395 - Een nieuwe Nederlandstalige groep in 1994: Van Dik Hout
Popgroepen die zich in de Nederlandse taal manifesteerden kwamen soms moeilijk aan hun trekken. Het is een oud verhaal. Veel disc-jockeys gaven de voorkeur aan wat Amerikaans of Engels was. De opnamekosten mochten niet te hoog oplopen omdat de investeringen alleen in eigen land (en Vlaanderen) terugverdiend konden worden. Shocking Blue, de Cats en Golden Earring kon je als platenmaatschappij proberen te exporteren. Bij Peter Koelewijn, Boudewijn de Groot, Bots of Armand bijvoorbeeld lag dat een stuk moeilijker.
In de jaren zeventig wisten artiesten als Herman van Veen, Dimitri van Toren en Robert Long desondanks hoge verkopen te genereren. Niet veel later volgde er zelfs een Nederlandstalige golf met vooral Doe Maar, maar ook Toontje Lager, Klein Orkest, de Dijk, het Goede Doel en de Frank Boeijen Groep. Ook aan die explosie kwam een einde.
Nieuwe Nederlandse rockbandjes moesten zich veelal opwerken in het alternatieve circuit. Dat was vaak een lange en doodlopende weg. Veel van die groepen brachten hun muziek in eigen beheer uit en bleven dan steken in kleine oplages. In een maandblad als Fret kon je er in de jaren negentig over lezen.
Rockmuziek uit Den Helder
In zo’n tijdschrift las je voorlopig niets over rockgroep Van Dik Hout. De jongens kwamen uit Den Helder. Zanger en voorman Martin Buitenhuis (geb. 4 januari 1969) studeerde aanvankelijk nog in Leiden: rechten en filosofie. Maar het ging zo snel dat er van zijn studie niet veel meer terecht kwam.
Voormalig drummer Richard ‘Dick’ Hout had de groep aan zijn naam geholpen. Bij wijze van aanmoediging zei hij vóór een optreden vaak: “Van Dik Hout, jongens”.
De jongelui waren in de jaren tachtig op de middelbare school samen muziek gaan maken. Het ging er organisch aan toe legde de zanger in 1994 uit. “Dave Rensmaag speelde al een tijdje klassiek gitaar en toen is Sandro Assorgia het ook gaan leren. Ik wilde zelf ook wel wat tokkelen en uiteindelijk is Ben Kribben dat ook gaan doen. Het idee ontstond om een bandje te vormen. Maar dat kon niet met vier gitaristen, dus kwam er een rolverdeling. De vader van Ben had een basgitaar thuis staan, dus dat was snel bekeken.
Ik kon het minst gitaar spelen en ben dus maar gaan zingen. Dan was er nog een vriendje die wel wilde drummen”.
Binnen niet al te lange tijd hadden ze een compleet repertoire. Ze speelden vooral voor de lol.
Het vroege verhaal over het ontstaan van de groep vond je niet bij ‘alternatieve’ popjournalisten, maar was gewoon afgedrukt in de Telegraaf en het Algemeen Dagblad. Van Dik Hout was immers een bandje met meteen een echte hit: ‘Stil in mij’.
Vanzelf was het evenwel niet gegaan. Om te beginnen begonnen de jongens met Engelstalige muziek. Aanvankelijk speelden ze covers, bekende liedjes als ‘House of the Rising Sun’ en het vroege werk van de Rolling Stones. Ze bleven echter niet hangen in de sixties. De muziek van Aerosmith, later Pearl Jam, Soundgarden, en Nirvana was weldra een bron van hun ‘hedendaagse’ inspiratie. Buitenhuis: “Die bands zijn het klankbord van een generatie. Onze generatie”.
Van Dik Hout in de Telegraaf, 18 mei 1994
Den Helder, helemaal in de kop van Noord Holland, was geen plek om te blijven hangen. Sandro Assorgia: “In Den Helder moet je heel erg je best doen om het leuk te hebben. De stad heeft slechts 70.000 inwoners, maar de cijfers van criminaliteit en drugsgebruik zijn veel hoger dan het landelijk gemiddelde. Mensen zoeken allemaal hun eigen uitvluchten. Op die manier zijn wij ook in de muziek gerold. Zo van: laten we zaterdagmiddag maar gaan oefenen, dan hebben we tenminste iets te doen”.
Eigen repertoire: van Engels naar Nederlandstalig
Om verder te komen probeerden de jongens eigen songs te schrijven. Martin: “Als je dat soort [Engelstalige] muziek moedwillig probeert te imiteren, lukt het volgens mij niet. Als je tot de kern wilt komen, dan kan dat alleen in de taal waarin je denkt. Alle grote werken zijn toch geschreven of gezongen in de taal waarin de maker dacht.
Kurt Cobain [1967-1994, kort daarvoor overleden] zong in het Engels. Leon de Winter en Harry Mulisch schrijven in het Nederlands. Niet dat ik me met hen wil vergelijken, maar het zou voor mij niet anders kunnen. Als je je gevoelens om wilt zetten in woorden lukt dat nooit in een taal die je maar voor de helft beheerst”.
Sandro: “Nederlands heeft als cultuur geen rock & roll-taal. Dus als je dingen voor het eerst brengt klinkt het vaak heel blotebillerig. Maar zodra het gaat wennen, zodra Huub van der Lubbe [van de Dijk] bijvoorbeeld tien keer het woord ‘lief’ heeft gezongen, dan klinkt het opeens een stuk natuurlijker”.
Eerst Dave en kort daarna Sandro kwamen op de proppen met Nederlandstalige nummers, in het begin als een geintje. Dat gaf echte inspiratie. Dave: “Voor ons gevoel kwamen er zulke leuke liedjes dat we de zaken serieus zijn gaan aanpakken. Vaste repetitiedag, demo’s maken, platenmaatschappijen bezoeken. Er kwam steeds minder tijd om te studeren”.
Liedjes in de eigen taal schrijven ging echter niet vanzelf. Martin: “Je woordkeuze is erg belangrijk. Ik haal m’n voorbeelden wat die zienswijze betreft uit het Engels en Amerikaans. Neem de Stones bijvoorbeeld. Die schrijven heel direkt, maar nooit zo dat het bot is. Dat probeer ik ook. Dus geen ingewikkelde beeldspraken, maar wel proberen te zorgen dat de tekst ondanks de simpelheid een mooie lading meekrijgt.
Dat is best een beetje eng als je dat voor publiek moet zingen. ledereen heeft aandacht en verstaat je. In het begin voel je je echt in je hemd staan”.
‘Stil in mij’
Het bezoeken van platenfirma’s leverde geen overeenkomst op met een van de grote internationale concerns als Sony, Warner of Universal. In plaats daarvan werd een album met elf nummers opgenomen in Haarlem, in de Bananas studio. Basgitarist Paul Duwel trad, samen met de groep, op als producer.
Over de opnamen vertelde Sandro: “Het was bloed, zweet en bijna tranen”. Martin: “Sommige nummers waren al drie jaar oud. Je wilde dat het perfect werd”. Dave: “We zijn soms nachtenlang doorgegaan. Je had iets in je hoofd en dat wilde je op de band krijgen. Het team was onervaren, de technicus ook. Maar ik ben heel tevreden over het eindresultaat”.
Martin maakte duidelijk wat de bedoeling was van het maken van een album. “Ik dacht: als we er een paar duizend verkopen dan kunnen we lekker toeren”.
Daan van Rijsbergen
Daan van Rijsbergen, eigenaar van de studio, probeerde de opnames van Van Dik Hout onder te brengen bij diverse platenmaatschappijen. Zijn pogingen bleven echter zonder resultaat. De managers van die bedrijven hapten niet toe.
In een interview op de website PerGezicht is te lezen dat Daan econometrie studeerde aan de UVA in Amsterdam. “Daar ben ik mee gestopt. Het rommelen met muziek vond ik veel te leuk”. Hij zette een geluidsstudio op. “In die periode heb ik echt van alles gedaan. Orkestbanden inspelen, jingles voor de VARA enzovoort. Ik kan zelf redelijk piano spelen, een vriend speelde gitaar en ik had een drumcomputer en sampler voor de drums en alle andere sounds. Ik was gewoon een jonge gast. De muziekwereld kende ik niet, ik ben er gewoon als een onstuimige ondernemer ingedoken”.
Misschien wel uit nood werd besloten het album (dan maar) op het eigen label van de studio, Bananas, uit te brengen. Op het internet is te lezen dat Henk Voortman van distributeur VIA Records aan de studio-eigenaar adviseerde om een van de tracks, ‘Stil in mij’, op single uit te brengen.
Dat gebeurde. Daan van Rijsbergen: “De eerste single heb ik uitgereikt tijdens Bevrijdingspop in 1994”.
‘Stil in mij’, een song van zanger Martin Buitenhuis en gitarist Sandro Assorgia, werd door radio 3 opgepakt. Zelfs de populaire disc-jockey Frits Spits adopteerde de single. Twee maanden na de release verscheen ‘Stil in mij’ in de Nederlandse top 40. Hij kwam niet in de top 20, maar bleef in de onderste helft van de top 40 wel stevig hangen.
Met hun song hadden de leden van Van Dik Hout zich kennelijk behoorlijk populair gemaakt bij een groot publiek. In de media werden ze weldra betiteld als ‘een stelletje jonge honden’.
Het album
‘Stil in mij’ was de voorbode van het eerste album. Aan een redacteur van het Algemeen Dagblad liet Martin Buitenhuis, voormalig student filosofie, weten dat ‘Dichterbij’ het sleutelnummer was. “Dat lied is heel belangrijk voor de band. Je zou het een intentieverklaring kunnen noemen.
Het gaat vooral over bepaalde verwachtingen die jonge mensen hebben. Uiteindelijk komen ze er zelden aan toe hun plannen tot uitvoer te brengen. Dat speelt bij iedereen van onze leeftijd, ook bij mij. Ik moest en zou zingen in een popgroep. Geldingsdrang. Altijd op de achtergrond is er bij mij de angst: opeens ben je zestig en heb je het allemaal aan je voorbij laten gaan”.
Niet voor niets werd het artikel afgedrukt met als kop ‘Van Dik Hout en de angst voor gemiste kansen’.
Van Dik Hout – jonge honden
Als gevolg van de de hitsingle was het verschijnen van het album een gebeurtenis geworden. De cd werd op 4 september 1994 in de Amsterdamse Arena officieel ten doop gehouden. Een dag later mocht de groep in het centrum van Rotterdam meedoen aan het openen van het popseizoen.
Het album moest natuurlijk ook in het serieuze maandblad Oor besproken worden. De ervaren redacteur Harry van Nieuwenhoven – je kon het van hem verwachten – was kritisch. Zo schreef hij onder meer: “Van Dik Hout wil dat haar rockachtige nederpop door iedereen gehoord en serieus genomen wordt. Door het stormachtige hitparadesucces van ‘Stil in mij’ en ook de rest van haar lyriek op (soms) Sinterklaasrijm is zij voorshands echter gedoemd tot het teenyboppers- en jonge adolescenten-publiek”.
Over de muzikale vertegenwoordigers van een nieuwe generatie stelde hij dat ze zich ‘emotioneel en qua mentaliteit het best kunnen vinden in de teksten van bijvoorbeeld voor het eerst vlinders in de buik hebben of over tegendraads gedrag als gevolg van het niet begrepen worden door de omgeving’.
De muziek werd als ‘niet echt bijzonder’ gekenschetst. Toch eindigde de recensent met wat positief commentaar. “Het zit goed in elkaar. Van Dik Hout zal qua massahysterie Doe Maar wellicht niet achterna gaan. Maar dat deze groep vooral populair wordt bij de generatie, die morgen voor ons de AOW zal moeten verdienen, staat voor mij als een paal boven water”.
Interview in Oor
Een blad als Oor kon er langzamerhand niet meer omheen. De groep, die vanuit Den Helder bezig was Nederland te veroveren, werd uitgenodigd voor een interview.
Uit de eerste woorden van het artikel kon je al opmerken dat de belangstelling een aarzelend karakter had. “De critici zijn het er nog niet over eens. Maar het publiek heeft al beslist. Van Dik Hout maakt Nederlandstalige rock. En is daar behoorlijk succesvol mee. De singles ‘Stil in mij’ en ‘Alles of niets’ stonden hoog in de hitparade. En hun titelloze debuut-cd verkoopt als een tierelier.
De publiciteitsmachine is ons vooruit gesneld. Links en rechts wordt druk gepraat en geschreven over de nieuwe Doe Maar. Duizenden opgewonden meisjes zouden reeds in katzwijm zijn gevallen voor deze nieuwe sensatie”.
Gitarist Dave Rensmaag relativeerde de opmerking van de Oorjournalisten: “Weet je wat het is, toen onze eerste single uitkwam heeft onze platenmaatschappij zoveel mogelijk kanalen aangeboord om maar een beetje publiciteit te krijgen. We hebben dat gewoon laten gebeuren. We hadden er ook niet zoveel over te zeggen.
We zitten bij een kleine maatschappij en die had een behoorlijke investering gedaan. Logisch dus dat ze ook een pad uitstippelden om dat geld weer terug te verdienen. Hopelijk hebben we zelf bewezen dat die vergelijking niet klopt. Iedereen die onze muziek hoort, merkt toch op dat we totaal niet op Doe Maar lijken. En bij onze optredens komen ook helemaal geen hordes joelende kleine meisjes”.
Over één ding was iedereen het eens. Van Dik Hout vertegenwoordigde een nieuwe generatie. “Een Nederlandstalige band die eens niet bestaat uit mensen die twee keer zo oud zijn als hun publiek [bijvoorbeeld Doe Maar], maar er qua leeftijd zelf nog net zo goed deel van uitmaken”.
Zanger en tekstdichter Buitenhuis ging er graag op in. “Onze generatie heeft het gevoel dat ze heel veel dingen kan doen. Ze wil ook heel veel dingen doen. Maar tegelijkertijd is het ook belangrijk dat je vasthoudt aan bepaalde zaken, dat je goede dingen niet laat schieten. Dat verklaart de twijfel in veel van mijn teksten”.
De tijden waren veranderd stelde Rensmaag. “Vroeger volgde de helft van de mensen gewoon hun vader op bij hetzelfde bedrijf. Maar nu kun je gaan studeren, je kunt gaan werken, wat je maar wilt. Er zijn zoveel leuke dingen om te doen. De technologie gaat zo snel. Er ontstaan telkens nieuwe bedrijfstakken.
Maar op een gegeven moment, op een bepaalde leeftijd, moet je toch echt een keuze maken. En daar hebben een heleboel mensen problemen mee. Dat weet ik zeker. Als ik de muziek niet had gehad, dan had ik nu ook met dat probleem gezeten”.
In 1994 had de jeugd ook andere problemen. Buitenhuis: “Een heleboel mensen van mijn leeftijd hebben gescheiden ouders. Dat is die golf geweest. En ik denk dat je altijd reactie op reactie hebt. Ik ken veel mensen uit gebroken gezinnen die meer zekerheid in een relatie willen. De maatschappij vereist dat ook. Het is allemaal nogal hard. Daarom zijn de mensen op zoek naar een veilige haven”.
Eén ding stond intussen vast. Het succes van ‘Stil in mij’ en de uitstraling ervan had de leden van wat als hobby-groep begonnen was tot een belangrijke beslissing in hun leven gebracht. “De jongens van Van Dik Hout hebben een keuze gemaakt. Unaniem besloten ze hun college-geld niet meer te betalen en zich helemaal op de band te concentreren”. Met alle conseqenties van dien.
Dave: “Wij moeten ons daar nu wel voor 100% voor inzetten, want dat is wat we willen”.
In navolging van andere Nederlandstalige artiesten waren de artiesten zich tevens bewust van de beperkingen omdat ze zich van de taal van het land bedienden. Dat bleek toen de Oor-redacteuren er zelf over begonnen. Waren ze niet bang voor de beperkingen die Nederlandstalige popmuziek met zich meebrengt? Het afzetgebied is tenslotte maar klein.
Sandro ging er op in: “Het gaat er in eerste instantie natuurlijk om dat je je uit op een manier waar je je gelukkig bij voelt. Je denkt niet van te voren: ‘We zijn een Nederlandstalige band en dat betekent dat we nooit door Europa kunnen toeren’. Dat interesseert ons ook echt niet. Het zou op den duur benauwend kunnen worden. Nou, dat zien we dan wel”.
In het serieuze circuit
Van Dik Hout was bezig de overstap te maken van een hit-groep naar het serieuze circuit. Dat bleek uit de woorden van Jan Vollaard in NRC Handelsblad aan het einde van 1994.
Vollaard noemde 1994 een ‘mager jaar voor de Nederlandse rockmuziek’. Van Dik Hout was volgens hem een zeldzaam lichtpunt. “Terwijl gevestigde namen als The Scene en De Dijk genoegen nemen met voorzichtige herhalingsoefeningen van de succesformule, geeft Van Dik Hout de Nederlandstalige rock een eigentijdse impuls”.
Al die poespas in het voorjaar had voor de redacteur van de ‘kwaliteitskrant’ niet gehoeven. “De platenmaatschappij heeft de groep geen dienst bewezen door het gerucht te verspreiden, dat de concerten van de jonge groep (gemiddelde leeftijd: 25 jaar) aanleiding zouden hebben gegeven tot Doe Maar-achtige taferelen. Een dergelijke ‘hype’ heeft de groep eenvoudig niet nodig.
Hun volwassen rockmuziek is voor alle leeftijden, en met nieuwe nummers als het meeslepende ‘Mijn Held’ bewijst Van Dik Hout dat de creatieve mogelijkheden nog lang niet zijn uitgeput”.
Eén ding stond voor de popjournalist vast: “De onbetwiste ster van de band is zanger Martin Buitenhuis, die een doorleefde en tegelijk heldere stem koppelt aan verstaanbare teksten en een innemende podiumpresentatie. Met zijn blozend gezicht en wapperende blonde lokken is hij een oerhollandse rockzanger, die zich niet hoeft te verschuilen achter ongenuanceerd gitaarlawaai of vage Engelse teksten”.
Toch een nieuwe Henny Vrienten?
Vollaard schreef het artikel na het bezoeken van een concert in Hoorn. Zelf had hij geconstateerd: “De teksten zijn op een jongensachtige manier eerlijk en de meisjes die zich voor het podium verdringen, hebben aan een half woord genoeg”. Misschien door die reactie stelde hij zijn mening over de hitsingle een beetje bij. “Hij zingt onbeschaamd gevoelige teksten als het poëtische ‘Stil In Mij’, dat nog juist aan de goede kant blijft van sentimentele puberromantiek”.
De redacteuren van Oor hadden de groep al neergezet als Nederlandstalige vertolkers van grunge-muziek. Vollaard voegde eraan toe: “Het vijftal uit Den Helder benadert het rock & roll verleden op een vergelijkbare manier als hun Amerikaanse geestverwanten Soundgarden of The Black Crowes. Uitgaande van de standaardbezetting van bas, drums en twee gitaren, zoekt men zonder overbodig instrumentaal vertoon de kortste weg naar het hart van de luisteraar”.
Intussen was ‘in het wereldje’ de discussie opgelaaid of Van Dik Hout geschikt was voor het prestigieuze Noorderslagfestival. Pas dan telde je daar mee. In Oor was te lezen dat men zich in 1993 het hoofd had gebroken over de Jazzpolitie (‘Liefdesliedjes’). “Moest men die band nou serieus nemen of niet. Dit jaar heet het gloeiende hangijzer: Van Dik Hout”.
Sandro Assorgia kon er wel om lachen. “Ik vind die twijfel wel grappig. Het is toch wel bijzonder dat ze niet meteen weten of het klote muziek is, maar tegelijkertijd ons ook niet geweldig vinden. Ze weten dus niet wat ze van ons moeten denken. Men kan ons niet plaatsen”.
Bij Jan Vollaard was de twijfel inmiddels verdwenen. “Deze muzikanten, goed ingespeeld, zullen geen moeite hebben met de stap naar het Noorderslag- of zelfs het Pinkpopfestival”.
Terugblik op 1994
Op 7 december 1994 was in de Telegraaf een kort nieuw artikel over Van Dik Hout te vinden. Daarin werden de feiten nog eens op een rijtje gezet. “De groep heeft niets te klagen. Van de debuut-cd zijn al meer dan 20.000 exemplaren verkocht; Van Dik Hout is gevraagd om het Noorderslag-festival in januari in Groningen op te luisteren; verleden week verkeerde de groep in de unieke positie door drie singles in de Nederlandstalige hitlijst te hebben; en tijdens de verkiezing van de European Music Awards werd Van Dik Hout door de Nederlandse kijkers uit de nationale inzendingen verkozen als ‘local hero’”.
1995
De voorspelling van NRC-journalist Jan Vollaard werd werkelijkheid in 1995. De groep kreeg in de zomer nu ook aandacht in het blad Fret, bedoeld om rockmuziek van eigen bodem te ondersteunen en stimuleren. Een jaar na het verschijnen van de hitsingle ‘Stil in mij’ kon je er lezen:
“Begin dit jaar speelde de band op de Noorderslag in Groningen, een avond waarop veel journalisten en boekers uit het zalencircuit komen kijken naar nieuwe Nederlandse bands. Het optreden voor de bomvolle grote zaal was de brug naar het alternatieve publiek. Hier werd tevens de basis gelegd voor de latere uitnodiging om op Pinkpop te komen spelen.
Het leek wel of jullie tijdens dat optreden heel erg verbaasd waren.
Martin: ‘Dat waren we natuurlijk ook. Het was de grote zaal en je vraagt je van te voren af, zeker als je als eerste op moet, of niet iedereen een beetje te laat komt binnen kakken. Maar het was erg vol met een aandachtig publiek en een te gekke sfeer. Dat verbaast me eigenlijk altijd, of het nu een grote of een kleine zaal is’.
Dave: ‘Het was een van de weinige dingen waar ik toch wel zenuwachtig voor was. Het is ook zo’n kritisch publiek. In het begin waren ze afwachtend. Wij dachten: dit wordt een krachtproef, maar we hebben ze hopelijk overtuigd’”.
De groep mocht ook invallen op Pinkpop. Het optreden werd in Oor omschreven als een ‘jongensboek: vertederend en aanstekelijk’. De jongens uit Den Helder waren eindelijk geaccepteerd. “Van Dik Hout moet. De groep is opgenomen in de eregalerij van de Nederpop. Zelfs de vergelijking met Doe Maar snijdt ineens zo maar hout. Zoals Hennie Vrienten en de zijnen gestalte gaven aan een perfecte Nederlandstalige pop-interpretatie van het jongerengevoel van vijftien jaar terug, zo doet Van Dik Hout dat een tijdperk later”.
***
Van het eerste album werden meer dan honderdduizend exemplaren verkocht. ‘Stil in mij’ is inmiddels een Nederlandse pop-klassieker geworden. In enkele polls werd de song zelfs uitgeroepen tot ‘beste Nederlandstalige single aller tijden’, wat dat ook betekenen mag. Met de song mochten ze bovendien optreden op het huwelijksfeest van Wilem-Alexander en Maxima. Waar een hitsingle allemaal niet goed voor is…
goedkeurende blikken van Maxima en Willem-Alexander
Harry Knipschild
9 juni 2020
Clips
‘Van Dik Hout gaat ervoor!’, Telegraaf, 18 mei 1994
David Kleijwegt, ‘‘Van Dik Hout’ en de angst voor gemiste kansen’, Algemeen Dagblad, 4 september 1994
Harry van Nieuwenhoven, recensie ‘Van Dik Hout’ album, Oor, 8 oktober 1994
Tom Engelshoven, John van Luyn, Van Dik Hout’, Oor, 5 november 1994
Jan Vollaard, ‘Van Dik Hout: branie èn in het Nederlands’, NRC, 28 november 1994
‘Voorbij en in de open haard’, Telegraaf, 7 december 1994
Jeroen van Erp, ‘‘Gewoon een paar duizend cd’s verkopen en een beetje toeren’’, Fret, zomer 1995
Tom van Engelshoven, John van Luyn, ‘Van Dik Hout’, Oor, 15 juli 1995
- Raadplegingen: 6365