Skip to main content

401 - Anneke Grönloh, dochter van Bastiaan Grönloh

 
 
In de eerste helft van de jaren zestig was Johanna Louise ‘Anneke’ Grönloh (1942-2018) de populairste zangeres van ons land, zeker bij de teenagers. Met haar opeenvolgende singles ‘Brandend zand’, ‘Paradiso’, ‘Soerabaja’ en ‘Cimeroni’ bereikte ze in 1962-1963 steeds de bovenste plaats in de Nederlandse hitlijsten.
    Door de komst van de beatmuziek werd Anneke uit de schijnwerpers en daardoor ook uit de bestsellerlijsten verdrongen. Maar ze bleef tot het einde van haar leven van zich laten horen.
    In 2019 verschenen de memoires, die ze nog voor haar overlijden zelf had vastgelegd. Manager Bart Peeters en Peter Voskuil van uitgeverij Joh. Enschedé maakten er een indrukwekkend boekwerk van.
 
 
401 1 gouden platen

 
 Bastiaan
 
 
Uit de artikelen die tijdens het leven van Anneke verschenen werd duidelijk dat haar moeder, Femmy Rorora, een grote rol speelde in haar carrière. Over haar vader, Bastiaan Grönloh, hoorde je vrijwel niets. In de biografie legde de artieste uit wat er achter zat.
   “Mijn vader was sergeant-majoor bij het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL). Hij werd door de Japanners krijgsgevangen genomen en in een interneringskamp geplaatst”. Pas na de Japanse capitulatie in september 1945 kreeg het meisje haar vader te zien. “Ik was drieënhalf jaar oud, de eerste keer dat mijn vader en ik elkaar zagen”.
    De oudste herinneringen aan haar vader stamden uit 1947. “Voor ons allebei was het wennen. Ik was tot dat moment bijna uitsluitend omringd geweest door vrouwen. Mam was de baas. Maar daar was nu ineens die man en die vond heel duidelijk, dat hij de baas was. Ik moest ineens naar hem luisteren. Daar had ik helemaal geen zin in. Mijn vader hield er thuis een militair regime op na”.
 
In de eerste vijf jaar was het meisje Indisch opgevoed. Ze werd met ‘Nunny’ aangesproken. Dat veranderde. “Ik heette ineens Anneke. Anneke sprak uitsluitend Nederlands. Slurpen bij het eten van soep: straf en van tafel. Niet met twee woorden spreken: straf. Vragen om een snoepje: straf.
    Ik vond het hebben van een vader allesbehalve een prettige ervaring. Zodra hij er was, moest ik om kaarsrecht te leren lopen met een boek op mijn hoofd de trap op en af en moest ik liedjes leren als ‘Joepie, Joepie is gekomen’ in plaats van die gezellige Maleise liedjes. Ik vond het allemaal heel raar en helemaal niet leuk”.
 
 
Muziek
 
 
Over haar oudste herinneringen als zangeres legde Anneke vast: “Bij ons thuis was er altijd muziek. Mam speelde gitaar en zong. Mijn vader speelde piano en had ook een mooie stem. ’s Avonds werd er vaak samen gezongen”.
    Muziek werd ook in groter verband uitgevoerd. “Het werd pas echt leuk als oma en opa Rorora, de ouders van mijn moeder, kwamen. Opa speelde viool en oma mondharmonica. Tante Mas had een soort dubbele trompet. Als peuter beschikte ik over mijn eigen begeleidingsorkest”.
    Anneke zong en danste. “Aan liefdevolle aanmoediging geen gebrek. Zelf vond ik het ook prachtig. Ook omdat ik zag hoe mijn vader dan naar me keek. Hij glom van trots. Dan zong ik twee keer zo hard en enthousiast”.
 
 
401 2 Anneke met ouders 1Anneke met haar ouders
 
 
Bastiaan Grönloh bleef ook na de Japanse bezetting actief in het Nederlandse leger op Celebes, waar Anneke geboren was. “Als we hem op zijn ‘werk’ bezochten, zette hij me steevast op een tafel of biljart en liet me dan een paar liedjes zingen voor de aanwezige militairen. Daar kreeg ik zelf heel snel enorm plezier in, want als ‘gage’ kreeg ik van de manschappen altijd chocolade of pinda’s. Mijn repertoire bestond uit Maleise liefdesliedjes. Dat uit de mond van een kleuter van ee jaar of vijf leverde vast een koddig plaatje op.
    Heel snel volgde mijn eerste echte optreden. Het was in 1947 in Pontianak [Borneo, nu Kalimantan]. Daar was een of ander treffen van verschillende legeronderdelen. Mijn vader had toegezegd dat ik er een paar liedjes zou zingen voor de troepen”.
   
 
Nederland
 
 
Bastiaan mocht op verlof. Het gezin reisde per schip (de Willem Ruys) naar Nederland. Met zijn Indische echtgenote en dochtertje logeerde hij bij zijn ouders in Voorburg. In die gemeente werden de gebroeders Jan en Hans Vermeulen, producer Hans van Hemert, deejays Jan van Veen en Ferry Maat, Vanessa (Connie Witteman), Joost Belinfante, Xander de Buisonjé en Harry Vanda (Harry van den Berg) geboren.
 
 
401 3 Jan en Hans VermeulenJan en Hans Vermeulen
 
 
Anneke: “Opa en oma woonden aan de Koningin Wilhelminalaan. Een groot en statig huis. Heel anders dan de huizen die ik in Indië gewend was. Maar wat hetzelfde was: ook hier hing het ingelijste portret van koningin Wilhelmina prominent in de hal. Die kende ik van thuis!” Tondona op Celebes, dus.
    De ouders van Bastiaan maakten hun kleindochter wegwijs in het land. “Voor de deur in Voorburg stopte de Blauwe Tram. Samen met opa en oma maakten we er tochtjes mee, zoals naar Rotterdam. Ik herinner me de totale verwoesting van al die gebouwen en de indruk die dat op me maakte. Ik had in Indië ook al behoorlijk wat ellende gezien, maar de aanblik van die plat gebombardeerde stad aan de andere, koudere, kant van de wereld ben ik nooit vergeten”.
 
Over haar Nederlandse familie legde Anneke later vast: “Opa Grönloh was een warm persoon. Ook hij had een militaire achtergrond. Zijn vrouw was jong overleden en hij was hertrouwd met zijn huishoudster. Oma Grönloh was ontzettend lief. Ze bekommerde zich enorm om mam en mij. Ze ging ijsjes eten met ons en maakte met mam lange wandelingen over het strand”.
    Anneke mocht niet altijd mee. “Ik moest naar de kleuterschool. Dat was voor mij een nieuw fenomeen. Maar ik vond het geweldig”.
    Het Indische meisje begreep maar niet dat die bleke Hollandse kinderen haar liedjes niet kenden. “Ik kende toch ook ‘Joepie, Joepie’ en het Wilhelmus. Oma Grönloh gaf met engelengeduld antwoord en uitleg op al mijn vragen. Ik kreeg voor mijn verjaardag van haar een enorme pop”.
 
 
Voorgoed naar Nederland
 
 
Anneke was afwisselend in Indië en Nederland. Zingen bleef ze toen ze opnieuw in Zuid-Holland logeerde. “Het verblijf in Voorburg was weer een feest. Oma Grönloh had zich voorgenomen twee Engelse liedjes aan mijn repertoire toe te voegen. Elke avond werden die geoefend bij de toeter van de 78 toeren grammofoon. Fonetisch uiteraard, want ik had er geen idee van wat het betekende. Maar die stem uit de toeter vond ik erg mooi. Het waren de liedjes ‘Yours’ en ‘We’ll meet again’ van Vera Lynn”.
    Tijdens haar verblijf in de oost werd zusje Femmy (Tjula) op 8 maart 1949 geboren. Maar de dagen op Celebes waren geteld. “Langzaam groeide het besef dat Nederland het erkennen van Indonesië als onafhankelijke staat niet veel langer meer kon tegenhouden. Dit betekende dat steeds meer KNIL-militairen en officieren zich serieus gingen oriënteren op een nieuw bestaan in het verre Nederland”.
    Dat had consequenties voor het Nederlands-Indische gezin Grönloh. “Mijn vader werd teruggeroepen en dat betekende een afscheid van Tondano, de warmte van de tropenzon, maar vooral van de warmte van opa en oma, tante Mas, alle andere tantes en ooms, de neefjes en de nichtjes. Een afscheid van thuis – voorgoed naar Nederland”.
    De familie Grönloh reisde niet met vier, maar met vijf personen naar ons land. “Mijn [oudere] nicht Mieke zou met ons meegaan had mijn vader besloten. Zij kon mam dan ondersteunen in het huishouden en het zorgen voor Tjula en mij.
    Om dat mogelijk te maken moest er wel bij de autoriteiten in Nederland aangegeven worden dat Mieke geen nichtje maar een dochter van mijn moeder was. Anders was ze in Nederland niet welkom. Maar dat was slechts een formaliteit. Toen onze nieuwe koningin Juliana op 27 december 1949 namens Nederland officieel de onafhankelijkheid van de republiek Indonesië erkende, waren wij na opnieuw de lange reis gemaakt te hebben aan boord van de Willem Ruys net aangekomen in het koude, winterse vaderland”.
 
 
In Nederland wonen
 
 
401 4 het gezin Grönlohhet gezin Grönloh
 
 
Anneke belandde opnieuw in Voorburg. “Alles leek aanvankelijk op de eerdere bezoekjes. We gingen na aankomst meteen weer naar opa en oma Grönloh. Daar hadden we altijd twee ruime kamers tot onze beschikking, een voor mijn ouders en een voor mij. Maar nu waren we met twee personen meer”.
    Dat had vervelende consequenties. Bovendien was het koud die winter. “Die dikke en stugge winterkleding was nieuw voor mij. Het beperkte je behoorlijk in je bewegingsvrijheid. Je kon er niet eens fatsoenlijk mee in een boom klimmen. Van mijn vader mocht dat ineens niet meer. Thuis op Celebes klom ik tijdens mijn ontdekkingstochten overal in en op. In Nederland deed je zoiets niet. Irritant vond ik het”.
 
 
Zingen in de winter
 
 
De kou had tevens consequenties voor Annekes zangkunst. “Als je buiten was en je zei iets, kwam er een wolkje uit je mond. Hoe harder je iets zei, hoe groter het wolkje. Als je zong was die wolk echt geweldig. Dus stond ik buiten mijn hele repertoire af te draaien – van ‘Joepie, Joepie is gekomen’ tot ‘We’ll meet again’, met er doorheen een potpourri van Maleise liedjes. Soms bleven passanten staan om te luisteren en die gaven me dan een cent of soms zelfs vijf cent.
    Dat vond ik vreemd. Wat moest ik daar nou mee? Thuis kreeg je als je zong nog iets waar je blij van werd: chocolade of pinda’s”.
 
 
Geld
 
 
Anneke kreeg met geld te maken: “Toen ik op een dag mijn verzameling muntjes aan het tellen was, vroeg mijn vader hoe ik daaraan kwam. Ik vertelde hem trots van mijn straatoptredens en hij ontplofte bijna. Thuis was hij altijd zo trots geweest als ik voor zijn manschappen liedjes zong en nu was het ineens een schande? Zijn dochter die op straat zong en bedelde, wat moesten de mensen daar niet van denken!”
    Anneke was in de war. “Ik dacht alleen maar: bedelde? Wat betekent dat? En: welke mensen? Die kennen we niet eens. Maar goed, papa was in elk geval heel boos en bleef dat nog dagenlang”.
 
 
Epe
 
 
Het gezin woonde niet eeuwig in Voorburg. “Na een paar maanden verhuisden we naar een pension in Epe. Mijn vader werd er in de buurt gestationeerd. We hadden daar drie kamers tot onze beschikking. Er woonden nog drie andere gezinnen – allemaal Nederlandse vaders met een militaire achtergrond en afkomstig uit Indië. Het was de plek waar ik voor het eerst sneeuw zag. Ik nam een enorme sneeuwbal mee naar binnen om ’s avonds aan mijn vader te laten zien, maar die veranderde in een plas water”.
 
 
Crisis in Grave
 
 
Het was wennen in Nederland. Na een volgende verhuizing naar Grave in Noord-Brabant kreeg Anneke een eigen kamer in een gewoon huis. Op school was ze het enige Indische meisje in de klas. “Ik mocht de juffrouw en de klas mijn Maleise liedjes leren. Met carnaval werd er een optocht georganiseerd. De meisjes mochten hun fiets versieren en zich verkleden. Ik kon een soort kimono aan, want fietsen in een sarong was natuurlijk onmogelijk. Mijn fiets werd versierd met crêpe-papier in felle kleuren en een Chinees parasolletje. Ik won de eerste prijs, wat mijn status in de klas natuurlijk verhoogde. Mijn vader was trots.
    Op straat Indische liedjes zingen was nog steeds uit den boze, maar in Indisch kostuum door het dorp fietsen mocht wel. Op iedere schoolavond of uitvoering mocht ik optreden met Indische liedjes en dansjes. Mijn vader leerde me zijn lievelingsliedjes, want hij vond dat zijn dochter niet alleen maar Indisch repertoire hoefde te zingen. Zo kwamen ook ‘Eens zal de Betuwe in bloei weer staan’ en vooral ‘Oh, mein Papa’ op mijn repertoire”.
    Wat ben ik nou eigenlijk, begon het meisje zich, naar eigen zeggen later, af te vragen.
    “Mijn vader zei: ‘Je moeder is inlands, ik ben Nederlands. Jij bent het allebei, dus je bent dubbel bijzonder’.
    Maar zo voelde dat niet. Als schoolkind in Grave kwam in elk geval het besef dat we niet meer terug naar ‘huis’ gingen en dat Nederland nu ‘thuis’ was.
    Mijn moeder had ook moeite zich aan te passen. Voor haar was de overstap ingrijpender en zwaarder. Ze probeerde zo goed mogelijk Nederlands te leren en de Nederlandse tradities te begrijpen. Wat nooit gelukt is om haar te leren fietsen. Mijn vader, Mieke en ik hebben geprobeerd haar dat bij te brengen – zonder succes”.
 
 
Exit vader
 
 
Er was nog een andere crisis in Grave. “Mijn vader ging weg. Van de ene dag op de andere vertrok hij uit ons huis. Uit mijn leven”.
    Anneke legde het nog eens uit: “Mieke was op initiatief van mijn vader meegekomen uit Indië. Ze kon mijn moeder helpen bij het huishouden en zorgen voor Tjula en mij.
    Mijn moeder was erg op Mieke gesteld. In dat verre nieuwe land had ze een vriendin bij zich uit haar oude vertrouwde omgeving. Mieke werd echter ook een vriendin voor mijn vader. Meer dan een vriendin. In juni 1951 bleek dat Mieke zwanger was. Zwanger van mijn vader. Mijn moeder heeft hem toen stante pede het huis uitgezet en een echtscheiding aangevraagd. Ontrouw van haar man was voor haar onacceptabel. Het betekende voor Tjula en mij dat we onze vader kwijtraakten.
    Ik heb er ontzettend veel verdriet van gehad. Ik miste mijn vader enorm”.
 
In januari 1952 bestond het gezin ‘Grönloh’ opnieuw uit vijf personen, allemaal van het vrouwelijk geslacht. “Mam hield Mieke bij ons in huis. Ook nadat haar dochter werd geboren.
    Voor mijn moeder was Mieke net zozeer slachtoffer van de situatie als zij zelf. Mijn vader was de boeman – de grote en enige boosdoener. Mieke kon er niets aan doen. Dus moesten wij voor haar en [N] zorgen”.
    Anneke had haar twijfel bij de vergevingsgezindheid ten opzichte van haar oudere Indische nicht: “Als kind zag ik haar toch als de reden dat ik mijn vader nu kwijt was”.
    Van een omgangsregeling was geen sprake.
 
Over Bastiaan Grönloh praten was voortaan uit den boze, maakte zusje Tjula later duidelijk: “Anneke en mijn vader hadden een hechte band. Ze vond het vreselijk dat hij er niet meer was en dat ze geen contact met hem mocht zoeken. Want daar was mam heel duidelijk in. Mijn vader was de schuld van alles en zijn naam mocht niet genoemd worden. Dan werd ze woedend of er volgden enorme emotionele scènes”.
    Tjula bleef zich de confrontaties tussen Anneke en haar moeder herinneren. Ze moest het niet wagen iets over haar vader te zeggen of vragen. Volgens het zes jaar jongere zusje speelde Anneke als kind al de rol van volwassene en partner van haar moeder. “Zij moest alles draaiende houden. Mam legde de verantwoordelijkheid gewoon op Anneke’s schouders. Ik weet dat ze de scheidingspapieren moest voorlezen aan mam. Anneke was toen nog geen tien!”
    Femmy Rorora was de Nederlandse taal nog niet goed machtig.
 
 
Na de scheiding
 
 
Op 30 december 1953 werd de scheiding officieel. Meteen daarna trad Bastiaan in het huwelijk met de moeder van zijn jongste dochter. “Mijn vader hertrouwde ogenblikkelijk en stichtte een nieuw gezin. Mieke trok met haar dochtertje bij hem in”.
    Anneke: “Over de scheiding werd niet gesproken. Nooit. Als iemand eens naar mijn vader vroeg, werd daar overheen gepraat. Mijn moeder heeft de achternaam Grönloh altijd gehouden. Dat was ook onze naam en het voorkwam vragen en gedoe”.
   
Anneke kreeg een andere vader aangewezen: een voogd. “Ene heer Schuijff van de Nederlands Hervormde Stichting voor Sociale Arbeid in het Zuiden moest samen met een maatschappelijk werkster, mevrouw Bakker, mijn moeder in de gaten houden en controleren of ze wel goed voor haar kinderen zorgde”.
    Dat ging blijkbaar niet naar wens. “Op een middag haalde Schuijff ons weg bij mijn moeder en nam Tjula en mij mee maar zijn huis. Daar zouden we voortaan blijven wonen. Want dat was ‘beter voor ons’. En hij had daarmee gezelschap voor zijn dochter”.
    Femmy Rorora moest alleen achterblijven op een nieuw adres, Johanes Vermeerstraat 41 in Eindhoven. Maar ze greep met harde hand in. “Mam ging helemaal door het lint. Ze pakte een hamer en dreigde op zijn hoofd te slaan als hij ons niet losliet. Die zelfde avond ben ik met Tjula weggelopen. Vlak daarna arriveerde Schuijff met mevrouw Bakker en de politie. Ze namen ons opnieuw mee en waarschuwden mam dat ze gearresteerd zou worden als ze weer ‘gevaarlijk’ werd”.
    Anneke accepteerde haar nieuwe ‘vader’ niet. “In het huis van Schuijff werden Tjula en ik in aparte kamers gezet en opgesloten. Die nacht ben ik uit het raam geklommen en weer naar mam terug gegaan”.
 
 
401 5 Hans KolfschotenHans Kolfschoten
 
 
Op advies van een buurvrouw nam Anneke, elf of twaalf jaar, het initiatief om aan de burgemeester, Hans Kolfschoten, hulp te vragen. “Hij had een enorm groot huis op een plein midden in de stad. De volgende ochtend ben ik er in alle vroegte alleen naartoe gegaan. Ik ben op de trappen voor de ingang gaan zitten en heb aan iedereen die langs kwam gevraagd of hij de burgemeester was.
    Een aardige dame nam me mee naar binnen. Gaf me een kop thee en vroeg wat er aan de hand was.
    Nadat ik haar verteld had dat Tjula en ik ontvoerd waren en alleen maar terug wilden naar onze moeder, verliet ze de kamer en kwam even later terug, met de burgemeester.
    Met een auto werd ik later teruggebracht naar mam. Later die dag werd ook Tjula weer naar huis gebracht”.
 
Moeder Femmy en haar twee dochters werden door de autoriteiten wel in de gaten gehouden. “Van die Schuijff hebben we daarna geen last meer gehad. Mevrouw Bakker kwam eens in de zoveel tijd langs om gesprekjes te voeren”. Vader Bastiaan werd tot eind jaren vijftig schriftelijk op de hoogte gehouden.
    Anneke: “Ik schreef hem weleens briefjes en stuurde hem soms een fotootje van Tjula en mij. Een antwoord kwam er nooit. Het moest ook allemaal stiekem, want mam zou woest zijn geworden”.
 
 
Geen vader tijdens prille carrière
 
 
401 6 boekomslag van het boek
 
 
Anneke ging zich als zangeres manifesteren. Bastiaan Grönloh was er niet bij om haar een helpende hand te bieden. “Als hij nog bij ons was geweest had dat ons leven heel veel gemakkelijker gemaakt. Dan hadden ook bepaalde zakelijke misstanden in mijn prille carrière waarschijnlijk voorkomen kunnen worden”.
    Femmy Rorora ging een soort vaderrol vervullen. Voor een Indische vrouw was dat verre van makkelijk. Na het winnen van een talentenjacht ging het bijna mis.
    “Iemand van Phonogram, de platenmaatschappij van Philips, kwam naar mijn moeder met een optie voor een platencontract. Ik was nog minderjarig, dus uiteraard werd mam benaderd.
    In de daaropvolgende dagen meldden zich nog vijf andere maatschappijen met aanbiedingen voor een plaatopname. Mam tekende prompt alle opties. Met zes opties kon je meteen zes platen maken. Was dat niet fantastisch! Zo werkte het natuurlijk niet, maar wisten wij veel”.
    Als het aan Anneke had gelegen hadden zij en haar moeder voor het Belgische Ronnex gekozen. “Daar was Corry Brokken onder contract. Ik bewonderde haar zeer en had een aantal van haar platen. Als Corry Brokken daar platen opnam, dan moest het wel een geweldige maatschappij zijn”.
    Phonogram liet het er niet bij zitten. “De meneer van de maatschappij waar mam als eerste bij getekend had, kwam drie dagen achter elkaar bij ons thuis om uit te leggen waarom zij het enige label waren waar ik thuishoorde. Ze waren de grootste en de beste”.
    Corry Brokken was inmiddels overgestapt naar Phonogram, kregen moeder en dochter te horen. “De keus was gemaakt. Ik moest naar Phonogram”.
 
De andere vijf maatschappijen lieten het er niet bij zitten. Moeder Femmy loste het op een Indische manier op. “Ik was ziek: geelzucht. Dat betekende weken bedrust en tegen die tijd waren de opties verlopen en was het probleem opgelost. Wanneer er iemand van een maatschappij langs kwam, moest ik me insmeren met koenjit, een Indisch kruid. Daar kreeg je een behoorlijk gele kleur van en dan zag die meneer dat ik nog veel te ziek was om een plaat op te komen nemen”.
    Zo kwam Anneke bij Phonogram onder contract. In 1962 verscheen ze voor het eerst op nummer één met ‘Brandend zand’.
 
 
Een nieuwe Nederlandse man in het leven van Anneke Grönloh
 
 
401 7 Anneke en Wim Jaap 1Anneke en Wim-Jaap
 
 
Het lijkt erop dat Anneke en haar moeder, die in Amsterdam waren gaan wonen, in zakelijk opzicht niet effectief opereerden op het hoogtepunt van haar loopbaan. Femmy boekte bijvoorbeeld regelmatig diverse optredens voor het zelfde moment, zodat de zangeres lang niet altijd kwam opdagen. De platenmaatschappij moest er veel aan doen om de artieste adequaat te laten functioneren. Iemand van het bedrijf hield haar agenda bij en belde elke dag om die met haar door te nemen.
    Anneke werd geleefd, totdat Wim-Jaap van der Laan in haar leven verscheen. Wim-Jaap was werkzaam bij platenmaatschappij Artone en goed ingevoerd in de showbusiness. In het boek met de memoires werd hij aan het woord gelaten.
    “Bij radio Veronica presenteerde ik het [door Artone gesponsorde] programma Teenbeat Club. Ik zat midden in een uitzending toen technicus Karel van der Woerd vanachter het glas ineens riep dat alles afgebroken moest worden. Anneke was er en die moest à la minute een interview geven, want ze moest ook meteen weer weg. Ik zie haar nog binnen komen, helemaal in het zwart en met een grote zwarte pet op. Minstens tien man om haar heen alsof de majesteit zelf arriveerde”.
    Wim-Jaap kreeg niet eens een hand.
    Een tweede ontmoeting vond plaats op de verjaardag van Artone-collega Leo Molenijzer. “Met vijf man gingen ze overal kussens vandaan halen om in haar rug te zetten zodat ze comfortabel zat. Ik vond het lachwekkend. Ze was gewend dat alles en iedereen boog en knikte”.
    Wim-Jaap vond Anneke aantrekkelijk. “Wilde ik enige kans maken, moest ik een andere tactiek ontwikkelen. Dat werd de onverschillige aanpak. Die werkte. Dat had ze nog nooit meegemaakt. De dag na het feestje heb ik haar opgebeld en vanaf dat moment hebben we elkaar bijna elke dag gezien of gesproken”.
 
 
Het huwelijk
 
 
Femmy wilde de controle over haar dochter niet verliezen. ‘Vrijers’ werden steeds afgewezen, inclusief Van der Laan. Rob de Nijs: “Ze kon geen man velen die het op haar dochter voorzien had. In de kleedkamer klaagde hij vaak dat moe nooit toestemming ging geven voor hun huwelijk”.
    Naar eigen zeggen droeg De Nijs een oplossing aan. “Ik heb hem gezegd dat er maar één ding voor hem opzat: hij moest zorgen dat Anneke zwanger werd. Dan moest moeders wel toestemming geven”.
    Wim-Jaap: “Ik was ten einde raad en heb Robs idee bij Anneke geopperd. Het resultaat was dat ze me uit de auto heeft gezet met de woorden dat ze zoiets laags niet van mij verwacht had. Maar een paar weken later was ze toch tot de conclusie gekomen dat het waarschijnlijk de enige manier was om tot toestemming voor ons trouwen te laten komen. We hebben de daad bij het woord gevoegd en niet lang daarna was Anneke zwanger”.
    Voor de tweede keer in haar leven maakte Femmy een ongewenste zwangerschap mee. Anneke: “Ze ontplofte. Asbakken en bloempotten vlogen door de kamer. Maar de toestemming kwam er. Er moest zo snel mogelijk getrouwd worden”.
 
 
401 8 Rob de Nijs met AnnekeAnneke en Rob de Nijs
 
 
Ook Bastiaan Grönloh, inmiddels woonachtig in Dordrecht, werd om toestemming gevraagd. “Sinds de verhuizing van Eindhoven naar Amsterdam had ik hem niet meer gesproken. Samen met Wim-Jaap zocht ik hem op. Hij keek me strak aan en zei: ‘Maar Anneke, hoe kan ik jou toestemming geven om te trouwen? Ik ben toch tien jaar geleden gesneuveld in Korea? Dat lees ik al jaren in alle kranten”.
    Dat was het publiciteitsverhaal van platenmaatschappij Phonogram.
    De twee blanke mannen zorgden ervoor dat het tot een huwelijk kwam. “Wim-Jaap heeft nog eens met hem gepraat en toen kwam zijn toestemming”.
    Ook zonder de aanwezigheid van Bastiaan werd het een groot feest. Willem Duys (1928-2011) in het boek: “Het was een koninklijke bruiloft. Nederlands gouden platenkoningin trouwde haar grammofoonplatenruiter en daar wilde iedereen bij zijn. Ik ben in mijn leven bij vijf bruiloften getuige geweest, maar Annekes huwelijk was het enige van die vijf dat heeft standgehouden Wat wel bijzonder was, was dat Anneke tijdens de plechtigheid moest zweren dat ze geboren was. Blijkbaar moest dat omdat er geen geboortebewijs was. Logisch gezien de oorlog en Indië. Die absurditeit is me altijd bijgebleven: het halve land op de been omdat Anneke trouwt en Anneke Grönloh moet zweren dat ze ooit geboren is en Anneke Grönloh is”.
    Vader Bastiaan werd echter niet vergeten toen hun kind, Steven, geboren werd. “We hebben Steven vernoemd naar mijn vader, Bastiaan Stefanus Grönloh”.
 
 
401 9 Anneke met StevenAnneke met Steven
 
 
Terugblik
 
 
In haar memoires legde Anneke vast dat het contact met haar vader ook na het huwelijk bleef. “Toen de jongens er waren, is mijn vader met zijn nieuwe vrouw twee of drie keer op bezoek geweest. Een echte band of wezenlijke interesse was er van zijn kant uit niet. Tjula en ik zijn vlak voor zijn overlijden, begin 1992, wel bij hem geweest in het ziekenhuis.
    Maar de man die daar lag was vooral een vreemde. Mijn vader was de jonge, knappe, strenge, energieke papa van mijn eerste tien levensjaren. Die kon ik in deze man niet terugvinden. Zijn overlijden deed me toch pijn – ondanks het sporadisch contact later. Het deed me veel. Ik voelde me een soort wees. Ik was de oudste generatie in de familie. Afscheid nemen hoort bij het leven. Maar ik heb er altijd moeite mee gehad”.
    Op 14 september 2018 nam Anneke zelf afscheid van het leven.
 
 
Harry Knipschild
4 augustus 2020
   

Clips

 
 
   
  • Raadplegingen: 8964