402 - Donna Summer, Neil Bogart en Ton van den Bremer
De Nederlander Ton van den Bremer (1947-2016) speelde een niet onbelangrijke rol in de loopbaan van Donna Summer. Niets is moeilijker dan bij een nog nergens bekende artiest de eerste erkenning tot stand te brengen. Dat wist hij voor haar te bereiken.
Als Ton bepaalde muziek zag zitten stak hij dat niet onder stoelen of banken. In Muziek Expres kon je in 1980 lezen: “Ton is zo enthousiast dat de telefoon zo’n drie centimeter van het oor gehouden dient te worden”.
In Billboard schreef Ellie Weiner een artikel over de Nederlandse muziekman. Daarin liet ze muziekuitgever Tony Berk (Anton van de Berkt) aan het woord. “The key man in the making of Donna Summer [1974] was Ton van den Bremer, promotion man at [platenmaatschappij] Basart. He really was the driving force behind her success in Holland. He’s the one who drove her around Holland in an old VW from radio station to radio station. Since the single was not immediately well received by DJs, he lined up an alternative television show for her”.
Veel artiesten waren welkom in het populaire TopPop. Het AVRO-tv programma beschikte over aanzienlijke opname-faciliteiten. Het playbacken van een nieuwe single ging snel in de studio. Desondanks waren er grenzen. Ondanks zijn aanpak lukte het Ton niet om de nog onbekende artieste toegang tot de de TopPop studio te laten krijgen.
Simpel was het dan ook niet. Donna had zonder het minste succes al een handvol singles gemaakt. Waarom zou ze nu ineens wel scoren?
Sjef van Oekel
Van den Bremer gaf niet op. Je kon altijd nog naar de VPRO, naar dat rare programma van Sjef van Oekel. Veel werd er niet naar gekeken. Bovendien werden de artiesten door de programma-makers vaak in de maling genomen. Misschien ten einde raad gaf Ton zijn pupil over aan Wim Schippers en de zijnen.
Berk in Billboard: “Donna performed ‘The Hostage’ on this comedy show ‘Disco Corner’, hosted by Sjef van Oekel. While she was singing, Sjef played out a funny sketch and she had to try and keep a straight face. This sketch went down so well that it was repeated several times by special request, and the record started selling and eventually went on to the No. 2 spot on the chart”.
Ellie Wiener in Billboard: “Berk happily hands out the credit for the Donna Summer breakthrough to Van den Bremer”.
Harry van Nieuwenhoven hoorde later van Summer: “Sjefke van Oekel’s Discohoek: dat was lachen! Ik vond die man een schat en dat programma van hem, met die steeds weer omvallende kast en die WC die iedere keer werd doorgetrokken, ging behoorlijk ver. Ik heb me er destijds kapot om gelachen.
Ik geloof achteraf, dat het behoorlijk slim is geweest om juist in dat programma te debuteren. Heel Nederland keek er uit nieuwsgierigheid naar, dus ik was bij voorbaat verzekerd van een enorme ‘exposure’. Ik ben het Nederlandse publiek nog steeds erg dankbaar dat men mij ook in het begin van mijn carrière zo gesteund heeft”.
Sjef van Oekel met Donna Summer
Toen Donna eenmaal doorgebroken was in Nederland, ging het succes door. Voortaan was ze wel welkom en zelfs gewenst bij TopPop. De single ‘Lady of the night’ bracht de artieste dat zelfde jaar 1974 opnieuw in de top 10 van ons land.
Over die periode vertelde Ton: “With the second single, ‘Lady Of The Night’, she broke in Belgium, and we started doing clubs so she could make some money. Every Friday afternoon, I would leave the office to pick her up at the airport in Brussels. I was the chauffeur, roadie, bodyguard and agent all in one. We’d do club performances all weekend, then she’d fly back to Munich and I’d drive home, completely exhausted”.
Elders in de wereld bleef ze voorlopig onbekend.
De jeugd van Donna Summer
Ten tijde van haar eerste successen – in Nederland dus – opereerde Donna vanuit het zuiden van Duitsland. De zwarte zangeres (LaDonna Gaines) was echter op 31 december 1948 geboren in de Amerikaanse stad Boston.
Donna was niet het enige kind in het gezin Gaines – ze had vijf zusjes en een broertje. Door luidkeels te zingen zorgde ze ervoor dat ze voldoende aandacht kreeg. In zwarte gospelmuziek kon het meisje zich adequaat uiten.
Een redacteur van Muziek Parade noteerde: “Als grote favoriet weet Donna zich de toentertijd fameuze gospelzangeres Mahalia Jackson te herinneren. ‘Want’, zo zegt Donna, ‘ze was de enige zangeres die ik tot op dat moment had gehoord en die precies over dat type stem beschikte en met name zo ontzettend goed controle had over haar volume en haar techniek, dat ik al geruime tijd zocht’. Op school bleef dat zingen dan ook haar grote interesse”.
(In een latere periode viel Donna voor de vokale talenten van onder meer Dionne Warwick, Janis Joplin en Diana Ross).
De Amerikaanse popjournalist Ben Fong-Torres: “She began singing in a church choir at age 8. She knew early that she would be a singer. ‘I knew I was blessed’, she says, ‘and when, as a young child, you look across the hall and see maybe 500 people, and you’re singing and they’re crying and you’ve moved them emotionally, you get an incredible sense of power. By the time I was 10, I’d started to become a ‘thing’. I’d practice every day and sing all day long. There was never an alternative’.
Duitsland
Thuis werd ze aangemoedigd om door te gaan. “My mother and father used to sing in clubs and USOs [van het Amerikaanse leger]. They wanted me to sing. I think there was that element of living their dreams through me”. Haar ouders traden niet op als professionele artiesten. Vader Gaines was slager, moeder stond voor de klas.
Evenals vele andere zwarte artiesten (Sam Cooke, Aretha Franklin) ontdekte het meisje dat je verder kwam als je de overstap maakte van gospel naar rock-muziek. Donna werd anno 1967 zangeres in rock-groep Crow. In New York was zij de ‘zwarte vogel’ die de groep aan zijn naam hielp.
Donna wilde verder. Toen ‘Hair’ overal volle zalen begon te trekken, trok ze ook zelf aan de bel om mee te mogen doen. Dat mocht, maar dan wel in een Amerikaanse cast die door Europa trok.
Donna besloot niet naar de VS terug te keren. Ze vestigde zich in München en vond er werk, eerst in de Duitse cast van ‘Hair’ en vervolgens in nette musical-producties als ‘Godspell’, ‘Showboat’ en ‘Porgy and Bess’. In Beieren vond Donna bovendien de liefde – ze trad in het huwelijk met Helmut Sommer en werd moeder van een dochter, Mimi. De naam Gaines verdween – ‘Summer’ kwam er voor in de plaats. Later bleek dat ze in Duitsland ook aan de drugs raakte.
Moroder en Bellotte
Donna in Munchen, met Pete Bellotte en Giorgio Moroder
In het zuiden van Duitsland kwam Donna in contact met een man uit het noorden van Italië – Giorgio, voluit Giorgio Moroder. In Oor legde Jacob Haagsma onlangs uit dat Moroder begin jaren zeventig een eerste Moog-synthesizer kocht en daarmee experimenteerde.
Duitsland, het land van de schlagers, liep voorop in het gebruik van het nieuwe elektronische muziekapparaat. Haagsma wees uiteraard op Kraftwerk, de groep uit Düsseldorf, op het liedje ‘Popcorn’, maar ook op ‘Son of my father’, een lied van Moroder, Pete Bellotte en Michael Holm, dat in 1971 door laatstgenoemde als ‘Nachts scheint die Sonne’ eerst in de Duitse hitlijsten belandde en vervolgens in Engeland opgepakt werd door de groep Chicory Tip. Onder zijn voornaam wist Giorgio in 1970 in Nederland al de aandacht te trekken met zijn song en productie ‘Looky Looky’.
De Britse gitarist Pete Bellotte was de man die de tekst van ‘Nachts scheint die Sonne’ in het Engels vertaalde. Hij ging in München samenwerken met Moroder. Zo kwam ook de productie tot stand van ‘The Hostage’, ‘Lady of the Night’ en een aantal andere songs op het eerste album van Donna Summer. De twee muzikanten en producers ontdekten de vokale kwaliteiten van de zangeres tijdens sessiewerk dat ze in Duitsland deed voor Three Dog Night.
Bellotte was verantwoordelijk voor de productie, terwijl hij samen met Moroder de meeste songs schreef, inclusief de twee hits.
‘Love to love you baby’
Voor haar eerste album had Donna Summer zelf geen song geschreven. Bij de volgende single kreeg de Amerikaanse zangeres wél een vermelding op het label. Het liedje heette ‘Love to love you baby’.
In popkrant Melody Maker was te lezen hoe het nummer tot stand kwam. In 1969 was ‘Je t’aime moi non plus’ van Serge Gainsbourg en Jane Birkin een gigantische hit geworden in Europa. Vijf jaar later verscheen de originele single opnieuw in Engeland en het Frans-Britse duo scoorde er weer mee.
Summer: “Giorgio Moroder came into the office one day and told me that ‘Je t’aime moi non plus’ was being re-released and that it was showing again on the chart, and seemed to think I could do a good cover version of it. Well I didn’t want to do somebody else’s song so I thought about doing a similar thing myself but with my own song. I sang him a piece of the chorus line of ‘Love To Love You’, which I had written, and he came up with the rest”.
Donna Summer had nog steeds een unieke status in Nederland. Haar album ‘Lady of the night’ was bijvoorbeeld alleen in ons land uitgebracht. ‘Love to love you baby’ verscheen begin 1975 bij Basart als opvolger van ‘Lady of the night’. Het top tien succes van ‘The Hostage’ en ‘Lady of the Night’ werd echter niet geëvenaard. Hoger dan 13 kwam de single niet.
Amerika
In Amerika, het thuisland van Donna Summer, was er belangstelling voor ‘Love to love you’. In de Verenigde Staten werd disco-muziek steeds populairder. Gloria Gaynor was er doorgebroken. Ze had hits met aangepaste versies van ‘Never can say goodbye’, ‘Reach out I’ll be there’ en ‘How high the moon’. Haar Amerikaanse carrière bevond zich echter op een hellend vlak.
Barry White ontpopte zich in de jaren zeventig als de muzikale exponent van alles wat met ‘love’ te maken had. Solo-hits had hij bijvoorbeeld met ‘I’m gonna love you just a little bit more baby’ (1973), ‘Can’t get enough of your love, babe’ (1974) en ‘You’re the first, the last, my everything’. White zette bovendien zanggroep Love Unlimited en het Love Unlimited Orchestra op.
Donna en Neil Bogart (1978)
De Amerikaanse platenmaatschappij Casablanca, een creatie van Neil Bogart, zo ongeveer de meest actieve promotie-man in het land, besloot ‘Love to love you baby’ van Donna Summer op de markt te brengen.
Jim Esposito legde vast hoe het gegaan moest zijn. “Bellotte and Moroder were looking for someone to distribute their label in the United States, and were glad to know someone who knew someone who knew Neil Bogart, president of Casablanca Records”.
Moroder wist een afspraak met Bogart te arrangeren. “He brought along a copy of ‘Love To Love You Baby’. Bogart liked it and bought it immediately. Then he sat on it for several months. There was something about it that bothered him.
One day, when Bogart was having a party at his house, he slipped ‘Love To Love You Baby’ onto the stereo. Instantly the mood in the room changed. Everybody got up and started dancing, touching.
‘I’ve got to put that record out’, Bogart says he thought then. The song finished and one of the chicks went ‘Aw, put that on again’. So he put it on again. A few people applauded and someone else said ‘Hey. Play that again’.
And then he realized what had been bothering him about the record: One play wasn’t enough. ‘If I put this out the way it is’, he thought, ‘it’s going to be a real downer’.
It was two o’clock in the morning in California, but Bogart got on the phone to Germany. The call woke Moroder. ‘I need a twenty-minute version!’ Bogart said.
‘You’re crazy’, Moroder mumbled.
‘Believe me!’ Bogart said. ‘It’s the greatest dance record! But I’ve got to have a twenty-minute version’.
‘I think maybe you call me back later’, Moroder said. ‘I don’t think I understand too well’”.
Donna Summer in het artikel: “We thought he was crazy. But then Giorgio and I looked at each other and said, ‘Well, if that’s what he wants, let’s give it to him’”.
Esposito: “A week after his call to Germany, Bogart received a 16-minute, 50-second version, which Casablanca released. Within ten days, it was a smash; it had exploded in every disco in New York”.
Esposito en anderen gingen eraan voorbij dat deze aanpak niet uniek was. Bij disco records was het gebruikelijk om zowel een korte als een twaalf-inch versie te lanceren. Bij Gloria Gaynor, die Donna Summer vóórging met bijvoorbeeld ‘Never can say goodbye’, gebeurde dat al in 1974 – het jaar dat ‘The Hostage’ verscheen.
Donna Summer – erkenning
Door die Amerikaanse hitsingle hoorde Donna ineens tot de vedettes in muziekland. Haar albums en singles werden in grote aantallen verkocht. Bij het Casablanca-label zat je goed. Hoog op allerlei hitlijsten verschenen onder meer ‘Could it be magic’, ‘Last dance’, ‘MacArthur Oark’, Hot Stuff’, ‘Bad Girls’, ‘On the radio’, ‘State of Independence’, ‘She works hard for the money’ en ‘I feel love’.
‘I feel love’ viel nog een interessante erkenning ten deel in 2017. Oor bestond 45 jaar. In januari van dat jaar keek het maandblad (eerder een 14-daagse popkrant) naar 45 singles, op 45 toeren dus, uit het verleden. In die lijst vooral rock-singles. Dus niet de grote hits van bijvoorbeeld ABBA, Grease, Saturday Night Fever, Boney M., Luv, Dolly Dots, Pussycat, 2 Unlimited of BZN. Slechts twee Nederlandse acts haalden de lijst: Golden Earring (Radar Love) en Herman Brood (Saturday Night).
Tot de beste singles van 45 jaar hoorden volgens de redactie van Oor wél bijvoorbeeld ‘Imagine’ (John Lennon), ‘This charming man’ (The Smiths), ‘American idiot’ (Green Day), ‘Fools Gold’ (Stone Roses), ‘Rehab’ (Amy Winehouse), ‘Jean Genie’ (David Bowie), ‘When doves cry’ (Prince), ‘Lust for life’ (Iggy Pop), ‘No woman no cry’ (Bob Marley), ‘Suds and soda’ (dEUS) en ‘Let’s get it on’ (Marvin Gaye).
‘I feel love’
Enigszins verrassend voor mij was dat Donna Summer eveneens in die lijst van voor de redactie essentiële lijst van 45 singles vertegenwoordigd was. Niet met ‘The Hostage’, niet met ‘Love to love you baby’, maar met ‘I feel love’.
Jacob Haagsma legde het hoe en waarom uit. Uit zijn tekst werd duidelijk dat de stem van Donna Summer er niet veel toe deed. De redacteuren waren vooral enthousiast over Giorgio Moroder. Al in de eerste alinea van het artikel kon je lezen: “Zit er een mens achter de knoppen of is het een robot? Hoe kan zo’n machinaal ritme toch zo opwindend zijn? Of is ‘I feel love?’ dan misschien een vroeg voorbeeld van cyberseks? ‘I feel love’ bracht de elektronica naar de dansvloer, op een ongehoord meeslepende manier. En hielp seksuele minderheden met hun bevrijding”.
Moroder en zijn electronica
Haagsma ging door: “Giorgio Moroder schonk de wereld ‘I feel love’, de meest schokkende elektronische hit. Omdat het zo abstract was, zo volstrekt elektronisch en metronomisch, en toch zo fysiek, zo… geil. En zo belangrijk.
Hoe schokkend, hoe belangrijk?
Volgens de overlevering stormde Brian Eno de Berlijnse Hansa-studio in, waar hij met David Bowie werkte aan ‘Heroes’.
Bowie moest meteen stoppen waar hij mee bezig was, en luisteren naar Eno’s nieuwste ontdekking – precies. ‘Dit is het, zoek niet verder’, schijnt Eno uitgeroepen te hebben, ‘deze single zal het geluid van de clubmuziek voor de komende vijftien jaar veranderen’.
En Eno heeft het wel eens vaker bij het rechte eind gehad.
Bowie had nog zes jaar, en de helpende hand van Chic-man Nile Rodgers, nodig om zelf voluit te gaan op de dansvloer met ‘Let’s dance’. Daar, op die dansvloer, had ‘I feel love’ zijn verwoestende-verheffende werk al gedaan. Dankzij Moroder en dankzij de Moog.
Het enige andere instrument dat je hoort is een bassdrum, want juist die onderkant, die kick, kregen Moroder en co-producer Pete Bellotte, niet voor elkaar.
Maar verder: een pulserende, bedrieglijk simpele baslijn, af en toe modulerend voor een dramatisch effect (daarvoor zijn modulaties nu eenmaal uitgevonden, mensen, en de dansvloer is er heus mee gediend).
En verder eigenlijk helemaal niet zo veel. Ja, wat abstracte geluidsvegen, want daarvoor leent zo’n Moog zich ook heel goed, wat scherp geplaatste ritmische accenten en daaroverheen dan mevrouw Summer, met haar pleidooi voor de liefde in al haar fysieke verschijningsvormen”.
De hit van Donna Summer had volgens het blad een andere betekenis. “‘I feel love’ was de schepping van een stel ‘rootless cosmopolitans’, een schepping die al snel de wereld veroverde. De boodschap was simpel: dit was de ideale soundtrack voor de geneugten van anonieme seks, gebracht met een science fiction-achtige precisie, schijnbaar steriel en vrij van zweet en andere gorigheid, maar intussen o zo hitsig.
De dansvloer zou nooit meer hetzelfde zijn. Pulserende synthesizers en stuwende drumcomputers gingen de dienst uitmaken. Levende drummers, sjieke strijkers en in octaven plukkende bassisten waren op weg naar de uitgang. Zo kwamen zoetjesaan house en techno in zicht.
Geen wonder dus dat dit meesterstuk het in de disco zo goed deed. En denk bij ‘disco’ nou niet meteen aan de dansschuur die vroeger bij u op de hoek zat. U weet heel goed, en anders leest u het hier wel, dat de vroege discocultuur, althans in de grote, Amerikaanse steden, werd gedomineerd door homo’s. En dat de dansbeats van die dagen de soundtrack waren voor al of niet anonieme, al of niet seriële, al of niet door poppers of andere technische chemicaliën gestuurde ontmoetingen van seksuele aard. Disco was goed voor de emancipatie van die subcultuur, zullen we maar zeggen”.
Terug naar Donna Summer zelf
In 1981 bezocht Ben Fong-Torres een optreden van Donna Summer in Californië en raakte met haar aan de praat.
De popjournalist vergeleek de artieste met de kubus van Rubik. “Donna Summer is a puzzle. She’s the Rubik’s Cube of pop singers, you might say a multicolored, at least six-sided mystery. She steps onto the stage, and she’s the Donna Summer we’ve all come to know, love and dance to.
She coos out ‘Dim All the Lights’ and promises that tonight ‘we’re going all the way’. She drops the puffy cocoon coat she’s been wearing to reveal a silky white leotard top, greets the crowd, then gets back to work with the number that made her a bedroom name – the whispery, breathy moan of a song called ‘Love to Love You, Baby’.
Donna hits and holds a high note, but just as the crowd comes alive, she suddenly slips into another song, ‘I Feel Love’, the one with the sound of whips in the background. She sways her hips effortlessly, does some hand mime and ends the number with a bit of Lisa Minnelli flair, throwing her head back and thrusting her right hand into the air”.
De artieste bleek meer noten op haar zang te hebben. Evenals een paar jaar eerder in Duitsland vertolkte ze ook ander repertoire. “Out of nowhere, she takes a survey of the 8000 or so in attendance: ‘How many older people here tonight?’
The audience takes it as a joke, but Donna’s only punch line is a shrug: ‘I just wanted to know’.
A couple of songs and costume changes later, she shatters her ‘queen of disco’ image with an intense version of the show-stopper from the Broadway hit ‘Evita’, ‘Don’t Cry for Me, Argentina’, followed shortly by an all-out rock ’n’ roll number with Donna whanging away on a stringless prop guitar (And her music continues to change. Right now, she’s in the studio making a new album with big-band jazz master Quincy Jones as producer).
She doesn’t forget the crowd-pleasers, the hits like ‘Bad Girls’ – her ode to the streetwalkers of Hollywood – ‘Hot Stuff’, ‘On the Radio’, ‘MacArthur Park’ and ‘The Wanderer’.
But she also can’t seem to help baring her real self. At one point, having slipped into bits of German, Argentinian and Venezuelan over the course of the show, she notes how many people can’t believe she’s black”.
Donna Summer persoonlijk
Mimi en Donna
Tijdens haar optreden liet Donna tevens de menselijke kant van haar leven zien. “She tells the crowd about her new baby (she also has a 7-year-old daughter, Mimi). ‘Her name is Brooklyn. She’s at home’.
Near the show’s end, introducing ‘I Believe in Jesus’, she tells her audience about being Born Again two years ago ‘when I was on the verge of jumping off something’. She was depressed and dependent on drugs, she tells the suddenly hushed crowd, then brightens: ‘Now I’m on the straight and narrow’”.
Fong-Torres zocht Donna op in haar kleedkamer. Wat zat er achter de woorden die ze op het toneel geuit had?
Summer was open in haar antwoord op de vragen. “In the beginning I had an ‘image’, and the image was not quite the person. And what I have tried to do is combine the person that I am with the person they want me to be and become a person they will accept.
It works. That’s what made a person like Judy Garland so immensely acceptable and so incredibly great, because even when she was a drunk and was, like, way over the line, she was able to just absorb people through sympathy. They looked at her not only as an entertainer but as a human being. That’s really, in some ways, the type of person that I am. I don’t want to hide anything from anybody.
You’re stuck with the image they’ve created. I don’t feel that I violated my own morality. It was violated by other people. I’ve been a Christian all my life. I just wandered away from the path of righteousness”.
Het succes had haar depressief gemaakt, legde ze bloot in 1981. “I was frightened. I didn’t know where it was going. I couldn’t be myself. I couldn’t go out on the street. My privacy was taken away. And I didn’t know who I was. I was just me to me, but I was somebody else to all these people, and I just wanted someone to be honest and say: ‘You know what? Your breath stinks!’ or ‘You look ugly today’. Just to be real.
You couldn’t trust anyone anymore. I was feeling just real depressive, I couldn’t sleep. And I got on some very strong medicine”.
Donna was al eerder verslaafd geweest. “I had gotten into it when I was young, from the time I was 19 till I was 24, when Mimi was born. I did those things because I wanted to know”.
Fong-Torres: “In the late 1970s, supposedly on top of the pop music world. Summer was leaning on ‘medicine’ - more specifically, as she puts it, ‘very strong suppressants, mood elevators - and I was sick of it. I didn’t want to live like that anymore.
I said, ‘There’s got to be a way’. I just lay down in bed one day and stretched my arms out to God and said, ‘God, show me the way’. I was desperate and frightened. I felt I wasn’t worthy to even kiss the feet of Christ. I started tormenting myself about it’.
Relief came soon. Visiting her mother’s house, Donna happened into the end of a Bible class that was being conducted there. ‘And there were these two white ladies who didn’t know my mother. One of them was talking to her and said she had a vision. It told her to tell Donna Summer that she was very special to God and that God loved her very much. She didn’t know who my mother was, or that I was Donna Summer, and she’s saying she saw a vision of me holding onto the feet of Jesus Christ! I couldn’t talk! But my spirit was lifted. I felt great’”.
Being Born Again ‘was definitely a sensation’, says Summer. ‘Everybody experiences it differently, but my experience was that I started praying, with several different people: and as I prayed, I felt weight was being taken off me. You know, the first song I sang in public, in church, was ‘I Found the Answer, I Learned to Pray’. When I finally took my own advice a few years later, it was in deep concentration’.
Bij Donna speelde meer dan het vertolken van haar vele hits. “She and her backup singers (including sister Mary) and the band gather in prayer before each show. It’s a long-standing tradition, says Donna, but sometimes the prayer is especially urgent.
‘A few weeks ago’, she says, ‘my sister’s son died, and we had to go on that night, my sister Mary and I. It was so hard to concentrate. But we got through it...
The way we look at it, there’s good and evil, and you can accept it or refuse it. It’s when you allow negativity to consume you... You say, ‘God, please, I put this in your hands. I don’t want to deal with it’. Then you walk on stage in faith that God will get you through it. And He always does’.
Summer doesn’t think of her job as glamorous. ‘I think the opposite’, she says. ‘I only see that stage from the other side, and that’s the ugly side. The wires, and this’ - she waves an arm, indicating the dressing room. ‘I’m just one of the machines that’s on stage, basically, doing my portion of the show’”.
Ton en Donna
Ton van den Bremer (1980)
Ton van den Bremer, de man die een rol speelde bij de doorbraak van ‘The Hostage’, bleef betrokken bij de loopbaan van Donna. In 1994 vertelde hij: “When the contract was signed with Casablanca for the worldwide rights, there was a clause excepting the territories where I was working. During these times, we became good friends, and to this day have a good relationship because we’d worked hard together – she used to call me ‘slave driver’”.
Begin jaren tachtig werden Ton en ik [HK] collega’s binnen PolyGram in Hilversum (Wisseloord studio). Ik was verantwoordelijk voor het Nederlandse repertoire, Ton zette zich op zijn levendige manier in voor de exploitatie van dat repertoire buiten de Nederlandse grenzen. Zo timmerde hij met succes aan de weg voor bijvoorbeeld Diesel, New Adventures, Risqué en Daniel Sahuleka. Zijn productie “Jij daar in de radio’ met Henk Bemboom (Hank B. Memphis) op Polydor belandde in de top 40.
Ten behoeve van zijn internationale activiteiten vertoefde Van den Bremer regelmatig in de VS. Als ze de kans kregen zochten Donna en Ton elkaar dan op. Terug in Hilversum deed mijn collega dan verslag van zijn ontmoetingen.
Donna was niet de onbereikbare eeuwige superster, zoals Cher. Op 63-jarige leeftijd kwam ze te overlijden. Haar Amerikaanse platenbaas Neil Bogart (1943-1982) werd niet ouder dan 39 jaar.
Op 5 april 2016 meldde Entertainment Business: “In Australië is Ton van den Bremer overleden. Hij is 68 jaar geworden. Van den Bremer werd wel de leukste en drukste muziekentrepreneur van Nederland Muziekland genoemd.
Hij begon zijn muzikale carrière in diverse bandjes in de regio Soest, was een populaire dj bij de VARA als sidekick van Alfred Lagarde en werd begin jaren zeventig platenplugger bij Basart Records. Hij wordt beschouwd als de grote motor achter de successen van Donna Summer in Europa, met wie hij goed bevriend raakte. Ook wordt hij gezien als de grote man achter de successen van Conny Vandenbos, samen met producer Eric Boom, die tot op het laatst zijn boezemvriend was.
Vanaf 1979 gaf hij leiding aan de internationale exploitatieafdeling van Phonogram in Baarn. Ook startte hij voor Phonogram het lowbudgetlabel Backdoor Records met successen van onder meer The Mo en heavy metalband Picture. In 1989 begon hij zijn eigen bedrijf ToCo International, dat zich specialiseerde in de exploitatie van muziekrechten wereldwijd. Voor zijn activiteiten werd hij in 1992 door Conamus (thans Buma Cultuur) onderscheiden met de Export Prijs.
In 1997 werd Ton uitgenodigd door Universal Music Asia om vanuit Hong Kong de exploitatieactiviteiten op te zetten en uit te bouwen naast zijn werk voor ToCo. Na die periode verhuisde hij naar Australië om van daaruit zijn werkzaamheden voort te zetten”.
Harry Knipschild
22 augustus 2020
Literatuur
‘Oh Oh Donna’, Melody Maker, 3 april 1976
Phil Sutcliffe, ‘Love to interview you baby’, Sounds, 8 mei 1976
Jim Esposito, ‘Donna Summer’, Oui, september 1976
‘Donna Summer – een glitterkoningin’, Muziek Parade, juli 1978
Harry van Nieuwenhoven, ‘Van Oekel tot sex-symbool’, Oor, december 1979
Ben Fong-Torres, ‘A Disco Queen is Born Again’, Austin American-Statesman, 1 november 1981
Ellie Weiner, ‘Summer in Munich’, Billboard, 3 september 1994
‘Muziekondernemer Ton van den Bremer overleden’, Entertainment Business, 5 april 2016
Jacob Haagsma, ‘Donna Summer, I feel love’, Oor, januari 2017
- Raadplegingen: 8492