15 - Padre Twins: ingedeeld bij de Indorock
Willem Vader werd in Bandoeng, Java, geboren. Het was twee maanden na de inval van de Japanners in 1942. Hij woog niet meer dan drie pond. Wim was de eerste van een eeneiïge tweeling. Zijn broer Hein, niet veel zwaarder, kwam zeven minuten later ter wereld. In de verwarrende omstandigheden tijdens die eerste maanden van de Japanse bezetting zagen de levenskansen van de twee jongetjes er niet goed uit. Als ze in een kamp beland waren zouden ze het waarschijnlijk niet gered hebben. Moeder Vader-Kelder heeft Chinees bloed in de aderen. Ze loog over haar Nederlandse afkomst en wist zo uit het kamp te blijven.
Vader senior, afkomstig uit Den Haag, was als KNIL-officier op Java. Hij werd door de Japanners geïnterneerd en bracht de oorlogsjaren door als dwangarbeider aan de Birma-spoorweg.
Na de bevrijding van Nederlands-Indië kwam het gezin Vader in 1947 eerst met verlof naar het vaderland. In 1950, na de erkenning van Indonesië als onafhankelijke republiek, volgde de definitieve repatriëring. Willem Vader (67, generaal-majoor b.d.) vertelde me op 9 februari hoe het met de muzikale carrière van de tweeling verlopen was.
De Vaders kwamen te wonen in Leidschendam. Of ze wilden of niet, ze moesten naar de School met de Bijbel in Voorburg. Elke dag liepen ze heel wat kilometers heen en terug. Bij terugkomst in Leidschendam werden ze steevast opgewacht door een groep dorpsjongens. Vriendelijk ging het er niet aan toe. Hein en Wim werden met ‘Pinda’s!’ aangeroepen. Bovendien kregen ze meer dan eens flink klop. De tweeling leerde in die dagen dat zij, op gewone schoenen, een stuk harder konden rennen dan de jongens die op klompen liepen.
Gitaarles
Herman Vader was en bleef beroepsmilitair. De KMA-officier werd steeds overgeplaatst. De familie, moeder en vijf kinderen, ging altijd mee. De jongens wisselden regelmatig van school, met alle gevolgen van dien. “Zingen is een van de weinige dingen die we op de lagere school goed geleerd hebben”, aldus Wim Vader nu. Tenslotte belandden ze samen op het Johan de Witt-lyceum in Scheveningen.
Wim raakte bevriend met Mathijs van Eeden, een kleinzoon van Frederik van Eeden. Die speelde fantastisch gitaar, vond hij. Wim wilde om die reden ook zo’n muziekinstrument. Zijn vader zag er niets in. Een oom, cellist en muziekdocent in Zwolle, stak echter een helpende hand toe. Hij gaf Wim een gitaar cadeau.
De jongeman, die het hoge peil van Mathijs probeerde te evenaren, ging op muziekles. Hij ontdekte echter dat hij enigszins woordblind was. Om die reden kon hij niet goed naspelen wat er op de bladmuziek gedrukt stond. In plaats daarvan ging hij improviseren, wat hem niet in dank werd afgenomen. “Dat staat er niet!” hoorde Wim steeds. Goede herinneringen aan die lessen heeft hij dan ook niet.
Everly Brothers
De wereld veranderde toen Wim Vader de Everly Brothers op de radio hoorde (en later Fats Domino). Die liedjes vroegen erom nagezongen te worden. “Hein, zing eens mee”, zei hij tegen zijn tweelingbroer, die op dat moment nauwelijks interesse in muziek had. Wim ontdekte dat Hein een betere zanger dan hij was. Al snel bleek dat hun beider stemmen goed met elkaar harmonieerden. Hein ging nu ook een beetje gitaar spelen. Op een schoolfeest hadden de broertjes Vader veel succes tijdens een uitvoering. Ze zongen de liedjes van de Everly Brothers na, maar ook repertoire van het Kingston Trio en Harry Belafonte. Vader senior was minder enthoiusiast. Die sprak over de ‘klaagzangen van Jeremiah’.
Werden jullie in die tijd als indo-rockers gezien, vroeg ik hem.
Hij moest lachen. Daar was nooit sprake van geweest.
Auditie bij de AVRO
Wim kan zich één speciale dag, in oktober 1959, nog heel goed herinneren. Hein en hij maakten muziek boven op hun eigen kamertje. Beneden zat vader met een jonge vrouw te praten. Die hoorde de klanken door het plafond naar beneden komen. Kan ik er niet wat meer van horen, zou ze gezegd hebben. Vader senior wilde aan die wens wel voldoen. De majoor had zo zijn systeem. Hij trok aan een touw waaraan een bel vastzat. Het luiden van die bel was het bevel voor de kinderen dat ze naar beneden moesten komen. De vrouw liet zich enthousiast uit over de liedjes die ze met eigen begeleiding zongen.
De volgende ochtend vroeg ging de telefoon. De broertjes waren nog niet naar school. Gijsbert Nieuwland, hoofd lichte muziek van de AVRO, kwam aan de lijn. Hij had van zijn secretaresse gehoord hoe goed Wim en Hein waren. Ze moesten onmiddellijk naar Hilversum komen voor een auditie. Het lyceum moest het maar een dag zonder de tweeling doen. De consternatie was groot. De broertjes stonden echter al om twaalf uur in de studio. Nieuwland zag het helemaal zitten. Ter plekke werden er opnamen gemaakt. De AVRO zond ze twee weken later uit in het programma ‘Radioscoop’.
Artone
Volgens Wim Vader trokken allerlei grammofoonplatenmaatschappijen aan de bel. Leon Swaab, producer van Artone, maakte de beste indruk op de ouders van de tweeling. Vader besloot met het bedrijf uit Haarlem in zee te gaan. Op zijn instigatie werden de broers nu Padre Twins genoemd. Swaab had een pakkende song voor het duo, ‘You told me a lie’. Die was onder het pseudoniem B. Panza geschreven door Wim Poppink, een ervaren zanger en muzikant in de Ramblers. Joop Portengen, de muziekuitgever van Artone, had de rechten op het liedje. Een door Wim geschreven nummer, ‘Star of my love’, moest eveneens door Portengen uitgegeven worden om voor de b-kant in aanmerking te komen.
In het contract met Artone werd vastgelegd dat de Padre Twins een dubbeltje voor elke verkochte single als royalty zouden ontvangen.
Wim en Hein kwamen in het najaar van 1960 terecht in de studio van Luc Ludolph. Het was een hokje ergens in Amsterdam. De orkestbanden waren al opgenomen. Op ‘You told me a lie’ had een onbekende muzikant zodanig elektrisch gitaar gespeeld dat het een teenager-nummer geworden was. Het enige dat ze hoefden te doen was met de onbekende begeleiders meezingen. Knippen in de band was onmogelijk. Als er één noot niet goed was moesten ze weer van voren af aan beginnen. Nog in 1960 werd het plaatje door Artone op de markt gebracht.
Het duurde echter nog een tijdje voor de eerste artikelen in de pers verschenen. Skip Voogd was positief. Dat kwam goed uit. Voogd, evenals de twins woonachtig in Den Haag, stelde het AVRO-programma ‘Tussen 10+ en 20-’ samen. Bovendien schreef hij artikelen in allerlei bladen.
Onder de kop ‘The Padre Twins’ – kanshebbers voor de hitparade!’ schreef hij op 14 januari 1961 in de Wereldkroniek: “‘Pappie kijk ’es… The Blue Diamonds’. Wim en Hein Vader zullen die kreet niet gauw vergeten. Ze hoorden hem op een stampvol perron. Een guitige bakvis attendeerde haar vader op… nee niet op The Blue Diamonds, maar op een andere muzikale tweeling: The Padre Twins”. Voogd prees de zingende broers. “Een heleboel teenagers, die iets in de muziek ‘doen’, kunnen van The Padre Twins veel, zo niet alles leren. Al was het alleen maar iets van de bescheidenheid die deze jongens eigen is. Ik ben er zeker van dat The Padre Twins kanshebbers voor de hitparade zijn. En blijf daarom met veel belangstelling hun muzikale carrière volgen. Eén raad wil ik Wim en Hein nog geven: verwaarloos vooral je studie niet, jongens!”
Skip Voogd had de Padre Twins ‘omarmd’. Dat betekende dat er overal stukjes over hen verschenen, onder andere in de Tuney Tunes. In het plakboek van Wim Vader is bovendien te zien dat de AVRO regelmatig aandacht aan hen besteedde. Optreden was echter een probleem. Ze zaten nog op school, Wim op de HBS, Hein op de HTS. Op zaterdag 9 december 1961 reisden de broers helemaal naar Leeuwarden. Een vriend had aangeboden om hen met hun gitaren te vervoeren in zijn piepkleine Fiat 500.
In de Leeuwarder Courant was twee dagen later te lezen: “Bijna achthonderd jonge mensen bezochten de showavond. Als speciale attractie had men het zangduo The Padre Twins uit Den Haag laten komen. Prettig publiek zijn de bezoekers niet te noemen. Aandachtig luisteren naar het gebodene is er niet bij, hetgeen voor de optredenden een grote handicap is. The Padre Twins, twee zeer sympathieke jongens, sloegen zich er echter goed door heen. Ze traden voor de eerste keer in Friesland op en… voor de eerste keer voor teenagers. ‘Wij brengen geen rock and roll, dus niet het echte teenager-genre. Daarom zijn wij eigenlijk een beetje bang’”.
De broers hadden succes. Ze zongen ondermeer ‘Take a Message to Mary’ (Everly Brothers), ‘Listen to the Ocean’ (Nina & Frederik) en hun tweede single ‘Michael, row the boat ashore’, een cover van de hit van de Highwaymen.
Op toernee
Songfestival
De grote doorbraak moest in 1962 komen. Artone was erin geslaagd het duo te plaatsen in de finale van het Songfestival. Joop Stokkermans zou een liedje voor ze schrijven. Dat deed hij ook. De componist kwam met het liedje ‘Kleine, kokette Katinka’. Bij de platenmaatschappij schrokken ze zich rot. Onder grote druk van Artone trokken de broers zich op het allerlaatste moment terug. Producer Michon wist te bereiken dat een ander duo, de Spelbrekers, hun plaats innam.
“Wij zaten naar de televisie te kijken”, aldus Wim Vader. “Ons nummer werd het winnende liedje! Dat was vreselijk”
Roses are red
In juni 1962 was er opnieuw een opname-sessie bij Luc Ludolph. Wim moest in dienst. Voor die tijd wilde Artone nog een aantal nummers op de band vastleggen. De maatschappij had flink uitgepakt. Eddy Christiani speelde gitaar, Benny Behr en Sem Nijveen viool en de Selvera’s (beroemd van ‘Twee reebruine ogen’ en ‘De postkoets’) waren als koor ingehuurd. Pi Scheffer, die een eigen tv-programma had, trad als arrangeur op.
Een van de liedjes was een cover-versie van het liedje ‘Roses are red’. “Dat stond in Amerika op de bovenste plaats van de Billboard top 100, maar om contractuele redenen kon het origineel van Bobby Vinton op dat moment in Nederland niet op de markt komen. Artone bracht daarom de versie van de Padre Twins uit”, vertelde Wim Vader op 9 februari.
Victor Conselman, journalist en radioman, uitte zich in lyrische termen. “Aan de opname is bijzonder veel zorg besteed. Als u op het label geen Padre Twins las, zou u zweren dat het een rasechte Amerikaanse opname – en dat een van een heel goede soort! – was. De jongens, die op de bühne voornamelijk folkloristisch getinte Amerikaanse liedjes zingen maken met deze opnamen internationale kansen. Zonder voorbehoud de Nederlandse plaat van de maand in het lichte genre”.
De Padre Twins werden opnieuw uitgenodigd om in een belangrijk televisieprogramma te verschijnen. Deze keer het ‘Grand Gala du Disque’ dat in september werd uitgezonden. Wim was net begonnen aan een officiersopleiding bij de K.M.A. in Breda. Gelukkig kreeg hij ‘nachtpermissie’ van de gouverneur van de militaire academie. En zo stond de tweeling op het podium, samen met o.a. Vera Lynn, Conny Froboess, Nana Mouskouri en Gerhard Wendland. ‘Roses are red’ in de versie van de Padre Twins haalde de vierde plaats van de Nederlandse hitlijsten. “Het werd geen gouden plaat, maar er zijn er wel een heleboel van verkocht”, aldus Wim Vader.
***
De doorbraak kwam in feite te laat. De broers hadden altijd al gezegd dat het zingen niet meer dan een hobby was. Toen het succes kwam zat Wim en dienst en Hein studeerde. Een volgende single, met een bewerking van een melodie uit ‘De nieuwe wereld’ van Dvorak, werd in ‘Top of Flop’ onderuit gehaald omdat je nu eenmaal niet aan klassieke muziek mocht komen. “En dan te bedenken dat Dvorak dat stuk van een Amerikaanse folksong had overgenomen”, vertelde Vader, nog steeds verontwaardigd. Langzamerhand verdwenen de twins uit de aandacht. Hoewel ze nog jarenlang met enorm veel genoegen optraden in de Haarlemse folkclub van Cobi Schreijer. Ze namen in de Haagse GTB-studio zelfs nog een album voor Willem Duys op. Wim maakte carrière in de krijgsmacht terwijl Hein directeur voor Europa werd voor een groot Amerikaans bedrijf.
In 1989 liep Wim Vader over de Pasar Malam in Den Haag. In de platenbakken zag hij een dubbel-cd, uitgebracht op het BR label. Daarop stonden de grootste Indorock hits. Tot zijn grote verbazing zag Wim dat de Padre Twins niet ontbraken. “Onze muziek is nu ineens ingedeeld bij de Indorock. We hebben zelfs een eigen pagina op de website ‘Story of Indorock’”. Terwijl over het Indische karakter van hun muziek vroeger niet of nauwelijks gesproken werd, zijn de Padre Twins nu onderdeel geworden van een mythe.
Harry Knipschild
12 februari 2010
Literatuur
Skip Voogd, 'The Padre Twins - kanshebbers voor de hit-parade!', Wereldkroniek, 14 januari 1961
'Padre Twins', Romance, 14 januari 1961
Peter van Eck, 'Padre Twins: het is maar een grapje', Algemeen Dagblad, 31 januari 1961
'The Padre Twins lopen met watjes in hun schoenen. "Dat zingt beter", vinden ze', Tuney Tunes, februari 1961
'Zaterdagavond op de 'Beursavond'. Voor The Padre Twins is en blijft zingen een hobby', Leeuwarder Courant, 11 december 1961
'Padre Twins op nationale finale Eurovisie Song Festival', Tuney Tines, januari 1962
''Michael' bracht Padre Twins succes', Piccolo, 28 januari 1962
'Padre Twins hebben zich teruggetrokken uit nationale finale Eurovisie Songfestival', AVRO-bode, 25 februari 1962
Victor Conselman, 'Bravo Padre Twins', onbekend tijdschrift, september 1962, datum niet zeker
Victor Conselman, Padre Twins zingen over rode rozen', onbekende krant, september 1962, datum niet zeker
Henk Huigen, 'Grand Gala du Disque met 3000 medewerkers', Nieuwe Leidsche Courant, 1 oktober 1962
'Liever geen 'in memoriam'. Padre Twins: schnabbeltje altijd welkom', Binnenhof, 1965, datum niet zeker
Lutgard Mutsaers, Rockin’ Ramona. ’n Gekleurde kijk op de bakermat van de Nederpop, Den Haag 1989
'Padre Twins', website Story of Indorock (Henk Looijestijn, Rijswijk)', gedownload 17 januari 2010
- Raadplegingen: 21802