Skip to main content

365 - Chi Coltrane, opvolgster van Janis Joplin?

.
.
.
Clive Davis (geb. 1932) was een van de meest invloedrijke platendirecteuren in de tweede helft van de twintigste eeuw. Goddard Lieberson benoemde hem in 1967 tot president van Columbia Records (CBS) in New York. Davis bouwde het nogal conservatieve bedrijf volledig om. Voortaan nam rock-muziek een overheersende positie in. De president nam zelf het voortouw door dat jaar bijvoorbeeld acte de presence te geven tijdens het Monterey Pop Festival op de Amerikaanse westkust. Hij was er getuige van het optreden van Big Brother and the Holding Company met zangeres Janis Joplin.
   Clive Davis zag Joplin als zijn grote ontdekking. Hij wist haar los te krijgen van bestaande contracten en zette Columbia in om haar naar de top te brengen. Maar op 4 oktober 1970 overleed het 27-jarige meisje aan een overdosis heroine. Na haar postume nummer één-hit ‘Me and Bobby McGee’ (en ‘Oh Lord, won’t you buy me a Mercdes Benz’) konden er geen nieuwe opnamen meer gemaakt worden. De zangeres uit Houston, Texas werd zo een legende in de geschiedenis van de popmuziek.
.
.
365 1 Janis Joplin en Clive Davis
  Janis Joplin en Clive Davis
 
.
Ongetwijfeld ging Davis op zoek naar een nieuwe Janis Joplin, een zangeres die emotie kon overbrengen door middel van stevige rockmuziek. In 1972 maakte hij een contract met Chi Coltrane, op 16 november 1948 (of misschien eerder) geboren in Racine, Wisconsin.
.
.
Achtergrond van Chi Coltrane
.
.
In een tv-uitzending van de top 2000 vertelde Chi over haar jeugd. “Ik begon op m’n zevende met pianospelen. Het is een gave van God. Op m’n twaalfde speelde ik acht instrumenten en trad ik voor het eerst op. Toen besloot ik één instrument te kiezen om me in te bekwamen. In plaats van meerdere koos ik er eentje: de piano.
   Ik wist twee dingen zeker in m’n leven. Het eerste was dat ik een beroemd pianiste zou worden. Het tweede was dat ik God moest vinden. Dat wist ik van kleins af aan.
   Ik riep altijd dat ik een beroemd pianiste zou worden”.
.
Christian Düblin vroeg wie haar beïnvloed had.
   Dat was niet zo moeilijk. “When I was a child, my main exposure to music was through my mother who played classical and jazz records. She didn’t like rock music, so I grew musically through jazz and classical roots.
   I guess it was Henri Mancini, Tchaikovsky and Johann Strauss who primarily influenced me; as well as Stephen Foster. Johann Strauss composed beautiful melodies. I used to play medleys from Strauss often removing the three-quarters time, playing it out-of-time; and people liked it very much. Rock finally became the expression of music I most loved. Certainly my rock style is full of blues elements, and also ‘soul’ elements; but I don’t think that I have been influenced by gospel music.
    Blues music was very important in Chicago where I grew up, and where I started my career. I heard a lot of blues when I was a child. Many blues and jazz artists music was played in Chicago; for instance Nina Simone, Etta James, Cannonball Adderley and Ray Charles. They also inspired me”.
   Dat haar vader violist was liet Chi in interviews achterwege.
.
Chris Van Ness schreef een recensie van haar optreden in de Bitter End West (Los Angeles) in het voorjaar van 1971: “Chi is an exceptionally beautiful lady with long blond hair whom I could easily fall in love with. She is unique. Chi is also godawful.
   Her voice is unique and is apparently capable of a considerable range. Her piano technique is polished. There were brief moments that allowed you to think that she might be capable of some jazz riffs which would make her worthy of her assumed name”.
   Van Ness dacht aan John Coltrane (1926-1967). Wat zij nodig had, verkondigde de auteur, was een goede coach voor haar optredens. Die kwam weldra opdagen.
.
.
In de business
.
.
In een interview met Bob Lentz gaf Chi aan hoe ze in de platenbusiness terecht kwam. “I was playing and singing in clubs, and then a manager came in and said he’d like to represent me, and to get me going with concerts and recordings.
   I said ok, because I really didn’t like the idea that people were forced to drink to stay and see the show at the small clubs I was playing. You know how it is; in some places you have to keep ordering drinks or they ask you to leave. I was worried that because of me, they wouldn’t get home safely”.
   Haar manager zorgde ervoor dat ze verder kwam. “I met with the A&R Department [van CBS] in Los Angeles, and they flew me to New York to meet Clive Davis. Clive had a piano in his office, and he asked me to sit down and play. I don’t remember what it was, maybe ‘Goodbye John’ or ‘Time to Come In’. He stopped me after about one verse and seemed very impressed. He brought me to the CBS label”.
.
.
Amerikaanse doorbraak met ‘Thunder and Lightning’
.
.
365 2 Paul Buckmaster
.
.
CBS pakte de carrière van Chi Coltrane stevig aan. Onder leiding van drummer Toxey French werd een album opgenomen met arrangementen van Jim Horn en Paul Buckmaster. Prominente sessiemuzikanten als Jim Gordon en Larry Knechtel zorgden voor de begeleiding.
   Een van de tracks, het door Coltrane geschreven ‘Thunder and Lightning’ bereikte in september 1972 als single een Amerikaanse klassering in de top 20 van Billboard. Succes in Europa bleef voorlopig echter nog uit. Engeland deed niet mee en in Nederland werd de single wel getipt maar haalde de top 40 evenmin als in Groot Brittannië.
   In dat laatste land had Chi te maken met de bureaucratie van de vakbonden. “A TV appearance in the offing fell through owing to a union rule that insisted a UK act had to be reciprocally booked on American TV. The arrangement couldn’t be put in place in time and the opportunity passed”.
.
.
‘Go like Elijah’
.
.
Voor de promotie van haar tweede single, eveneens afkomstig van het album, werd Chi Coltrane naar Europa gestuurd. Die single, ook door haar gecomponeerd, heette ‘Go like Elijah’. Voor het top 2000 filmpje van later liet men haar in een oude bijbel bladeren. “Het staat in het boek Koningen II. Het geschiedde dat de Here de profeet Elia in een storm ten hemel zou opnemen. En het geschiedde dat er een vurige wagen verscheen en vurige paarden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel”.
   Je zag en hoorde haar in vertaling zingen: “Ik wil rechtstreeks de hemel in stijgen, witte paarden berijden met vurige ogen. Voor mijn zonden vraag ik vergeving, maar laat me gaan”.
   Chi Coltrane bij de NTR: “Ik heb het als kind gehoord op zondagsschool. En ik ben het nooit vergeten. Later zag ik op begrafenissen mensen hun hoed afzetten. En het regende altijd. Het was zo triest en zo definitief. Het is toch beter om op te stijgen en te veranderen en een eeuwig lichaam te krijgen dat niet ouder wordt. En een eeuwig leven.
   ‘Go like Elijah’ geeft de mensen hoop, vind ik. Misschien lezen ze de bijbel en zien ze dat ze niet begraven hoeven te worden. Dat er een andere weg is. Dus misschien gaan we wel zoals de profeet Elia als we dat willen en er wat voor over hebben”.
   In een interview met de Zwolse omroep verklaarde Chi: “Het is mogelijk voor iedereen omdat Jezus dat heeft beloofd. Als je in Hem gelooft en doet wat Hij zegt, zal hetzelfde met jou gebeuren. Dat is hoe ik de wereld zou willen verlaten. Dat was mijn grote droom al sinds ik een klein meisje was”.
.
In de clip van de top 2000 vertelde de artieste hoe haar song tot stand gekomen was. “Ik reed door het land, samen met m’n moeder. Ik zat aan het stuur en opeens kwam de tekst van ‘Go like Elijah’ in me op. Dus ik zei de tekst en m’n moeder schreef het op. Ik zei: ‘Schrijf op, ik zit achter het stuur. Pak pen en papier, snel!’ En zij maar schrijven. Ze las het voor en het was goed”.
.
.
Chi Coltrane in gesprek met Kees de Bakker
.
.
Misschien omdat ‘Thunder and Lightning’ niet tot de Europese hitlijsten was doorgedrongen reisde Chi Coltrane naar Europa voor de promotie van haar tweede single en het album. Op 20 februari 1973 sprak ze met Kees de Bakker.
    “Ik heb zojuist een zes weken durende toernee door de States beëindigd. Ik trad onder meer op met Badfinger, Rare Earth en Jim Croce. Ook met Loggins & Messina”, begon ze.
    In het Veronica-blad verscheen een artikel met als titel ‘Chi Coltrane – het gala-stuk’. Chi zou namelijk optreden tijdens het Popgala in maart, samen met Colin Blunstone, Slade, Rory Gallagher, Rod Stewart & the Faces, Eagles, Ry Cooder, the Who en uit eigen land: Livin’ Blues, Kaz Lux en Supersister.
    De Bakker: “Buiten het feit dat Chi mooi is, bezit ze de gave om razendsnel haar zegje te doen. Een voordeel voor journalisten die niet meer dan vijftien à twintig minuten toebedeeld krijgen om met haar te praten. Ze is steeds nadrukkelijk aanwezig”. Over haar kleding merkte Kees op: “Ze heeft een snelle spijkerbroek aan en een wat indiaans aandoend bruin leren jack. Het zit als een vacht om haar huid”.
    Chi was verheugd over de nieuwe ontwikkeligen op het Europese continent. “M’n tweede hit ‘Go like Elijah’ werd rond Kerstmis [in Amerika] uitgebracht. En aangezien je in de States een enorme release van platen hebt in deze tijd, flopte ‘Go like Elijah’. Daarom ben ik zo trots, dat die plaat het zo goed doet bij jullie in Nederland”.
.
Tijdens het gesprek keek de artieste vooruit: “Ik heb al het materiaal al klaar voor m’n tweede elpee, die ik ga opnemen als ik m’n Europese tournee heb afgemaakt. Natuurlijk wordt de tweede LP heel anders als de eerste. Op deze nieuwe plaat komen wat gevoelige dingen en wat rock-nummers. Ik hoop snel naar Engeland te gaan om de zaak nog eens door te spreken met Paul Buckmaster, de man die ook gearrangeerd heeft voor Leonard Cohen en Elton John.
    Paul Buckmaster kwam naar de States voor een plaat-opname. Ik kwam hem toevallig ergens tegen. Hij wilde me gelijk helpen met m’n elpee. We hebben erg goed samengewerkt. Als Paul nu nog geen genie mocht zijn, dan wordt-ie ’t wel. Hij wordt steeds beter en dat is ook mijn ambitie!
    Je kunt mij niet vergelijken met een andere artiest, omdat ik vooral van popartiesten weinig inspiratie opdoe. Wel van klassieke komponisten, zoals Johann Strauss, Beethoven en Bach. Stephen Foster vind ik ook erg belangrijk.
   Ik speelde eens in New York, toen Leonard Bernstein met nog twee andere komponisten de zaal binnen kwam. Na het optreden kwam hij me feliciteren in de kleedkamer. Zulke dingen vind ik enorm. Bernstein is een groot man.
   Het stardom met al die glitter interesseert me niet zo”.
.
De popjournalist kreeg in de hem toebedeelde tijd een heleboel te horen. “Ik houd van de mensen. Ik heb behoefte om met de mensen te communiceren en als ik voor publiek optreed voel ik me gelukkig.
   Toen ik eens aan het repeteren was vlak voor een optreden, zag ik dat het buiten regende. Er stond een lange rij van mensen te wachten tot het concert zou beginnen. Het stroomde van de regen. Ik heb toen onmiddellijk gevraagd of ze de mensen niet eerder binnen konden laten. Het is toch belachelijk om ze zo lang buiten te laten staan.
   M’n nieuwe single gaat ‘You were my friend’ heten. Zoals bij de eerste twee singles schreef ik de song zelf. Ik arrangeer meestal ook alles zelf. Bij ‘You are my friend’ zijn blazers gevoegd, gearrangeerd door Jimmie Haskell”.
   Haskell was een beroemdheid in het vak. Als arrangeur en producer was hij betrokken bij grote hits van Ricky Nelson (‘Hello Mary Lou’), Simon & Garfunkel (‘Bridge over troubled water’) en Bobbie Gentry (‘Ode to Billie Joe’).
.
.
365 3 Popgala
 Chi Coltrane in 1973
.
.
Niet al haar songs gingen over de liefde, verklaarde Chi Coltrane aan Kees de Bakker, die het ene velletje na het andere kon volschrijven. “Luister maar eens naar het nummer ‘I will not dance’. Dat is een politieke song. Die gaat over iedereen die Nixon vertegenwoordigt of met hem samenwerkt. Die mensen worden verondersteld om uit te voeren, wat het volk wil. Maar zij doen het tegenovergestelde. Zij laten het volk doen, wat zij willen. En dat is een groot verschil!
   Ik verwerk mijn impressies. Ik weet niet of dat een direkte politieke belangstelling is. Mijn visie is in ieder geval dat de politieke struktuur in de States veranderd moet worden. Die struktuur zou goed zijn als de heersers eerlijker waren. Maar de mensen moeten ook bewuster kiezen volgens mij. Ze zouden hun macht eens moeten doen gelden en proberen te voorkomen raketten naar de maan te laten gaan. Er zijn belangrijker dingen, vind ik”.
   Chi ratelde maar door. “Ik ben nooit zo religieus geweest. Alles wat ik meemaak, verwerk ik in m’n songs. Ik word een beetje bang als ik er aan moet denken na m’n dood onder de grond te liggen. Daarom zing ik ook: ‘Just let me go like Elijah, when I go. I want to rise right up into the sky’”.
   Toen Kees de Bakker bijna uitgeschreven was noteerde hij nog: “Er is nog zoveel, dat ik wil doen. Ik sta nog aan het begin”.
.
.
Chi Coltrane in Duitsland
.
.
365 4 Ken Fritz
 Ken Fritz
.
.
Een andere Nederlandse journalist reisde naar Bremen om er met Chi Coltrane te praten. Ze was er om op te treden in het tv-programma Musikladen, geregisseerd door Mike Leckebusch.
   De artieste logeerde samen met haar manager in het Parkhotel. Ken Fritz was niet de eerste de beste, kon je begin maart 1973 lezen in de Provinciale Zeeuwse Courant. Hij verzorgde niet alleen de belangen van Chi maar ook die van Neil Diamond. “Onlangs sleepte Fritz voor zijn andere pupil een voorschot van vijf miljoen dollar binnen in ruil voor een platencontract [eveneens bij CBS Records]”.
   ‘Go like Elijah’ wist in het thuisland niet de hitlijsten te bereiken. In Nederland wel. In tegenstelling tot ‘Thunder and Lightning’ schoot ‘Go like Elijah’ bij ons zelfs door naar de nummer één positie. “Ken Fritz kon het nauwelijks geloven. In Bremen hoorde hij tot zijn verbazing dat de song in Nederland een smash hit is”.
    De Nederlandse journalist, niet bij naam genoemd, liet zich niet lovend uit over de artieste. “De eerste indruk van deze zangeres wordt overheerst door de emotieloze hardheid, die van haar gave gezicht straalt, haar vriendelijkheid en warme reebruine ogen ten spijt. Evenals haar stem is Chi’s karakter hard en zakelijk. Een mooi, blond business-vrouwtje. Ze is eerlijk, zegt recht voor de raap hoe ze denkt. Soms lijkt het wat al te geprogrammeerd. Ze heeft maar één doel: muziek maken. Dat is haar leven en haar passie. Alles wat daaraan vastkleeft laat haar koud. Wat ze nu doet en nog wil doen, omschrijft ze met de simpele, zakelijke woorden: ‘investeringen in mijn carrière’”.
.
Over haar muzikale loopbaan praatte Chi lang. Maar niet over haar privéleven. Jaren later liet ze zich echter ontvallen: “Als tiener heb ik me ooit heel roekeloos in een huwelijk gestort. Dat was geen lang leven beschoren. We pasten helemaal niet bij elkaar. Na verloop van tijd hadden we alleen nog maar ruzie”.
    In Bremen, anno 1973, verklaarde ze: “Plannen om te trouwen en kinderen te krijgen heb ik niet. Ik voel me echt niet eenzaam of ongelukkig. Voorlopig kan ik het doen met de liefde van het publiek. En zolang er liefde is, kun je niet spreken van een wanhopige situatie. Echt, dat is de waarheid. Ik heb zelfs geen tijd om me te vervelen. Ik moet componeren, schrijven, repeteren, arrangementen maken, m’n platen producen, optreden, tv-shows maken. Ik doe alles zelf. Dat is de enige manier om er voor te zorgen dat het gebeurt op de manier zoals ik het voel, zoals ik het wil”.
    Chi had zich naar eigen zeggen dus helemaal op haar carrière geconcentreerd. Was dat een uitlaatklep voor de problemen in haar privé-bestaan?
    “Ik hou van mijn werk. Toernees betekenen werk. Ik zou de mensen missen als ik geen kans meer zou hebben om met hen te communiceren. En dat kan ik alleen door middel van mijn muziek. Ik schrijf en componeer voor het publiek”.
.
.
Chi Coltrane in Voorburg
.
.
365 5 top 40 3 3 1973
 Top 40 van 3 maart 1973
.
.
Begin maart 1973 arriveerde Chi in Voorburg. In de tijd dat ze met ‘Go like Elijah’ bij ons aan de top van de Nederlandse hitlijsten stond, trad ze op tijdens het Popgala. In het tv-programma presenteerde ze tevens haar volgende single ‘You are my friend’.
    Chi was de vedette van het moment. Er was haar alles aan gelegen om live goed voor de dag te komen. Om die reden vroeg en kreeg ze extra repetitietijd, die ten koste ging van Supersister. De aanwezige vertegenwoordigers van de pers waren haar niet goed gezind. “Chi Coltrane maakte het wel erg bont”, schreeft Gert Jan van Ommen bijvoorbeeld in de Tijd.
    Maar hoe dan ook, haar komst naar Europa en zeker Nederland, zette zoden aan de dijk. Ook ‘You were my friend’ stoomde door naar een hoge klassering in de top 40.
.
.
365 6 Chi Tom Mulder
 Chi Coltrane in Nederland 1973, interview met Tom Mulder (Veronica)
.
.
Chi Coltrane geen tweede Janis Joplin
.
.
De Europese toernee van 1973 was van grote invloed op de muzikale loopbaan van Chi Coltrane. In Amerika scoorde de blonde artieste niet meer na ‘Thunder and Lightning’. Volgens sommigen had CBS weinig interesse meer in haar na het gedwongen vertrek van Clive Davis. Een nieuwe directie had andere prioriteiten.
    Chi Coltrane werd geen tweede Janis Joplin. Ze was geen hippie die ‘vermaard’ werd door met een fles Southern Comfort op het podium te staan en heroine te gebuiken. Je zou haar eerder het tegenovergestelde van Joplin kunnen noemen.
    Aan Christian Düblin vertelde ze: “I did not get involved with drugs due to the fact that I am spiritually fulfilled. But people around me were doing lines of coke on my piano as well as doing other destructive drugs.
    Even though I have enjoyed world fame, and most all of the people around me took drugs and/or drank a lot, I have always refused drugs and alcohol. Some people respected that; other people couldn’t seem to understand it”.
.
.
De ‘weg naar morgen’
.
.
Na de Europese toernee was het een tijd stil rond de persoon van Chi Coltrane. Haar tweede album, ‘Let it ride’ verscheen in 1974 zonder al te veel bombarie op de Amerikaanse platenmarkt.
    Aan de productie had het niet gelegen. Charles Donovan legde vast: “As with the first album, her supporting cast was of the very finest - arranger Paul Buckmaster, backing vocal powerhouses Merry Clayton and Stephanie Spruill, supporting players Ben Benay, Larry Knetchel, Klaus Voorman, Jim Gordon, Jim Keltner, Lee Ritenour, Bobbye Hall. These were the world-class, super-session talents that feature on the credits of innumerable albums of the period. Also on the team was Roy Halee, co-producer of Laura Nyro’s ‘New York Tendaberry’, who helped engineer the album”.
    Volgens de auteur was ‘Let it ride’ in Europa wél een verkoopsucces.
.
Aan Harrie Cremers legde Chi wat later uit wat er in die tijd overkwam: “Ik was een beetje overrompeld en in de war door de successen. Ik had geen overzicht meer. Daarom besloot ik eerst orde op zaken te stellen in de boekhouding en voor wat betreft de zakelijke kanten van mijn succes. Ik zocht daarnaast sterke mensen, een management, dat de zakelijke beslommeringen, en succes, aankonden. Uiteindelijk duurde het achttien maanden, voordat ik alles op poten had. Geloof me, er is niets complexer dan de showbusiness om te doorgronden”.
    Ook zou ze in die tijd voor het eerst serieus muziek gestudeerd hebben. Tot dan toe had ze maar piano gespeeld zoals ze het thuis geleerd had.
    Helemaal ongemerkt gingen die jaren echter niet voorbij in de VS. Zo is een artikel van Bob Lentz te lezen, waarin hij schreef hoe hij als liefhebber van Johnny Winter, Deep Purple, Uriah Heep en Mountain in 1972 met de muziek van Coltrane in aanraking kwam. “I had never heard anyone like her, before or since”.
    Vanaf dat moment volgde hij haar loopbaan, ook nadat ze snel weer uit de spotlights verdwenen was. “By the time I had worn the grooves of ‘Chi Coltrane’ thin, she had released her second album, ‘Let It Ride’, a 1974 introspective that was a continuation of the emotionally baring, original theme of the first. Part slow ballads, part gospel influenced rockers, the second LP revealed more than the first album did of her deeply held but non-evangelizing Christian faith. Leaving the scene as quickly as she had arrived, it would be her last album for almost three years.
    And then in 1977, during a random search in the C section of a record store, her third LP appeared before me like the sudden appearance of an old friend. ‘Road to Tomorrow’ with its prophetic title would hold me as the first two had done”.
.
.
365 7 Jeff Porcaro
 Jeff Porcaro
.
.
Chi kwam opnieuw naar Europa om te timmeren aan de ‘weg naar morgen’. In de Duitse stad Frankfurt vierde ze haar 29ste verjaardag. Uit dat land was haar vader afkomstig.
    Tijdens een stop in Amsterdam praatte ze enthousiast over haar nieuwste album. Ook nu had ze weer met de beste muzikanten kunnen werken. Jeff Porcaro, wat later componist van onder andere ‘Africa’ (Toto) was een van haar begeleiders geweest in Los Angeles. “Hij ging er echt voor zitten om bij elke song de juiste beat te slaan. Jeff is niet de man om zijn zaakjes maar wat af te roffelen met een disco-beat. Trouwens, ik ben niet iemand die de muzikanten wat velletjes muziek onder de neus duwt en precies verordonneert hoe ik het hebben wil. Ik ga uit van een creatief collectief. Ik laat mijn songs horen en vraag, wat ze ervan vinden. Elke verbetering wordt, als het klikt, geaccepteerd”.
    Jennifer Warnes werkte als sessiezangeres mee. Inspiratie in tijd vond ze in de muziek van Supertramp, Pink Floyd en ELO, vertelde ze aan Hans Piët (Leidse Courant). Het album verscheen onder de vleugels van TK in Florida. Voor het continent van Europa was een speciale overeenkomst met CBS gemaakt.
.
.
Chi Coltrane opnieuw in Europa
.
.
In Europa was men Chi Coltrane niet vergeten. Bij CBS in Frankfurt werd ze warm onthaald op haar verjaardag (16 november 1977). Maar in Amerika was anders beslist. Er was een einde gekomen aan haar samenwerking met de Amerikaanse platenmaatschappij. In plaats daarvan tekende ze in Duitsland eerst bij de lokale CBS-vestiging, later bij TelDec (Telefunken-Decca).
    Gedurende een aantal jaren woonde Chi Coltrane op diverse plekken in Zwitserland en Duitsland. Aan werk geen gebrek. “I was doing 300 concerts 365 days in a year. I was just really going, going, going. And as long as you feel you have the energy, why not?”, bekende ze later.
.
Chi was ook regelmatig in Nederland in die jaren. André Ceelen van Good Time Records, in 1973 aanwezig tijdens het Popgala, wist de rechten te verkrijgen voor ons land. Voor hem was het een bijzondere ervaring schreef hij mij in 2010.
    “In 1983 ontmoette ik Chi Coltrane tijdens een bijeenkomst in Amsterdam, georganiseerd door de Billy Graham organisatie, voor rondreizende evangelisten. Chi vertelde dat ze een live album had gemaakt voor Teldec. Omdat dit niet in Nederland werd uitgebracht heb ik toen gebeld met Teldec en de rechten gekregen. Korte tijd later kwam bij Teldec ‘Ready To Roll’ van Chi Coltrane uit en die heb ik uitgebracht en gepromoot in Hilversum. ‘I’m gonna make you love me’ heb ik toen als single uitgebracht. De KRO maakte het hun favoriete single van de dag.
.
.
365 8 Chi Im gonns make you love me
.
.
Ik werd nog uit bed gebeld door Peter Koelewijn, op dat moment diskjockey bij de katholieke omroep, met de mededeling dat alle geleverde singles krom waren. Dus ben ik snel naar Hilversum gereden. Op de vrijdag van die week zeiden de pluggers tegen mij ‘Dat gaat je gebak kosten André’. Iedereeen dacht dat de single tot alarmschijf zou worden gepromoveerd. Maar de stichting Top 40 koos een andere single omdat ze dachten dat ik te klein was om een hit te kunnen verwerken.
    Voor de TV kon ik haar plaatsen in diverse programa’s bij bijvoorbeeld Tineke, Ron Brandsteder’s honeymoonquiz en NCRV’s ‘Wissels’”.
    Chi kreeg bovendien erkenning als songwriter. Dusty Springfield legde haar song ‘Turn me around’ vast. De Nederlandse zangeres Astrid Seriese voerde ‘The wheel of life’ uit.
.
.
Come-back
.
.
Aan Tanja Spaander vertelde Chi Coltrane dat ze op een bepaald moment moest ophouden met al die optredens. “Ik ging maar door. Maar zo werkt het natuurlijk net. Op een gegeven moment zegt je lichaam: en nu stoppen.
   Eenmaal terug in Los Angeles begon ik een opnamestudio en besefte dat ik doodmoe was. Het was zelfs zo erg dat ik in de auto in slaap viel terwijl ik voor rode stoplichten wachtte. Soms deed ik op de snelweg een schietgebedje dat ik wakker zou blijven tot ik thuis was. Het was heel eng”.
   Jarenlang konden de talloze dokters die ze bezocht niets voor haar betekenen. Tot iemand Coltrane verwees naar een holistisch arts, aldus Spaander. “Zij ontdekte dat er complicaties waren met mijn bijnier, gaf me de juiste vitaminen en medicijnen en na een jaar was het weg”.
.
.
365 9 Wenen 2009
.
.
Chi Coltrane kon weer aan een nieuwe carrière gaan werken. Ze werd uitgenodigd voor een optreden in de open lucht te Wenen op 27 juni 2009 dat volgens zeggen door honderdduizend mensen (!) bezocht werd. Na terugkomst in de VS vertelde ze aan Charles Düblin: “The concert was fantastic. The audience was fantastic”.
   In één adem ging ze door: “I am doing a tour beginning in Eindhoven, the 30th of September. I have 8 concerts in Holland through the first half of October. Then we are planning to make a tour through Austria in early 2010. I’m planning on touring all over Europe”.
   Chi Coltrane bleef zich manifesteren in Europa. Op verzoek van de president van Duitsland, Christan Wulff, zong ze in 2011 ‘Oh Holy Night’ tijdens de Kerst. In een programma, gepresenteerd door Paul de Leeuw, op 7 oktober 2010, mocht ze met een Leids gospelkoor nog een keer ‘Go like a Eliah’ uitvoeren, de song die haar in 1973 op de bovenste plaats van de Nederlandse hitlijsten had gebracht. Chi Coltrane gaat, zo lijkt het – ‘door tot het gaatje’…
   Steeds werd Chi Coltrane vergeleken met Janis Joplin. Blijft de – niet te beantwoorden - vraag hoe het met Janis verder gegaan zou zijn als ze niet op 27-jarige leeftijd door heroine om het leven gekomen was.
.
.
Harry Knipschild
25 mei 2019
.
.
Clips
.
.
.
Literatuur
.
Chris Van Ness, ‘Chi Coltrane debuts’, Los Angeles Free Press, voorjaar 1971
‘‘Films intereseren me niet, muziek wel’’, Provinciale Zeeuwse Courant, 2 maart 1973
Gert-Jan van Ommen, ‘Popgala geen onwelkom verschijnsel op de buis’, Tijd, 16 maart 1973
Kees de Bakker, ‘Chi Coltrane – het gala-stuk’, Veronica-blad, 17 maart 1973
Harrie Cremers, ‘Chi Coltrane – comeback na stilte en verwarring’, Limburgs Dagblad, 13 december 1977
Hans Piët, ‘Chi Coltrane pakt draad weer op’, Leidse Courant, 17 december 1977
Christian Düblin, ‘Special music interview: Chi Coltrane’, Xecutives net, 2009
Bob Lentz, ‘Thunder and Lightning reclaimed: Chi Coltrane’, Blurt, 3 mei 2009
André Ceelen, e-mail aan Harry Knipschild, 10 februari 2010
Tanja Spaander, ‘Niet kapot te krijgen’, Telegraaf, 7 oktober 2010
‘Chi Coltrane als herboren’, Breda Vandaag, 16 oktober 2010
Jean-Paul Heck, ‘Chi Coltrane: ‘God staat aan mijn kant’’, BN De Stem, 23 september 2014
Charles Donovan, ‘Dexterous in Life and Music: Pianist/Singer-songwriter Chi Coltrane’, Popmatters, 27 december 2017
  • Raadplegingen: 6197