409 - Liedjes schrijven voor de Everly Brothers
Don & Phil Everly, de Everly Brothers zoals ze genoemd werden, behoorden tot de meest populaire popartiesten in de tweede helft van de jaren vijftig. Met hun eerste single op het Amerikaanse Cadence label, ‘Bye Bye Love’, bereikte het duo in 1957 meteen de top van de hitlijsten.
De twee broers waren invloedrijk voor andere artiesten. (Paul) Simon en (Art) Garfunkel, om maar eens een ander duo te noemen, zagen hun grote voorbeeld in hen. Onder het pseudoniem Tom & Jerry wisten die met hun eerste single ‘Hey Schoolgirl’ in dat zelfde jaar 1957 door te dringen tot in de Amerikaanse hitlijsten. Simon & Garfunkel werd een muzikaal begrip in 1966. Vooral ‘The Sounds of Silence’ en ‘Bridge over Troubled Water’ zijn klassieke popsongs geworden.
Het duo Alan Clark en Graham Nash (Hollies) bewonderde de Everly’s in hoge mate. En wat te denken van het album ‘Foreverly’ van het duo Norah Jones en Billie Joe Armstrong (van Green Day) in 2013?
Gerenommeerde historici van popmuziek hebben bij mijn weten en tot mijn verbazing nog geen biografie in boekvorm over het leven van de Everly broers gepubliceerd. De literatuur is tamelijk schaars. Maar in 2011 promoveerde Paula Jean Bishop bij de Boston University tot ‘doctor of philosophy’ op het proefschrift The Roots and Influences of the Everly Brothers.
Dit jaar verscheen een biografie van Felice & Boudleaux Bryant, geschreven door het echtpaar Bobbie (76) & Bill C. Malone (86), historicus van country & western muziek en hoogleraar met emeritaat van Tulane University in New Orleans, Nashville’s Songwriting Sweethearts. The Boudleaux & Felice Bryant Story. Het boek is uitgegeven door de universiteit van Oklahoma.
Felice en Boudleaux componeerden de meeste van de grote hits van de Everly Brothers. Over het schrijven van liedjes voor de Everly Brothers wil ik het in dit artikel hebben. Allemaal duo’s: de auteurs, de songwriters en de zangers.
Felice en Boudleaux
Matilda ‘Felice’ Scaduto (1925-2003) was van Siciliaanse afkomst. Ze groeide op in Milwaukee, schreef gedichten en liedjes en hield ervan ook zelf te zingen. In 1945 werkte het meisje als liftbediende in het lokale Hotel Schroeder.
Diadorius ‘Boudleaux’ Bryant (1920-1987) werd geboren in Georgia. Moeder Louise speelde piano. Vader Daniel was actief op diverse instrumenten: mandoline, gitaar, piano, trombone en viool.
Als jongetje luisterde Diadorius naar de muziek van jazz-musici als Stephane Grapelli en Django Reinhardt, maar ook naar rondtrekkende muzikanten. “Every Saturday afternoon at the courthouse there were people that we used to call buskers. They were itinerant musicians that would come and get to playing on the lawn – fiddlers, singers of all kinds”.
Boudleaux werd zelf musicus, muzikant. “He began studying violin at age five, securing a position with the Atlanta Philharmonic Orchestra for one season after high school. Though classically trained, he also absorbed all of the musical influences around him, including pop and country music, and used his talents to get fiddling jobs with hillbilly and cowboy bands”, is in het proefschrift te lezen.
Op zijn 25ste verjaardag trad Bryant op in het hotel waar Matilda werkte. Het katholieke meisje, al getrouwd, wist – naar eigen zeggen – meteen dat ze de man van haar dromen gevonden had. Om hem voor zich te winnen, moest ze snel handelen. Ze bood Diadorius een drankje aan. Toen hij er positief op reageerde liet ze de inhoud van het glas ‘per vergissing’ op zijn kostuum vallen.
Diezelfde avond bestempelde Boudleaux haar al als zijn verloofde. Vijf dagen na hun ontmoeting trokken ze samen naar Cincinnati, waar Boudleaux moest optreden. Zodra de scheiding van Matilda geregeld was trouwden ze in Covington, Kentucky. Van een honeymoon was geen sprake. Die avond, 5 september 1945, moest hij weer op de planken staan.
Liedjes schrijven
Vanwege het muzikantenleven konden Felice, zoals ze door haar echtgenoot genoemd werd, en Boudleaux lang niet altijd bij elkaar zijn. “While he was on the road, Felice wrote songs, poems and stories to stave boredom”, legde Paula Bishop vast. Boudleaux maakte onderweg eveneens liedjes. “When he returned home, they collaborated, eventually amassing about eighty co-authored songs”.
Door hun contact met zakenman en artiest Fred Rose wisten ze de bekende country-zanger Little Jimmy Dickens ertoe te brengen een van hun songs op de plaat te ztten. ‘Country Boy’ belandde anno 1949 in de country & western top 10 van Billboard. Dickens was een ontdekking van Roy Acuff, die muziekuitgeverij Acuff-Rose opzette.
De Bryants kregen een contract bij Fred Rose en zijn zoon Wesley aangeboden. “He arranged a job. Under this arrangement, the Bryants plugged their own music to musicians and record companies. Because they valued their relationship with Rose, they shared songs with him they thought would be suitable for his artists before showing them to other publishers”.
In 1956 tekende het echtpaar een tienjarig exclusief contract met de muziekuitgeverij. “Under that arrangement, Acuff-Rose owned the copyrights to any new material they wrote for a period of ten years from the filing date. At the end of the period, the domestic rights reverted back to the Bryants”.
Veel artiesten gaven de rechten van hun songs voor altijd af. Het lijkt erop dat Felice en Boudleaux het slimmer aanpakten.
Fred Rose
Het schrijven van liedjes pakte goed uit. Bekende nummers uit de Bryant-koker zijn bijvoorbeeld ‘Love Hurts’ (Nazareth), ‘Raining in my heart’ (Buddy Holly), ‘Mexico’ (Bob Moore) en ‘She wears my ring’ (Solomon King), ‘Let’s think about living’ (Bob Luman) - en menige Everly-hit.
Cadence gaat in de country-muziek
Acuff-Rose had goede contacten in de Amerikaanse muziekindustrie. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Archie Bleyer, sinds 1952 eigenaar van de jonge platenmaatschappij Cadence, naar het kantoor in Nashville reisde, op zoek naar goed repertoire en veelbelovende jonge artiesten. Bleyer, die goed in de markt zat met zangers als Andy Williams, Julius LaRosa en de Chordettes, wilde zijn afzetgebied vergroten door zich met country & western bezig te houden. Gitarist Chet Atkins had hem geadviseerd om contact op te nemen met Wesley Rose, die zijn vader als muziekuitgever was opgevolgd.
Wesley had zich goed voorbereid op de ontmoeting. Malone: “Rose recommended three acts to Bleyer: Anita Carter, Gordon Terry and the Everly Brothers. He had prepared audition tapes for each of them”.
Waarschijnlijk gaven de broers ook zelf acte de présence om Bleyer van hun talent te overtuigen.
‘Bye Bye Love’
Boudleaux Bryant had, samen met zijn vrouw, de song ‘Bye Bye Love’ geschreven voor het country-duo Johnny (Wright) en Jack (Anglin). Toen ze de song presenteerden bleek evenwel dat het complete repertoire voor een album van het tweetal al geselecteerd was.
Bryant zocht naar andere artiesten om ‘Bye Bye Love’ te vertolken. Dat wilde maar niet lukken.
Toeval of niet, Boudleaux was bij Acuff-Rose aanwezig toen de directeur van Cadence Records op bezoek kwam. Van de gelegenheid maakte de songwriter gebruik om ‘Bye Bye Love’ te laten horen.
De Everly Brothers hadden eerder vier songs bij Columbia Records opgenomen. Succes bleef uit. De platenmaatschappij had derhalve geen belangstelling om het contract met Don en Phil te verlengen. Acuff-Rose ging hun zaken behartigen, ook al omdat de jongens actief waren als songwriters.
In het boek van Malone kun je lezen: “When the Everly’s, desperate for a hit, heard ‘Bye Bye Love’, they believed it worth the gamble”.
Bryant: “The song was turned down by exactly thirty people. I was about to lose my confidence in it. But then I showed it to the Everly’s. It was the first thing I showed to the Everly’s”.
Er was nóg een reden voor de broers om in te stemmen met de song van de Bryants, vertelde Phil later. Ze kregen sessiegeld uitbetaald en dat konden ze goed gebruiken. “We would have sung anything. We were going to get a chance to record, and we were going to make $64, and $64 sounded really good to me at the time”.
Bye Bye Love, het begin
Archie Bleyer besloot zijn intuïtie te volgen. De broertjes Everly waren jong. Hun aanpak was niet puur country. Er zaten tevens elementen in die wel eens konden aanslaan bij de teenagers die zich in 1957 steeds meer begonnen te manifesteren. Nadat Bleyer zijn ja-woord gaf werd meteen een opname gepland. Die vond plaats op 1 maart 1957 [mijn dertiende verjaardag, HK].
“The Everly’s met for their session at the RCA Victor studios in the Methodist Television, Radio and Film Commission at 1525 McGavock Street [Nashville]. While Boudleaux and a few others looked on, the Everly’s launched into their first take accompanied by some of the cream of Nashville’s musical crop: guitarists Ray Edenton and Chet Atkins, steel guitarist Jimmie Day, drummer Buddy Harman, and bass player Lightning Chance.
Bleyer acted as the producer, and recording engineer Bill Porter made sure that both musicians and vocalists received the best technical sound support available”.
De opname kwam moeilijk op gang, is het verhaal. Niemand was echt tevreden totdat Don Everly tijdens een pauze zijn gitaar te voorschijn haalde en wat begon te spelen.
Boudleaux was alert en vroeg waar hij mee bezig was.
Don legde uit dat hij een stukje muziek van Bo Diddley aan het spelen was. Zoiets had hij eerder gedaan op de demo van een eigen song (‘Give me the future’).
“Boudleaux said, ‘put that in front of ‘Bye Bye Love’’. Boudleaux sat down with him, and they went through it, and it worked’”.
‘Bye Bye Love’ wordt een hit
Bryant beweerde dat ‘Bye Bye Love’ overal was afgewezen en dat hij de song daarom aan nog onbekende artiesten voordroeg. Wellicht was hij niet helemaal eerlijk.
Op korte termijn verschenen er namelijk diverse uitvoeringen van zijn song op de markt. Zo was Decca Records al snel druk in de weer om ‘Bye Bye Love’ in de versie van Webb Pierce onder de aandacht van de diskjockeys te brengen. De platenmaatschappij plaatste grote advertenties voor de single van Pierce in de vakbladen. Dot lanceerde T. Tommy met ‘Bye Bye Love’, Mercury deed hetzelfde met Chuck Miller.
Archie Bleyer beperkte zich in het voorjaar niet meteen tot de Everly Brothers. Hij lanceerde diverse andere nieuwe artiesten. Zo bracht hij van Acuff-Rose songwriter Gordon Terry maar liefst twee singles in de handel.
Ondanks alle concurrentie wisten de Everly Brothers na enkele maanden van plugging als winnaar uit de bus te komen. ‘Bye Bye Love’ haalde eerst de toppositie in de country-hitlijst om vervolgens, op 27 juli, ook de hoogste plek in de gewone charts te bereiken – vier maanden na de lancering van het duo.
Malone: “For Felice and Boudleaux, the ‘Bye Bye Love’ phenomenon was both an unexpected and overwhelming surprise. They just happened to have a song on hand that not only perfectly fit the style of the Everly’s but also meshed up with the upsurge of interest in teen-oriented songs”.
Bill en Bobby Malone
Wake Up Little Susie
Door op het juiste moment met Don en Phil in zee te gaan, had het echtpaar een groeimarkt weten aan te boren, die van de teenagers. Uiteraard probeerden ze op die toer door te gaan. Dat was wennen, legde Boudleaux later uit. “For every song that we got cut by the Everly Brothers, we must have written 25 or 30 of them – and aimed specifically at their style of singing”. Ze wilden natuurlijk voorkomen dat een volgende Everly-single door een ander geschreven zou worden.
Niet alleen gingen Felice en Boudleaux hard aan het werk om teenager-liedjes te fabriceren, ze profiteerden tevens van de door hen gegenereerde inkomsten door een nieuwe woning aan te schaffen.
Malone: “One early morning, in the living room of their incompletely furnished lake home, Boudleaux was strumming his guitar and singing from an unfinished song. As Felice described the morning: ‘We’d just moved into our new house, and it hadn’t been carpeted yet. And the acoustics were fantastic in that living room’”.
Felice lag nog in bed, toen ze haar man hoorde zingen. Ze liep naar beneden en bedacht de tekst waar Boudleaux aan zat te sleutelen. “Hearing a song about two teenagers who fell asleep on a date and afraid it was becoming too risqué for its intended audience, she added some crucial lyrics: ‘The movie wasn’t so hot. It didn’t have much of a plot. We fell asleep. Our goose is cooked. Our reputation is shot. Wake up, little Susie’”.
Blijkbaar was iedereen er meteen van overtuigd dat de song van de Bryants als de opvolger van hun debuut moest fungeren. Op 16 augustus 1957 – ‘Bye Bye Love’ stond nog op 2 genoteerd in Billboard – werd de song in de studio vastgelegd (opnieuw met Lightning Chance op bas) en verscheen twee weken later al in de winkels. Don en Phil waren inmiddels zo populair dat er van andere versies geen sprake was.
Niet alle radiostations waren bereid de pikante tekst te laten horen. Desondanks schoot ‘Wake up little Susie’, als een raket omhoog naar de top van de hitparade. De Everly Brothers waren geen eendagsvliegen, dankzij de nieuwe song van de Bryants.
Nederlandse covers
Phonogram bracht de platen van de Everly Brothers in ons land uit, maar maakte tevens versies in de eigen taal. ‘Bye Bye Love’ verscheen in de versie van de Fouryo’s.
Bij de opvolger, ‘Willem word wakker’ van de gebroeders Colmjon (Butterflies), paste producer en tekstdichter Pierre Wijnnobel de tekst zo aan dat niemand er aanstoot aan kon nemen. Geen gewaagde tienerliefde dus. “Toe Willem word wakker. Zo klonk het vannacht om een uur. Aan de andere kant van de muur. Het was de bange stem van de vrouw van onze linkerbuur. Wat is dat voor een vreemd geluid. Willem kom je bed toch uit. Ik hoor gestommel in de gang. Ik ben zo vreselijk bang. Toe Willem word wakker”.
Bird Dog
Door het schrijven van grote hits werden Boudleaux en Felice zo’n beetje de huiscomponisten voor de singles van de Everly Brothers. In het recente boek kun je lezen hoe een aantal van de songs tot stand kwamen.
Het idee van ‘Bird Dog’ was bijvoorbeeld afkomstig van de vader van Boudleaux. Toen Bryant junior er op een ochtend voor ging zitten had hij het liedje naar eigen zeggen binnen uur af. “I was thinking of the schoolroom situation. I remembered that my father used to call people that he thought were a little bit mischievous, or a little bit slick or rascally, but yet likeable, he’d say, ‘Oh, he’s a bird’.
Well, immediately the thought came, ‘Well that same son of a gun, if he were such a rascal, he’s a dog, too’, you know. And then ‘bird dog’, the two words came together and lit my head up. I said, Man what a title, ‘Bird Dog’’”.
In de tekst: “Johnny sings a love song (like a bird). He sings the sweetest love song (you ever heard). But when he sings to my gal (what a howl), to me he’s just a wolf dog (on the prowl)”.
Je moet het maar kunnen bedenken.
Take a message to Mary
De Bryants schreven niet alleen tienerliedjes. Ze haakten tevens in op een nieuwe ontwikkeling in de popmuziek aan het einde van de jaren vijftig – folkmusic. Vooral Harry Belafonte en het Kingston Trio namen albums op met die muziek. In 1958 verscheen op Cadence het folk-album ‘Songs our daddy [Ike, 1908-1975] taught us’, zonder ook maar één song van de Bryants.
‘Tom Dooley’ werd eind 1958 een nummer één hit voor het Kingston Trio. In 1959, is in het boek te lezen, was Felice aan het stofzuigen thuis. Het geluid van het apparaat inspireerde haar om een soortgelijk liedje te schrijven. Om de melodie niet te vergeten belde ze haar echtgenoot. “I called Boudleaux at Acuff-Rose. He wrote it down for me because he knew that I’d lose it”.
Felice had wel een bandrecorder in huis maar kon er niet goed mee overweg. Dankzij het telefoongesprek ging de melodie echter niet verloren. “By the time he got back home, I didn’t know what the hell the melody was”.
Archie Bleyer accepteerde niet elke song die het echtpaar schreef voor de Everly Brothers. De eigenaar van Cadence vond ‘Take a message to Mary’ aanvankelijk niet sterk genoeg. “He suggested a new opening”.
In de studio schreef Boudleaux een nieuwe tekst om de song – met een thema dat aan ‘Tom Dooley’ deed denken – op een interessante manier te laten beginnen: “Those are the words of a frontier lad, who lost his love when he turned bad”.
Bleyer was nóg niet tevreden. Felice: “He said, Get a Coke bottle”. Door Boudleaux met een schroevendraaier op het cola-flesje te laten slaan werd het geluid van de stofzuiger nagebootst. “One distinctly hears Boudleaux hitting the Coke bottle with the screwdriver in the recording”.
Op die manier ontstond een klassieke Everly Brothers song.
Toen ik het las moest ik [HK] denken aan mijn eigen ervaring bij de opname van ‘Mien waar is mijn feestneus’, een nummer één hit voor Toon Hermans in 1968. Om een feestelijk geluid aan het einde van die opname te suggereren tikten Willem Duys, manager Dick Binnendijk, zoon Maurice en ik [HK] met lepeltjes op theeglazen.
Andere Everly Brothers hits in die tijd van de hand van de Bryants waren: ‘All I have to do is dream’, ‘Poor Jenny’ en ‘Problems’.
Einde van de samenwerking
Felice & Boudleaux Bryant
De samenwerking van de Bryants met de Everly Brothers en Cadence leverde grote hits op, maar was niet exclusief. Ook andere artiesten legden hun songs vast in de studio. Al in 1958 zette Buddy Holly de Bryant-song ‘Raining in my heart’ op de plaat. Wat later, ik schreef het al, maakte Bob Luman zijn grootste hit met ‘Let’s think about living’ – uit de pen van het echtpaar.
Een nieuw teenager-duo, de Kalin Twins, presenteerde zich in die tijd eveneens bij de Amerikaanse jeugd. Met ‘When’ scoorde het eeneiïg duo een grote hit. Platenmaatschappij Decca slaagde er maar niet in het succes te continueren. Na enkele flops vond men ‘Sweet Sugar Lips’, geschreven door Felice en Boudleaux Bryant, en uitgegeven door Acuff-Rose. Zo’n song leek een perfecte Everly Brothers-song. De samenwerking van de Bryants met de tweeling lukte echter niet. Het bleef bij die ene poging.
Ondanks de geslaagde samenwerking klampten de Everly-broers zich ook niet vast aan het Bryant-oeuvre. Ze schreven bijvoorbeeld ook eigen songs. Op de b-kant van ‘Bye Bye Love’ was dat ‘I wonder if I care as much’, op de b-kant van ‘Wake up little Susie’: ‘Maybe tomorrow’. Don Everly was de auteur van ‘Till I kissed you’. Samen met zijn broer Phil schreef hij ‘Cathy’s Clown’.
Everly’s met Wesley Rose en Boudleaux Bryant
Die laatste single verscheen niet op Cadence maar op Warner Brothers. Rond 1960 zette het filmbedrijf een eigen platenmaatschappij op. Ze waren in staat en bereid een heleboel geld te betalen om goed verkopende artiesten van elders aan te trekken.
Op 20 februari 1960 kon je het lezen in vakblad Cashbox. “The Everly Brothers, the standout singing twosome, have been signed to a ten-year exclusive recording contract by Warner Bros. Records, it was announced last week by James B. Conkling, president of the record company, and Wesley Rose, personal manager for the artists. Signing had been expected for several weeks.
‘The Everly Brothers are the strongest group attraction in the record business today’, said Conkling. “Thanks to their unique talent, astute choice of material, and smart management, they have risen in three years to the top position in their field. We are delighted to have them with us, and we believe that their wide appeal to record fans of all ages and tastes can be increased through our joint efforts”.
“We signed with Warner Bros. Records only after long and careful study of the possibilities in the industry”, said Rose. “The Everlys have come a long way, and it is our belief that with Warner Bros. we can reach the fullest potential in all areas of the record field – singles, albums, and in the world market”.
Bijzonder was dat Phil Everly in die tijd ‘verloofd’ was met Ethel, dochter van Archie Bleyer; in 1963 traden ze in het huwelijk. De kassa van Warner was blijkbaar belangrijker dan de familieband.
Hoe dan ook, bij Warner kregen de Everly Brothers meer vrijheid. Van samenwerking met Felice en Boudleaux Bryant kwam niet veel meer terecht. Het schrijversduo moest andere wegen zien te bewandelen - evenals Archie Bleyer. De eigenaar van Cadence schoof een nieuwe ontdekking naar voren, die bovendien eigen liedjes ten gehore bracht: Johnny Tillotson.
Sowieso waren de sixties aangebroken. In dat tijdperk moesten de Everly Brothers zich maar zien te redden.
Harry Knipschild
31 oktober 2020
Literatuur
‘Bleyer Puts the Blast On Some Pubs Ethics’, Billboard, 26 mei 1958
Ren Grevatt, ‘On the beat’, Billboard, 26 januari 1959
‘WB signs Everly Bros’, Cashbox, 20 februari 1960
Colin Larkin, The Guiness who’s who of Fifties Music, Londen 1993
‘Renowned Songwriter Felice Bryant Dies At 77’, Broascast Music, Inc., 22 april 1993
Henk van Gelder over Felice Bryant, NRC, 23 april 1993
Paula Jean Bishop, The Roots and Influences of the Everly Brothers, proefschrift Boston University, 2011
Harry Knipschild, ‘De Everly Brothers in de jaren veertig en vijftig’, 11 juni 2011, op deze website
Bobbie Malone en Bill C. Malone, Nashville’s songwriting sweethearts. The Boudleaux and Felice Bryant Story, University of Oklahoma Press, 2020
- Raadplegingen: 6348