachtconcert meenden haar managers. Van een persconferentie kwam niets terecht. Iedereen drong om haar heen. Nina Simone is – in vergelijking met de vorige keren, dat ze hier was – niet helemaal dezelfde gebleven. De molen van de showbusiness rond beroemdheden is gaan draaien. Ze heeft het ook zelf in de gaten: ‘Je houdt bijna geen tijd meer voor jezelf over’, zei ze excuserend.
Twee jaar geleden kon je nog een uur rustig met haar praten”.
Nieuw imago
De al eerder genoemde muziekjournalist Ben Bunders bezocht zowel haar concert in Amsterdam als dat in Rotterdam. Over de ontwikkeling van haar repertoire legde hij de lezers van het Vrije Volk voor: “Ze begon als nachtclubzangeres met weinig aandacht vragende pop-muziek, ontwikkelde zich tot een blues-zangeres, ging een passende folksong niet uit de weg, een stukje soulmusic kwam er bij toen het daar de tijd voor werd, een flinke scheut ‘protest’ kon niet uitblijven. Al die nieuwe elementen namen niet de plaats van voorgaande in, maar werden eenvoudigweg toegevoegd.
Tijdens een optreden van Nina Simone is daarom een curieus allegaartje aan repertoire te beluisteren. Of – en zo kun je het ook zien – een fascinerende variatie. Tijdens haar laatste concert in ons land – midden vorig jaar – zong Nina Simone ‘Ain’t got no’. Dat ging onopgemerkt voorbij, omdat toen nog bijna niemand in dit land van de musical ‘Hair’ had gehoord, waaruit deze melodie afkomstig is. In de laatste maanden van 1968 werd ‘Ain’t got no’ een wereldhit.
Nina Simone heeft de kring gesloten: ze is weer terug bij de popmuziek, na ongeveer elke vorm en stroming van de laatste tien jaar in de lichte muziek en de jazz te hebben geadopteerd. Een pretentieus allegaartje of een fascinerende variatie?”
Ben Bunders, links (met Freddy Haayen)
Bunders was niet uitgesproken positief. “Beide concerten toonden overduidelijk het gevaar, dat een zangeres met pretenties loopt, wanneer zij zich mee laat slepen door (twee) hitsuccessen. Van de door Nina Simone nagestreefde integratie van een groot aantal muziekvormen met als voornaamste pretentie: de zelfbevestiging van de Noord-Amerikaanse neger – komt dan niet veel terecht. Veel geld en gemakkelijk succes zijn niet de beste stimulansen voor een zangeres, die iets wil betekenen voor haar publiek”.
‘Coloured artists zetten de trend’
Overal waar Nina zich in 1969 vertoonde, doken journalisten op, die zich steeds afvroegen in welk hokje ze haar moesten plaatsen. Als ze de kans kregen lieten ze de artieste zelf een antwoord op die vraag geven.
Aan Royston Eldridge antwoordde Simone: “I try to say through my music what thousands of people think and feel, but aren’t able to say. I’m just a medium. Millions of people go through the same emotions in their own lives.
The music that you put out should be very close to what you feel. I’m very happy that I’ve had the hits – it’s thrilling, a bonus, it’s the supreme compliment but I’m not going to change what I do and put out something that doesn’t please me.
I like to please the public but not at my own expense. I want to sing the best music in life – the best that I can find. Yes, the message is more important to me but I don’t think it can be separated from the music. For me, the message is more important. The message L-O-V-E. Love, baby, and care – people don’t care about one another.
Coloured artists are leading the trend of music in the pop chart and this is what should be. It should have happened years before. There are many reasons – we could talk all day about it – but the world is getting smaller.
Coloured artists are accepted in ways they could never have been before – they don’t have to take back seats any more. The medium is very big now – there’s TV, radio and travel.
First of all, I regard myself as a coloured woman who is very sensitive about this thing. I always want to reflect my people. Young people, black or white, come second. I am a spokeswoman for young people, but first of all I’m a coloured woman”.
Jim Delehant probeerde haar te vergelijken met Billie Holiday. Was ze door haar beïnvloed vroeg hij.
Nina: “Yes. But less and less now. I have many warm thoughts for her ideas. You couldn’t find a better influence than Billie. God, she was something else. I got ‘Porgie’ from her which I did in 1958. Billie happened to hear a tape I did of it long before it started selling and she wrote me a note saying she liked it and hoped I would be successful. That autograph is very precious to me”.
Voor haar maakte het niet uit of de muziek een blanke of een zwarte oorsprong had. “I love all music. I mean that. But, I can’t stand loud guitars that make me deaf”. Iemand als Jacques Brel kon ze bijvoorbeeld zeer waarderen. Andere invloedrijke personen: “Many. Oscar Peterson, Art Tatum, Horace Silver and even John Coltrane, Dizzy Gillespie and Miles Davis. They don’t play piano but their music feels the same to me. I’m also a nut for Bach as a composer. I’d say those are my major influences. I love the sound of the harpsichord too, especially Wanda Landowski when she plays Bach”.
Opnieuw in Nederland
Nina Simone in Nederland (voorjaar 1969)
In Nederland duurde het evenwel nog een hele tijd voor ze van haar jazz-imago af was. Dat bleek nog weer eens toen ze dat zelfde jaar opnieuw in het Amsterdamse Concertgebouw optrad. Jazzliefhebber Rud Niemans mocht in Trouw zijn oordeel geven.
Smalend schreef hij: “Een tweede optreden binnen nauwelijks acht maanden houdt zelfs bij een artieste als Nina Simone enige risico’s in, omdat succes vaak noopt tot duffe herhaling, routine, gemakzucht. Reeds de vorige maal schokte zij sommigen door na jazz en protestsongs het accent te verleggen naar de poëzie van liefde en verdraagzaamheid, hier en daar met een religieus tintje. Welnu: dat is Nina Simone kennelijk allemaal snel uit de hand gelopen. Ze heeft alle soberheid overboord gegooid en met geraffineerd commercieel inzicht haar repertoire en wijze van presenteren ondergeschikt gemaakt aan een soort exotische cultus, zó overdreven en gechargeerd, dat men er nauwelijks van terug heeft.
Ter verduidelijk een voorbeeld. Nina Simone, achter de vleugel, heft een zwaarberingde hand op, slaat de ogen ten hemel en begint Dylan’s ‘Times they’re a-changin’’ te zingen met zo veel theatraal gedoe dat een deel van het publiek zich prompt devoot rondom het begeleidende combo schaart en een geëxalteerde jongeling haar een handkus komt reiken.
Deze ietwat genante vertoning ondergaat zij klaarblijkelijk als ‘warmte’, waarvan de intensiteit zo snel na het begin bereikt kan worden, dat Nina Simone er maar een halve show voor nodig heeft.
Want, dat was ook al een onthutsend verschil met acht maanden terug, er bleek weer eens een vóórprogramma te zijn. Twee in bruinfluweel gehulde mannen, ‘The Swordsmen’, die het in de soul-business even snel willen gaan ‘maken’. Met hun goede stemmen materiaal leek dat aanvankelijk op een aardige mini-soulparty uit te draaien, maar de ware aap kwam al snel uit hun fluwelen mouw: ‘This land is my land’, Stevie Wonder- en John Lennon-nummers, met een bruin sausje overgoten. Eigenlijk gewone popmuziek dus, die naar stijl en inhoud al snel gaat vervelen.
Beide heren mochten van Nina aan het slot nog even komen opdraven voor een in wezenloze aanbidding aangehoord requiem.
Tenslotte volgden nog enkele, met veel flower-power besprenkelde toegiften. Het is pijnlijk duidelijk geworden, dat de artistieke integriteit van ‘arrivé’ Nina Simone enkele flinke deuken heeft opgelopen in een korte spanne tijds”.
Met dat soort woorden werd het publiek op de hoogte gehouden over de muzikale ontwikkeling die Nina Simone ten tijde van ‘Hair’ doormaakte.
Harry Knipschild
8 september 2021
Clips
Literatuur
‘Nina Simone werd in een nachtclub ontdekt’, Telegraaf, 18 augustus 1967
Ben Bunders, ‘Nina Simone, uitzonderlijk door feilloze timing’, Vrije Volk, 10 juni 1968
Frans Boelen, ‘Nina Simone, steeds meer water in soul-wijn’, Tijd, 10 juni 1968
Martin Schouten, ‘Optreden Nina Simone een aanfluiting’, Algemeen Handelsblad, 10 juni 1968
Bob Sinkeler, ‘Zangeres Nina Simone: de jeugd is ziek van al die oude wetten’, Telegraaf, 10 juni 1968
Alan Walsh, ‘Nina Hits With ‘Hair’’, Melody Maker, 23 november 1968
‘Nina Simone’, Muziek Parade, december 1968
Alan Walsh, ‘The Fantasy World of Nina Simone’, Melody Maker, 21 december 1968
‘’Nuff Said’, Melody Maker, 8 februari 1969
Ale van Dijk, ‘Nina Simone (beroemd, dus business): Ik blijf zingen wat ik wil’, Vrije Volk, 19 maart 1969
Herman Stok, ‘Nina Simone quick op zijn Amerikaans’, Parool, 22 maart 1969
Ben Bunders, ‘Pretentieus allegaartje of fascinerende variatie?’, Vrije Volk, 27 maart 1969
Royston Eldridge, ‘Nina’s the medium for the message’, Melody Maker, 19 April 1969
Jim Delehant, ‘God Bless the Child’, Hit Parader, september 1969
Rud Niemans, ‘Nina geheel op de commerciële toer’, Trouw, 24 november 1969
Sylvia Hampton, David Nathan, Nina Simone. Break down & let it all out, Londen 2004
Nadine Cohodas, Princess Noire. The tumultuous reign of Nina Simone, New York 2010
- Raadplegingen: 4893