263 - Brenda Lee – van ‘Coming on strong’ (1966)
Begin 1973 kwam Freddy Haayen mijn kamer bij Polydor op het Haagse Piet Heinplein binnen. Hij had drie of vier nieuwe stukken van de Golden Earring bij zich en wilde die aan me laten horen. Enthousiast reageerde ik [HK] op een song die ‘Radar Love’ heette en geschreven was door het duo George Kooymans en Barry Hay.
Freddy was verbaasd dat ik ‘Radar Love’ als hitsingle bestempelde. “Meen je dat nou?”, met dat soort woorden uitte hij zich. Hij had de kracht van het nummer niet onmiddellijk herkend. Maar spoedig hoorde Nederland, gevolgd door de rest van de wereld, de opzwepende muziek met daarin de tekst: “The radio`s playing some forgotten song - Brenda Lee's: ‘Coming on strong’”.
Coming on strong
‘Coming on strong’ was een Amerikaanse hit voor Brenda Lee in 1966. Het nummer, geschreven door C&W-artiest David Wilkins, bereikte een elfde plaats in de Hot 100 van Billboard. In Nederland was er geen top 40-klassering voor deze single van de zangeres weggelegd.
‘Coming on strong’ was zeker niet de grootste hit van Brenda Lee. Met ‘I’m Sorry’ en ‘I want to be wanted’ bereikte ze in 1960 de bovenste plaats bij Billboard. Het was dus ook niet haar eerste Amerikaanse hit. Tien jaar eerder, in 1956, maakte het zangeresje, toen nog onder de naam ‘Little Brenda Lee’, haar debuut met ‘Jambalaya’, een song van Hank Williams. In 1966, het jaar van ‘Coming on strong’ vierde Brenda Lee, op 21-jarige leeftijd, dat ze (al) tien jaar in het platenvak zat!
Jubileum-uitgave van Billboard
Billboard zag wel brood in het bijzondere jubileum. Het wekelijks verschijnende vakblad van de Amerikaanse muziekindustrie maakte af en toe een ‘special’ waarin één of meer artikelen gekoppeld waren aan een zo groot mogelijke hoeveelheid advertenties (van ‘vrienden’, dat wil zeggen belanghebbenden). Er moest immers geld verdiend worden.
Zo ging het ook bij Brenda Lee. Op 28 mei 1966 verscheen Billboard in een uitgave van 96 pagina’s. In een Nederlandse column schreef correspondent Bas Hageman onder andere over de Rolling Stones (‘Aftermath’), Horst Jankowski, Rita Reys & Pim Jacobs, Ella Fitzgerald, Mama’s & Papa’s, Manfred Mann (‘Pretty Flamingo’), Joan Baez en Cher (‘Bang Bang’).
Daarna volgden maar liefst 28 pagina’s over Brenda Lee. Het geheel werd gepresenteerd onder de titel ‘Brenda Lee. Ten Golden Years’.
Joseph Sweat (30) schreef het hoofdartikel over de nog zo jonge zangeres. Volgens Billboard was Sweat niet de eerste de beste. Hij functioneerde sinds 1965 als directeur van het nieuws-bureau van de Vanderbilt University in Nashville, Tennessee. “He is a graduate of Memphis State University, and served in the Navy as a photographer and as editor of a base newspaper. He is a member of the American Association for the Advancement of Science”, was bij het artikel afgedrukt. Op een foto zag je hem netjes in wit overhemd, stropdas en pijp in de mond.
Kleine Brenda
Volgens Sweat ging de carrière van Brenda Lee niet tien maar vijftien jaar terug, dus tot 1951. De schrijver had gevoel voor geschiedenis, liet hij merken. Brenda Tarpley was in Atlanta (Georgia) geboren op 11 december 1944. “Fourteen days before Christmas in 1944 – a few days before the allied troops rushed to push back the Nazi Panzer onslaught in the Battle of the Bulge [slag in de Belgische Ardennen]. Folks at home and the GI’s in the foxholes were whistling Irving Berlin’s ‘White Christmas’”.
Misschien haalde Sweat wel zijn eigen herinneringen boven water toen hij schreef dat radio alles bepalend was in de jaren veertig. Radio was koning, benadrukte hij. Zo’n apparaat stond opgesteld op de meest opvallende plek in huis. In alle gezinnen werd meegezongen met Frank Sinatra in het programma ‘Lucky Strike Hit Parade’.
De kleine Brenda deed meteen mee volgens moeder Grace. “She liked music even when she was a baby. When she was eight months old, she loved to listen to music on the radio”. Volgens haar moeder deed Brenda meer. Ze probeerde de songs uit haar hoofd te leren. “Before she was five she could sing a song all the way through. I’m sure it was a God-given talent”.
Zangtalent ontdekt
Grace Tarpley vond het prachtig. Uit alles blijkt dat ze haar dochter stimuleerde. In 1950 liet Grace Brenda deelnemen aan een wedstrijd op school. Het meisje, vijf jaar, zong ‘Take me out to the ball game’ en won. Het liedje was eerder bekend geworden in de uitvoering van Frank Sinatra met Gene Kelly.
Moeder Tarpley had nu een dochter waar ze zich mee kon presenteren. Ze liet het kind auditie doen bij een radiostation in Atlanta. Haar aanpak van ‘Too Young’ (Nat ‘King’ Cole) viel zo goed in de smaak dat ze steeds teruggevraagd werd. Brenda bleek bovendien een aparte stem te hebben. Wie haar hoorde zingen dacht al gauw met een volwassen vrouw van doen te hebben.
Grace later : “I felt very proud of her. I had the feeling that perhaps – maybe it was only a dream or a hope – that perhaps someday she would be a great singer”.
Brenda was nog maar zes jaar toen ze, samen met haar moeder, naar de tv zat te kijken. Op de buis zagen ze het programma ‘TV Ranch’. Brenda zou gereageerd hebben met de woorden: “Mother, I’d like to go up there and sing”.
Aan dat verzoek voldeed Grace graag. Maar de moeder begreep dat ze niet de enige was met een ‘wonderkind’. De producer van het programma op WAGA-televisie in Atlanta zou ongetwijfeld roepen: “Here’s a mother who thinks her kid can sing – don’t all the mothers think their kids can sing?”
Toch wist ze een auditie door te drukken. Brenda mocht ‘Hey good looking’ (van Hank Williams) zingen. Dat kwam zo goed over dat ze een tweede liedje mocht uitvoeren – opnieuw ‘Too Young’.
Het tv-station liet het inmiddels zevenjarige meisje voortdurend (gratis) optreden in het programma (veelbelovend talent is ‘goedkoop’ voor tv-makers). Brenda werd er zo bekend door dat ze een keer 20 dollar ontving voor een optreden tijdens een lunchconcert.
Red Foley en Dub Allbritten
In mei 1953 verongelukte vader Tarpley, die timmerman was. Enerzijds een tragedie, maar het betekende tevens dat de gezinsleden niet meer aan één plek gebonden waren. In 1955 nodigde een presentator uit Augusta, eveneens in Georgia, Brenda uit om in die stad te komen wonen en in zijn programma te komen optreden. Ook dat deed ze voorlopig gratis. Het was immers een investering voor optredens in de omgeving. Little Brenda verdiende al snel 35 dollar met het zingen van een paar liedjes ‘in het land’.
Eén van die optredens, in 1956, was bepalend voor de rest van haar leven. Red Foley (1910-1968) was in Augusta (de stad waar James Brown in 1933 geboren was). Foley was een beroemde country & western-zanger met tientallen hits op zijn naam, zoals ‘Chattanooga Shoe Shine Boy’, ‘Birmingham Bounce’, ‘Our Lady of Fatima’ en ‘Midnight’. Volgens Sweat bevond de carrière van Foley zich op een hoogtepunt. De zanger had echter sinds ‘Hearts of Stone’ (1954) geen echte hit meer gehad.
Little Brenda Lee en Red Foley
Dub Allbritten, toentertijd manager van Red Foley, kon zich later nog goed herinneren wat er in Augusta gebeurde. “We got into Augusta late and Red had about five minutes to get dressed. The local dj grabbed us as soon as we walked through this stage door. He kept saying, ‘You’ve got to hear this little girl sing’.
‘Yeah, Yeah, Yeah, we know’, we kept saying. You know, we heard that kind of stuff everywhere we went.
But this guy was insistent. He all but grabbed Red by the collar and dragged him out to hear her. We finally gave in and put her on the show.
She led off with ‘Take me out to the ball game’ and when they brought her back she did ‘Jambalaya’. I’m telling you she did bring down the house. She was a sensation”.
Foley zat al een paar jaar zonder hits. Maar hij was wél de presentator van een eigen televisieprogramma dat vanuit Springfield (Missouri) wekelijks werd uitgezonden. Het programma heette ‘Ozark Jubilee’. Eén keer in de maand gaf Foley ruim baan aan nieuw, jong talent. Albritten: “Red had me sign her immediately for the next show”.
Van het een kwam het ander. Een columnist van de Hearst-pers zag haar op tv, was onder de indruk en schreef een artikel over het bijzondere meisje. Een paar dagen later kwam er een telefoontje uit New York. Of Little Brenda Lee wilde optreden in de veel-bekeken tv-show van Perry Como?
Eerste hits in 1957
De zaken gingen goed. Dub Allbritten had zich intussen opgeworpen als persoonlijk manager van het zangeresje. Dat kon niet zo maar, was in Billboard te lezen. Zoals wel vaker gaat, ook in onze tijd, had Little Brenda Lee zich voor vijf jaar zakelijk moeten verbinden aan Crossroads TV Productions om in het tv-programma van Red Foley te mogen optreden. Dat leidde bij het eerste succes tot juridische procedures om van het ‘wurgcontract’ af te komen.
Allbritten speelde min of meer dezelfde rol voor Brenda, die Col. Tom Parker speelde voor de in die tijd snel opkomende Elvis Presley.
In 1956 kwam Little Brenda Lee dankzij Foley en Allbritten onder contract bij de Amerikaanse platenmaatschappij Decca. Aan dat bedrijf had ook Red Foley zich al jaren verbonden. Dat zal geen toeval geweest zijn. De contacten waren er.
Eigen liedjes schreef Brenda (evenals Elvis Presley) niet. Ze moest het hebben van haar bijzondere aanpak: een piepjong meisje met de stem van een volwassene en (voor de tv) een onverschrokken presentatie. Decca, of wie dan ook, benadrukte dat nog eens door met haar leeftijd te knoeien. Toen de eerste single van Little Brenda Lee (‘Jambalaya’, van Hank Williams) op de markt kwam in augustus 1956 was het meisje 11 jaar. Maar op het label was te lezen: “Little Brenda Lee, 9 years old”.
In februari 1957 had Little Brenda Lee haar eerste hit te pakken met ‘One step at a time’ (op 43 in Billboard), gevolgd door de rocker ‘Dynamite’, in dezelfde sessie opgenomen. Haar producer was Owen Bradley (1915-1998), die vanuit Nashville werkte.
Bradley was altijd bij gebleven hoe het toeging bij die eerste opnamen. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van hun samenwerking liet hij in Billboard afdrukken: “She was so small. But the thing that got me was how unconcerned she was to be such a small kid.
I remember when we started rolling on the first take, all of a sudden she yelled: ‘Stop, stop, he missed a note’, and she pointed straight at the bass player. The bass player said yes, he had. Nobody else had caught it”.
Op toernee naar Europa en Zuid-Amerika
Het duurde meer dan twee jaar na ‘Dynamite’ voor de zangeres opnieuw in de hitlijsten verscheen. In zijn biografie gaf Sweat er een bijzonder draai aan. Wat hij schreef deed me [HK] denken aan het liedje ‘Meisjes van dertien – er net tussen in’ (Paul van Vliet).
Sweat omschreef de nieuwe situatie als volgt: “Mother Nature had gotten into the act. Brenda was now moving into her teens [en verloor] some of that baby girl look. Instead of being a cute little girl who could sing, she was becoming just another singer too young to be sexy”.
Allbritten kwam op het idee om Brenda in het verre Europa te lanceren. Hij nam haar mee naar Parijs. Bij aankomst bleek dat de Franse impresario, die haar optredens in de hoofdstad geregeld had, niet begrepen had hoe jong de zangeres nog was. De Amerikaanse manager moest iets doen. Hij verzon dat Brenda Lee 32 jaar oud was, maar altijd klein gebleven was. Een soort zingende dwerg dus.
Dat verhaal deed het goed. De kleine zangeres was een sensatie. In de Franse kranten was te lezen dat sinds Judy Garland niemand meer een zaal zó aan het klappen en stampen kreeg. Vijf weken lang trad ze in het Olympia-theater op. Met dat soort berichten wist ze ook in Amerika publiciteit te halen. Little Brenda Lee was, dankzij het gecreëerde succes in Parijs, over het dieptepunt in haar carrière heen. Bovendien had ze nu ook populariteit bij de teenagers (het platenkopend publiek) opgebouwd.
Het internationaal verschijnende weekblad Time zette Brenda in het zonnetje met het artikel ‘Voice of Experience’. Iedereen kon lezen: “With typical Gallic acuity, a Paris newspaper recently tipped its readers off to the fact that the fastest-rising U.S. teen-age singing star is in reality a 32-year-old midget.
U.S. editors prefer to accept the claims of her pressagent that Songstress is barely 16 years old and that her growth pattern is entirely normal (she now stands 4 ft. 11½| in.).
The difference of opinion is understandable, for Brenda peers at the world through mascaraed eyes of ageless innocence while crooning her mating songs in a voice that is part whisky, part negroid, and all woman”.
De redacteur van het tijdschrift vroeg zich af: als Brenda op zo jonge leeftijd zo oud klinkt, hoe klinkt ze dan als ze volwassen is?
Vanuit Parijs reisden Allbritten en Brenda Lee door naar Duitsland, Engeland en Italië. Sweat: “They got a surprisingly fine reception in each”.
In 1959, Brenda was inmiddels al 14 jaar, ging Brenda op toernee door Zuid-Amerika. Vooral in Brazilië deed ze het goed. Brenda trad er op in Rio de Janeiro, Sao Paulo, Bella Horizonte, Porto Alegre, Curitina en Santos. De Braziliaanse president Kubitschek de Oliveira (r. 1956-1961) ontving haar. In Brazilië was Brenda Lee regelmatig op radio en televisie. Bovendien besteedde ook de pers uitgebreid aandacht aan haar aanwezigheid in het land.
Grote hits in Amerika en Europa
De internationale aanpak, aldus Billboard in 1966, was een steun in de rug voor de carrière van Brenda Lee in Amerika zelf. Daar kwam nog eens bij dat haar producer Owen Bradley bij Decca in 1958 de leiding kreeg over de operatie van de Amerikaanse platenfirma in Nashville. Het jonge zangeresje zag Bradley als zijn visitekaartje. Haar carrière was zijn carrière, zoals later de carrière van de Haagse Golden Earrings parallel liep met die van de Nederlander Freddy Haayen.
Aan het einde van 1959 had Brenda Lee, nu 15 jaar, haar eerste grote hit te pakken. Met ‘Sweet nothin’s’, een song van Ronnie Self, bereikte ze een vierde plaats in Amerika. Met de volgende singles in 1960 ging het nóg beter. Zowel ‘I’m sorry’ (op de b-kant ‘That’s all you gotta do’) en ‘I want to be wanted’ haalden de nummer één positie in de VS. Ook haar kerstnummer ‘Rocking around the Christmas Tree’ (een song van Johnny Marks, al opgenomen in 1958) werd vanaf eind 1960 elk jaar een bestseller.
Brenda Lee was in Amerika een ster geworden in de jaren na het hoogtepunt van de rock & roll en vóór de komst van de Beatles. Het was een tijd waarin vooral langzame nummers in de VS werden opgepakt door de meeste radiostations. Grote (blanke) idolen waren Frankie Avalon, Pat Boone, Bobby Vinton, Everly Brothers, Johnny Tillotson, Ricky Nelson, Timi Yuro en Connie Francis. Ook Elvis Presley kwam in die dagen met dat soort repertoire: denk bijvoorbeeld aan ‘It’s now or never’, ‘Are you lonesome tonight’ en ‘Surrender’.
Mede door de grote payola-affaire (over de omkoping van Amerikaanse radiostations en deejays) maakte rock-muziek een dip door in het land. Rock & roll en corruptie leken bij elkaar te horen. Vooral Alan Freed (1921-1965) werd hard aangepakt. Dick Clark (1929-2012) wist de dans ‘handig’ te ontspringen.
Brenda Lee paste precies in wat de Amerikaanse radio vervolgens ten gehore bracht. Met veel emotie zong het nog zo jonge zangeresje steeds nieuwe langzame nummers als ‘Emotions’, ‘You can depend on me’, Fool #1’, ‘All alone am I’ en ‘Losing you’.
Terwijl voor de rock-artiesten in Amerika (achteraf bekeken) tijdelijk moeilijke tijden aanbraken was de situatie in Europa anders. De nieuwe jeugd kreeg, mede door de Engelse uitzendingen van radio Luxemburg, steeds meer up-tempo popmuziek te horen.
Dat resulteerde niet alleen in hits voor ‘zwarte’ Amerikaanse acts als de Drifters, Ronettes, Crystals, Little Eve, Chuck Berry en Shirelles, maar ook voor de rock-songs van Brenda Lee, die in Amerika meestal op b-kantjes te vinden waren.
‘That’s all you gotta do’, ‘Let’s jump the broomstick’, ‘Dum Dum’ en ‘My whole world is falling down’ gaven Brenda Lee in deze streken een ander imago dan in Amerika, waar de zangeres op radio en televisie frequent met ballads te horen en zien was.
In Amerika was men verbaasd over dit fenomeen. Pianist Floyd Cramer, die op de meeste platen van Brenda Lee als sessie-muzikant speelde, verwoordde het als volgt: “The funny thing is the way one side of her discs gets away in the States and yet the other side, usually the up-tempo one, is the side to register in Britain. That’s one of those things you can’t explain”.
Familieleven
Als jong zangeresje hoefde Brenda Lee, in tegenstelling tot haar mannelijke collega’s, niet in militaire dienst. Zo kon ze haar carrière ongestoord voortzetten tot op zekere hoogte. Haar privé-leven probeerde ze zoveel mogelijk buiten de publiciteit te houden. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij haar huwelijk met Ronald Schacklett op 24 april 1963. “The only flowers were left overs from the previous night’s church service; there was, ironically, no music; and the newspapers were disappointed, because they didn’t find out about it until it was all over”, aldus Sweat.
In Billboard vond je geen privé-foto’s van Brenda Sharpley.
In Engeland schreef Peter Jones in de popkrant Record Mirror in januari 1964: “Last time Brenda was in Britain, there was no hint of marriage. Just a lengthy world tour that clearly was taxing the strength of the lass who looks so tiny that one would think she'd be more interested in cuddly teddy bears than a life’s mate. You’d think that, of course, only until you heard her sing...
Van de moeder van Brenda had Jones eerder gehoord: “Though there’s nobody in her mind just at this moment, there’s no doubt Brenda looks forward very much to marriage. Don’t forget she’s been working professionally since she was just a tiny tot. And despite those cynics who think that all show business marriages are doomed, I believe Brenda will make a very good wife and mother”.
Brenda en Grace zouden intussen ‘vriendinnen’ geworden zijn. “Often, she has talked about getting married. She confides most things to me – we’re really more pals than mother-and-daughter. And she has always said that marriage must be a once-in-a-lifetime thing for her. She makes it clear that she’ll give up the whole singing career if she thinks it might, in any way, interfere with her home and family”.
Peter Jones maakte van de gelegenheid gebruik om nog wat meer te vertellen wat hij gehoord had van de moeder, die in de beginjaren zo’n dominante rol had gespeeld om de muzikale loopbaan van Little Brenda in de vaart der volkeren te krijgen.
Uit haar mond had hij eerder gehoord: “Brenda is treated no differently to the others at home. She’s earned a lot of money, of course. She has property and investments. But we don’t let her get away with anything simply because she is a star. Unless she’s very tired after, say, a recording session, she has to take her hand in the washing-up.
At one time, she was very untidy around the house. I was always getting at her for that. But she’s improved. She really takes an interest in our home and she doesn’t complain when it comes to her turn to help out with the cleaning or even the cooking. That’s really the reason I’m so sure she would make a success of marriage.
Brenda had bovendien een kinderwens. Grace: “She loves children, too. The true family life is, I’m sure, something very near and dear to her. It’s wonderful, really, that the hardness and toughness of showbusiness life hasn’t rubbed off on her. It would have been something to be expected, I guess especially as she’s met all the top stars, has known them since she was a very young girl. People like Perry Como have lavished praise on her, but she doesn’t let it alter her one little bit”.
Het huwelijk van Brenda en Ronald, van 1963, heeft altijd stand gehouden.
In januari 1964 wist de Britse popjournalist dat Brenda Lee in verwachting was. “Now Brenda awaits her first child. She’ll continue to be in ‘semi-retirement’ for a few months afterwards, but then she promises she’ll go back on the road as one of the world’s great pop singers”.
De geboorte van haar eerste dochter, Julie, ging niet zonder problemen. Integendeel. Joseph Sweat in Billboard anno 1966. “On April 2, 1964, Brenda gave birth to a girl. Named Julie Leann, the baby was found to be suffering from hyaline membrane – the malady that killed the infant son of the late president [John F. Kennedy] and Mrs. Kennedy – and for days the child’s life hung in balance”.
Moeder Brenda trof het beter. “Fortunately, Julie Leann was born at Vanderbilt University Hospital [in Nashville], where one of the staff members is Dr. Mildred Stahlman, one of the world’s foremost authorities on hyaline membrane. Prompt and expert attention saved the baby and today it’s not unusual to find her present when Brenda transacts business on Record Row in Nashville”.
Andere tijden aangebroken
In 1964, het jaar van de geboorte van dochter Julie, werd Amerika veroverd door de Beatles, Stones en andere Britse groepen. Het was het begin van de ‘British Invasion’. In de LP-hitparade van Billboard begin april bijvoorbeeld waren de Beatles op de twee bovenste plaatsen genoteerd, met ‘Meet The Beatles’ op 1 en ‘Introducing The Beatles’ op 2.
Moeder Brenda (ze kreeg nóg een dochter, Jolie) had ook andere dingen aan het hoofd. Haar carrière was in die jaren wellicht van minder belang. In de hitlijsten stond ze niet meer zo hoog geklasseerd als in de dagen van ‘I’m sorry’ en ‘All alone am I’. In het najaar van 1964 bereikte de artieste een zeventiende plaats met ‘Is it true’, in 1965 een dertiende met ‘Too many rivers’ en in 1966, het jaar van haar tienjarig jubileum, een elfde met ‘Coming on strong’.
In de tekst van ‘Radar Love’ (1973) zong Barry Hay van de Golden Earring over ‘some forgotten song’ van Brenda Lee: ‘Coming on strong’. Die kreet deed het goed. ‘Radar Love’ werd in elk geval een internationale hit. In Amerika haalde de groep een dertiende plaats in Billboard.
In navolging van Timi Yuro in 1981 probeerde de Nederlandse muziekbranche haar carrière te laten herleven. Haar tv-optreden vanuit Den Bosch had echter niet het gewenste effect.
Brenda Lee is intussen oma geworden. In latere jaren werd ze vooral country & western-zangeres. In dat genre scoorde ze in 1973, het jaar van ‘Radar Love’, met ‘Nobody Wins’, ‘Sunday Sunrise’ en ‘Wrong ideas’. In 1991 was ze voor het laatst in de C&W-charts vertegenwoordigd met ‘Your one and only love’.
Harry Knipschild
14 juni 2016
Clips
Literatuur
‘Brenda Lee. Crossroads sues mother of moppet’, Billboard, 12 augustus 1957
‘Brenda Lee scores with ‘Sweet Nothin’s’, Billboard, 25 januari 1960
‘Voice of Experience’, Time, 2 januari 1961
Norman Jopling, ‘Floyd Cramer and Chet Atkins: The Quiet Men from Nashville’, Tennessee, Record Mirror, 15 september 1962
Peter Jones, ‘Brenda Lee: Her Marriage and Career’, Record Mirror, 25 januari 1964
Keith Matthews, ‘Brenda And Her Baby’, Record Mirror, 8 november 1964
Joseph Sweat, ‘The Brenda Lee Story’, Billboard, 28 mei 1966
- Raadplegingen: 13544